Op de Karmel blijkt dat God voor Zijn volk strijdt. Elia stelt het volk een indringende vraag: hoe lang blijven jullie op twee gedachten hinkelen? Dan blijkt dat niet het volk verzwolgen wordt, maar het offer geheel wordt verteerd. Dat wijst heen naar Golgotha, waar Christus het oordeel van Zijn volk draagt.

Antwoord op de Karmel

Gemeente, hoe lang hinkt u nog op twee gedachten? Zonder omhaal klinkt het vanmorgen. Recht in de roos. Het avondmaal komt. Je gaat al jaren aan of blijft al jaren weg. Vanmorgen moet er een keus vallen. Hoe lang hinkt u nog op twee gedachten. Kom voor de draad. Hinkel niet langer. Hoe lang wil je er nog mee doorgaan? Een glasheldere vraag. Geen woord Frans erbij. Goed op te antwoorden. Geeft u ook antwoord?

Ik bedoel, Elia stelt de vraag, maar u zwijgt. Ouderlingen komen op huisbezoek. Dan komt het dichterbij, u pakt het dienblad en vraagt naar nog een kopje koffie. Geen antwoord dus. Of u hinkelt. De ene week zus de andere week zo. Of zelfs per uur. Hoe komt het tot een keuze? Met ongedeeld hart God dienen? Hoe kan dat? Moet dat? Ik heb geen goede woorden of verhaal! Je moet toch wel iets kunnen vertellen om aan te gaan.

Ik heb een advies. Ga eens mee. Mee? Ja. De berg Karmel op. Het kan zomaar gebeuren dat je dan straks niets meer anders kunt zeggen: de HEERE is God. Zullen we maar gaan? Elia is al naar boven geklommen. Ken je hem? De man die voor Achab stond. Geen regen, dauw. De hemel dicht en de aarde droog. Hij gaat dan weer naar Achab. De namen lijnrecht tegenover elkaar. De frustratie komt er direct uit. Ben je daar, beroerde, kapotmaker. De economie draaide op volle toeren. Maar door jou is de ellende gekomen. Beroerde! Kapotmaker. Geen schuldverslagen koning maar volksmenner.

Elia gaat niet pleasen. Nee profetisch spreken. Je bent het zelf, zegt hij. Jij hebt Israël in het ongeluk gestort. Breng het volk op de berg Karmel. 950 profeten tegenover die ene man. Ze ontmoeten elkaar op de berg. Elia spreekt tegenover het volk. Hoe lang hinken jullie op twee gedachten? Dat halfslachtige. De ene helft van je hart de ene kant op, de andere de andere kant op. Geef nu wel antwoord. Hoe lang moet dat gehinkel nog duren?

Ja, ik blijf nu even stil. Zo gaat dat. Het volk antwoordt niet. Hoor je dat? Antwoorden. Het klinkt acht keer. Het volk antwoordde niet met een woord. Hoe is dat in Zoetermeer? Je staat er vanmorgen bij. Je kunt deze vraag niet ontwijken. Natuurlijk, we leven in een andere tijd en context. Maar aan wie geef je je hart? Als vandaag de vraag klinkt, hoelang hink je op twee gedachten, wat zeg je dan?

Misschien zeg je, ik heb geen antwoord. Mijn hart gaat alle kanten op. Het is dubbel bij mij. Vol van God op zondag maar daarna zit ik weer in iets anders. Een echte keuze is nog nooit gevallen?! Je kunt maar met een tegelijk getrouwd zijn. In je huwelijk er een ander op nahouden is overspel. Dat halve, deels voor God en deels voor.. vul het maar in, dat hinkelen, dat is niet alleen vervelend, zo van we hebben daar allemaal last van. Nee. Elia spreekt namens God. Gods hart bloedt van liefdespijn. Getrouwd bij de Sinaï. Wat een dag was dat. De hemel vierde feest. Wij horen bij elkaar. God en Zijn volk. Getrouwd, voor altijd samen. Maar Israël, Gods bruid, gaat vreemd. Ze houdt het met een ander. Baäl, Astarte. En laat kruipt ze weer tegen de HEERE aan.

God heeft daar veel pijn van. Hij is erdoor geraakt. Als je ontdekt, dat halve van mij, ik doe U er pijn mee. Dat heen en weer springen. Ik ben half in mijn liefde voor U..  als je dat ziet, kan je alleen maar zwijgen, toch?

Je zegt, ik voel me in de boot genomen? Nu sta ik op die berg. Maar ik zal door de grond van ellende. Ik voel me betrapt. Moet ik zo de kerk weer uit? Laat dat nou eens gebeuren. Laat je ontdekken. Als je hier nou zit en denkt, ik heb geen mooi verhaal. Hoe moet ik aan het avondmaal komen? Duw en poets het niet weg.

Weet je wat ik bijzonder vind? God zegt niet, ga maar naar huis, zoek het maar uit, Ik vraag de scheiding aan. Nee. God strijdt! God is bezig. Hij strijdt tegen de goden en voor Zijn volk. Hij wil jou ook terug. Vandaag nog. Hoger en hoger brandt Zijn vuur en liefde.

Elia zegt: antwoord mij, HEERE, zodat zij weten dat U de ware God bent. Ik heb lang naar die tekst gekeken. God wil hen dus terug! Hij wil hen in Zijn armen sluiten. Tegen Zijn hart drukken. Weet je waarom? Niet om het volk. Niet omdat het volk zo mooi antwoord gaf. Waarom dan? Omdat God barmhartig en genadig is. Daarom. God begint opnieuw. Waarom, zodat het volk weet (kent, bemint, liefheeft) wie God is. Ik was verbaasd daarover. Er staat niet, antwoord mij zodat zij hun hart bekeren. Of, zodat zij zich omkeren gaan.

Nee. Zodat ze weten dat U hun hart tot inkeer hebt gebracht. Hoor je dat. Verleden tijd. Dat U hun hart tot inkeer hebt gebracht. Het is al gaande. Het is al begonnen. Er is nog geen vuur van de hemel gedaald. Nu al zegt Elia: hebt gebracht. Gemeente, verwonder je met mij. God strijdt hier. Hij haalt hen uit de modder van dat halfslachtige leven. Hij neemt het hart van Zijn volk en buigt het Zijn kant op.

Daarom ben je uitgenodigd vanmorgen. De vraag ontmaskerde je leven misschien. Je antwoordt misschien niet. Je bent ontdekt aan je godendienst. Media, online moeten zijn, wetenschap zonder en los van God, werken en verdienen tot je een ons weegt, consumeren, plat genot zonder God. Machten die je willen inpalmen.

Hoe krijg ik een hart dat God gaat dienen? God doet dat. Hij strijdt voor je. Neemt onder de prediking jouw hart onder handen. En brengt je tot inkeer. Hoe weet ik dat dat gebeurd is? Dat kan vanmorgen. Al prekend. Dat God het doet. Terwijl je stil luistert.

Maar als je vraagt, hoe weet je dat dat gebeurd is. De profeten roepen, springen, snijden. Het bloed gutst over de Karmel. Tranen, bloed, zweet. Misschien ligt Baäl op een oor? Is hij naar het toilet? Of op vakantie, zegt Elia. De goden zwijgen.

Nu stapt Elia naar voren. Rustig en bedaard. Hij handelt. Alles wat hij doet heeft een diepe betekenis. Hij verdeelt de stier (zondoffer, Leviticus 4). Twaalf stenen. Al is Israël gescheurd, het gaat om heel het volk. Staat er ook vier keer: heel het volk. Vier kruiken: heel het aarde. Drie keer gegoten: maal vier is twaalf. Dan bidt Elia. Antwoord mij, HEERE! Zodat het volk weet dat de ware God bent.

Toen viel er vuur van de hemel. Ongekend. Ijzingwekkend. God antwoordt met vuur. De vlammen van het oordeel daalt neer. Op wie, wat? Dit is diep: het vuur verteert het offer. Offer, stenen, hout, water. Het offer wordt verteerd, het volk dus niet. Het offer wordt volledig verzwolgen. Snapt u dat nu? Ik hoop het niet. Dat is niet te snappen. Dit is een liefde die ik nergens vinden kan. Je kunt alleen maar met open mond kijken. Dat hinkelende, springende volk. God kiest dit volk!

God vernietigt hen niet. Maar buigt hun hart naar Zijn genade. Hij denkt aan Zijn verbond. Verzwelgt en veroordeelt hen niet. Het oordeel komt neer op het offer.

Dan roepen ze: de HEERE is God. Nou gemeente, wat dacht u, bent u al neergevallen? Roepend en zingend, de HEERE is God…?! Hoe ga je de berg af? Hoe ga je naar de volgende zondag toe. Blijf je thuis? Ik weet het niet, dat hart van mij hè. Een radicale keus is er nog niet gevallen.

God zoekt volgende week geen heldenverhaal of krachtpatsers. Niet deze week je afpijnigen. Of opklopt. Nee, Hij ontmaskert je. Hij ziet hoe je zwijgen moet. Hij stuurt je niet weg. Hij zegt niet, bekijk het maar. Ik ben er klaar mee?! Nee. Hij neemt je mee. Van de berg Karmel naar de berg Golgotha. Kijk eens. Daar gaat de Zoon van God. Kruis op Zijn rug. Gehangen tussen lieden die hinkelen en heen en weer springen. Drie uur is het aardedonker. God, waarom? Het vuur daalt neer op Hem. De volle lading op Hem. Hoor eens, het is volbracht! Zie je dat vanmorgen? Hoor je dat? Op Golgotha verteert het vuur niet jou, maar Zijn offer. Het offer van Zijn lieve Zoon. Dat brengt toch tot inkeer? Kijkend naar dat offer: stroomt je liefde niet voor Hem?

Wie wegkijkt en niet neervalt in aanbidding, die blijft wie hij was. De tafel is dan gesloten volgende week. Op een dag moet je dan zelf het oordeel dragen.  Tot in eeuwigheid. Dat zou een eeuwige ramp zijn. Kijk naar Hem. Verwonder je over Hem. Niet ik word vernietigd, maar Zijn offer wordt verteerd. Snap je dat nou? Ik hoop het niet. Dit doet me buigen in aanbidding. Voor een hinkelende gemeente. God strijdt vandaag voor jouw en mijn leven. Had je dat vanmorgen gedacht? Hij kiest je uit. Hij is bezig je aan Zijn hart te drukken? Hij omhelst je met Zijn eeuwige liefde. Hij brengt me tot inkeer. Daarom is niet de vraag of je volgende week een heel verhaal kunt vertellen maar je met open mond kunt verwonderen over het aanvaarden van Zijn offer in plaats van de vernietiging van mij? Er staat volgende week een tafel. Voor mensen die zich verwonderen over Zijn liefde. Ze zitten aan de tafel. Zwijgend. In stilte wordt aanbidding geboren. We zingen het uit: de HEERE is God. Een kus van Zijn liefde brengt me tot inkeer en ik word genezen van het gehinkel. Ik ben voorgoed bedorven voor de wereld.

Zullen we naar beneden gaan? De berg af. De week en wereld in. Misschien zie je er tegen op. Een strijdperk. Denk terug aan de berg Karmel en Golgotha. Schrijf het op het dashboard van je auto. God doet het. Hij strijdt voor je leven. Hij nam jouw hart in Zijn twee liefdevolle handen en bracht het tot inkeer dankzij het offer dat is verteerd. Loof Hem, die, al wat u hebt misdreven, genadig wil vergeven en je van alle gehinkel geneest.

Amen.

(Psalm 103 vers 2 en 4)

Hervormde Gemeente Zoetermeer (Morgenstergemeente), zondag 6 november 2022, 10 uur. Schriftlezing 1 Koningen 18:17-40. Voorbereiding Heilig Avondmaal.