Uit de mond van Daniël, de profeet die in Babel was ten tijde van de ballingschap van Israël, klinkt een ootmoedig gebed. Hij sluit zichzelf in als het gaat om het zondige leven van het volk van Israël. Het laat zien als God Zijn beloften vervuld, en God Zijn Woord houdt, dan is het zelfs voor Daniël genade als hij daarin betrokken wordt. Vervolgens klinkt er een hoopvol antwoord. Gods vervuld Zijn beloften op Zijn tijd. Gelovigen rekenen bij Gods tijd en niet bij de tijd van deze wereld.
Daniël 9 vers 18: ‘Neig Uw oor, mijn God! en hoor, doe Uw ogen op, en zie onze verwoestingen, en de stad, die naar Uw Naam genoemd is; want wij werpen onze smekingen voor Uw aangezicht niet neder op onze gerechtigheden, maar op Uw barmhartigheden, die groot zijn‘.
Gemeente, bij de voorbereiding van deze preek kwam ik erachter dat hij het eerste gedeelte, het gebed van Daniël en het antwoord van de engel Gabriël die daar antwoord op geeft.
Leven van de belofte
- Een ootmoedig gebed;
- Een hoopvol antwoord.
1. Een ootmoedig gebed
Geliefde gemeente, God vervult terwijl wij hier zitten en thuis meekijken Zijn beloften van de nieuwe hemel en van de nieuwe aarde. Daar is God, mag ik het zo zeggen, druk mee bezig. Dat is een geloofsuitspraak. Dat is een belijdenis. Dat is een belijdenis die heel wat mensen op deze niet zullen onderschrijven, beamen.
Dat is van alle tijden. Petrus: spotters die zeggen waar is nou die dag? Geloof je dat werkelijk dat deze aarde nieuw zou worden?! Als we niet oppassen gaat deze aarde naar de Filistijnen. Geloof je dat werkelijk?! In de kerk zullen we dat niet zeggen. Maar ook in de kerk ongemakkelijk. Moeilijke tijd, crisis.
Gelukkig mogen we weten dat er een nieuwe hemel en aarde komt. Dat geeft nog wat perspectief. Wanneer dan, maar afwachten. Maar het is maar de vraag of wij zo gemakkelijk om mogen gaan met de beloften van God van de eindtijd. Ik denk dat het zo geldt voor al Gods beloften.
Zeventig jaar had die ballingschap geduurd. Spanning in de lucht. Alles in een stroomversnelling. Rijk van Nebukadnezar ten einde gekomen. Darius op de troon. Makkelijkste wat Daniël kan doen: gaan zitten en armen over elkaar. Zie je wel, God vervult Zijn beloften. Dat is precies niet wat Daniël doet. In plaats van op een afstandje te gaan staan kijken, leeft deze profeet midden in de wereld.
Hij is niet als Jona. Die op een bergje gaat zitten om te zien wat God met de stad doet. Dat doet Daniël niet. Te midden van dat krachtenveld knielt Daniël neer. Geen spoortje van triomfantelijkheid bij Daniël. Rouwgewaad: zak en as. Vol in de rouw ligt hij voor Gods aangezicht. Het laat zien als God Zijn beloften vervuld, en God Zijn Woord houdt, dan is het zelfs voor Daniël genade als hij daarin betrokken wordt.
Die houding van Daniël lijkt me een spiegel. Wij zijn een klagerig volkje. Ik zit Twitter. Wat een riool. Die minister had het zo moeten aanpakken, en die zo. Houding van de tribune. Schouwspel van een afstandje beschouwt. Alsof je er niet zelf onderdeel van bent. Als wij onze mond nog open hebben en te klagen van alles en nog wat, dan zitten we nog teveel in de slachtofferrol. En we zien in dat wij schuld hebben aan die crises waar wij inzitten. Coronacrisis, klimaatcrisis.
Het is enkel genade als ik daar mag komen waar God Zijn belofte voor geeft. Daniël is daar diep van doordrongen. Gebed. Hoe Daniël God aanspreekt. U grote en verschrikkelijke God. Dat grote begrijpen we nog wel. Dat heelal dijt maar uit. God nog groter. Dat grote begrijpen we nog wel. Maar verschrikkelijke. Verschrikkelijke jaagt schrik aan. Dat bedoelt hij niet. Daniël bedoelt hier dat God ontzagwekkend is. Alleen maar tegenop kijken. Zo ontzagwekkend groot is in allerlei dingen.
Daniël raakt nog meer onder de indruk als hij dat verbond erbij haalt. Maakt God nog ontzagwekkender. Laat ik het probeert duidelijk te maken met een voorbeeld uit onze geschiedenis. Onze voormalige vorstin, Beatrix, toen zij aantrad wilde ze aangesproken worden met ‘Majesteit’. Mensen moesten eraan wennen. Haar moeder zei zeg maar mevrouw. Beatrix stond erop. Kon afstandelijk klinken.
Die koningin er was. Rampen. Q-koorts. Zat bij mensen aan tafel. Dronk de gewoon koffie uit een mok. Ik heb de indruk dat zij daarmee meer respect kreeg. Grote majesteit. Haar moeder ook, daar niet van. Maar juist die grote majesteit zo dichtbij nog groter wordt. Doordat God dichterbij komt, nog ontzagwekkender wordt.
Het tweede is dat die schuldbelijdenis in allerlei toonaarden klinkt. De Heere heeft het volk uit Egypte gered. Maar wat voor terug? Stank voor dank. Overtreding. Zitten nu in Bavel. Niet omdat de Heere dat graag wilde. Maar ze hebben de Heere geen keus gelaten. Niet het gebed om die zeventig jaar in ballingschap te verlengen. Tot op de dag van vandaag is niets veranderd. Daniël kan niets aandragen. Dit of dat zou een reden kunnen zijn dat U Uw woord moet houden. Er is geen reden.
Daniël blijft niet op afstand staan, betrekt zichzelf erin. In de consistorie nog opgemerkt: een man op wie niets was aan te merken. Een gewenst man, door de Heere geliefd. Daniël zegt niet: ik schaam ervoor, dit volk, maar ik ben beter. Nee, wij hebben gezondigd, goddeloos. Ik evengoed als zij. Om onze zonden en van onze vaderen. Daniël wordt gerekend tot de profeten maar doet hier iets priesterlijks: hij gaat voor het volk en met het volk op de knieën.
Aan de kant van Daniël en het volk is er niets meer op te pleiten. Maar Daniël ziet één uitweg uit deze crisis: Uw barmhartigheden. Vers 18. Neig Uw oor. Want wij werpen onze smekingen niet neer op onze gerechtigheden maar op Gods barmhartigheden die groot zijn. Daar heeft Daniël grote verwachtingen van. Heere U bent ontzagwekkend. Maar Uw barmhartigheden zijn nog ontzagwekkender.
Hoe moeten wij omgaan met die beloften van God? Biddend voor het aangezicht voor Wie wij leven. Als het bij Daniël als zo is, hoeveel te meer moet dat bij ons dan zijn? Jezus Christus gekomen. Vol van genade en vol van waarheid. Die God, daar zondigen wij tegen. Hoe vaak vertrappen we Zijn liefde gemeente? Geen boodschap aan Hem hebben. Dan hoeven we niet naar een ander te wijzen misschien wel het hele jaar de kerk van binnen niet heeft gezien.
Bidden voor Gods aangezicht is neerknielen met de wereld voor Gods aangezicht. En als de wereld het niet doet, dan net als Daniël voordoen. Krijgt de indruk dat de meeste niet meededen. Hebben zich in Babel prima vermaakt. Maar Daniël knielt neer. Zo met de beloften omgaan. Wij hebben alles verspeeld. Maar een grond dat God Zijn beloften zou houden, dat is Zijn barmhartigheid.
Niet afwachten, ik kijk wel wat er gebeurt. Ja het gebeurt. Maar zal ik erin delen? Dat kan alleen in het knielen voor Gods aangezicht. Dat maakt Daniël een gewenst man. Deze houding maakt ons aangenaam voor God.
2. Een hoopvol antwoord
Er zijn in de Bijbel van die zinnetjes waar je zo overheen zou leven. Vers 21. Als dan Gabriël verschijnt voor Daniël, dan staat er een tijdsaanduiding bij. Rond het tijd van het avondoffer. Waar is Daniël? In Babel. Geen offers daar gebracht. Maar dit ene zinnetje laat zien bij welke tijd Daniël rekent. Bij het hof van Nebukadnezar zijn er nog wel wat pogingen gedaan om alles van de God van Israël eruit te slaan. Namen, eten. Daniël had geen horloge. Maar dit laat zien dat hij zijn tijd niet had gelijkgesteld met de tijd van Babel.
Hij rekent met de tijd van de verzoening. Grote les voor ons. Hoe vaak rekenen wij met de tijd van de wereld. Rekenen met de tijd van de verzoening, van Christus. Hoe je ook de volgende verzen moet lezen. Zeventig weken. Allerlei berekeningen, zeven of acht verschillende door allerlei geleerden. Tot aan de wederkomst van Christus en allerlei variaties. Maar als dat waar zou zijn, spoorboekje, 9292 OV. Als je maar het juiste model hebt. Hier witte wand. Kun je streepjes zetten. Zijn we al in die week, en in die.
De Heere Jezus heeft gezegd: de tijd van de wederkomst van de Zoon weet alleen de Vader. Zelfde als de tijd van Zijn eerste komst. Ja zeker waren er die Hem verwachtten. Maar niemand die zei die en die tijd. Dit lezen als Gods tijd. Zeventig is van volheid. Hier lijnen doortrekken. Daniël krijgt te zien hoe God Zijn beloften aan deze wereld vervuld.
Bij die drie punten bedenken de schuldbelijdenis van Daniël. Dit is het antwoord van God. Het juiste perspectief waarin Daniël de beloften moet zien. Daniël heeft bij de profeet Jeremia gelezen dat het zeventig jaar zou duren. Dan weer als vanouds. Zo een gedetineerde, in een bak gezeten en dan weer terug naar het oude leven, dat is de bedoeling. Het oude normaal keert terug. In het vorige hoofdstuk een visioen.
Je zou haast zeggen: dan breekt de hel los. Machten proberen de meeste macht te krijgen. In dat visioen steekt iemand de kop op. Hoorn. Geestelijke strijd. Angstaanjagende toekomst. Dan volgt dit hoofdstuk en dit gebed. Hoe moeten we dat dan zien? Nou zegt de Heere, dit is het juiste perspectief. Zes dingen, vers 24. De overtreding wordt gesloten, eeuwige gerechtigheid aangebracht, heiligheid der heiligen
De eerste drie groepen zijn negatieve. Zonden wordt weggedaan. Zonden en overtreding. Daar is God mee bezig gedurende Zijn tijd. En als dat wordt weggedaan, dan is daar het paradijs weer. Maar dan is er meer. Niet het oude normaal maar heerlijker dan het paradijs. Kan bijna niet. Maar de eeuwige gerechtigheid wordt aangebracht. God staat er Zelf voor in. Een plaats krijgt die gerechtigheid van God en niet meer wijkt. Niet meer mogelijk
Gezichten en profeten worden verzegeld. Mag ik het zo zeggen gemeente: dan is mijn werk klaar. Dan hoef je niet meer in de Bijbel te lezen. Dan is het Woord van God niet meer nodig in die middelijke zin. God spreekt direct. Heiligheid der heiligheden gezalfd, in gebruik genomen. Johannes in Openbaring: waar is de tempel, dat is God Zelf. Daar is geen Bijbel meer nodig. Een toekomst vol van hoop. Dat is God bezig te realiseren. Dat God dit perspectief stelt tegen de zonden van het volk.
‘In goede machten liefderijk geborgen
verwachten wij getroost wat komen mag.
God is met ons des avonds en des morgens,
is zeker met ons elke nieuwe dag.‘Dietrich Bonhoeffer [Breslau, 4 februari 1906 – Flossenbürg, 9 april 1945]
Het tweede is waarop God dit tot stand brengt. Drie perioden. Zeven weken, dan 62 weken, en dan nog een week. Eerste de Messias zal komen. Wordt weer beter. Dan periode van relatieve rust, 62 weken. Tempel daar. En dan die ene week. Dan breekt de hel letterlijk los. De Messias zal worden uitgeroeid. Het is nogal wat. En dan tot verwoesting zijn. Zo vervult God Zijn beloften.
Dan kunnen we het punt missen als we weer gaan rekenen. Weer nieuwsgierig, waar zijn we dan? Maar het punt: God houdt Zijn volk vast. Het gaat dwars door de verdrukking heen. Vers 27. Al gaat het door de climax heen. Als de Heere de banden heeft gegrepen, dan kun je er niet meer los van komen, maar Hij zal ze versterken die banden. Dat is de troost.
Christen komt in het huis van uitlegger. Huis iemand probeert het vuur uit te maken met emmers water. Als je een fikkie hebt gestookt, en een emmer erover, dan is het echt wel uit. En dan Christen in de andere kamer. Daar gooit Christus olie op het vuur en het gaat niet over. Dat is de troost voor iedere christen. Dan hoef je je niet druk te maken over waar je precies zit. God houdt vast.
In die laatste week zie het in alle hevigheid losbarsten. Het lijkt op de kop verkeerd te gaan. Het breekt ons bij de handen af. Het loopt God niet uit de hand. Halverwege de week, na drieënhalve dag zou je zeggen, worden de rollen omgedraaid. Wordt ons niet eens duidelijk waardoor precies. Al dat geweld wat losgebroken is keert zich tegen die verwoester. Daar loopt het op uit. Dit is de troost. Je kunt geweldig geschud worden. Leven kan op ze kop gaan. Leven kwam er zelf door vertrapt worden. Dat we in een wereld leven waar iemand die een christen heeft
Die vijand heeft niet het laatste woord maar God heeft het laatste woord. Hij vervult Zijn beloften op Zijn tijd. ‘Die hoop moet al ons leed verzachten. Komt, reisgenoten, ’t hoofd omhoog. Voor hen die ’t heil des Heren wachten, zijn bergen vlak en zeeën droog. O zaligheid niet af te meten, o vreugd, die alle smart verbant. Daar is de vreemd’lingschap vergeten, en wij, wij, -u ook?- zijn in ’t vaderland.’
Amen.
Zondag 7 november 2021 – Triumfatorkerk Hersteld Hervormde Gemeente Katwijk – ds. J. Kommerie – Schriftlezing Daniël 9 vers 1-27