Psalm 124 is de laatste van de eerste vijf pelgrimsliederen. De pelgrim dankt God voor Zijn redding en hulp. God komt ons tegemoet met Zijn bewarende hulp. Dat belijden we aan het begin van de kerkdienst in het Votum. We staan er misschien wel te weinig bij stil hoe rijk die woorden zijn: we mogen (ja, moeten!) vertrouwen op de Naam van de HEERE. Hij is erbij, Hij is nabij, dankzij het offer van Christus.
Samen hulpbehoevend!
Gemeente van Christus te Reeuwijk, soms zeggen mensen, als de preek tegen valt: gelukkig kreeg ik de zegen mee. Een oude, dove man zei: als ik de zegende handen zie en de zegen meekrijg, heb ik genoeg voor de hele week. Niemand zegt: gelukkig heb ik het Votum weer gehoord?!
Als je beseft wat er gezegd wordt, heb je al weer genoeg ontvangen. Je komt binnen in de kerk. Je groet anderen. Praat wat. Luister naar het orgelspel. Afkondigingen, we zingen. En dan stilte. En dan het Votum en de Groet. Kostbare eenvoud van de liturgie. Ons onrustige bestaan. Onze hulp is in de Naam van de HEERE die de hemel en aarde gemaakt heeft.
Stel je voor dat we ermee zouden stoppen. Dat de dominee zegt: fijn dat u er bent, laten we gaan zingen. Zou je iets missen? Natuurlijk, het is een eeuwenoude traditie. De priester bad het met zijn assistenten. Rond het jaar 1.000 bij elke kerkdienst. De reformatie nam het over. Een lange traditie! Miljoenen christenen begonnen met dezelfde woorden. Net als wij vandaag.
Alleen bedenk eens, wat doen die woorden met jou? Wat betekenen die woorden? Gebeurt er echt iets van binnen? Wat zou je zeggen? Ik weet nog dat ik voor het eerst mocht voorgaan. Een Gideonervaring: de Geest die me erbij trok. Dat is toch niet alleen iets van de predikant? Psalm 121: mijn hulp is van de HEERE. En in Psalm 124 is het een hele stoet. Onze hulp! HEERE, wij hebben Uw hulp nodig. Om te bidden, zingen, geld weg te geven. We zijn zo hulpbehoevend.
Hoe bewust belijd je die woorden mee? Zijn ze wel eens naar binnen geslagen? Zinsdeel voor zinsdeel ontleden. Om het Votum werkelijk bij je binnen te laten. Verleden, heden, toekomst komt samen in deze woord.
Nou goed, verleden eerst. Psalm 124 is de afsluiting van het eerste vijftal. Afsluiting? Ja, of de kroon. Een brandglas. David belijdt dat in dit lied. Onze hulp, onze gezamenlijke hulp. Welke hulp? Ongelukken, studie, werk, opvoeding. Nou, wacht even. Het is een bewarende hulp. Bewarende hulp? Ja. Psalm 123 en Psalm 124 horen bij elkaar: beide 53 woorden. De woord waarde van bewaren.
Wees ons genadig. Geef ons bescherming, beschutting. Hier klinkt het antwoord op het gebed. Woorden van eer, dank, aanbidding. God is Zijn volk genadig geweest. De dichter slaakt een zucht van verlichting. Als… Als … Tot drie keer toe: dan… dan… dan … Als… dan. Vaak zeggen politici: op als-dan-redenering ga ik niet in. Hier is geen politici aan het woord. Hier het woordje: lū-lê (לוּלֵ֣י). Als…niet. Vol verbazing en verwondering. Hier is een overlevende aan het zingen. Ik hoor nogal eens op huisbezoeken in Zoetermeer: als ik toen niet dicht bij een ziekenhuis was, zat ik hier niet meer. Als dat paaltje net iets dichterbij stond. Nou, zo klinkt het hier.
Als de HEERE er nou niet bij geweest was?! Wat zou er dan met ons gebeurd zijn? Wat zou u zeggen? Voor de dichter is het helder. Dan waren we verslonden. Tot een prooi geworden.
Er stonden namelijk mensen tegen ons op. Niet een volk of dictator. Adaam staat er. Er kwam uit wat erin zit. Geneigd tot alle kwaad. De mens die de andere mens wil overspoelen. Vangen als een prooi. De Bijbel staat er vol van. Waar of niet? Kijk naar de Farao. Amalek. Goliath. Zo! Filistijnen, Babyloniërs, Hitler, Himmler, Hamas. Steeds opnieuw.
Onze God laat het niet gebeuren. Hij komt met Zijn bewarende hulp. Hier een zucht van verlossing: lū-lê . Zeg dat toch, Israël! David wil dat het volk zich dat steeds te binnen brengt. Dat moet je zeggen, Israël. Voor je het weet ga je weer verder. Zonder verwondering, lof en dank. Zeg het hardop. Zeg het opnieuw. Als de HEERE er niet bij geweest was…
Terug naar het begin van de kerkdienst. Dat Votum is dus opdat wij Gods verlossing niet wordt vergeten. Zo zijn wij hier samen. Vol verwondering, dank. God is ons een hulp geweest. Als de HEERE er niet bij was, waren we overspoeld. Dan waren we gevangen.
Soms gebeurt dat. Dat de Geest je direct aanraakt met Zijn liefde. Man, zo is het! Onze hulp is in de Naam van de HEERE. Anderen zeggen misschien, ja, als je gespaard bent, ook na een lange ziekte of na de Tweede Wereldoorlog. Ik heb geen heftige dingen meegemaakt. Ik zal dat niet zo zeggen?! Nou, weer er dankbaar voor. Dit moet je leren mee zeggen. Wij allemaal leren mee zeggen. Als je dit niet leert mee zeggen, heb je alles te vrezen. Levend verslonden worden, gevangen worden: voor eeuwig.
Wat bedoel je nu? Ik vind het zwaar aangezet? Wij spreken dit uit in de christelijke gemeente. Verlossing. Daar klinkt die Ene in mee. De vraag is aan het begin van de kerkdienst: als er geen kribbe stond in Bethlehem, wat zou dat voor jou veranderen. Geen kruis op Golgotha, hoe zou je leven eruit zien? Geen leeg graf? Wat dan? Zou je rustig de kerk uit kunnen gaan? Welke betekenis heeft Hij gekregen in je leven? Heb je nog nooit ontdekt hoe diep verloren je bent? Hoe onbeschermd en onverlost je bent! Ik wijs je op Hem. Jezus Christus.
Hij werd in onze Adaamwerkelijkheid gelegd. Hij werd van God verlaten. De toorn van God was op Hem. Als een vogel gevangen in het net van de dood. Maar Hij verrees uit het graf. Om deze bewarende hulp te verdienen. Als er geen kribbe en kruis was en als het graf nog vol was, kan ik niet verder. Dan verdrink ik. Mijn leven zou verloren gaan. Dan heeft het geen zin meer. Dan mis ik Gods liefde. Ik zou niet weten hoe ik verder moet.
De vraag moet je aan jezelf stellen: Onze hulp… Is dat zo? Leef ik van die verlossing? Is Zijn Naam onze enige hulp? God wil je direct in Zijn armen sluiten. Dit woord roept je toe: zeg dit toch, onze hulp, ook mijn hulp, is van Hem! Viel je nog nooit in Zijn armen, doe het vanavond. Val Hem te voet. Zeg het vanavond. Al is het fluisterend. Onze hulp!
Blijf dat ook zeggen. Als je leeft van die hulp, heb je dat te herhalen. Proef je het vertrouwen? Dit geeft veel licht in het heden. Want, moet je horen. Er staat niet: onze hulp is in de HEERE. Nee. In de Naam van de HEERE. Als je hier zit, je mist dit vertrouwen of je wilt meer vertrouwen: ik heb goed nieuws. Je hoeft het niet uit je eigen tenen omhoog te trekken.
Die naam van de HEERE is als een sterke toren. Daar mag je naar toevluchten. Dat mag je elke week doen. God heeft een Naam. Hij heeft Zich bekendgemaakt. Niet een grote onbekende of vage kracht of energiestroom. Nee. God heeft een Naam! Daar mag je je aan toevertrouwen.
HEERE. Wel vier keer staat het er. Oost, west, noord, zuid. Ik ben er. Ik ben er bij! Onze hulp is de Naam van God die er is, die dichterbij komt, die nabij is. God is niet ver weg he. God is niet ver weg hoor. Op afstand, gevoelloos, emotieloos, in een uithoek van het heelal. Wij belijden dat aan het begin van onze kerkdienst: God is in ons midden. God is zo nabij! God is nabij. Ik kan dat niet goed genoeg zeggen. Die God van de Bijbel is zo anders. Afgedaald in mijn zooi en sores, ellende en armoede, zorgen en zonden. Hij komt nabij met bewaring, verlossing. Niet alleen nu. Maar ook morgen, overmorgen.
Lees nog een die tekst: verleden en heden klinken mee. Die hemel en aarde gemaakt heeft: daar klinkt de toekomst in door. Dat is toch vroeger? Maar juist dat laatste geeft moed voor de toekomst. Je komt dat tegen in de Bijbel. Bijvoorbeeld in Jesaja.
God is de Schepper van alles. Geen chaosmacht of duisternis is er: waar God niet tegenop kan. Ellende, angst, twijfel, donkere nachten: Hij kan er tegenop. Gemeente van Reeuwijk, zeg maar, waar zie je tegenop? Waar kijk je tegenaan? Studie? Als ik verkeerd gekozen heb… Je geliefde, als ik haar verliezen moet. Die jeugdzonden. Lichaam, Geest, werk …?! Ik heb nieuws. Goed nieuws. Al die zorgen en heel die toekomst ligt in veilige handen.
Je moet er wel dwars doorheen: water, vuur, rivieren. God die hemel en aarde gemaakt heeft. Hoor je wat ik hoor? Jesaja 43 klinkt erin mee. De HEERE uw schepper en formeerder zegt: wees niet bang. Al moet je door het water gaan. Al moet je door het vuur heen. Ik ben de HEERE, jouw God. Jouw Heiland!
Wie deze hulp wegdrukt, dan heb je alles te vrezen. Wie deze bewarende hulp vandaag belijdt, dan heb je alles te verwachten. Voor tijd en eeuwigheid. Onze hoop en vertrouwen ligt erin. HEERE. Hij was er. Hij is er. Hij zal er zijn. Nu, morgen, overmorgen. Tot in alle eeuwigheid. Lof aan God, lof aan Christus en lof aan de Geest.
Amen.
Dat Israel nu zegge, blij van geest:
Indien de Heer’, die bij ons is geweest,
Indien de Heer’, die ons heeft bijgestaan,
Toen ’s vijands heir en aanval werd gevreesd,
Niet had gered, wij waren lang vergaan.Dan hadden zij ons levendig vernield;
Hun hete toorn had ons gewis ontzield;
Bedolven in een diepen jammervloed;
Dan had een stroom, dien niemand tegenhield,
Ons gans versmoord, had God het niet verhoed.Dan had geen mens naar onze klacht gehoord;
Dan had een zee van rampen ons versmoord.
Geloofd zij dies de Heer’, die redt van ’t graf,
Die ons, schoon wreed vervolgd van oord tot oord,
Tot enen roof niet in hun tanden gaf.W’ ontkwamen haast des vogelvangers net,
Den lozen strik, tot ons bederf gezet:
De strik brak los, en wij zijn vrij geraakt.
De Heer’ is ons tot hulp op ons gebed;
Die God, die aard’ en hemel heeft gemaakt.– Psalm 124 vers 1, 2, 3 en 4 (berijming 1773)
Hervormde Gemeente Reeuwijk, zondag 8 september 2024, 18.30 uur. Schriftlezing: Psalm 121, Psalm 123 en Psalm 124.