Als je wilt weten wie God is, kijk dan naar Zijn volk Israël. Israël wordt in Jesaja 11 getekend als een teken van Gods toorn en trouw. In Zijn toorn gedenkt Hij aan Zijn trouw. God houdt Zijn volk vast – ondanks hun ontrouw en zonde. En God is bezig Zijn volk thuis te brengen, in het geval van Israël letterlijk: naar Palestina. 

Ja, gemeente, jongelui, aan alles is te merken dat we in de eindtijd leven. Aan alles is het te merken. We weken uit de bijbel, uit de mond van Jezus, dat deze aarde niet eeuwig zal staan. Het zal vergaan. We weten dat de bijbel is. Gemarkeerd door wederkomst, op wolken van de hemel. We worden opgeroepen om daar rekening mee te houden. Waakzaam zijn. Tekenen, voorboden van naderende einde. Oorlogen, geruchten van oorlogen, aardbevingen. We kunnen het zo aanwijzen in 2018. Velen raken er door uit evenwicht. Stellen de vraag: waar moet het toch heen? Worden er onzeker van. Waar loopt het op uit? Hoe moet het toch gaan.

Maar dan een vraag, op deze Israëlzondag. Moeten we niet voor alles onze aandacht richten op de tekenen die God zelf heeft gegeven? De tekenen die Hij opgericht heeft. Bedoeling van de wereld en van ons leven. Waar het met deze wereld naar toe moet. Natuurlijk moeten we opmerkzaam in de wereld staan, oren en ogen openhouden. Nieuws ook. Maar bovenal moeten we toch in de verwachting laten leiden door het Woord van God, door de tekenen die Hij heeft opgericht.

In OT op veel plaatsen opmerkzaam op gemaakt. God, die met Zijn volk omgaat. Israël. Grote voordeel daarvan: niet onze gevoelens, vrees en angst op de voorgrond; maar om datgene wat God ons zegt. Gods trouw aan een ontrouw volk, dat komt dan aan het licht. Als we daarover nadenken vanavond komen we in de verwondering terecht. Hoe is het mogelijk, dat God met zo’n volk, is omgegaan? Psalm 147: zou wou Hij met geen volk handelen. Israël als een teken van wie God is.

Hij die het zegt menigmaal: Ik zal. Hij leert Zijn volk op Zijn Woord vertrouwen. Israël is er een teken van. De Heere brengt de verdrevenen terug. Dat gebeurt nu. Joden uit alle delen van de wereld komen terug naar Palestina. Vers 12: verdrevenen verzamelen, bijeenbrengen van de vier hoeken van de aarde. Zelfs de reformatoren Luther en Calvijn hielden het voor nodig en mogelijk. Maar God haalt Zijn volk thuis. Eeuwen geleden beloofd. Komt tot vervulling, woord profetie, vers 12. Hij zal de verdrevenen verzamelen. Dan mag op deze Israëlzondag verkondigt worden, de trouw en genade van God.

Schitterend hoofdstuk, Jesaja 11. Hoofdstuk temidden van oordeelsaankondigen (eerste deel Jesaja). Als een oase. Jesaja was door God geroepen. Oordeel af te kondigen. Maat zonde was vol. God had het gehad. Ballingschap in toorn voorzegd. Zal komen! Uitverkoren volk, Juda, was afgedwaald. Gericht was onafwendbaar. Jesaja had opdracht dat te verkondigen. Aan te zeggen. Hij zegt: sluit hun oren toe opdat ze niet horen, niet zien. Maar als je ziet hoe hij dat doet (manier waarop hij het brengt), niet zoals Jona. Het kon hem niks schelen. Al kwamen ze allemaal om. maar Jesaja, als hij dit moet brengen, dan voelt hij zich betrokken bij dit volk. Bevend. Ik ben een man van onreine lippen. Zo gaat Jesaja bevend en met bezwaard hart de straat op om oordeel aan te zeggen.

Hoofdstuk 1-36 kun je dat lezen. Dan zie ik iets: Israël. Als het goed is hebben we liefde tot dat volk. Gods oogappel. Israëlzondag: 60 jaar geleden ingesteld door Hervormde synode. Liefde voor het volk. Beminden om der vaderen wil. Als ik de oordeelsaankondiging van Jesaja lees, zie ik dat het niet de verdienste van het volk is. Verbeurd en verzondigd. Afgeweken van de geboden. Woorden in de wind geslagen. Mag ik de boodschap doortrekken, naar leven van ons mensen? Dat we vanavond in de kerk zitten, woorden van genade en vrede en vergeving en herstel, dat is toch niet aan ons te danken? Niet onze verdienste! De Heere beware ons ervoor dat we ons zouden verheffen boven rand- en buitenkerkelijken of andere religies. Is onze eigen verdienste niet. Verdienste van de kerk? Dan was het toch hopeloos verloren.

Dan zie ik nog iets. Telkens weer in profetie, komt heilsbeloften boven water. God zal Zijn volk niet eindeloos kastijden. Hij volvoert Zijn raad. God zal Zijn heilsplan tot uitdrukking brengen. Openbaren dat Hij God is! Vasthouden aan de bedoeling. In Jesaja telkens voorzegging van Messias en Koninkrijk dat komen zal.

Schitterend gedeelte, van berg des Heeren. Geen onrecht, dierenwereld in rust met elkaar leeft. Prachtig toch! Wat zijn de contrasten groot in Jesaja. Gods handelen met Zijn volk. Het is verkiezende genade. Daarin ligt het geheim van volk Israël: met het volk is niet zoveel bijzonders aan de hand. Maar in Jezus, de Messias, heeft het volk een bijzondere plaats en betekenis.

Vers 10. Op die dag zal de Wortel van Isaï er zijn. Die zal staan als een banier. Naar Hem zullen de heidenvolken vragen. Op die dag. Vragen: naar Israël? Nee. Naar de Wortel van Isaï. Hint van de Statenvertalers: Wortel met hoofdletters. Christus, de grote zoon van David. Naar Hem zullen ze vragen. Tegenover de wortel van de zonde. Vergiftigende wortel, die welig tiert in Israël en de volk. Daarin komt de vraag naar de Wortel van Isaï.

Zien we vanmiddag hoe God te werk gaat. De Heere zal met geweld de takken afhouwen. Statige woudreuzen worden afgehakt. Libanon, met cederbomen, zal vallen door de machtige. Zo staat het er. Maar dan. Hoofdstuk 11. Want. Redengevend. Een twijgje zal er opkomen. Eerst het oordeel over de grootmachten (Assur en Babel in dagen van Jesaja; onze wereld, ook te vrezen voor God, de Poetins en Trumps van deze wereld, ze hebben rekening te houden met God). Zo staat het hier. Hij zal ze doen vallen. Rijk van de overste van deze wereld zal vergaan. Tegenover dat woud van zonden. Die ongerechtigheid, waardoor je door de bomen het bos niet meer ziet. Twijgje. Afgehouwen boomstam, die niemand meer zag staan. Teer twijgje. Gebrokenheid van de dood.

Dat is Gods werk. Zo breekt Hij de hoogmoed. Zo maakt Hij de beloften waar. Geschiedenis Israël: daarom kon Haman en Hitler met zijn Holocaust het volk niet te gronde richten. Daarom kunnen die vijandige volken, de Arabieren, het volk niet in de zee drijven, zoals ze willen. Daarom komen de joden uit alle windstreken terug naar het land van de belofte. Omdat de Heere Zijn plan doorwerkt. Dat twijgje! Dat koningsgeslacht. Christus, de grote Davidszoon. Uit Israël voortgekomen. Hij die de zonde met wortel en tak zal uitroeien. Hel overwonnen! Om Christus wil nog niet van de kaart geveegd. Wel hard gekastijd, diep gekrenkt, maar niet verworpen en verlaten God houdt vast aan Zijn beloften. Al erkent meerderheid Hem nog niet als Messias. Blind voor eerste vervulling. Toch houdt God dit volk staande?

Ik zie in vers 10 nog iets. Gaat niet alleen om Israël, maar gaat om alle volken. Op die dag zal de Wortel van Isaï er zijn, zal staan als een banier der volken, naar Hem zullen de heidenvolken vragen. Alle volken van de aarde. Israël staat niet op zichzelf. Israëlzondag is geen doel op zichzelf. Heidenvolken zullen ernaar vragen. Naar Davids grote Zoon. Naar Jezus Christus.

Hij is een banier voor de volken. Hebreeuws: Nes ammim. U kent misschien wel die prachtige nederzetting in Palestina. Nes ammim. Banier voor de volken. Nes: vaandel voor de koning. Een staak die de legereenheden aanvoerden. Plek waar de koning was. Waar soldaten bevelen vandaan ontvingen. Legers in oude oosten gebruikten dat. Teken voor de strijders. Jongens en meisjes kennen de geschiedenis van Mozes in de woestijn. Israël strijdt tegen de Amalekieten. Een opgestoken staak. Een teken. Zodra de staak in de hoogte steekt, dan is Israël aan de winnende hand. Mozes moe wordt, dan komen Aäron en Hur om Mozes te ondersteunen. Als de staf maar in de hoogte steekt, alleen dan kan Israël winnen.

Zo is Jezus een Nes Amin. Een teken. Reddende almacht. Wortel van Isaï. Is natuurlijk de vraag of wij daarnaar vragen. Of we Hem nodig hebben in ons leven. Jezus, die staat als banier voor de volken. Heidenvolken zullen vragen. Naar Hem. Heidenen? Zijn wij toch? Buitenstaanders. Niet tot het joodse volk behorend. U, jij en ik dus. Komt de vraag op ons af: zitten we werkelijk op Hem te wachten? Dat Hij bij je leven binnenkomt, gezag overneemt.

Tweede betekenis van Nes. Vaandel. Plaats waar oppergezag, opperbevel zetelt. Vraagt eerbied, gehoorzaamheid. Voelen we wel, grote vraag, wie heeft het voor het zeggen in je leven. Of zijn we net als Israël? De van God gegeven koning verworpen… God laat de zonde niet onbestraft. Maar laat zich ook niet van Zijn plan afbrengen. Hij blijft bij Zijn bedoeling. Wonder!

Einde vers 10. Zijn rustplaats zal heerlijk zijn. Moeilijk te begrijpen. Eigenlijk staat er: Zijn troon. Letterlijk: residentie. Heeft God een plek in je leven? Heeft Hij een plek in je hart? Bepaalt Hij de richting? Keuzes! Jezus zegt: Mijn koninkrijk is niet van deze aarde. Aarde macht niet begeerd, toen Hij op de wereld rondwandelde. Maar als overwinnaar: Mij is gegeven alle macht. Hij zal zitten op de troon, in de hemel. In alle rust. Onaantastbaar voor het kwaad, zonde, duisternis. Om te regeren. Jesaja heeft bij lange na niet kunnen vermoeden de reikwijdte van zijn profetie. Israël zag het niet. Toch heeft dit woord zijn kracht nog niet verloren. Ook voor Israël niet.

Vers 11. Het zal gebeuren dat de Heere opnieuw, voor de tweede keer, de rest zal verwerven. Opnieuw, voor de tweede keer. Overblijfsel terughalen. Hij laat het er niet bij zitten. De Heere laat zich niet van Zijn heilsplan afbrengen. Ik kan dat niet genoeg benadrukken. Als je het niet wil, bekijk het maar? Dat zeggen wij. Ook in kerkelijk opzicht: we kunnen ze niet dwingen, het moet dan maar… God laat zich niet afbrengen van de bedoeling door het volk. Ziet zonde niet door de vingers. Maar in oordeel denkt Hij aan Zijn verbond. Strekt handen uit naar tegensprekend woord.

Dubbel meervoud. Hebreeuws, woordje: meervoudig. Alweer. Opnieuw. Hij kan Zijn volk niet verlaten. Beloften niet vergeten. Niet ontrouw aan Zijn eigen woord. Een vraag voor ons, op deze Israëlzondag: Israël wordt ons getekend als teken van Gods toorn en trouw. Een vraag: heb je dat leren ontdekken in je leven? Heilige Geest je ogen daarvoor geopend? Dat God Zijn heilige handen naar je toesteekt? Ook al wijzen we Hem voortdurend af, loochenen we Zijn naam. Je zit hier in de kerk. Je bent er nog! Je hoort nog het Woord. Wat is dat? Dat is God, die alweer, opnieuw, voor zoveelste keer Zijn handen naar je uitsteekt. Mijn zoon, dochter, geef Mij je hart. Hij blijft maar roepen en trekken.

Ik zei het al, in vers 11, staat eigenlijk een dubbel meervoud. Opnieuw, voor de tweede keer. Dubbelop. Kijk maar naar het Oude Testament, naar de geschiedenis van Israël: een grote mislukkingsgeschiedenis. In Egypte terechtgekomen. Slavernij van Farao. God brengt terug op wonderlijke wijze. Dwars door woestijn, zee en Jordaan. Al morren ze nog zo hard. Maar God houdt ze in het leven, door manna, brood in de woestijn. Telkens weer, Gods hand. God brengt Zijn volk in Kanaän. Maar door eigen schuld in ballingschap. Maar opnieuw, Hij verwerft het overblijfsel. Die overgebleven zijn in Assyrië en Egypte.

Verwerven: volle prijs betalen. Zoals je een slaaf koopt. Kan ik niet anders dan wijzen op Christus. Rantsoen voor velen. Ondergaan om ons te redden. Mijn God, waarom hebt U mij verlaten? Opdat God Zijn handen naar ons zou uitstrekken. Opnieuw, telkens weer. Om te bevrijden. Los te kopen. Verwerven. U, jou, Israël en al de volken te bevrijden. Dat heeft Israël ons te zeggen.

Als je wilt weten wie God is, kijk dan naar Zijn volk. Prediking aangaande Israël is daarom zo belangrijk. Geweldig belangrijk dat we dat teken verstaan. Dan leer ik wat verkiezende genade is. Ook in onze dagen. Opnieuw, telkens, weer. Voortgaat, deze profetie vervullen.

Twee keer lees ik over ‘die dag’. Dat is de eindtijd. Laatste der dagen. Dat is nu. Jesaja had het over vandaag. Zelf niet kunnen bevroeden. Door duizenden is betwijfeld en wordt ontkend, dat gebeurt: Israël keert terug naar huis. Ook in deze tekst lezen we al die gebieden. Joden die teruggekomen zijn uit Rusland, Polen, West-Europa (Duitsland, Frankrijk, Nederland; omdat ze zich hier niet thuis voelen). Hij brengt ze terug.

Waarom? Omdat Hij een banier omhoog richt. Onder de heidenvolken. Een nes gojim. Een zichtbaar en opvallend teken. Teken voor de heidenen. Even goed opletten, verschil met vers 10. Daar: Nes ammim. Teken voor de volken, dat is Jezus. Voor al de volken van de aarde. Ieder volk en ieder land. Als het gaat om terugkeer van joden naar Palestina, als daarin Gods hand zichtbaar wordt, dan spreekt Jesaja over Nes gojim: teken voor de heiden. Israël als teken van trouw voor de wereld. Opdat we zouden uitkomen bij de Ene. Christus Jezus, onze Heere. Niet alleen een teken voor de volken. Maar naar wie alle tekenen heenwijzen. Zaligmaker van de wereld. Onderwijst dan alle volken. Doopt hen! Hij die kwam om verloren zonen en dochters terug te brengen. Van de vier hoeken der aarde zullen ze komen, en wonen in Palestina. Het gebeurt vandaag. Opdat we er attent op zijn. Al ben je nog zover heen. Nog zover, je bent misschien nog in de kerk, maar je bent al afgehaakt (Wat interesseert mij nou zo’n oude profetie? Ik heb niks met Israël…) Al zijn je kinderen of kleinkinderen nog zover afgedwaald. God gaat door. Verstrooiden thuis te halen. Dwalenden en dolenden thuis te brengen. Gebeden vermenigvuldigen! Jongeren vasthouden.

Let op Israël als het teken van Gods genade en teken van de eindtijd. Hij zal de verdrevenen bijeenbrengen. Opdat jood en heiden (de ammim en de gojim) zouden leren zingen het danklied. God brengt Zijn volk thuis. Hij die telkens ingrijpt, ook in ons leven. Opdat we Hem zouden danken en eren met Israël en de volken. Tot in eeuwigheid. Amen.

 

Hervormde gemeente Reeuwijk, Ichthuskerk, zondag 7 oktober 2018, 17 uur. Israëlzondag. Schriftlezing: Jesaja 10:33 – 11:12.