De bedoeling van Psalm 1 is dat we ons gaan verheugen in de wet, zoals het joodse feest Siemchat Thorah laat zien. Een leven geworteld in de Thorah, die in Christus vlees en bloed heeft gekregen, is een gezegend en zalig leven. Wie het woord van God niet gebruikt als rode loper naar de eeuwigheid, zal vergaan.
Vreugde der wet
‘Welzalig de man die niet wandelt in de raad van de goddelozen, die niet staat op de weg van de zondaars, die niet zit op de zetel van de spotters, maar die zijn vreugde vindt in de wet van de HEERE en Zijn wet dag en nacht overdenkt.’
Vreugde van de wet. Gemeente, Siemchat Thorah. Kent u dat feest? Een joods feest, na het Loofhuttenfeest. Vreugde der wet. De Thorah wordt dan gelezen over de dood van Mozes. En ze beginnen weer opnieuw, Genesis 1 en 2. De synagoge vervult zich met een blijdschap. Zingend en in reidans wordt de Thorah binnengebracht. Onze God heeft de Thorah gegeven. Weer een jaar erin mogen lezen en leven! Wat een vreugde.
Het woord ‘wet’ daarmee wordt niet alleen de wet bedoeld die we net lazen. Maar de vijf de boeken van Mozes. Kohlbrügge zei: als je de eerste vijf boeken begrijpt, begrijp je de hele Bijbel. Dat is juist gezegd. De zondeval, verlossing uit Egypte, woestijnreis; het komt allemaal aan de orde. Thorah is ook wel door iemand vertaald als: richtingwijzer, heenwijzer naar de toekomst.
Hoe groot zal de blijdschap van de joden wel niet zijn als ze ontdekken dat de Thorah vlees en bloed geworden is. Jezus, de Messias. In Hem werd de Thorah vlees en bloed.
Hoe staat het met onze vreugde? Er kan veel zijn waardoor het weg sijpelt. Ik hoop dat je iets kent ban vreugde over het woord van God. Dat het gaat tintelen van binnen als het wordt verkondigd.
De opbouw van Psalm 1 is schitterend. Welzalig de man. Wat doet hij niet en wel. Vers 3-4 wordt dat uitgetekend. Een boom, als kaf. Vers 5-6 een conclusie; daarom, want. Heel ons leven wordt in dit lied ontsloten. Heel mijn ziel wordt opengelegd.
Welzalig. Gelukkig. Gezegend. Als een lichtstraal in je ziel. Een zonnestraal voor je hart. Zoals Jezus zeggen zal in de Bergrede. Zalig. Tot negen keer toe. Of, ja of niet!
Of niet. Zie je dat? Want in deze Psalm wordt mijn leven in een geweldige spanning gezegd. Het Hebreeuws begint met Aleph en eindigt met Tau. De Psalm eindigt met het laatste woord; vergaan, ondergaan. Welzalig en vergaan. In die spanning worden jij en ik neergezet.
Waarom eigenlijk? Er staat geen oproep, geen bevel. Wat wil dit lied? Deze psalm is zo genadig. Zo bevrijdend. Wat wil Psalm 1 met u en mij, vergeet het nooit meer, mijn leven omvormen tot de blijdschap. Tot chima thorah. God komt op ons toe.
Welzalig de man die vreugde vindt in de Thorah. Wat een geweldige binnenkomer! Wie vreugde vindt in Gods daden van schepping en verlossing. Wie God wil dienen vanuit Zijn richtingwijzer. Gods rode loper. Die wil de Thorah beantwoorden. Noordmans zei: een preek die zich niet met de psalmen kan paren, hoort niet in de kerk thuis.
Want wat doen en willen de psalmen? Je kent de indeling van het Oude Testament. De kern is de Thorah. Daaromheen de profeten. Die roepen terug naar de Thorah. En daaromheen de geschriften (Spreuken, Prediker, Psalmen). Die willen dat we antwoorden op de woorden van de Thorah.
Ga maar na. Waar de Thorah het heeft over schuld en zonde; Psalm 6. Als de Thorah brengt tot verwondering over de schepping: Psalm 8. Over verzoening en vergeving: Psalm 32. In dat klagen en zuchten, jubelen en juichen, mag ik antwoorden op Gods woorden. Om te eindigen in een grote lofzang, Psalm 150. Daar moet het heen. God het gevierde middelpunt. En wij in aanbidding.
Maar ja, voor we zover zijn, die vreugde is er niet zomaar. Ik weet niet hoe dat bij u is, maar vertel eens: ken je deze vreugde. Waar was je echt blij over deze week? Heel je leven, slapend en wakend. Voel je ‘m?
Als ik voor mezelf spreek, die vreugde is er niet zomaar en zonder meer. Dit lied snijdt eerst weg wat in de weg staat. Ik moet leren om andere deuren dicht te trekken. Welzalig de man die ‘nee’ zegt. Tot drie keer toe: niet, niet, niet. Wandelen, staan, zitten. Dat niet alleen, drie groepen: goddelozen, zondaren, spotters. En raad, weg, zetel. Dus direct wordt glashelder: zo niet. Zo blijft de rode loper opgerold liggen. Zo komt je leven niet tot bloei.
Proef ze even. He, proef je dat ook? Er zit een climax in. Wandelen; beweging zit er in. Staan: je kiest positie. Zitten: gesetteld, je bent erin thuis. Goddelozen: gewoon je leven leven, los van God. Zondaren: is al heftiger. Je doel missen. Je raakt weg, je verliest het uit het oog. En spotters: alle remmen los. Je maakt God belachelijk. Eerst legde je je oor te luister bij hun raad, toen ging je hun weg en tot slot zit je er tussen.
Deze psalm legt ons leven open. Dit vraagt: leef ik in de vreugde van God? Dien ik Hem met blijdschap? Is dit mijn diepste vreugde? Weet u waar secularisatie begint? Als we niet leven van de vreugde aan de dienst van God. Als het een plicht wordt. Als God erbij hangt. Meer een moeten en mogen.
Lees Deuteronomium 28. God zegt daar: Ik zal jullie zegenen als je in vreugde leeft van Mijn overvloed. Ik zal jullie vervloeken als je die overvloed laat liggen en als je Mij niet dient met blijdschap en met hartelijke vreugde. Dan zal Ik je vervloeken.
Ja, dat klinkt heftig. Ik weet niet hoe dat binnenkomt, je zegt: man, ik zit netjes in de kerk, ik ben echt geen spotter. Maar wat beïnvloedt jou? Hoe leef je? Wat is het patroon in je dagen? In welke wereld sta je? Wat doet dat met je? Waar ligt je diepste vreugde?
In jongeren is er zoveel, ook in mijn leven, wat ons los wil weken van deze vreugde. Wat ons meetrekt bij God vandaan. Niet alleen naar narigheid en beroerigheid. Maar die machten, patronen die aan je trekken. Je bent al snel een eenling. Wie wil dat niet?
Welzalig de man – hij is dus alleen. Daar tegenover groepen: zondaren, goddelozen. Normale mensen hoor, zei iemand. Misschien kerkelijk. Maar die vreugde in de Thorah, nee! Kijk maar naar Israël. Confronterend tot en met. Dat vreugdevolle leven in Zijn Thorah gegeven. Genoeg hebben aan de HEERE alleen. Het is zo snel weg. De weg werd vaak afgebroken door de woestijn van het leven. Thuisgeraakt in een ander leven. Heel geleidelijk. Waar zit jij?! Waar sta je in dit lied? Zonder de Thorah, leven zonder de woorden van God: dat heeft geen toekomst. Dat verwaait als kaf.
Je ziet dat gebeuren op de dorsvloer. Kaf verwaait in de wind. Het heilloos spoor der bozen zal vergaan. Ontstellende werkelijkheid!
Hoor eens vanmorgen, deze Psalm wil iets met u en jou. Dit lied wil je omkeren tot een ongekende vreugde. Wie hieruit leeft, wie hier bij leeft, zal het zeggen: vreugde vinden in de Thorah. Geslagen worden in het leven; deze woorden tillen me op. In mijn woestijn en zielsverdriet. Zalig als je zo de Thorah overdenkt. Zie je dat?
Overdenken. Dat betekent murmelen. Mediteren. Door de kamers van je hart en ziel laten gaan. Zoals bij die vrouw. De dominee liep achterom, hij dacht, ik hoor praten. Het was mevrouw zelf. Ze zei de woorden van de bijbel hardop. Het komt niet binnen, zeg je? Zeg ze hart op. Laat de woorden door je kamers van je hart kneden.
Hoe dan? Je vertelt dan over die vreugde, maar moet ik daar zelf voor kiezen? Of dat maken? Ik voel me zo onmachtig. Ik krijg die vreugde niet uit mezelf omhoog getrokken. Het ligt in mijn leven door elkaar. Het is de ene week zus, dan weer zo. Ik weet niet hoe dat moet. Hoe komt mijn leven op de toonhoogte van dat feest!
Wie is de God van deze psalm! De God van Israël. Nu kom ik bij een diep geheim, een machtig wonder. De weg van Psalm 1 werd Zijn weg. Zijn pad. De Thorah werd vlees en bloed. In die ene joodse jongen. Zalig zei Hij! Zalig, zalig, zalig. Weet je waarom Hij dat kon zeggen? Dat is zo diep. Daar, kijk. Hij hangt als een gevloekte aan het hout. Voor al die keren dat ik de deur naar de vreugde dichttrok. Hij werd gelegd in een graf. Hij stond op. Jezus de Rechtvaardige! Alles moest vervuld worden wat over Mij geschreven stond in de Thorah, profeten en Psalmen, zei Hij. En in de Psalmen. Daarin wordt de weg van Jezus uitgetekend. Hij is de vleesgeworden Thorah. In Hem is de rode loper uitgerold naar een toekomst met God, zonder einde.
Hij komt om je leven om te vormen. Om je bestaan om te keren. In je zoeken en vragen. Om deuren dicht te trekken. En deuren open te doen.
Maar hoe dan? Kun je dat niet wat concreter maken? Wat duwt Jezus dicht en wat doet Hij open? Zalig, zalig, zalig. Streng en scherp trekt Jezus de deuren naar de Bergrede dicht. Voeten die verkeerd gaan. Handen die ik verkeerd gebruik. Ogen die de verkeerde dingen zien. Maar ook: Ik ben gekomen om de Thorah te vervullen. Ik zal je omvormen. Ik zal je bestaan omkeren. Je helemaal vullen met deze vreugde.
Maar hoe dan? Door je vandaag hier te laten zitten. Zodat je zittend het woord hoort. Als een lichtstraal in je hart. Hoor eens, zalig die vreugde vindt in de Thorah. Al zittend mag je dit woord helemaal opzuigen. Indrinken als water om je dorst te lessen.
Straks sta je weer op, toch? In de week die komt moet je positie kiezen. En wandelen in de woorden van de thorah. Waarom ik dat zo zeg? We lazen Deuteronomium 6. Er staat precies dezelfde woorden als in Psalm 1. Je zult het je kinderen inprenten, zegt Mozes, als je in je huis zit, over de weg wandelt, als je neerligt en staat. Zitten, staan, wandelen. Dat zegt Mozes. Zie je het vanmorgen? Vanuit de Thorah die vlees en bloed werd, mag je leven open bloeien. Om van mijn leven een boom te maken. Al mediterend, al peinzend. Slapend en wakend. Er komt een proces op gang. Je leven wordt een boom. Je wortels diep in de grond. Ze zuigen zich vol aan de waterstromen. Apart hè! Meervoud. Al de beloften, geboden, woorden. Stromen. Krioelend over de grond. Er komt vrucht op zijn tijd. Vrucht. Dat woord moet je proeven. Dat betekent, verrukkelijk, dat hoef ik niet zelf te maken. Dat word me gegeven, geschonken. Waar ik leef uit de Thorah, daar groeien vruchten. Als een geheim. Dat geeft zo’n ontspanning. Dat ligt niet bij mij, maar bij die waterstromen. Mijn handen en voeten en ogen raken toegewijd aan Gods eer.
Al wat hij doet, zegt de dichter, zal wel gelukken. Alles zal lukken. Wat wil je nog meer? Alles lukt als je leeft bij de vreugde van de Thorah. Ik voel natuurlijk dat u aarzelt. Is dat echt zo? Geloof en alles komt goed. Geloof en je bent uit de problemen? Dat is toch te mooi om waar te zijn. Nee hoor.
Weet je waar dat woord ‘gelukken’ klinkt? Bij Jozef. Genesis 39. Geen geslaagd type. Hij werd geslagen. Hij was een voorspoedig man, een gelukkig man. Miste hij zijn vader niet? Verdriet over het verkopen van zijn broers? Jazeker. En later gelasterd. In de gevangenis. Over en uit? En zelfs daar klinkt: hij was een voorspoedig man, de HEERE was met hem. Zelfs als alles de schijn heeft van het tegendeel. Mijn levensboom groeit zelfs ook in ramp en tegenspoed. De HEERE kent de weg van de rechtvaardigen. Dat is indrukwekkend. Je gaat onder Zijn zegen. Maar de weg van de goddelozen zal vergaan. In het gericht van God is er geen toekomst als je niet geworteld raakt in de Thorah van God. Dat is geen weg, die vergaat. Laat het je gezegd zijn vanmorgen.
De rode loper is uitgelegd. Jezus de Rechtvaardige komt je tegemoet. In deze psalm. Hij is bezig om je hart om te vormen en je te brengen tot die vreugde. Zomaar mocht je gaan zitten en terwijl jij en u zat, kwam Hij naar je toe. Zodat je straks zult opstaan en deze week positie kiest en kiest voor de rode loper van de vreugde van de wet. Dat leidt tot een feest waar zij zullen huppelen van vreugde. Simchat Thorah. Zoek dagelijks je vreugde in dit. Misschien minder op je scherm zitten. Zie af van jezelf. Zie op naar Hem. Dagelijks deze rode loper uitrollen onderweg naar Zijn toekomst die nu al op doorbreken staat. God lof!
Amen.
(Psalm 119 vers 1, 2, 3 en 4; berijming 1773)
Hervormde Gemeente Dordrecht, Augustijnenkerk, zondag 6 augustus 2023, 9.30 uur. Schriftlezing Psalm 1 en Mattheus 5:1-20. Wetslezing Deuteronomium 5:6-21 en Deuteronomium 6:1-9.