Uit wederliefde tot de Heere Jezus giet Maria de kostelijke nardus met een waarde van een jaarsalaris over Hem uit en droogt met haar haren Zijn voeten. De Heere Jezus herkent Zijn eigen werk, door het oprechte geloof in haar gewerkt. Zij heeft Hem lief en geen ingeblikt in Zijn wonden, Zijn lijden en sterven voor haar, voor zondaren. Hoeveel is de dierbare Zaligmaker ons waard? Brandt ons hart van liefde tot Hem vanwege Zijn lijden en sterven voor onze zonden?
Johannes 12 vers 7: ‘Jezus dan zeide: Laat af van haar; zij heeft dit bewaard tegen den dag Mijner begrafenis’.
Gemeente, hoeveel is Jezus Christus u waard, jou waard, mij waard? Veel of weinig? Alles of niets? Hoeveel is Hij u waard? Die vraag moet u maar eens goed onthouden want die vraag komt ongetwijfeld terug als u verder luistert naar deze preek. Hoeveel is Hij u waard?
Jezus was gekomen in Bethanië. U en de kinderen in de kerk weten wel waar Bethanië ongeveer lag. Het was geen stad maar een gehucht, een vlek noemt de Bijbel dat. Onder de rook van Jeruzalem nabij de Olijfberg. Daar woonde een zekere Simon de melaatste. Daar heeft dit plaatsgevonden. Het zal niet betekenen dat Simon nog melaats was want dan moest hij in quarantaine. En wat dat is weten wij tegenwoordig ook.
Vermoedelijk zal hij door de Heere Jezus van zijn melaatsheid zijn verlost. Jezus heeft melaatsen gereinigd; dat was een van zijn wonderen. Dat iemand zelf genas van melaatsheid gebeurde maar zeer, zeer zeldzaam. Toen Jezus in Bethanië kwam, Hij kwam daar vaker, zeker in die laatste week ’s nachts naar Bethanië, naar Jeruzalem om in de tempel te leren.
De Heere Jezus was daar nu ook gekomen bij Simon in zijn huis. Voor het avondmaal. Niet voor het sacrament. Dat was toen nog niet ingesteld. Dat is niet bedoeld. Hier is gewoon een maaltijd in de avond bedoeld. En wanneer is dat geweest? Nu, dat was zes dagen voor het Pascha staat hier.
U zult wel weten dat de Heere Jezus op de dag van het Pascha is gekruisigd op Golgotha. De Joden hadden gezegd: niet op het feest opdat er geen oproer onder het volk geschiedde. Maar God in de hemel had het anders beschikt. Het moest uit alles blijken dat Hij het Paaslam is dat geslacht is. God had gezegd wel op het feest.
Het moet als je terugrekent rondom de sabbat die voor het Pascha lag. Het is dan ook waarschijnlijk geweest dat het op de na-sabbat. Als de sterren verschenen aan het firmament, de avond van de sabbat. Van de avond tot de avond. Een maaltijd op de sabbat zou men niet licht hebben bereid. Vermoedelijk toen de eerste dag van de week was aangebroken.
Jezus vrienden waren daar bij elkaar. Simon de melaatse. Lazarus lag aan die uit de doden was opgewekt. Martha was daar om te dienen. Aanmerkingen maakt op haar zuster Maria die aan de voeten van de Heere Jezus zat. Dat was al een vorige keer in Bethanië gebeurd. Martha dient hier ook weer, dat kon ze kennelijk niet laten.
Maria komt binnen. Met een kruik kostelijke nardus. Grote waarde. Onvervalste nardus. Niet met iets anders gemengd. Niet met water aangelengd. Puur. Zuiver. Nardus van de hoogste kwaliteit. En dat was een kostbaar spul. Pure nardus, een pot. Ik weet of Judas Iskariot een kenner was, hij schat het op 300 penningen. Een beetje uit de losse pols.
Hoeveel is dat, 300 penningen? Jaarsalaris van een dagloner. Een penning was het loon van een dag. Denk maar aan die wijngaardenier die overeenkomt voor een penning. Hij geeft het aan allemaal, ook voor die maar een uur gearbeid hebt. Als u dat snel uitrekent, op de sabbatten werkten men niet, dan kom je ongeveer uit op een jaarsalaris.
Ja, de omstandigheden zijn nu anders. Maar het jaarsalaris van nu is 20.000, 30.000, ik weet het niet precies. Maar zoveel geld. Hier staat dat Maria Zijn voeten van de zalf heeft voorzien. Bij de andere Evangeliën lezen we van ook het hoofd. Van het hoofd gedropen naar de voeten. Zoals we zingen met Psalm 133, zoals we aan het eind van de dienst zullen zingen.
Waarom het hele lichaam? Johannes wijst er vooral op dat Maria vooral bezig is geweest aan de voeten waar de zalf heen gedropen was. Als men blij was, zalfde men met een beetje olijfolie die veel goedkoper was. Meer was toch niet nodig?! Maria, heeft niet op een beetje gekeken. Het volle pond. Al die nardus over Hem uitgegoten. Van het hoofd tot aan Zijn voeten. En dan is zij bezig met haar haar Zijn voeten aan het drogen. Voetenwerk.
Nederig aan Zijn voeten gezeten had zij zitten luisteren. Nu nederig aan Zijn voeten bezig Zijn voeten te drogen met haar haar. Die Maria toch. Zij vertegenwoordigt hier de bruidskerk. Ik moet denken aan het Hooglied. Als de koning aan Zijn ronde tafel is dan geeft de nardus, mijn nardus, zijn reuk. Zo is Maria daar binnengekomen. Ze heeft niet gekeken hoeveel maar alles, alles aan haar Meester ten koste gelegd.
Waarom heeft zij dat nu gedaan? Er zijn er twee die dat weten: Maria zelf en Jezus. Jezus die alle harten kent, ook het hart van Maria kent. Die weet wat daarin omgaat in het hart van deze vrouw. We zongen uit Psalm 45, ook zo’n bruiloftspsalm, inwendige schoon. Meest van haar inwendig schoon te roemen. Van binnen zit, niet de buitenkant.
De bruid van Salomo dan gaat dat niet het meest om het uiterlijke schoon, al telt dat ook wel mee, maar dan gaat het om de binnenkant. Petrus zegt dat van alle vrouwen. Het sierlijke van een vrouw zit niet in parels, kettingen, haarvlechtingen, zit inwendig. Zachtmoedige, stille geest die kostelijk is voor God. Jezus heeft dat sieraard wat door Gods genade is aangebracht bij haar gezien en herkend. Mijn eigen werk. Alles zijn werk.
Ook in het Hooglied. Bruid maar een eenvoudig herdersvrouwtje. Zie mij niet aan dat ik zwartachtig ben. Alles wat zij heeft heeft Hij Zelf aan haar gegeven. Alles, haar kledij, alles heeft Hij geschonken. Daarin is zij aangenaam en schoon voor Hem. Zo heeft de Heere Jezus Zijn eigen werk erkend en herkend. Hij heeft in dat huis van Simon de melaatse ook gezegd wat Hij daarvan wist, waarom Maria van Bethanië dit deed.
Val haar niet af. Val haar niet lastig. Verbied haar niet. Zij heeft dit bewaard. Op dat woord bewaard moet u even op letten. Bewaard tegen de dag Mijner begrafenis. In een ander Evangelie staat zij heeft gedaan wat zij kon. Of: zij heeft een goed werk aan Mij verricht. Wat zijn goede werken, vraagt ook de catechismus? Nou, die werken die voortkomen uit een oprecht geloof.
Zoals die nardus onvervalst moest zijn, zo moet ook het geloof en de liefde onvervalst, onvermengd zijn. Zuiver. Niet met allerlei bijmengselen. Zo moest ook haar werk aan de Zaligmaker verrichtte onvervalst werk zijn en uit haar hart vloeide. Zij heeft het bewaard tegen de dag Mijner begrafenis. Het betekent dus gemeente dat zij het al langere tijd in huis had. Zij heeft het doelbewust al een keer eerder gekocht. Om haar Meester te eren. Tot wanneer wist ze niet. Tot het geschikte moment dat het van pas zou komen. En dat moment is nu gekomen.
Want Maria heeft in de gaten wat er gebeuren gaat. Zij heeft de blik gezien in de ogen van de Schriftgeleerden en Farizeen na de opwekking van Lazarus. Zij weet dat Jezus nu overal gezocht werd. Dat als je wist waar Hij was, dan moest je dat vertellen. Zij hadden dat gebod uitgevaardigd. Zij wist dat zij die listen en lagen gelegd hadden. Zij wist dat haar Meester op weg was naar de dood.
Maria was daarin eigenlijk de enige. Jezus Zelf wist het natuurlijk ook. Maria, vlees en bloed hebben dat je niet geopenbaard. Jouw vriend, dat was Hij ook, gaat de dood tegemoet. De discipelen hadden het nog niet in de gaten. De Heere Jezus had het zelfs drie keer gezegd, drie lijdensaankondigingen, maar er staat telkens dat zij het niet verstonden. Het was verborgen.
Ze dachten dat het allemaal iets groots zou worden. Ze droomden van een rijke positie. Dat het beter en beter en beter zou worden met Hem. Zij zagen niet in dat Hij kwam om te lijden en te sterven. Dat dat eerst moest geschieden. Dat hadden ze nog niet in de gaten, geen van allen. Maria had het gezien. Die zalf nam je niet zomaar in huis. Daar was het veel te duur voor. Ook niet om iemand een cadeautje te geven.
Dit komt te pas op enig moment. Het was haar duidelijk geworden. Nu moet die zalf naar voren te komen. Als ik het nu niet doe hoeft het misschien niet meer. Dan zou het te laat kunnen zijn. Zou ik bij Zijn begrafenis nog bij kunnen zijn, dat weet je nooit. U weet wel hoe het gegaan is bij de kruisiging. Toen konden alleen Jozef van Arimathea en Nikodemus dat doen. Daar kwamen de vrouwen niet aan te pas, er was haast bij. De vrouwen kwamen op de eerste dag van de week om na Zijn sterven te komen om het lichaam te zalven.
Zij is Zijn begrafenis vooruitgegaan. Zij wilde dit gedaan hebben om haar Meester te eren. Dat is toch wat gemeente. Terwijl Zijn discipelen drie jaren met Hem opgetrokken waren en zo van dichtbij waren, niks daarvan in hen opkwam, niks daarvan meekregen. Heeft deze vrouw het begrepen. Hij gaat het Paaslam worden, Hij gaat ten grave gedragen worden. Zij had Jezus altijd al lief. De liefde was wederzijds. Jezus had Lazarus, Maria en Martha. Ze hadden Hem lief. Maar ze had Hem nooit zo lief als nu.
Nu Hij begraven gaat worden, nu Hij de dood ook voor haar ingaat, nu brandt de liefde. Die inwendige schoonheid. Die olie van de liefde brengt zij op Zijn hoofd en voeten. Daarmee betuigt zij haar dank voor haar. Ja, voor velen zondaren maar ook voor haar. Zij heeft het gezien. Als ze Zijn weg ziet, Zijn lijden, Zijn sterven dat eraan zit te komen, dan krijgt ze Hem nog meer lief dan ooit te voren.
Dat is toch ook de dierbaarste gestalte die je kunt hebben van onze Zaligmaker. Christus is de kostbaarste in Zijn lijden. Als je bekend wat Hij gedragen heeft, de wonden die Hem geslagen zijn, worsteling in Gethsamane, die verlatenheid aan het kruis. Als je inblikt in het lijden van de Zaligmaker, en dan bedenkt dat is voor mij gebeurd. Dan kan het toch niet anders dan dat de olie gaat vloeien? Nu de koning aan Zijn tafel is geeft mijn nardus zijn geur. Het hele huis werd vervuld ermee. Het was ook zoveel, zij heeft alles gegeven. Haar onvervalste liefde. In die onvervalste nardus geeft zij de uiting van de liefde van haar hart.
Dat moet de Heiland goed gedaan hebben toch?! Dat weet ik wel zeker. Hij ging alleen Zijn weg. Met onbegrijpelijke discipelen. Die Hem meer tot last waren dan tot steun. Petrus, Johannes, en allen ze zaten ernaast. En dan is er een die Hem deze liefde betoont. Uit dank voor wat Hij voor gaat doen. Zij heeft ingeblikt in wat Hij gaat doen. Dan komt de wederliefde openbaar. Waarom Zijn hele lichaam? Want dat hele lichaam wordt begraven.
Ze heeft dit bewaard tegen de dag van Mijn begrafenis. Er zijn wel uitleggers die zeggen: dit heeft Jezus zo geinterpreteerd maar dit heeft Maria niet bedoeld. Maar dan heb je niet mee wat er staat. De Heere Jezus zegt duidelijk dat zij het daarvoor heeft bewaard. Heel bewust heeft gedaan uit liefde en dankbaarheid. Voor de wonden die ook voor haar zouden worden geslagen.
Gemeente, is Hij voor u ook al zo kostbaar geworden? Ik zou daar op terugkomen, toch?! Hoeveel is Hij u waard? Alles of niets, veel of weinig? Als je vanmiddag over Hem hoort hier in de kerk in Putten? Is er dan iets van ons van die betrekking op Hem? Iets van die genegenheid tot die dierbare Christus, die lijdende Zaligmaker?
Is er dan iets of veel van die liefde tot Christus om wat Hij deed, wie Hij is? Om wat Hij heeft gedragen en verdragen. Het kruis gedragen, de schande veracht. Om een zondaar als jij bent. Die lijdende Christus om te zien op Zijn wonden. Als dat er niet is, dan ben je nog arm. Dan is het niet een onvervalste nardus die je Hem gunt. Dan blijft het misschien bij een beetje respect, ja dat heeft Hij gedaan voor zondaren.
Dan komt het niet uit het hart. Dan is het geen inwendig schoon. Ten diepste zegt het ons niet veel. We vinden het indrukwekkend. Ze zijn ons overbekend. Pilatus, Gethsemane. We horen het ieder jaar graag. Maar als het daarbij blijft, dan is het toch nog arm. Als het niet is als bij Maria dat de liefde tot Christus werd gewekt in haar hart en ziel, die nardus ging kopen en bewaarde tot het moment. En dan komt en de nardus over Hem uitgiet.
Zij heeft het bewaard. Met opzet bewaard. Niet dat Jezus het zo uitlegt maar het was al zo. Maria heeft dat opzettelijk gedaan. Als de koning aan Zijn tafel is dan geeft mijn nardus zijn reuk.
Hoeveel is u waard? Jou waard? Natuurlijk moet ik het ook aan mijzelf vragen: mij waard? Als Hij ons getekend, de Man van smarten zonder gedaante noch heerlijkheid? Als Hij ons zo wordt getoond? Als het goed is, dan zegt je ziel Hij is Mij meer waard dan enig ander ding op aarde. Juist als Hij kruipt als een worm en geen man. Zo onmisbaar voor de zondaarsziel.
Als je dan voor ogen mag hebben wat Hij geworsteld heeft en gedaan, dan kan het niet anders dat de olie, de zalf gaat vloeien. Dan is niets je teveel. Dan gaat het niet tegen heug en meug in. Dan niet een likje. Zoals met de olijfolie. Een beetje dan. Nee, dan blijft het niet bij een beetje. Nee, dat het gans verteerd wordt. Dan wordt het een en al. Dan geef je Hem je hele hart. Al die inwendige schoon die Hij gewerkt heeft. Die ontvangt Hij uit dankbaarheid voor alles voor wat Hij heeft gedaan en betekend.
Mag het zo liggen in je leven? Dan ben je welgelukzalig, dan ben je goed af. Dan is er oprechtheid in je leven. Of is het geveinsd? Doublé? Het kan op goud lijken maar het is namaak. De goudprijs is hoog. Zo is het ook met de zalf. Namaakzalf is niks waard. Een paar euro voor een potje bij het Kruidvat. Kostelijke nardus is bijna onbetaalbaar voor een mens. Heel veel waard. Zij heeft alles overgehad voor haar Meester. Juist in deze gestalte naar het graf zo kostbaar en onmisbaar is. Zo moet het voor ons ook zijn dat Hij kostbaar en onmisbaar is voor de eeuwigheid.
Als je maar iets in Hem ziet, dan heb je aan Hem niets. Als je slechts een geveinsd geloof bezit, namaak dus, dan zal het je niks doen en Christus heeft er niks aan. Hij kijkt er dwars doorheen.
Welgelukigzalig die ongeveinsd Zijn wet betrachten. Er was een meisje die het woord ongeveinsd niet kende en zong ‘ongeveer Zijn wet betrachten’. Maar daar heb je niets aan. Ik vrees dat er velen zijn die het ongeveer doen. De schoonheid is bedrog, maar de vrouw die de Heere vreest die zal geprezen worden. Staat aan het einde van Spreuken, vlak voor het Hooglied. Prediker staat er nog tussen maar in de Hebreeuwse Bijbel
Dan het boekje Ruth. Deugdzame vrouw. En dan het Hooglied. Het komt aan op die ongeveinsde liefde tot de Heere Jezus Christus. Daardoor, in die weg, heb je deel aan Hem. Dat is door de liefde niet te scheiden. Het geloof gaat altijd gepaard met de liefde. Door het geloof word je behouden. De liefde is de vrucht. De uiting is de liefde van het geloof zoals bij Maria. Laten wij niet rusten voordat het ook bij ons zo is.
Dan ook die enorme tegenstelling. Tussen Maria en Judas. Geen liefde. Het is alles of niets. En bij Judas was het niets want hij maakt commentaar. In de andere Evangeliën staat ook wel dat de discipelen er ook wel commentaar op hadden dat die zalf in een keer was opgemaakt. Voor Maria was het nu of nooit. Petrus en Johannes en de andere discipelen hebben het niet begrepen. Omdat ze de weg van de Heere Jezus niet kenden. Was dit niet een beetje te veel?
Ze hadden de Heere Jezus wel lief maar ze hadden een andere weg op het oog. Hun ogen waren nog gesloten waarom Jezus gekomen was. Zolang dat voor je verborgen is, dan is die liefde zoals bij Maria er was wel maar nog niet zo diep. Ze hadden nog niet in Zijn wonden geblikt. Hun liefde was nog een oppervlakkige liefde. Dat wordt anders. Dan bij de opstanding gaan ze het begrijpen. Ook wat Maria heeft gedaan.
Dan zullen ze van haar gesproken hebben wat zij gedaan heeft. Dan zullen ze het hebben gewaardeerd en geprezen. Pas als hun ogen geopend zijn. Als je de Zaligmaker gaat zien, Zijn wonden geslagen, dan is het ijs gebroken. Dan wordt hun oog gebroken. Maar Judas is een ander verhaal. Judas had de Heere Jezus niet lief en heeft Hem nooit liefgehad. Hij wilde alleen maar beter worden. Hij had een kas, deed er af en toe een greep uit. Er werd weleens wat aan de Heere Jezus gegeven en Zijn discipelen. Denk maar aan Maria Magdalena. Judas deed al een greep. Hij was onbetrouwbaar.
Het was hem niet om Jezus te doen, het was hem om hemzelf te doen. Moet dat nu zo, al die zalf? Om aan de armen uit te delen. Hij was helemaal niet bekommerd om de armen, hij wilde het in zijn zakken laten verdwijnen. Hij verkoopt straks Hem voor dertig zilverlingen.
De prijs van de gewaardeerde van de kinderen Israëls. Hij verkocht Jezus voor een habbekrats. Gaan we zo door het leven? Dat we het Evangelie wel horen, die worden ons wel schoon verteld, dat we de preken horen in de lijdenstijd, maar voor de rest de schouder ophalen, het zal wel. Ik doe verder mijn dingetjes en ik leef zoals ik leven wil. En ik ga verder met wat ik doe. Ik kom trouw in de kerk, ik word zelden gemist. Maar of het mij nou veel zegt, nee dat eigenlijk niet. O hoe arm.
Zie daar het brandende hart van Maria en daar die hebzucht en onverschilligheid van Judas. Dat maakt een eeuwigheid verschil. Want Maria heeft het goede deel gekozen. Dat deed ze al toen ze aan de voeten van Jezus zat. En Judas heeft zichzelf verkozen. Zijn eigen belang boven Jezus die hij niet wil waard heeft geacht. Want dan zou hij Hem wel voor een hogere prijs verkocht hebben. Hij verkoopt Hem voor een fluitje van een cent.
Het staat er al bij Zacharia, meer dan vijf eeuwen ervoor. Hoeveel is Hij u waard, jou waard, mij waard? Daar moet een antwoord op komen. Of er sprake is van een onvervalste nardus of van een onverschillig hart ten diepste nog onverschillig en dus nog geen deel aan Hem. Het maakt een eeuwigheid verschil. Amen.
Zondag 14 maart 2021 – Hersteld Hervormde Gemeente Putten – ds. J.L. Schreuders – Schriftlezing Johannes 12 vers 1-11