Ds. J.J. ten Brinke (Stolwijk)

29 maart 2015

Tekst: Markus 10:36,38 (7e lijdenszondag)

Vragende Zaligmaker, twee vragen:

  • Wat wilt u dat Ik voor u doe? (36)
  • Kunt u de drinkbeker drinken die Ik drink enz? (38)

Vragen die een preek op zich zijn. Hoofdstuk 8:31 eerste lijdensaankondiging. Direct verbonden met oproep kruisdragen (34). Hoofdstuk 9:31, ook direct verbonden aan oproep over de eerste/laatste -> dienen/buigen. Hoofdstuk 10, vers 33-34. Direct verbonden met oproep tot dienen. Een stervende dienaar maakt in het leven van Zijn volgelingen de dienst uit. Eerste vraag is dan wel deze: wat doet de prediking van de lijdende Christus met u en met jou? Maakt die stervende Dienaar ook op maandag en dinsdag de dienst uit?

Vraag 36, niet wat doet u voor Hem (zijn we soms druk mee), nee, wat wilt u wat Hij voor u doet? Hij is de dienende Zaligmaker (45). Hij vraagt: wat kan Ik voor je doen? Het gaat om wie Hij is en wat Hij voor u doet – en of u zich door Hem laat bedienen.

Aanleiding vraag vers 36? Onderweg: dat is bij Markus heel belangrijk. Niet alleen maar wat op reis, betekent onderweg naar het kruis (in het Markusevangelie). Vers 32: en Jezus ging hen vóór. Ziet u ze gaan? Alleen Markus vermeldt dit, de andere evangelisten niet. Mattheus heeft 28 hoofdstukken, Markus maar 16, maar dit heel gedetailleerd. Heel opvallend. Hij loopt voorop, aarzelt niet, grote Goede Herder. De onverschrokkenheid van Jezus wekt bij de discipelen vrees. Daarom neemt Hij ze apart. Jezus is zich van bewust wat er gaat gebeuren, tot in details toe (33). Opgaan naar Jeruzalem: omhoog gaan. Letterlijk omhoog, hoge berg. In de Schrift: opgaan om offer te brengen in tempel in Jeruzalem. Onderweg om zelf het offer te zijn!

De Heere Jezus wordt steeds preciezer in wat Hij zegt. Steeds dichterbij het kruis. Hij stopt niet,  Hij deinst niet terug. In Johannesevangelie: wetend dat Zijn uur gekomen was, heeft de Zijnen die Hij liefhad, die heeft Hij liefgehad tot het einde. Uur komt nu hier, beslissend uur. Psalm 40, wil te doen. Hier: ging hen voor. Niet een koud kunstje, met eerbied gesproken, maar uit pure liefde.

Johannes en Jakobus, intimi (met Petrus), stellen vraag uit beleefdheid. Of ook bewondering? Koninkrijk vestigen? Voordat ze kunnen vragen wie er links en rechts zit, vraagt Jezus iets: wat wilt u wat Ik voor u doe? In die vraag hart van de Zaligmaker kloppen! Hier proef je iets van de hartslag van de Heere Jezus. Leven te geven tot een losprijs voor velen. Heilige Geest, vanavond in Reeuwijk: wat wilt u dat Ik voor u doe?

Precies dezelfde vraag stelde de Heere Jezus aan Bartimeus, we lazen dat, hetzelfde hoofdstuk! Vraag die Jezus stelt, Hij meent het ook als Hij het zegt. Werkelijk alles aan Hem vragen mag. Ja, maar Hij antwoord dan vaak anders dan wij denken. Zien we hier bij de discipelen. U weet niet wat u vraagt. Zou dat niet heel dichtbij liggen, in veel van onze gebeden? Nodigende vraag vanavond klinkt, maar dan onze vragen, gebeden dan de Heere moet zeggen: u weet niet wat u vraagt. Waren ze dan zo dom? Snapten ze er niks van? Hoe krijgen ze in hun hoofd om het te vragen? Weten wij wat we vragen? Als wij bidden om… vul maar in. Zien wij gevolgen van wat wij vragen? Zicht op Gods grote plan?

Discipelen denken dat de weg die voor ligt een weg is regelrecht naar de glorie. Wat is geluk? Glorie, voor Christus niet, voor christen ook niet. Weg van het kruis. In navolging van Christus. Voortdurend gekruisigd worden. Hoogmoedige ik moet eraan. Soms gaat God diepe wegen, Psalm 119: goed voor mij verdrukt te zijn geweest.

Tweede vraag, vers 38. Kunt u de drinkbeker drinken die Ik moet drinken? En gedoopt worden met de doop waarmee ik gedoopt wordt? Beide uitdrukkingen hetzelfde bedoeld. Beker drinken daarover gaat het in Getsemane: worstelende Middelaar. Beker in Oude Testament beker van Gods gericht. Gevuld met de toorn van God, die beker gaat Christus leegdrinken. Je kunt dat niet peilen. Baptistomai, ondergedompeld worden. Waarin dan? In de golven van Gods gericht, straks zullen zingen met Psalm 42. Alleen Christus kan deze beker drinken, wij nooit. Hoe zul jij rechtvaardig verschijnen voor God? Kunt u, jij de beker drinken? Wat moet ik dan doen, als u dat vraagt: geloof in de Heer Jezus Christus en u zult zalig worden. Christus wilde gaan waar ik had moeten staan. Ik geloof dat Christus voor mij stierf en eeuwig heil verwierf. Doop en Avondmaal. Doopwater over ons uitgegoten, is niet water van Gods toorn, baren die over Christus heengingen, maar wijst op bloed van Christus. Avondmaal. Drinken uit de beker, niet de beker van Gods toorn, die heeft Christus leeggedronken. Gevuld met Gods liefde. Kelk des heils, Psalm 116. Hij de golven over Zich heen, ik het water. Hij de beker van Gods toorn, ik de beker met de wijn, als voorsmaak van de bruiloft met het Lam. Groot is Zijn genade.

De drinkbeker die Ik drink, zult u wel drinken, zegt Christus. Doop gedoopt, wel ondergaan, nee, niet een eigen beker. Niet met Gods toorn. Op Christus ziet alles leeggedronken. Toch een beker, dezelfde beker als waar Jezus uit gedronken heeft. Wat bedoelt de Heere Jezus? Mij vervolgt, ook u vervolgen. Niet als een regent regeren, nee, mijn volgelingen zullen slachtschapen zijn vanwege Christus. Ja, als je Hem volgt, zal er vervolging komen. Niet meteen het zwaard, alhoewel, Jakobus, Handelingen 12, gedood met het zwaard, Johannes verbannen naar Patmos, nieuws vandaag de dag, broeders en zusters vandaag het zwaard ondervinden. Bent u erop voorbereid? Bereid u zich erop voor! Beseft u dat het volgen van Christus werkelijk lijden met zich mee zal brengen? Leef heel dicht bij Hem. Verblijd zouden zijn als we het waard blijken te zijn om vanwege de naam van Jezus te lijden. Want het is door lijden tot heerlijkheid. Volg mij op de voet, hou Mij in het oog, houd Mij in je hart. Amen.