Koning Salomo, de zoon van koning David, krijgt een droom. De Heere God stelt hem de vraag wat hij begeert: begeer wat Ik u geven zal. Salomo vraagt om een verstandig hart. Hij erkent de grootheid van de Heere en zijn eigen kleinheid: geef dan Uw knecht een verstandig hart. Het is zijn houding, zijn gebed en Gods verhoring. De Heere God is vandaag dezelfde als toen. Indien iemand wijsheid ontbreekt dat Hij ze van God begere. God die mildelijk geeft en niet verwijt, zo schrijft de apostel Jakobus. Wijsheid te vragen aan de gevende God.

1 Koningen 3 vers 9a: ‘Geef dan Uw knecht een verstandig hart‘.

Salomo’s gebed om wijsheid
1. Zijn houding;
2. Zijn bede;
3. Gods verhoring

1. Zijn houding

Gemeente, jongens en meisjes hier en thuis, het zou je maar gevraagd worden, misschien dat jongeren dat ook wel mooi vinden: begeer wat ik u geven zal. Vraag maar wat je wilt. Als moeder vraagt om een verlanglijstje voor je verjaardag op te schrijven. Je mag alles op zetten. Het is natuurlijk afwachten wat je krijgt. Maar dat is mooi: vraag maar wat je wilt hebben. Zoiets krijgt Salomo ook.

Begeer wat Ik u geven zal. Het is de Heere die het zegt. Waardoor laat hij zich leiden in zijn wensen? Dat komen we op het spoor als we de woorden nagaan die hij spreekt. Allereerst hoe hij zichzelf noemt: Uw knecht. Terwijl hij koning was. Nee, dat is geen valse bescheidenheid. Dat we allemaal kleine, nietige mensjes zijn. Natuurlijk is het zo. Maar zodra we dat woord allemaal gebruiken, dan is het de vraag of je het wel meent. Natuurlijk zijn we allemaal zondaren. Maar waarom gebruikt u dan allemaal? Ik ben niet beter dan een ander maar zeker ook niet slechter. Feitelijk staan we dan zo hoog met onszelf.

Als de Heere in ons leven komt en ons hart breekt, dan gaan we zien God ziet. Niet hoe belangrijk we allemaal zijn. Dan ben ik het. Herken je het? God maakt het als Hij zo in je leven komt heel persoonlijk. Dan ga je iets hebben als de tollenaar achter in de tempel. O God wees mij de zondaar genadig. De zondaar. In vergelijking met alle andere mensen de slechtste. Hoe komt dat dan? Dat heeft te maken wie God is. Zodra Hij door Zijn Geest gaat werken, dan geeft Hij een besef van Zijn hoogheid. Besef voor die grote heilige God. Diep ontzag.

Niet op een kille, afstandelijke manier. Maar besef van God dat voortkomt uit de liefde van ons hart. We merken dat dat in Salomo’s hart leeft. Het staat trouwens ook in vers 3. Salomo had de Heere lief. Wandelende in de wegen van de Heere. Dat is wat als dat van je kind wordt gezegd. Dat maakt geen grote mensen maar kleine mensen. Uw knecht. Eerst wijst hij op zijn vader David. Wie God voor hem is geweest.

God van de weldadigheid. Wat is dat? Eigenlijk niet zo goed te zeggen. David heeft van harte met God geleefd en gewandeld. Nee, dan horen we Salomo niet de zwarte bladzijden van zijn vader noemen. Die zijn er zeker wel geweest. Maar daar gaat hij hier aan voorbij. Weldadigheid. Dat wijst naar het hart van God. Wat het precies is kan ik eigenlijk niet goed zeggen, onder woorden krijgen. Hart van God klopte voor hem. Hij was aan hem verbonden met banden van eeuwige liefde.

Mooi is dat hè. Een kind zou dat maar van je zeggen, vaders. Mijn vader leeft met de Heere God. God was met hem. Dat merkte je aan hem. Vaders, je kind zou dat maar van je zeggen, moeders. Mijn moeder? Mijn moeder wees mij altijd op de Heere. Groot hè, als jongere vond je het soms weleens lastig: houd nou eens op met dat gepreek. Toch deed ze dat. Uit liefde deed. Ouders, jongeren, kinderen, kennen jullie je vader en moeder zo? Als lieve mensen die je altijd bij de Heere brengen.

Zeker er zijn ook ouders die de kinderen pijn doen en niet motiveren. Maar ook dan mag je het bij de Heere vragen. Jongeren, straks aan je ouders vragen. Pa, hoe zat dat nou? Niet, nu niet. Nee, nee zo doen wij dat nog weleens af. Krijg je als opdracht mee uit de kerk. Vraag dat aan je ouders. Vader, moeders.

Salomo voelt zich veel te klein. Een jongeling. Ik weet niet uit te gaan of in te gaan. Twintig jaar en dan koning over Israël. Hij is zo onervaren en onkundig, wie ben ik toch? Herkent u dat? Hoe zal ik de Heere kunnen dienen? Ja, mijn kinderen. Hoe zal dat moeten toch? Mijn doen en laten ten goede komen aan anderen om ons heen. Kinderen, naar je vader en moeder luisteren. Jonge mensen als je geroepen wordt tot een bepaalde taak, om club te gaan geven of zo, hoe moet dat toch? Ouderen, geroepen om een ambt te bekleden? Hoe moet dat toch? Geroepen in gemeenteraad of regering, hoe moet dat toch? Taak op je werk, leiding geven aan een afdeling, hoe moet dat?

Als de Heere zegt: vraag wat Ik uw geven zal. Verlang nou. Samenvattend zien we twee dingen die Salomo noemt. Gods grootheid en kleinheid van hemzelf, ik ben niets. Zo gaat het bij de Heere. Ook bij de Salomo die een droom had. Niet zoals bij ons een droom en dan weer weg. Maar de droom was toen dat God er bij was. Dat God sprak.

2. Zijn bede

De kans krijgt om door God geleid te worden. Dat U leidt. Waar we van nature geneigd zijn tot het verlangen naar de grootheid van het leven. Waar de Heere werkt bereid maakt om Hem van harte te dienen. Dat heeft niets met zachtheid te maken. We lezen verder in het hoofdstuk over Adonia, zijn halfbroer. Salomo was niet zomaar een niks zeggend iemand. Nee hij was krachtig en wijs. Maar hier kijken we hem in het hart. Niet op zichzelf gericht maar op de Heere. Vraag om een verstandig hart.

Salomo wil een wijze koning zijn. Toegerust voor zijn taak en roeping. Dienstknecht van de Heere. Is dat niet de grootheid van de dienstknechten van de Heere. Psalm 119, maakt mij verstandig naar Uw Woord. Later ook bij Paulus die zich regelmatig zelf slaaf betitelt. Jakobus spreekt over verzoekingen die daar uit te leren zijn. Hoe noemt hij zichzelf, halfbroer van Jezus in hetzelfde huis opgegroeid in Nazareth. Slaaf en dienstknecht.

Indien iemand wijsheid ontbreekt, dat hij ze van God begere. Hoe kan dat toch? En weet u hoe het komt? Dat wij bij God mogen komen wij die Hem hebben verlaten van nature. Gemeente dat komt omdat Hij er is die meer dan Salomo is. Jezus Christus die kwam en Zich vernederde tot een slaaf. Wie zich verheft staat altijd tegenover de hoge God en dat is zonde. Daarvoor wilde Jezus Christus buigen. Kijk hoe hier Salomo zich buigt. Type van Christus hierin.

Vervult met wijsheid, de Evangelist Lukas schrijft dat Hij daar in toenam. Veel meer dan Salomo. Die machtige Zaligmaker die werd vervuld met wijsheid. Dat staat er opnieuw bij de twaalfjarige Jezus in de tempel. Over welke wijsheid gaat het dan? Niet een hoog IQ, ook al zou Salomo niet dom geweest zijn. Maar om praktische levenswijsheid. Een 50 jarige heeft meer ervaring dan een 20 jarige. Praktische wijsheid nodig. Om op een juiste wijze te oordelen.

Zeker het is een voorrecht als wij een goed verstand hebben en goed kunnen studeren. Maar de ware wijsheid is anders. De eer van God, Zijn geboden eren, en gericht op de naasten. Hem liefhebben en de naaste als onszelf. Door God verkoren Messias. En jullie? Gezin leiden. Daar heeft eigenlijk niemand een opleiding voor en toch moeten we het doen. Heere, geef Uw knecht een verstandig hart. Om de kinderen voor te leven in het liefhebben van de Heere.

U moet wel bedenken dat we door de Heere niet beoordeeld worden op een verstandig leven maar een op God gericht leven. Daarom heeft Hij ons gedoopt. Op God gericht. Doortrekken van de eer van Hem. Als u zo in Hem gelooft geliefde, doet u dat, dan ontvangt u wat u hebben wilt. Kracht en ware wijsheid. Dat merken we ook in dit gebeuren in het leven van Salomo.

3. Gods verhoring

Vers 10. De begeerte van Salomo was goed in de ogen van de Heere. Mooi hè. We kunnen weer terugdenken aan Jakobus 1. Die een iegelijk midelijk geeft en niet verwijt. Is dat niet bijzonder? Wat Hem behaagt vraagt, dan krijgt u het. Daar staat Hij Zelf voor in. Als je begeert om wijsheid, dan zal Hij het je geven. Zo wonderlijk is de God van onze doop. Zulke gebeden komen van God vandaan. Salomo ontvangt een verstandig hart.

De Heere is vandaag dezelfde als toen met Salomo. Wat van God komt en door de Heilige Geest gezonden wordt, draagt het stempel van God. Hij wil in uw hart het Zijne geven zodat je Zijn beeld gaat dragen. Het stempel van Hem. Zijn genade dat redt van de zonden en schuld. Zijn Woord en vaste beloften vervuld Hij. Hetgeen Hij heeft toegezegd, dat is waar.

Weet u, daar staat er Een garant voor. Dat is de meerdere Salomo. Het wordt niet allemaal aan jezelf overdragen, dan kwam er geen spaan van terecht. Naast wat de Heere geeft in het hart van Salomo, geeft Hij ook wat hij niet vroeg. Hij wordt de meest rijke koning van het Oosten. Onvoorstelbaar reik. Waar kunnen wij aan denken? Aardse rijkdommen is mooi als je dat krijgt maar de Heere geeft het lang niet altijd.

Maar veel meer is de vergeving van zonden, de Heilige Geest in je leven. Dan worden alle dingen nieuw. Vrees en liefde tot God in je leven. Weet u dat dat pas een deel is van datgene wat God gaat geven. Er komt nog veel meer. Dan moet je de lijnen doortrekken naar het Nieuwe Testament. Die zaligheid die wacht. Geen tijdelijke rijkdommen. Wat is dat nou? Al zou je een huis krijgen. Wat zou het? De ene heeft 200 m2 en een ander 1000 m2. Wat is dat nou vergeleken met die ganse aarde?

Weet u wat God voor u heeft hem die Hem vreest? Hij heeft de ganse aarde voor u. Mede-erfgenaam met Christus. God schenkt dat. Zegt dat ook niet de Heilige Doop? De Heilige Geest die het geeft. De hemel en aarde waar geen milieuproblemen en coronaproblematiek meer zal zijn. Dat gaat God schenken. Kom, hef je ogen maar omhoog naar die toekomst. Geef mij verstandig hart. Zo mogen we verder kijken dan deze wereld.

Wat zou het hier op deze aarde als u het goed heeft. Het is maar voor een paar jaren. Als u Christus niet heeft, dan zullen al die rijkdommen vergaan. Maar o als u met Hem leeft, begeer wat Ik u geef. Wat is dan het antwoord? Ik zal u alles geven. Zo is God. Is Hij dan niet zeer te prijzen? Komt laten we ons verheugen in Hem en Zijn lof zingen. Amen.

 

Zondag 7 februari 2021 – Hersteld Hervormde Gemeente Putten – ds. J. Post – Schriftlezing 1 Koningen 3 vers 1-15 – Bediening van het Woord en van het sacrament van de Heilige Doop