Werkelijk gelukkig ben je als je zonden zijn vergeven, zegt David in Psalm 32. Die vergeving is mogelijk door Jezus Christus die kwam om onze zonden op zich te nemen. Hij doet ons getroost leven en sterven, alleen in Hem kunnen we werkelijk gelukkig zijn.

Vandaag zijn wij hier samen om afscheid te nemen van (…) Vader, schoonvader, opa, of hoe hem ook kende. Het voelt vreemd om iemand te begraven die ik nooit persoonlijk heb gesproken. Ik heb wel gehoord welke plek opa had. De woorden ook van vandaag stralen wederzijdse liefde en warmte uit. Het is goed dat uit te spreken naar elkaar, naar jezelf, naar God. Woorden van dank voor wat God in hem gaf.

(…) jaar, dat klinkt oud. En toch was zijn heengaan onverwacht. Het ouderlijk huis was al afgesloten, maar je had je vader nog. Opa. Dat is nu voorbij. Jullie schreven over verdriet over de kaart. Verdrietig omdat jullie hem moeten missen. Hij nam al afscheid. Hij wist dat zijn leven een einde zal hebben. Hij wist dat er bij de Heere plaats was voor hem. Niet verdrietig zijn, zei hij, dat is heel lief, maar ook onmogelijk. Je lijdt verlies. En je bent verdrietig. Je kunt je niet voorstellen hoe het is om niet meer naar hem toe te kunnen gaan.

Ik ben blij dat we het woord mogen openen. Johannes 14, dat waren de laatste gedachten van onze broeder. Een hoofdstuk van afscheid. Jezus bereidt Zijn discipelen voor. De band wordt niet gebroken. Hij maant tot geloof en vertrouwen. Laat uw hart niet in beroering komen. In het huis van Mijn Vader zijn vele woningen.

Laat uw hart niet in beroering komen. De gedachte dat je de ander moet missen, brengt je in beroering. Het wordt niet minder. Het wordt anders. Jezus zegt, Ik laat jullie niet los.

Thomas raakt in paniek. Jezus leert dat de band een eeuwige band is. Door Mij kom je tot God. Daarin vond hij houvast. Hij gaf zich over in de handen van God.

Ik dacht, als we samenkomen vanmiddag, verdrietig en dankbaar: maar elk overlijden zet ons stil. Wat is je eigen houvast. Vandaag begraven we (…) Voor ons komt het moment ook. De catechismus zegt dat je getroost kunt sterven. Dat is een van de meest kostbare dingen die je kunt hebben. Dat je niet jezelf hoeft te dragen of redden. Maar dat je Christus toebehoort. Dat is je houvast. Dat blijft staan.

Psalm 32 leert hoe je aan dat houvast komt. En hoe je erin leeft. Psalm 32 kreeg onze broeder mee bij zijn belijdenis. Mijn oog zal op u zijn. De Psalm wordt vaak een boetepsalm genoemd. Dat is het ook. Het gaat ook over de vrede met God.

Wie zijn nou gelukkig? Misschien vindt u het een domper, maar David zegt: dat zijn zij van wie de zonden vergeven. Van wie de overtreding is bedekt. Dat is het hoogste goed. Dat moet je weten als mens. Ben ik in vrede met de Schepper, Rechter?

David wil ons erin onderwijzen. Laat het bij u niet zo lang duren als bij mij, zegt hij. Bij God is genade en vergeving. Je kunt ervoor weglopen of omheen lopen. Dan doe je er het zwijgen toe. Je verzwijgt je zonden. Zo ging het David. Ik zweeg voor God. Totdat ik eerlijk werd – voor God en voor mezelf. Ik heb mijn zonden bekendgemaakt. Je kunt Gods niets vertellen wat Hij al niet weet. Alles is voor Hem open en helder. David zegt: ik ging mijn zonden belijden. God weet het allang. Maar wij hebben het nodig klein en ootmoedig te zijn. Voor zulke mensen is er een geopende deur.

En die deur is Christus. Het is Adventstijd. Het wonder: God ziet om naar een wereld verloren in schuld en dood. Als God het niet zou verhoeden, zouden we sterven. Maar God is bewogen met u en mij. Daarom komt Jezus. Hij is het Lam dat de zonden wegneemt. Zaligmaker, Redder, Verlosser. Dat veronderstelt dat we dat nodig hebben. De zonde wegnemen.

Er werd eens een verlamde man aan Zijn voeten gelegd. Iedereen denkt: Jezus zal genezen. Nee. In plaats daarvan vergeeft Hij de zonden! Dat is de kern, daar gaat het om. Dat is er, bij Hem moet je zijn. Hij is de Deur en de Weg. Sla niet af. Neem het aanbod dankbaar en ootmoedig aan. Een andere weg naar vrede is er niet. Wie van die genade leeft, krijgt van de Heere een belofte: Ik zal u onderwijzen en leren de weg die u zult gaan.

Ik geef die woorden weer door. Ik zal u onderwijzen, zegt God. En leren de weg die u zult gaan. Ik heb dat bij jou geproefd (…) Hoe loopt de weg? Iemand zei eens, wat raak je onderweg toch veel kwijt, veel dierbaars. Het geldt ook jullie gezin en familie. Denk aan (…) Op de begraafplaats komen er herinneringen bij. Ze rusten daar tot de dag dat Christus terugkomt. Als je het woord van God niet had, zou je er triest van worden. Het is hier een komen en gaan van geliefden.

Jullie ouders geloofden dat God ook genade zou geven om te sterven. God heeft ook genade om verder te gaan. Ik zal u leiden met Mijn oog. Je oor te luister leggen bij de Schriften! David jubelt: U bent mijn schuilplaats, U omringt mij met een vrolijk gezang. Mijn toevlucht is in God. Niet bij, maar in. Mijn gebed is dat je thuisraakt met die woorden van God.

De begraafplaats is de akker van de opstanding. We kijken niet louter naar beneden. We heffen onze harten omhoog, in de hemel. Zoals Hij troost, troost niemand. Geef ons, vergeef ons, leid ons… Dat bidden we. Die afhankelijkheid geeft vrede. Met die afhankelijkheid kan je verder.

Je zal je vader intens missen. Nooit meer even kunt vragen hoe iets was. Je gaat hem missen, elke week, op dagelijkse momenten. Rouw en huil maar. En herinner deze woorden. Deze belofte van God. Wie vergeven is, wordt door God geleid. Dan zal ook over dit gemis de troost van God lichten. Dan is het wel verdrietig, maar zou ik er een woord voor willen zetten: getroost. Getroost verdrietig.

Amen.

(Psalm 68,10)

Hervormde Gemeente Dordrecht, Pauluskerk, woensdag 30 november. Rouwdienst. Schriftlezing Psalm 32 en Johannes 14:1-6. Belijdenis van het geloof met Zondag 1 van de Heidelbergse Catechismus.