Paulus bidt voor de gemeente van Efeze. Hij doet dat op zijn knieën, een teken van diep ontzag voor God. Hij bidt of dat Christus in hun harten mag wonen. Dat is zó zondig, omdat anders de Satan er als een brutale kraker intrek neemt. Paulus wijst in zijn gebed op de geestelijke gaven voor de innerlijke mens; hij bidt niet voor lichamelijke of materiële voorspoed. Dat is namelijk niet het het belangrijkste in ons leven.
Gemeente, het gebed van Paulus is een pareltje. Iemand zou maar zo voor je bidden! Paulus zit gevangen. Hij buigt zijn knieën voor God de Vader. In het Nieuwe Testament kom je vaak een staande gebedshouding tegen. Dan heft men de handen op naar God in de hemel. Paulus knielt hier. Letterlijk. En hij brengt de gemeente bij de troon. Knielen voor de koning der koningen. Als je knielt voor Willem-Alexander, dan laat je je respect blijken. Toch blijf ik liever staan. Volgens het Woord hoeven we alleen maar voor God te knielen. Paulus beseft hoe majestueus God is.
Al biddend knielen voor de Heere, gemeente, knielt u wel eens? Als je gaat bidden voordat je gaat slapen? Of aan het begin van de dag? Besef je dan dat je tot de Heilige bidt? Dat jij met lege handen moet verschijnen. Of lijkt je gebed op het opnoemen van een lijstje? Hoe ziet jouw gebed eruit?
Het is goed om te beseffen, als dit wordt besproken, dat we terugdenken: Paulus doet dit knielend. Paulus stelt zich ondergeschikt op.
Waar bidt Paulus voor? Daar gaat het vandaag over. Als je even alle woorden uit de verzen 16-19 zou halen, die opvallen, dan zijn dat grote woorden. Kracht, rijkdom, liefde, kennis. En ga maar door. Waar wij naar verlangen. Naar levenskracht, liefde, vergroting van de kennis.
Als we de zinnen lezen, dan bidt Paulus wel iets dieper dan lichamelijke kracht en materiële rijkdom. Als Paulus bidt om kracht, bidt hij niet om spierballen. Niet om aarde schatten. Niet uiterlijke kracht. Maar om geesteskracht voor de innerlijke mens.
Wat is dat, de innerlijke mens? Wat de uiterlijke mens is, weten we. Je lichaam. Wordt versterkt door voedsel en beweging. Buiten, zonlicht. Veel mensen verzamelen uiterlijk vertoon, macht, geld, reputatie. Maar alles wat betrekking heeft tot die uitwendige mens, zal vergaan.
We hebben een inwendige mens. Elk mens is geschapen met een uiterlijk mens en innerlijke mens. Het evangelie gaat over de innerlijke mens. Wat dat is? Wat is de samenvatting van de tien geboden? … met heel je hart, ziel en verstand! Ziel, hart en verstand. We leren dat wanneer we als mens Gods wil willen gaan doen, dat dan al deze aspecten van de innerlijke mens verbonden moet zijn aan het liefhebben van God en de naaste.
Sommige mensen denken dat het een levensdoel is om rijk te zijn of bekend. We hebben allemaal dromen. Maar God heeft al een levensdoel uitgestippeld: God liefhebben en de naaste als jezelf. Als je dat doet, heb je de wet en de profeten vervuld.
Het klinkt zo eenvoudig. En ergens is dat ook zo. En toch schieten we daarin tekort. Wie staat op uit zijn bed, met deze dingen? Laat ik daar deze dag aan beginnen? Opstaan met dát doel? En wie kan het een week volhouden? Laat staan een dag, een uur, een half uur. En maak het maar kleiner. We zijn bezig met eigen plannen en voornemens en dromen. Ook schieten we tekort in de uitvoering van goede voornemens.
Paulus weet hoe zwak hij is. Hij schrijft in Romeinen 7: het goede dat ik wil doen, dat doe ik niet. En het slechte doe ik juist wel. Ik ellendig mens. Die man, die eerst Saulus heette. De man die nu gered is. Die mensen mocht bevrijden en zieken genezen. Uit de kerker bevrijd, zingend samen met Silas. Vroeger een zondaar, nu een kind van God. Maar erg bewust van de zonde die hem in beslag kan nemen.
Paulus weet hoe sterk de strijd is om God lief te hebben en de naaste, juist daarom bidt hij daarom voor de gelovigen in Efeze. Hij bidt om kracht voor de innerlijke mens. Niet voor oppervlakkige kracht. Niet om een goed voorkomen of goed spreken. Er komt een einde aan uiterlijke dingen. Paulus bidt iets veel dieper. Eeuwige waarde. Dat ze gesterkt zullen worden met kracht voor de innerlijke mens. Naar de rijkdom van Zijn heerlijkheid. Met kracht gesterkt!
De kracht waar hij voor bidt, is gelijk aan Gods heerlijkheid. Dat zegt hij. We geloven in een Drie-enige God. God is rijk in heerlijkheid. Paulus bidt dat God Zijn heerlijkheid in alle rijkdom schenkt aan een zwakke gelovige.
Hoe kunnen we dat ontvangen? Door de Heilige Geest. Wat een prachtig gebed. Een puur gebed! Ik werd er jaloers van, in het goede opzicht. Als ik dit lees en vergelijk met gebeden van mezelf… Terugluisteren naar gebeden die ik namens de gebeden bidt. We zijn vaak gericht op de uiterlijke mens.
Als iemand ziek is, bidden we allemaal om lichamelijke gezondheid. We bidden dus heel vaak voor de rijkdom van de uiterlijke mens. Het lichaam maakt deel uit van de uiterlijke mens. Hoe vaak bidden we voor iemands innerlijk? Laten we dat toch doen. Knielen en bidden dat de innerlijke mens versterkt zal worden. Bidden voor de ambtsdragers en voor elkaar.
Maar gemeente, vers 16, tot nu toe, was de Heilige Geest. Dat kan alleen als Christus in je hart woont. Als dat niet zo is, kan je niet gesterkt worden door de Geest. In de preek voorbereiding merkte ik dat geen uitlegger moeite heeft met vers 16. Wel met het ‘inwoning in het hart’.
De hele gemeente wordt aangesproken als gelovigen. Zo worden ze aangesproken. Dan woont Hij toch in je hart? Waarom bidt Paulus daar dan om? Het gaat erom, wie heeft het in uw hart voor het zeggen? Is dat Jezus Christus? Luister je naar de zachte stem van de Geest? Of die opdringerige stemmen van de begeerten, wereld en Satan?
Hoe kan ik zien of Christus in mijn hart woont? Wat zijn tekenen van die inwoning? De boom herken je aan de vruchten, zei Jezus. Je kunt het dan zien. Diegene heeft God lief boven alles. Dan spat de liefde er van af. Niet als de Leviet en priester. Diegene heeft de naaste lief als zichzelf. Kunnen mensen dat aan u zien? Kent u zulke mensen?
Deze brief wordt geschreven aan de gemeente van Efeze. Poederoijen heeft 4 kerken en 1000 inwoners. Ziet men dat wij God lief hebben? Ik ken u niet. Kan men zien dat Christus door het geloof in uw harten woont? Ik vraag aan jongeren op catechisatie: waar kunnen we voor bidden? Hier leren we een gebedspunt voor elke dag. Dat Christus in ons hart woont.
Vandaag zijn er ambtsdragers bevestigd. Als Christus niet in je hart is, raak je in de zonde geworsteld. Zonde en egoïsme. Kijk maar naar mensen die afstand nemen van de Heere. Denk eens aan de momenten dat je afstand nam van de Heere. Dat word je hart harder. Raak je verstrikt in zonden. Hoogmoed, angst, leugens. Heel lastig om daaruit te komen. Maar als Christus in je hart woont ,mag je meer in de liefde gefundeerd raken.
Het hart is als een huis. Stel je voor, ieders hart een woning. Onze harten zijn huizen. Als een huis leeg komt te staan: ongedierte, stof, viezigheid. En misschien illegale krakers. Verwaarloosd, smerig, tuin als een vuilnisbelt. Als Jezus niet in je hart woont, ben je als een huis dat leeg staat. De Satan is een illegale kraker. Je geeft hem de mogelijkheid het hart te kraken.
Belangrijk dat Jezus in je hart woont! Bid ervoor. Kniel ervoor. Misschien ben je een doorzetter. Heb je in het gebed al doorgezet? Al knielend. Of de Heere in je hart wil wonen.
Misschien heb je dat mogen doen. Wat een ervaring als je mag weten dat de Heere in je hart woont.
Niemand is perfect. Regelmatig moet je je huis schoonmaken. Maandag schoonmaakdag. Je kunt je voor je zien: het hele huis door. Een doekje over het bureau. Als ik niet zuig, wordt het stoffig. Jouw huis kan een goede bewoner hebben. Jezus kan in je hart wonen. Maar als je je zonden niet belijdt, wordt je hart smerig. Zonden belijden aan God en elkaar! Dat leer je. Dagelijks. En leren elkaar te vergeven. Vanuit liefde en genade naar de ander kijken. Als je de liefde kent, leer je een ander lief te hebben. Je kunt pas echt liefhebben als je Gods liefde hebt ontvangen.
Als Jezus in je hart woont, komt er liefde. Daar wordt Zijn heil geschonken!
Laten we voor elkaar bidden. Voor de ambtsdragers. Voor hen die we zien. En niet hier zien. Mensen die elders samen komen. We maken deel uit van hetzelfde lichaam.
Gemeente, als u dan toch dagelijks bidt, misschien vanaf vandaag weer, knielen voor de Heere! Als u dat dan doet, en bidt om de kracht van de Geest en bidt om de inwoning. Besef dat dat gebed cruciaal is. Daardoor blijft het hart leven. Het kan dan ook niet anders dat we in de liefde geworteld en gefundeerd raken.
Van nature zetten we ons zelf op 1. We zetten de deur open voor zonden en andere machten. Zullen we daarom blijve nbidden voor onze ambtsdragers? Dat Christus in hun woont. Het is nogal een opdracht. Hebt u de vragen gehoord? Ze kunnen het niet uit eigen kracht.
Maar laten we dit ook voor elkaar bidden. We bidden ook voor gezondheid, maar dit is belangrijker. Vandaag in deze dienst doen we dat niet knielend. Maar wel zingend, zittend vanaf uw stoel, maar ik hoop knielend in uw hart. Dat doen wij samen biddend zingen, Weerklank 92. Ik wil vers 1 als afsluiting van de preek voorlezen:
‘Nu bidden wij met ootmoed en ontzag
de Vader aan, wiens naam aan elk geslacht
in hemel en op aarde aan zijn gaf,
dat, naar zijn heerlijk wezen,
Hij ons de kracht des Heil’gen Geestes geve
en de Messias bij ons intrek neme.
Zijn liefde is de grondslag van ons leven,
de oorsprong van ons hart.’
Liedboek voor de Kerken, Gezang 95 vers 1
Amen.
Hervormde gemeente Reeuwijk, Ichthuskerk, zondag 12 januari 2020, 17 uur. Schriftlezing Efeze 3:14-21.