De koninklijke hoveling gaat met zijn nood naar Jezus. Jezus reageert eerst bot en hard (aldus Luther) maar vervolgens geeft hij de man Zijn Woord mee. In Jezus, het Woord, is het leven. Zijn Woord is levenwekkend. De zoon wordt genezen op hetzelfde ogenblik; als de man teruggaat naar Kapernaum krijgt hij onderweg ook de bevestiging dat het woord waar is.
Als het oog het niet ziet
Ja gemeente, zalig is hij die durft geloven, ook wanneer het oog het niet ziet. Geloven zonder zien is niet zo eenvoudig. Zeker als het over je kind gaat. Je gunt je kind alles. Kinderen zijn je grootste vreugde. Gemeenteleden kunnen een pijn ervaren als ze de kinderzegen missen. Kinderen kunnen ook je grootste zorg worden. De kinderzegen maakt je kwetsbaar. Kleine kinderen, kleine zorgen. Ik heb mijn kinderen me leren praten en nu leren ze mij zwijgen. Zo bezorgd zijn ouders soms over hun kind. Iets waar je veel van houdt, maakt je kwetsbaar.
Kijk maar naar die hoveling. Schuingedrukt. Het staat er niet. Een lakei, minister, militair? Een man van statuur. In dienst van Herodes. Ineens staat hij daar, voor Jezus. Een rit van 25 kilometer. Van Kapernaum, opgeklommen naar Kana.
Kana, dat kennen we. Daar is Jezus begonnen. Daar deed Jezus het eerste teken. Daar werd water wijn. Het beginsel van de tekenen. Alle tekenen vloeien uit dat eerste teken voort. Nu is Jezus alweer in Kana. Hier zal Hij het tweede teken doen. Het feest is alweer onderbroken. Kapernaum. Dorp van troost. Maar een dorp van verdriet.
De jongen is ziek. Koortsvuur. Die jaagt door zijn aderen. De koninklijke man is ten einde raad. Naar Jezus toe. Heeft hij van Hem gehoord? Ik lees er niets van. De nood drijft hem naar Jezus. Eerst was Jezus op afstand. Nu moet hij naar Hem toe. Zou Hij iets kunnen doen?
Enkele maanden geleden, dat jochie in Marokko. Gevallen in die put. Je merkte die angst. Zit er vanavond zo iemand in de Pauluskerk? Dat kan toch! Dat u hier zit met een hart als van die hoveling. Je kent Jezus van de verhalen. Vanmiddag is het anders. De nood, verdriet, pijn. Je zit te tobben. Je weet niet waar je het zoeken moet. Loop mee! Ik zou het maar doen. Naar Jezus toe. Nee, nu niet te snel oordelen. Niet zeggen, wat is dat voor een EHBO-geloof. Wij doen ons best en God houden we voor het lest? Maar als je kind dreigt te sterven, dan wil je wel toch? Dan wil God ons naar zich toe trekken.
Hij moet naar Jezus. Ik geef toe, die man gedraagt zich koninklijk. Hij is gewend om te bestellen en gedragen. Hij raakt niet bescheiden de zoom aan. Hij valt niet meer. Hij is gewend te bevelen. Doet hij ook nu. Jezus moet maar meekomen. Het woord voor vragen is aanhoudend verzoeken. Hij oefent druk uit. Kom nu mee, mijn zoon, hij ligt op sterven.
Zie je al wat? Wat bedoel je? Wie is Jezus? Hoe begon dit evangelie. Het woord was bij God. Het woord was God. In het woord is het leven. Hoor je dat? Zo begon het evangelie. Het staat in de verleden tijd. In het Woord was het leven. De schepping is buiten God geraakt. We raakten buiten het Woord. Zie je dat daar in Kapernaum. Heel het leven is er in getekend. Het ligt buiten het Woord. Je ziet de gevolgen: ziekte, dreiging, duisternis, dood. Dat wordt hier zichtbaar. Je kunt dat diep ervaren in je leven toch? Dat we buiten het Woord zijn geraakt. Dat de dood overal doorheen breekt.
Hier staat het vleesgeworden woord! Kom mee, daal af, zegt die man. Wat zal Jezus zeggen gaan? Luther noemt het antwoord bot en hard. Jezus hoort dat indringende verzoek. Wat zegt Hij? Jullie willen alleen maar tekenen en wonderen zien. Gijlieden. Jullie. Lijkt alsof Jezus een redevoering gaat houden. Klinkt als een zucht. Nou nou. Peilt Jezus de nood van deze man niet? Ziet Hij het verdriet dan niet? Hoort Hij de bezorgdheid niet?
Jezus is in Galilea. Dat staat er vijf keer. In Samaria geloofden veel in Hem. Hier niet. Hij is niet geliefd in Zijn vaderland. Ze ontvangen Hem wel. Maar vanwege hun verlangen naar tekenen. Eerst zien, dan geloven. Dat kan herkenbaar zijn toch? Ook als het gaat over Jezus en geloof in Hem. Ouderen en jongeren zeggen: het klinkt wel mooi en aardig, maar laat me een teken van leven zien. Zag ik maar wat! Iets van een wonder of teken.
Hoor je vanmiddag Jezus? Hij zucht en klaagt. Jullie willen altijd alleen maar tekenen en wonderen zien. Als je dat niet ziet, geloof je niet.
Intussen staat die man nog voor Jezus. Druipt hij af? Schudt hij zijn hoofd? Zegt hij: wat een onpastorale dominee. Nee. Hij houdt aan. Een geloofsles! Hij verwacht het van Jezus. Die redevoering doet U maar een andere keer. Maar die kleine jongen. Daal af. Voordat hij sterft. Kurios.
Stil. En Jezus zei, ga heen, je zoon leeft. Hoor je dat? Ga heen, je zoon leeft. Niet, je zoon is hersteld of genezen. Nee. Hij leeft. In het woord was het leven. Hier staat het woord. In Persoon. Leven in plaats van de dood. Zijn Woord is levenwekkend. Wat een genade en trouw van Jezus!
Ja, maar nu komt het op geloven aan. Zie je dat? Deze vader heeft alleen een woord ontvangen. Niet meer en minder. Hoe zal hij reageren? Wil hij eerst bewijs? Of, ik zie er niets van. Nee. Stil. En hoor. En de man geloofde het Woord dat Jezus tegen hem zei. En ging heen. Op Uw woord, o Leven van het leven, leggen wij het doodskleed af. Zoals Noach en Abraham. Die gingen ook op het woord.
In vers 52 lezen we dat hij zelfs moet wachten tot hij terug kan reizen. Pas de volgende dag gaat hij. Met het woord in zijn hart. Het zal aangevochten zijn. Maar hij gaat. Hij daalt af met dat helende woord. Jezus in de rug. Die ziet hij niet meer. Er was geen app of telefoon. Zijn kind ziet hij niet. Mijn jongetje sterft?! Dat had hij gezien met zijn eigen ogen. Jezus woord: uw zoon leeft. Hij ziet, ervaart, merkt niets.
Maar de man geloofde het Woord. Niet zien en toch geloven. U heeft de preek aangehoord. Waar staat u? Wie ben jij? Wij hebben toch ook een woord ontvangen. Wat bedoel je? In Dordrecht vinden ook geregeld doopdiensten plaats. Gedoopt in Naam van de Vader, Zoon en Geest. In jouw de dood, in Mij het leven. Hij sprak over jouw dood het leven uit. Hoe ben je onderweg in het leven? Kan gezegd worden, en hij/zij geloofde het Woord? Dat de Geest het woord tot leven bracht. Dat is zeer noodzakelijk. Wie niet vertrouwt, ligt in de dood. Die sterft zonder de bron van het leven. Afschuwelijk als je niet gelooft in het Woord. Ondanks dat je gedoopt bent. Dat is de duisternis en dood.
Wat is dat dan, geloven? De Heidelberger zegt: weten en voor waar houden wat God tegen je zegt in Zijn Woord. En een hartelijk vertrouwen. De Heilige Geest is doende vanmiddag te leren aan het woord genoeg te hebben . Dat ik dat nu opnieuw leer. Me vastklem aan Jezus. Hij of zij geloofde. En ging heen?!
Maar ik voel niets! Of ik merk niets! Ik ervaar niets. Ik beleef en zie niks. Hoor eens. Jezus zucht. Julie willen tekenen en wonderen zien. Als je dat niet ziet, geloof je niet. Dat is de stem van Jezus. Jezus de afdaalde in mijn dood en duisternis. Je hoort Jezus toch? Ik leef en jij zult leven. Dat is Zijn Woord. Daar mag je op vertrouwen. Daar mag je je helemaal aan toevertrouwen.
Die man heeft alleen een woord. Zou hij getwijfeld hebben? Bestreden? 25 kilometer moet hij lopen. Geloven is een onrustig ding. Hij had het niet in zijn broekzak. Hij geloofde al zag hij het niet. Het ware geloof moet er dwars doorheen. Wat bedoel je? Dat je onderweg moet met alleen het woord zonder dat je er iets van ziet. Misschien maakt u zo’n periode door. Ik merk en ervaar niets … Ik voel niets. Die man in ghetto van Warschau: ik geloof in de zon, al schijnt hij niet. Ik geloof in God, al zie ik Hem niet.
Vastklemmen aan Hem! Vroeg of laat ga je het zien. Kijk maar naar die man. Hij is onderweg. Hij daalt af. Kijk, daar komen de dienaren. Op de weg. Uw kind leeft! Gisteren is het gebeurd. Het zevende uur. Dan breekt het helemaal door en open. Op dat uur was het waarop Jezus zei, uw zoon leeft. Hij geloofde en zijn huis. De vader. Zo wordt hij hier genoemd. Onderweg is het bevestigd. Hij bekende, dat is een Johanneswoord: iets van kennen. De vlam van de genade brandt heviger. Hij ziet het in. Wat dan? Dat Christus de levende is. Hij beseft met wie hij van doen heeft.
Dat geloof werkt aanstekelijk. Zijn huis gelooft ook. Ze geloven dat Christus het leven en licht is. Jezus is onderweg om de dood en duisternis weg te dragen. Aan het kruis. Verhoogd zal Hij worden. Zodat wij getrokken worden in Zijn licht. Laat dit ons aanmoedigen. Ons gelovig vastklemmen aan Hem. Zodat het aanstekelijk is naar je omgeving. Je kunt verlengen naar inzicht. Naar dat diepe kennen van Christus. Hoe kom ik daaraan? Hoe krijg ik dat? Ik zou zeggen, vertrouw op het woord. Geloof het. Ik las bij Kohlbrügge, er wordt gevraagd hoe ik weet of het heil voor mij is? Nou, het is de Geest die met onze Geest getuigt dat we kinderen van God zijn. Ja maar dat vind ik niet. Welaan, Jezus heeft water genomen in de doop. In die daad hebt u een teken en zegel. Door en in Hem hebt u de nieuwe mens aangedaan. Ja, maar ik voel niets. Ach, laat het Woord toch waar blijven. Dat is het. Kruip weg in het Woord. Dat God tot jou en je kind gesproken hebt. Bid aanhoudend dat de Geest het geloof zal scheppen in je hart. Ik wil graag iets zien. Die man zag het uiteindelijk in het leven van het kind. Ik bid mijn knieën kapot? Ik zie het niet. Zo gebeden… Maar het is zo anders gegaan… Jij weet niet wat ik doormaak, man. Het kan stormen in je leven. Kan door vertwijfeling heen gaan. Dat je de nacht in moet. Dat je niets ziet of ervaart. Ik kom deze mensen tegemoet: de Zoon leeft. Echt hoor! Het vleesgeworden woord. Voor wie Hem op Zijn Woord geloven, zullen er niet alleen momenten zijn dat je het niet alleen gelooft maar ook inziet. Een genezingswonder ontvangt. Dat zorgen worden weggenomen. Soms breekt de vreugde even door van het grote bruiloftsfeest. De ene zorg kan weg zijn of de andere zorg breekt je leven binnen. Geloven is een onrustig ding. De geloofsreis is hier niet ten einde. De dag van het eeuwige leven komt voor alleen die met Zijn Woord door de nacht heen gaan. De dag van de vreugde komt. Die staat op doorbreken. Voor hen die door de nachten en duisternis gaan. Dat is zekerder dan dat wij elkaar aankijken vanmiddag. Ga heen en leef. En jij zult leven.
Gemeente, ik heb nog maar vraag. Van hoevelen in Dordrecht kan vanmiddag gezegd worden, en hij/zij geloofde…? En ging heen…?!
Amen.
Hervormde Gemeente Dordrecht, Pauluskerk, zondag 17 juli 2022, 17 uur. Schriftlezing Johannes 1:1-5 en 4:43-56. Geloofsbelijdenis met Zondag 7 van de Heidelbergse Catechismus.