De apostel Paulus bevestigt volmondig dat de Godzaligheid een groot gewin is. Maar niet winst zoals op een winst- en verliesrekening zoals dwaalleraars menende er financieel gewin mee te kunnen behalen. Aardse schatten zijn slechts tijdelijk en vergaan. Wie alleen hier op aarde schatten vergadert is in feite straatarm. Wie in Christus geborgen is, erft met Hem de hemelse heerlijkheid. Nog even en Gods kinderen gaan de winst incasseren. Is dat uw blij vooruitzicht? Eeuwig met God te zijn, Hem te loven en te prijzen. 

1 Timotheüs 6 vers 6: ‘Doch de godzaligheid is een groot gewin met vergenoeging‘.

Gods vrezen is winstgevend
1. Godzaligheid;
2. De winst;
3. De voorwaarde die daaraan verbonden is.

1. De Godzaligheid

Gemeente, kun je met God dienen wat verdienen? Winst maken? Dat weten jullie toch ook wel kinderen. Stel je voor je doet twee euro in de collecte. Dat doen we nu niet. Stel je voor dat je € 2 overmaakt naar het rampenfonds. Dat is toch niks. En dat je er € 5 voor terugkrijgt. Hoeveel winst heb je dan? Vijf min twee is drie. Gaat het in de kerk ook zo? Nee toch, in de kerk maken we toch geen winst. Nou, dan is Paulus het volstrekt met je oneens. Het is wel zo. De Godzaligheid is een groot gewin. Hier staat het woordje is er wat ongebruikelijk. En ook nog eens vooraan. Het is een groot gewin de Godzaligheid. Het maakt je schatrijk.

Wat bedoelt Paulus ermee? Eerst het woord Godzaligheid. Wat is dat? Vers 3. De gezonde woorden van Jezus Christus. Of, Paulus zegt op twee manieren ongeveer hetzelfde. Of, namelijk, de leer die naar de Godzaligheid is. In het Oude Testament lezen we over de vreze des Heere. Wandelt met God en gaat in Zijn wegen. Zijn leven overeenkomt met de wil van God.

Wetjes en regels volgen in de kerk heeft niks te maken met het wandelen met de Heere. Of we wandelen op een manier die niet opvalt bij de wereld. Dat moet je niet aan de buren laten merken. Dan dien je God alleen achter de voordeur. Daarbuiten ben je eigenlijk een schim. Je zou je wildschrikken als iemand zegt: je bent een christen toch. Zo is het niet. Ons laten leiden door ons eigen ik, dat is ten diepste. Alles bepaalt wat ik wil, denk en doe.

Zo werkt het niet als de Heilige Geest gaat werken. Zoals Christus wil. Dat is een hele stap en dat is ook zo en wil ik zo neerzetten. Waar de Geest werkt daar gaat het altijd op Christus aan, aan Hem verbinden. Zijn Woord wordt belangrijk. Aan Hem verbinden. Zijn Woord word je alles. Het is niet zo dat je zegt het hoort nou eenmaal zo.

Ik herinner me een vrouw in de eerste gemeente. Jaren niet meer de Heere gediend. Het heeft toch geen zin, de kinderen luisteren toch niet. Recht voor de raap. Totdat ze op het ziekbed kwam. Toen ging de Heere haar stilzetten en veranderen. Ze moest het als het ware inhalen al die jaren. Cassettebandjes. Altijd weer preken luisteren. Zelfs toen ze terminaal was. Haar kinderen hebben het nog aangezet, misschien hoorde ze het in coma.

Dit is het: leven naar de Godzaligheid. Niet een of andere leer erop nahouden maar leven. Sprankelend. Levend en verlangend naar de heiligmaking. De rijkdom in Hem zoekt en in niets en niemand anders. Het beeld van Christus gaan dragen. Je kunt het nog ergens anders aan herkennen. Je houvast in je leven, dat wordt niet je godsdienst maar Jezus Christus en Die gekruisigd. Je enige houvast in Hem gelegen. Je leer en leven in gehoorzaamheid aan God. Dat is Godzaligheid.

Paulus stelt het steeds weer in de brieven. Tegenover die anders leven en leren. Ook hier. Tegen dwaalleer. Als dit vanmiddag de boodschap is, dan moet u ervan uitgaan dat het ook onder u is. Onderzoek uzelf daarop. Anders leven dan de Heere u geleerd heeft. Zoals Jezus in de Bergrede geleerd heeft.

En een ander leven. Ze vertonen geen leven in Godzaligheid. Geen leven in tere afhankelijkheid in God en Zijn Woord. In welke vorm het zich ook aandient, Paulus heeft het al genoemd hoe het toen in Efeze zich manifesteerde. Waarop ze gericht waren. Legendarische verhalen die deze mensen te berde brachten en bij elk verhaal wisten ze wel een naam te brengen. Onderwerp van discussie.

Het is mij door de jaren heen duidelijk geworden dat we bij discussiëren afwijken van de Godzaligheid. De kerk hoort naar het Woord. Deze leraren hielden zich daarmee bezig, met discussie. Verwarrende gedachten. Krakelingen. Die de gedachten van eenvoudige hoorders in de war brengen. Zij die niet gevolgen zijn in hun gedachtegang. Er is geen vreze Gods voor hun ogen. Wat doen ze dan wel? Ze zijn bezig discussie om winst te maken. Ze maken hun leer in de discussie tot iets dat winst op moet leven. Louter bron. Een winstgevend zaakje. Dat klinkt negatief en dat bedoel ik ook. Feitelijk zijn ze daarop uit. Geld.

Ze menende, een streep eronder, dat de Godzaligheid een gewin is. Ze zijn in de veronderstelling dat ze mogen vragen voor waarmee ze bezig zijn. Geld. Hebzucht. Paulus schrijft de geldgierigheid is een wortel van alle kwaad. Winst? Vergeet het maar. Wie God verlaat heeft smart op smart te vrezen. Wie God verlaat brengt geen vrede maar onenigheid. Niet menende dat de Godzaligheid een gewin is. Het is winstgevend! Niet menende maar het is.

2. De winst

Paulus spreekt er volmondig van. Een grote winst. Hoe kan Paulus dat nou zeggen? Hoe kan de apostel nou zoiets zeggen? Ik dacht dat het leven van een ware christen strijd en verdrukking is. Dat hoort toch zo? Zegt die apostel Paulus dat zelf niet? Die Godzalig willen leven, die zullen vervolgd worden. Als je let op die woorden dan merk je dat het dezelfde weg is als de Meester. Het weg van het kruis dragen. De weg gebaand op weg naar het hemelse Jeruzalem.

En dan spreken van grote winst. Ja dat is het. De hoogmoedige dachten in aardse rijkdommen en schatten. Paulus denkt niet in termen van geld, winst- en verliesrekening. Aardse rijkdommen heeft de apostel Paulus zelf niet gehad. Al is rijkdom op zichzelf niet verkeerd. Wat we hebben in de wereld of niet hebben is uiterst betrekkelijk. We hebben niets in de wereld gebracht en we kunnen er niets uitbrengen.

Probeer dat heel letterlijk voor je te zien. Een baby geboren heeft niets aan. Geen sokjes. Naakt ter wereld gebracht. Het is openbaar dat we daar ook niet iets uit kunnen dragen. Dan denken we aan het sterven van geliefden soms. Weet u, ze kunnen niets meenemen. Ze krijgen nog wel wat kleding aan. Ze worden in een kist gelegd en zo in de aarde. En ze hebben niks. Dat zegt de apostel. En weet u Job zegt ook zoiets. Job die door onvoorstelbare beproevingen alles kwijtraakte. Naakt ben ik uit moeders buik gekomen en ga ook naakt. Ik kwam zonder iets en ga zonder iets. En toch heeft hij daarna God geprezen.

De Godzaligheid is een groot gewin. De verborgenheid van de zaligheid is groot. Hoofdstuk 3 vers 16. Dat trekt ons naar Kerst. Wat is die grote winst? Dat heeft alles te maken met Jezus Christus die op aarde kwam. Maar dan wel te verstaan in de beleving van het Evangelie. Persoonlijk ga ondervinden dat het Woord zo vast is, zo waarachtig. Dat mijn God mij alles is. Godzaligheid een groot gewin. Ja, als ik Christus mag leren kennen, gered door Zijn kostbaar bloed, dat levert u alles op. Dat levert u zoveel op dat het niet te bevatten is. Dat is zo ontzaglijk rijk dat het zich ook niet beperkt tot dit leven.

Tot alle dingen nut. De beloften van het tegenwoordige en toekomende leven. O gemeente, de rijkdommen van deze wereld zijn niet permanent. De schatten kunnen niet het levensdoel van de christen zijn, van de gelovige zijn, van u zijn. Hoe zit dit? Weet u wie er rijk was? De arme weduwe. Jezus en Zijn discipelen zaten op een gegeven moment op een berg tegenover de tempel. Bij de ingang gooide de mensen iets in de kist. Deze arme weduwe ook. Wat gaf ze? Geen duizend euro. Wat gaf ze? Ze had het allerkleinste muntje van die dagen. Wij zouden zeggen: een eurocent. Een muntje dat we niet eens meer gebruiken. Die deed ze erin.

Wat deed ze? Was ze zo zuinig? Nee, ze had niet meer. Ze gaf alles wat ze had. Dat gaf ze aan de Heere. Ze leefde uit Gods hand. God was haar rijkdom. Heeft u dat al geleerd in uw leven? Dat God je rijkdom is. Dan niet meer kijken naar wat je hebt en niet hebt en mist. Nee, God je rijkdom. Want de grote winst van het behoren tot Jezus Christus heeft iets heel bijzonders. Iets hemels. Waarbij al het aardse in het niet valt.

U, jij, die Christus mag kennen bent erfgenaam van de volkomen zaligheid. Is dat niet geweldig rijk? God tot je deel te hebben. Hij is mijn Rots en Sterkte. Alles mee zult erven van wat Christus in de hemel ontvangt. Eeuwig in de hemel met God zijn. Dat is rijkdom. Dan heb je toekomst en uitzicht. Al zouden ze me doden, dan zou ik nog op God hopen zegt Job. Zeg nou zelf: als je dit niet heb en al je schatten op deze wereld zet, dan ben je toch nameloos arm?

Die schatten zullen met de wereld vergaan. Dan zult u met de schatten eeuwig verloren gaan. En dan heb je niks, niks, niks meer. Nog een Bijbelse illustratie hierbij. De rijke man en arme Lazarus. Twee mensen. Rijke man kon rentenieren. Purper gekleed, kleur van de koningen. Maaltijden. Overdadig. Aan de poort lag een arme sloeber. De arme Lazarus. Die zelfs de straathonden van zijn lijf kon houden die zijn zweren likten. Hij moest bedelen om nog iets te eten te krijgen. Wij gebruiken servetten, bij deftig eten. Maar daar niet. De kruimeltjes zo weggeworpen en die pakten de honden.

Lazarus had niets. Maar wel een naam. De enige keer dat iemand in de gelijkenis een naam kreeg. Lazarus, dat betekende dat God hem kende. Wie was nou de rijke man? De rijke man sloeg zijn ogen op in de hel en sloeg zijn ogen op in de vlammen. En nog geen drup water. En Lazarus werd gedragen in de schoot van Abraham, de hemelse dis. Altijd bij de Heere zijn. Over winst gesproken. Wat is uw deel, wat zal jouw deel zijn? Zal dat met Christus zijn of in de eeuwige duisternis? Over winst gesproken.

Als de Heere erbij is. Ik zal er zijn betekent het. Als God je rijkdom is. Als Hij bij je is. Dan gaat er toch niets meer verkeerd. Welke weg u ook moet gaan. Als Hij erbij is, zal leiden door de aardse woestijn geleiden naar het hemelse Jeruzalem. Al heeft u bijna niets en moet u altijd uitkijken met het uitgeven van geld. Weet u wat Hij belooft heeft? Ik zal u niet begeven en niet verlaten. Aan die God heb je echt alles. Nu en straks.

Wat is dan uw uitzicht voor nu en beter gezegd na dit leven? U die christen bent bent een erfgenaam van Christus. Erfgenaam van de hemelse heerlijkheid. Straks wordt u opgenomen. Dat is wat! Straks opgenomen. In die ontelbare schare die niemand tellen kan. Uit alle windstreken. Om Gods lof te vertellen. Erven wat van Christus is. Dat zal uw rijkdom zijn, nee dat is uw rijkdom! Geen moeite en verdriet meer, geen ziekte en geen lijden. Het eeuwig bij Hem te zijn. Die ons lief heeft met een eeuwige liefde en zo intens verlangt ons bij Zich te hebben.

Dat is uw rijkdom. U die Christus lief kreeg. Dat is niet misschien zo. Maar dat is zo. Paulus heeft er zo van getuigd. Paulus die de Heere voortdurend heeft groot gemaakt. Die rijkdom die zijn leven zo vol maakte terwijl hij op aarde zo als een schaap naar de slachtbank werd gebracht. Weet je wat hij zegt in Romeinen 8? Niets zal ons scheiden van de liefde van God in Christus. Hoe zalig is deze toekomst? Hoe heerlijk deze winst. Eigenlijk zou je hier Amen willen zeggen. Maar er staat nog een woord. We moeten nog een punt behandelen.

3. De voorwaarde die daaraan verbonden is

Een voorwaarde. Is er dan een voorwaarde? Klinkt lastig he. Met vergenoeging. Als je dat woord hier ziet vertaald in het Nederlands, als tevredenheid, lijkt het verbonden met de winst. Maar dat is niet zo. Het is verbonden met de Godzaligheid. Grote winst is de Godzaligheid met vergenoeging, houd de volgorde vast.

Paulus schrijft het in de Filippenzen zelf. Hij heeft het zelf ook geleerd. Hij zat in de gevangenis, vanuit de gemeente werden giften gebracht. Hij kon het goed gebruiken want hij had zelf niets. Hij was er blij en dankbaar om. Wat zegt hij er daarbij? Hij zegt niet dat hij gebrek heeft. Want ik geleerd vergenoegd te zijn. Tevreden te zijn. Een christen. Van God. Dat was hij. Geleerd beide overvloed en gebrek te hebben. Eigenlijk zegt hij erbij wat het uit als je die vrede in je hart draagt?

Zijn wij tevreden met wat we hebben om door deze aardse woestijn te reizen? Wandelen met God. Om genoeg te hebben aan hetgeen de Heere is en geeft. In vers 8 zegt hij het ook. Voedsel en deksel vergenoegd mee zijn. Dat zijn de meest elementaire dingen die Paulus noemt, voedsel en deksel. Eten en een dak boven je hoofd. Laat de een dan meer hebben dan de ander, dat zij dan zo. Want tenslotte gemeente, wie de Heere heeft heeft alles.

Horen we Jakob het niet ook zeggen? Ik heb de Heere, ik heb alles. Geworsteld met God. Vergenoegd was geen onbekend woord in die tijd. Een woord uit de stoïcijnen. Aan jezelf genoeg hebben. We kennen het uit de uitdrukking Gods water over Gods akkers laten lopen. Het gebeurt toch. Stoïcijns. Ze leerden ook dat het leven niet afhangt van rijkdom of geen rijkdom. Wat had Paulus ook alweer gezegd?

Laat uw levensomstandigheden niet bepalend zijn maar heb genoeg aan God. Hebt u dat? Of moet er nog van alles bij in het leven? Heb aan God genoeg en u zult het eeuwige leven beërven. En voor dit leven? De Heere zal er ook in voorzien. Zoek eerst het Koninkrijk van God, zei Jezus in de Bergrede. Niet eerst dat zoeken en dan het andere. Nee, zoek het eerst, het hoogste. En Jezus had gesproken over dingen van het alledaagse leven. Eten, kleding. Die zullen je toegeworpen worden in de mate die Hij bepaalt.

Uw grote winst is u o kind van God niet wat u anderen nalaat, maar wat u erft in het hemelse Jeruzalem. Waar God zal zijn alles en in allen. Heb je dat weer: in Hem. Uw grote winst. U ook? Uw levensreis, in kalmte en in stormte, u komt zeker uit bij Hem. Bij God heb je genoeg. Die het immers gezegd heeft dat Hij u niet begeven en niet verlaten zal.

Nog even gemeente en we gaan de winst incasseren. Nog even op de pelgrimsreis waarbij we soms dingen missen en niet krijgen wat we lastig vinden. Maar we gaan de winst beërven. Eeuwig met uw God te zijn. Heb daaraan genoeg, wees daar tevreden mee. Zo zult u met opgeheven hoofd en vrolijk door dit leven gaan naar de zalige toekomst. Amen.

 

Zondag 11 oktober 2020 – Hersteld Hervormde Gemeente Putten – Hersteld Hervormde Gemeente Putten – ds. Joh. Post – Schriftlezing 1 Timotheüs 6 vers 3-16