De Koninklijke hoveling is in nood als zijn zoon op sterven ligt. Hij gaat tot de Heere Jezus en vraagt Hem om te komen. De Heere Jezus spreekt slechts een woord en geneest zo de zoon op afstand. Voor de hoveling komt het aan op geloof zonder het met het oog te zien. Zo ook voor ons: zalig hij die niet gezien heeft en nochtans gelooft.

Als het oog het niet ziet

Johannes 4 vers 53: ‘De vader bekende dan, dat het in dezelve ure was, in dewelke Jezus tot hem gezegd had: Uw zoon leeft. En hij geloofde zelf, en zijn gehele huis’.

Gemeente, zalig is hij die durft geloven ook wanneer het oog het niet ziet. Dat lied kennen we wel, toch? Dat zingen gaat nog wel maar dat geloven is iets anders. En nog meer als het om je kinderen gaat. Je hoopt op goede gezondheid voor ze. Beetje mee kunnen komen op school. 

Kinderen zijn immers je grootste vreugde. Gemeenteleden kunnen de pijn voelen als de kinderzegen niet is gegeven. Maar kinderen kunnen ook de grootste zorg zijn. Kleine kinderen, kleine zorgen. Grote kinderen, grote zorgen. Iets waar je veel van houdt maakt je ook kwetsbaar. Koninklijk hoveling. Staat schuingedrukt. Wat hij precies was staat er niet. Ineens staat hij daar.

Hele reis. Kapernaüm. Vijfentwintig kilometer, een eind gelopen. Hé Kana. Waar de Heere Jezus het beginsel der tekenen deed. Weer is het feest vastgelopen. Dorp van troost. Mooie naam maar zo troosteloos geworden. Niet een griepje. Koortsvuur. Koninkrijk hoveling is ten einde raad.

Heeft hij van Jezus gehoord? Het staat er niet. U weet het misschien nog wel van een aantal maanden geleden. Jochie in die diepe put. Voelde de angst, zag het drama. Zit er zo vanavond iemand in de Oude Kerk? Met zo’n hart als de hoveling. Je kent Jezus van de verhalen. Die nood, dat verdriet, je zit er mee te tobben en weet eigenlijk niet waar je het zoeken moet.

Loop vanavond mee naar Jezus. Sowieso naar Jezus lopen. Ook al heb je geen verdriet. Niet meteen oordelen. EHBO-geloof. Wij doen ons best en God houden we voor het lest. Dat mag waar zijn, maar als je lieveling, je kleine man op sterven ligt. Waardoor de Heere naar Hem toetrekt.

Die koninklijk hoveling blijft koninklijk. Niet het aanraken van het zoom van Zijn kleed. Aanhoudend roepen. Mijn zoon ligt op sterven. In de beginne was het Woord. En het Leven was het licht van de mensen. Zo begon Hij het Evangelie. Maar ja dat staat wel in de verleden tijd. Schepping is van Hem losgeraakt. We raakten door de zonden buiten het Woord.

Niet het leven maar het sterven. Heel de werkelijkheid daarin uitgetekend. Je ziet wat de gevolgen daar van zijn. Ellende, narigheid, ziekte, duisternis, dood. Dat kun je zo ervaren in het leven. Dat de dood overal doorheen breekt, tot in mijn eigen bestaan.

Die koninklijke hoveling geeft zijn bevelen: kom mee, mijn zoon ligt op sterven. Luther noemt dat antwoord bot en hard. Jezus hoort dat verzoek van die man. Jullie willen altijd maar tekenen en wonderen zien. Het staat er in het in het meervoud. Het lijkt dat Hij een redevoering wil beginnen.

Het staat er als een zucht. Maar peilt Jezus de nood van deze man dan niet? De bezorgdheid over zijn kind dan niet. Nou Jezus is hier in Galilea. Staat er vijf keer. Hij komt uit Samaria en daar geloofden velen in Hem. Jezus weet wat ze in Galilea willen van Hem. Eerst zien en dan geloven.

Je kunt wel op zo’n hoge stoel het over Jezus hebben. Maar zag ik er maar eens iets van. Maar hoor je vanavond Jezus. Hij zucht en Hij klaagt. Jullie willen altijd alleen maar tekenen en wonderen zien en als je dat niet ziet geloof je niet.

Intussen staat die koninklijke man nog voor Jezus. Loopt hij weg? Wat een botte man, wat een slechte pastorale dominee. Maar dat doet hij niet. Hij houdt vol. Wat een geloofsles zit hierin. Mijn Heere. Mijn Kurios. Kom voordat mijn kleine man sterft. En Jezus zei: ga heen, je zoon leeft. Niet je zoon is hersteld, genezen maar leeft. In het Woord was het Leven.

Hier staat het vleesgeworden Woord. In Persoon het Leven. Licht in plaats van duisternis. Je zoon leeft. Wat een genade, wat een trouw. Maar nu komt het voor deze man op geloven aan. Hoe zou hij reageren? Roept hij eerst om bewijs. Ik vroeg eigenlijk dat U meeging, begrijpt U dat dan nog niet? Als ik het niet ziet ga ik het niet geloven. Stil eens, op Uw Woord ga ik.

Geloofswoord. Zoals Noach. Hij moest een nacht wachten. De volgende dag gaat hij. Niet een telefoontje, dat had die man niet. Hij gaat op het Woord van Leven en Licht. Zie je hem gaan? Kana in de rug en zijn kind ziet hij ook niet.

Zijn kind sterft, dat was zijn woord. Maar Jezus zegt uw zoon leeft. Hij ziet niks, ervaart niks. Maar Jezus zegt uw mannetje leeft. Niet zien en toch geloven. Nou gemeente, u hoort dit zo aan. Waar sta jij nu? Wie ben jij vanavond?

Wij hebben ook een woord ontvangen. Ook vanmorgen klonk een Woord van die Drie-enige God. Ik doop je in de naam van de Vader, Zoon en Heilige Doop. In jouw de dood, in mij het leven. Midden in jouw duisternis sprak het Licht. Hoe bent u onderweg in het leven? Kan er gezegd worden: gelooft. Dat is levensnoodzakelijk. Want dit Evangelie zegt wie niet gelooft is al veroordeeld. Wie niet vertrouwt sterft zonder de bron van het leven.

Dat is het meest afschuwelijke. Dat je door het doopwater bent heengegaan maar niet gelooft. Gemeente dat is de duisternis, dat is de dood. Ik hoop dat u zegt, nee dat is niet bij mij. Geloven is weten en geloven dat waar is wat God zegt. En ook vertrouwen dat het ook voor jou is. De Heilige Geest is ermee bezig door de banken. Midden in de nood en moeilijkheden wat vroeg of laat het leven binnenkomt.

Ik zal maar heel eerlijk zijn: ik voel niks. En een ander: ik merk niks, ervaar, beleef niks. Hoor eens, Jezus zucht. Jullie willen altijd alleen maar tekenen en wonderen zien. En als je dat niet ziet, geloof je niet. Hoor je die stem vanavond? Dat is vanavond de stem die klinkt.

Het vleesgeworden is afgedaald in mijn dood en duisternis. Maar zeg je ik zie Jezus niet. Je hoort Hem toch? Dat hoor je vanavond. Ik leef en jij zult leven. Daar kun je vanavond aan toevertrouwen. Helemaal. Die man heeft alleen een woord. Zou het aangevallen zijn, bestreden zijn.

Volmaakt geloof dat was het niet. Geloven is een onrustig ding. Maar hij vertrouwde ook wanneer het oog niet ziet. Niet hoe sterk of hoe zwak, maar hij geloofde. Het ware geloof moet hier vroeg of laat alleen doorheen. Wat zeg je allemaal? Dat je alleen het Woord hebt te geloven. Misschien maak je een periode door, man je moest eens weten.

Getto van Warschau. Ik geloof in de zon als die niet schijnt, ik geloof in de liefde niet voel, ik geloof in God ook als Hij zwijgt. Dat is geloven in het Woord alleen. Dat is vastklemmen aan het Woord. Vlees en bloed werd in Jezus Christus.

Dan ga je het vroeg of laat ook inzien. Hij gaat onderweg, daalt af. En kijk eens, daar komen zijn dienaren hem tegemoet. De roepen uw kind leeft. Wanneer is het gebeurd? Gisteren het zevende uur. Toen brak het los. Hetzelfde uur. Hij geloofde en zijn gehele huis.

Einde van zijn geloofsreis. Eerst had hij alleen het woord. De vader zag dan in. Even naar gekeken, Johannes-woord: kennen. Hij ziet het in, wat dan? Dat Christus de levende is. Dat in Christus het Leven gekomen is. Geloof werkte aanstekelijk. Vond ik zo mooi. Zijn vrouw, kinderen, personeel.

Dat Christus het licht is dat schijnt in mijn duisternis. Deze Jezus die daar in Kana is is onderweg om daar op Golgotha al de dood weg te dragen. Getrokken worden in Zijn Licht. Het Leven en Licht in Zijn Persoon.

Laat dit ons, hele gemeente, aanmoedigen. Je verlangt zo naar inzicht naar diepe kennis van de Heere Jezus Christus. Hoe krijg ik dat nou? Vertrouw op het Woord. Geloof in het Woord. Nou zeg je, vertrouw op het Woord. Hoe krijg je het?

Kohlbrugge: hoe weet ik of het heil voor mij is geschied? Het is de Geest die met onze geest getuigt dat wij kinderen van God zijn. Maar zegt het antwoord dan: dat getuigenis vind ik niet in mijzelf. Het heeft de Heere Jezus goed gedacht, Ik zal water gieten.

Hoewel u siddert en beeft voor de wereld en duivel. Ach laat het Woord toch waar blijven. Dat is het. Kruip weg in het Woord dat tot jou en je kind is gesproken in het uur van je doop. Maar zegt iemand vanavond: dat klinkt zo mooi. Maar ik wil wat zien. Die man zag dat zijn kind genezen was. Ik bid mijn knieën stuk. Dat het goed komt met mijn kind, kleinkind. Jij weet niet wat ik doormaak. Dat is waar. Het kan stormen.

Met het Woord van Jezus. Dan kom ik vanavond als een dienaar u tegemoet. In uw moeite en verdriet. De Zoon leeft. En voor alle die in Hem geloven. Misschien een genezingswonder ontvangt in het leven van je geliefde. Soms breekt de volle vreugde door in je leven. Maar ook zeggen de ene zorg kan uit je leven weg zijn, en de andere zorg breekt alweer binnen. Geloven is een onrustig ding. De geloofsreis is hier niet ten einde. Maar weet dit de dag van het eeuwige leven zal aanbreken ook voor allen die in Katwijk die met Zijn Woord door de nacht heengaan naar het Licht.

Op reis zijn. Omdat Jezus ook vanavond spreekt, ga heen want Ik leef en u zult leven. Dan heb ik eigenlijk nog maar een vraag: van hoevelen in Katwijk kan gezegd worden van hij, zij geloofde en ging heen?

Amen.

 

Zondag 10 juli 2022 – Andreaskerk Katwijk-upon-Sea – ds. J.M. Molenaar – Schriftlezing Johannes 1 vers 1-5 en Johannes 4 vers 43-54