Hemelvaartsdag is Christus’ kroningsdag. De engelen hebben gejuicht toen Hij de hemel weer binnen kwam. De Hebreeënschrijver legt de link met de tabernakeldienst: Christus is de hemel binnengegaan, met Zijn eigen bloed, eenmaal. Zegenend verliet Hij de aarde om vervolgens Zijn werk aan de Vader voor te stellen. Hij pleit en bidt nu onophoudelijk voor de Zijnen. En Hij komt terug!

Als Hogepriester binnengegaan

Gemeente van Christus, thuis en hier, misschien weet je nog toen Willem-Alexander koning werd. Toen hij gekroond werd. Veel mensen bij elkaar. Nu zou dat niet kunnen. Wat werd hij toegejuicht!

De Hemelvaart wordt wel Jezus’ Kroningsdag genoemd. Waar wordt Hij binnengehaald? In de hemel. De engelen hebben gejuicht. Hij was altijd al bij de Vader. Hij was er voor Zijn geboorte al. Als Zoon van God. Daar snap ik niks van? Ik ook niet. Dat is te groot voor ons. Daarom is Hij ook God. Hij is toen mens geworden. Hij kwam en stierf aan het kruis. Waarom? Het staat in het slot van vers 26. Om de zonden te niet te doen door Zijn offer. Daar staat een heel krachtig woord. Elimineren. Een juridische term in het Grieks. Hij heeft de zonde ongeldig verklaard. Voelt u dat, dat is heel krachtig. Hij droeg de zonden. Hij heeft de zonden ongeldig verklaard. Weggedaan door Zijn offer. Daarom is er zo’n vreugde in de hemel als Hij Thuiskomst. Hij was 30 jaar op aarde. Maar wat gebeurde daar? Diepe dingen. Dood, graf. En toen kwam Hij terug. Het is volbracht. Heb je zo wel eens over Hemelvaart nagedacht? Hij heeft overwonnen. Alles wat door de zonde is gebroken geraakt. We zien het nog niet altijd. Kijk wat er gebeurt als er een voetbalclub heeft gewonnen. Dan gebeuren er dingen die niet gebeuren. Maar wat valt hun prestatie in het niet bij Jezus! Heeft u wel eens staan juichen bij wat Jezus heeft gedaan? Met heel je hart? Of vindt u dat te uitbundig? Nou, in de hemel krijgt Hij de hoogste plaats.

Nu is er vanmorgen toch een ander aspect van Hemelvaart dat ik verkondig. Tot troost. Hij is ook als Hogepriester binnengegaan (vers 24). Christus is de hemel binnengegaan. Als priester, Hogepriester (vers 11). Als u de Hebreeënbrief zou doorlezen, merkt u dat het gaat over het priesterschap van Jezus. Wij zien Jezus met eer en heerlijkheid gekroond, dat ook. Maar op priester ligt de nadruk.

Hebreeën is een ander woord voor joden. De schrijver richt zich op joodse lezers. Die kennen het Oude Testament goed. Daarom gaat het over de tabernakel, tempel, priesters. Wat deed een Hogepriester? Aaron en Johannes bijvoorbeeld. Hij mocht een keer per jaar in het binnenste heiligdom komen. Een keer per jaar. Met bloed. Niet zomaar. Vers 7. Niet zonder bloed. Als hij zomaar zou binnen lopen, zou hij sterven. Dat offerdier werd geofferd voor zijn eigen zonden maar ook voor de zonden van het volk. Wat deed die Hogepriester op Jom Kippoer? Hij bracht het bloed naar binnen om verzoening te doen.  Voor zichzelf en voor het volk.

Probeert u zich dat voor te stellen. Zo’n schaaltje met bloed. Die hogepriester die weer naar buiten komt. Dat werk wees op Jezus. Christus bracht het offer van Zijn leven. Die priester ging dat heilige binnen. Zo ging Christus de hemel binnen. Dat staat er letterlijk. Niet het heiligdom met handen gemaakt, maar in de hemel zelf. Daar is Hij zelf binnen gegaan.

De schrijver maakt dat tegenstellingen. Daardoor wordt de Hemelvaart steeds indringender. Vers 23-23. Onder oude verbond moesten dingen gereinigd worden. Maar de hemelse dingen moesten door betere offers gereinigd worden. Ziet u de tegenstelling? Het bloed van offerdieren tegenover betere offers. ‘Betere’ betekent niet, de dierenoffers zijn mooi, maar Jezus is beter. Nee, beter, betekent: volmaakt, compleet.

Waarom dan beter, volmaakt ten opzichte van die offers? Vers 24. Christus ging de hemel binnen. Niet het aardse heiligdom. Daar heeft Hij het bloed gebracht: in de hemel. Is het daar veilig of niet? Dat vraag ik u. Vers 25. Die aardse hogepriester moest elk jaar opnieuw een offer brengen. Maar Christus deed het voor eens en voor goed. Eenmaal! Zo krachtig is dat offer. Eenmaal (vers 26). Dat komt ook steeds terug in deze brief. Nog een derde tegenstelling, vers 25, die hogepriester moest elkaar vreemd bloed brengen, bloed van een offerdier. Maar Christus bracht Zijn eigen bloed.

Dat unieke, betere van het offer blijkt uit: Hij ging geen aards heiligdom binnen, Hij heeft dat eenmaal gedaan en Hij kwam met Zijn eigen bloed. Deze unieke Hogepriester. Hij staat garant voor de verzoening van Zijn volk.

Wat betekent dit voor mij? Wat is de verkondiging voor mij? Gemeente, hoor! Hoofdstuk 10 vers 19. Door het bloed is de toegang vrij. Wat betekent dat? Voor de hemelpoort staat een bordje. Wist je dat? Daar staat op: vrije toegang. De weg voor u en jou is vrij. Niet straks na je sterven. Nee. Nu! In dit leven. Christus heeft de weg gebaand. Zondaren kunnen bij God komen. Hij is voorgegaan. Door Zijn eigen bloed gegeven. Er is geen andere weg.

Als het ware staat er, vrije toegang, maar er is een nauwe poort. Het is de enige toegang. De enige deur waardoor je binnen kunt komen. We hebben dat bloed te zoeken. U hoeft niet ver te zoeken. Niet naar de hemel klimmen. Maar vanmorgen drupt het bloed op uw hoofd. Gelooft u dat? Door dat bloed mag je ingaan. Vrije toegang. De hemel is niet ver weg.

Er was een predikant, die vroeg aan catechisanten, waar is de hemel? Daar, wijs je, naar buiten. De dominee zei, steek je hand eens uit. Je hand is nu in de hemel, zei die dominee. Zo dichtbij is Jezus. Zo dichtbij is Christus, als Hij verkondigd wordt. Dan moet je je handen maar vouwen. Door het geloof mag je binnengaan (10:22). Tot Hem naderen met een waarachtig hart. Hij kwam om de zonde te niet te doen. U ontvangt de troost van het heilsfeit. Christus bracht wat Hij verdiend had, in de hemel. De zaligheid is niet in onze handen gelegd, maar in de hemel. Wie in het geloof is, voor hem ligt het vast.

Voor de Hebreeënbrief en de lezers is ook de neiging om te verslappen. Het zal allemaal wel. Coronatijd. Thuis meekijken. Geloof een ingezonken bedoeling. Vanmorgen word je wakker geschud! Het komt aan op volharding. Actieve geloofsovergave. Wie Hem verwachten, komen eenmaal Thuis.

Christus heeft zich niet teruggetrokken in de hemel. Niet: daar zit Hij dan. Hij wacht daar nu?! Nee. Hij is voortdurend bezig. Hij bidt en pleit. Denk mee aan die Hogepriester. Jezus ging ook zo de hemel binnen. Die hogepriester bracht het offer op het verzoendeksel. Jezus hoefde Zijn eigen zonden niet te verzoenen. Hij kwam niet voor zichzelf. Maar voor allen die in Hem geloven. Mag ik het zo voorstellen: toen Jezus op die Olijfberg naar de hemel ging, ging Hij zegenend naar de hemel. De discipelen zagen de doorboorde handen. Het is het laatste wat ze zagen. En toen kwam er een wolk. Wat gebeurde er toen er een wolk tussen kwam? Op dat moment draaide Jezus Zijn handen om: Vader, kijk, hier is die schaal met bloed. Zo kwam Jezus de hemel binnen. Op dit moment is Jezus bezig in de hemel om Zijn doorboorde handen aan Zijn Vader te laten zien. Vader, kijk eens, Ik heb het volbracht. Zo is Jezus de hemel binnengegaan.

Waar u ook meeluistert of meekijkt, in de kerk of thuis, misschien twijfel je voortdurend. Misschien kan je Jezus niet missen. Je hongert en dorst naar Hem. Kijk wat er staat in vers 24. Om nu voor het aangezicht van God te verschijnen voor ons! Dat is wat! Hij staat steeds tussenin. Tussen God en wij. Terwijl mijn leven elke dag bezoedeld wordt door de zonde. Ik maak de schuld elke dag meer. Je kunt de wanhoop nabij zijn. Onrecht in de wereld. Hij staat daar maar te bidden en te pleiten. In 7:25 staat dat Hij altijd leeft om altijd voor hen die door Hem tot God gaan, te pleiten.

Ik herinner me een man, ik moest hem begraven. Hij sprak niet zoveel. Ik kwam bij hem. Op zijn sterfbed. Het is goed, zei hij. Dat kan je nou zeggen, vroeg ik. Omdat Christus voor mij tussen treedt! Dat is de zekerheid van het geloof. Hij verschijnt nu voor het aangezicht van God. Hij maakt Zijn werk af! Hij bidt en pleit voor Zijn kinderen. Hij stierf een maal en leeft nu voor ons.

Hij komt terug. Dat is het laatste waar ik op wijs. De engelen zeiden dat al. Waarom kijk je naar boven? Deze Jezus zal net zo terugkomen als je Hem naar de hemel hebt zien gaan. Zie vers 27-28. Mensen moeten eenmaal sterven – dat moment komt, voor ons allemaal. Dan komt het oordeel. Zo zal ook Christus die eenmaal geofferd is, door hen gezien worden die Hem verwachten tot zaligheid. Hij zal zonder zonde gezien worden. De eerste keer ook. Toen werden de zonden op Hem gelegd. Alles op Hem. Vers 26. Maar Hij heeft de zonde teniet gedaan. De zonde heeft niets meer te vertellen. En vers 28: Hij zal zonder zonde gezien worden.

Verwacht u Hem? Mijn ziel verwacht Hem en ik hoop op Zijn Woord. Dan hoef je niet stil te zitten alsof de aarde er niet toe doet. Je leeft van Hem. Wie Hem verwacht, die komt Thuis. Werkelijk. Als Hij dan straks komt, komt Hij net zo terug. Hoe was dat? Zegenend. Aan het kruis was Hij genageld. Hij had Zijn vuisten kunnen laten zien. Hij komt zegenend terug voor hen die Hem verwachten. Wat een dag zal dat zijn!

Amen.

Dit is, dit is de poort des HEEREN;
Daar zal ’t rechtvaardig volk door treên,
Om hunnen God ootmoedig t’ eren,
Voor ’t smaken Zijner zaligheên.
Ik zal Uw naam en goedheid prijzen;
Gij hebt gehoord; Gij zijt mijn geest,
Door Uw ontelb’re gunstbewijzen,
Tot hulp, en heil, en vreugd geweest.

– Psalm 118 vers 10 (berijming 1773)

Hervormde Gemeente Reeuwijk, Dorpskerk, donderdag 13 mei 2021, 9:30 uur. Hemelvaartsdag. Schriftlezing: Lukas 24:50-51 en Hebreeën 9:1-12, 23-28. Geloofsbelijdenis met vraag en antwoord 49-51 van de Heidelbergse Catechismus.