De tijd waarin Jesaja in Israël leefde vertoont overeenkomsten met onze tijd. We kunnen moedeloos worden als we om ons heen kijken en het geestelijke en burgerlijke verval zien. Daarom roepen we tot de HEERE of Hij wil ontwaken en ons wil bevrijden. Hij zet ons in beweging, met een zendingslied op de lippen zodat we – ook in moeilijke situaties – van Hem gaan getuigen.

Wakker worden!

Gemeente van Christus, de kerk in Colombia is een kleine kerk. Gemeenten zijn veelal keiner dan de gemeente van Reeuwijk-Dorp. Een kleine kerk. Een aangevochten kerk. Zij bidden voor u. Ik hoop dat u dat ook voor hen doet. Ver weg en dicht bij. We hebben een goede God die ons in beweging zet en die ons aan elkaar verbindt.

Wakker worden, heb ik boven de preek geschreven. Woorden van leven. Bekende woorden. Ik hoorde van onderaan de trap. Tijd om naar school, werk, kerk te gaan. Woorden van leven, van opstaan, van opschieten misschien wel, woorden van beweging.

In dit gedeelte gaat het over het volk van Israël. De kerk in het Oude Testament is voor ons een spiegel. Wij, de kerk van het Nieuwe Testament. De Israëlieten waren geroepen om op God te vertrouwen. Net als wij. Ze waren kinderen van het verbond. Net als wij. Geroepen om de geboden te volgen. Net als wij.

Jesaja is de woordvoerder van een volk dat moedeloos, angstig, bang is. Om allerlei redenen. Net als wij. Wij herkennen de woorden van angst, moedeloosheid. We hebben ze meegenomen naar de kerk.

Jesaja schrijft woorden die ons pijnlijk bekend voorkomen. Vijf woorden. Ik wil ze eerst langs lopen.

Ze zijn niet hun eigen baas. Ze zijn weggevoerd. De heidenen hebben het over hen te zeggen. Veel christenen ervaren dat op de wereld. Beproevingen en ballingschap van de tijd. Christenen voelen zich vreemdelingen. De wereld zal jullie haten, zei Christus. De stammen in de verstrooiing. Gelovigen zijn niet thuis in deze wereld. Dat ervaar je misschien niet als je in vrijheid je geloof mag beleven. De afgelopen jaar zijn 8 miljoen Colombianen verdreven door rebellen. Ze eisen het land op voor de productie van drugs. Ze begrijpen wat het is om gehaat te worden. Onrust, bedreiging, angst voor woede en smaad. Colombia staat in 2025 gelukkig iets lager op de ranglijst van Open Doors. De verwachting is dat het volgend jaar heel wat gestegen was. 380 miljoen christen ervaren zware vervolging en discriminatie.

Voor mij is dat ver weg, zeg je misschien. Misschien voel je je toch ongemakkelijk op je werk of universiteit. Kan zomaar zijn. Je voelt je ongemakkelijk met die nieuwe buren uit Amsterdam. Je voelt je misschien ongemakkelijk met familieleden die afscheid genomen hebben van je geloof. Op je werk of bijbaantje: men probeert jou eruit te werken omdat ze je op zondag nodig hebben. Dan maak je je zorgen. Net als hier in Jesaja 51 en 52.

Tweede punt is heimwee. Israël verlangt naar vroeger. Naar de daden van vroeger. Naar de tijd dat Hij het zeemonster doorboorde; bij de Rode Zee. Rahab; Egypte. Misschien voel je dat ook. Oude mensen praten soms over het verleden. In Colombia verlangen ze terug naar de eerste zendelingen. Die preekten gewoon in het openbaar. Waarom doen ze dat niet meer?

Derde punt van herkenning: de grootmachten maken de dienst uit. Voor Israël is het een onrustige tijd. Wegvoeringen, oorlog, macht en geld. Israël komt in de knel te zitten. Wij zitten klem tussen Amerika, Rusland, China en het Midden-Oosten. Morgen is de inauguratie van President Trump. Je bent bezorgd over de toekomst. Je voelt je teleurgesteld en onzeker. Misschien boos. Grootmachten die de dienst uitmaken.

Een vierde punt, verbazingwekkend hoeveel herkenning er zit: godsdienstige verwarring. Priesters doen mee aan de afgodendienst. In de kerk, tempel van die tijd, staan heidense voorwerpen. Nieuwe vormen van godsdienst. De dienst van God werd vermengd met heidense invloeden. Nieuwe vormen, nieuwe praktijken. Kerken die verkocht worden aan supermarkten, discotheken. In de kerk: oppervlakkigheid, ongehoorzaamheid aan de wegen van God.

Een laatste puntje: verval van het burgerlijke leven. Er waren scherpe contrasten tussen bevolkingsgroepen. Er mochten van God geen armen zijn. Winstbejag van handelaars: schandelijk. Grote sociale ongelijkheid. Klinkt dit niet bekend? Je ziet hoe onrecht ongemoeid blijft. Gevoelens van onderdrukking, machteloosheid. Marcos Vidal, een Amerikaanse zanger: waar, o God, is Uw gerechtigheid, Uw wraak? Waarom zwijgt U, Heer? Hoe lang duurt het voordat Uw Geest komt?

Dat herkennen we: geestelijke zwaarmoedigheid. Gevoelens van ongemak en angst. De vraag is: waar is God? Waar is het licht, zo groot, zo schoon, gedaald van ’s hemels troon.

Daarom roepen we: ontwaak, o God. Bekleed U met kracht. Hoor ons! Doe niet alsof U ver weg bent. We herkennen U door Uw machtige daden. Dan zal ons geloof weer ademhalen. Dan zal de vreugde weer terugkeren. Toon Uw kracht en macht! Uw sterke arm komt dichtbij in mijn leven. Als Hij er met Zijn Geest is, dan verdwijnen verdriet en zuchten als sneeuw voor de zon. Word wakker. Waarom zou U slapen, Heer? Dat zingt de dichter van Psalm 44.

Wat een opluchting geeft dat dat je roepen kunt vanuit de misère. Zo aan de trap van de hemel te staan. Roepen of God in beweging wil komen. Verhoog, o Heer, Uw Naam en kracht!

Hoor dan! Weet je hoe God antwoordt? Vers 12. Ik ben degene die u troost. Ik, Ik. Twee keer geroepen ontwaak en nu twee keer ‘Ik’. De God van het verbond antwoordt heel persoonlijk. Hij antwoordt deze morgen. Als je Mijn macht kent, hoef je niet bang te zijn,  nergens voor. Niet voor hen die tegen je zijn. Niet voor wat je hart bezwaart. Mensen vergaan als gras. De woede van onderdrukkers heeft niets te beteken. Je hoeft voor de toorn van anderen niet te vrezen. Je zult in de put van de ellende niet sterven. Misschien hebben je vijanden je met de dood bedreigd. Maar Ik zal jou bevrijden. Ik bedek je. Je bent Mijn kind.

Woorden van troost en liefde en kracht. Deze woorden krijgen nog meer betekenis als we ze verbinden aan de Heere Jezus. In Hem verdwijnen alle zorgen en moeilijkheden. We horen dit zo: Ik ben het Brood des Levens. Ik, Ik ben het Licht van de wereld. Ik ben de deur voor de schapen. Ik, Ik ben de Goede Herder. Ik, Ik ben de Opstanding en het Leven. Ik ben de ware wijnstok. Achter dat Ik, Ik van de Trooster gaat de Heere Jezus schuil. Hij haalt je uit de problemen. En brengt je in het licht van God. Hij neemt je zonden weg. Hij komt mij te hulp als ik tot Hem roep. Dat kan diep beleefd worden.

Verlossing kan heel concreet zijn. Dat merkten wij in Colombia. Met knopen waar je mee worstelt. Concrete vijanden, concrete zwaarmoedigheid, concrete angsten. God wil ze wegnemen. Ik, Ik ben het die troost en bevrijdt.

Wij zijn dat misschien vergeten, maar in Latijns Amerika niet. Ik herinner met het getuigenis van een predikantsechtpaar die werken onde guerillastrijders. We zoeken de jongens op, zeggen ze dan, we hebben het evangelie gebracht. Sommigen kwamen tot geloof. Meteen kwam dan de bevrijding. Ze zeiden dat ze me zeven kogels door mijn hoofd zouden schieten. Ze vonden een dood lichaam voor hun huis. Dit gaat met jullie gebeuren. Verhuizen? Nee. We bleven. God geeft jullie een ultimatum: jullie moeten je bekeren. Een van de strijders kwam Catharina tegen, zette een pistool tegen haar hoofd. Er is kracht in het bloed. Wie heeft er hier een pistool? Ik heb de macht om je te doden, zei die strijder. Ze voelde niets. Hij haalde de trekker over. Een lege knal, er gebeurde niets. Nog twee schoten. Droge knallen, zonder kogels. Zijn wapen viel uit elkaar. God beschermt ons. Ons zal niets overkomen buiten Zijn wil!

Niet altijd; 28 december was er een pastoorsechtpaar met hun kinderen, ze schoven aan bij een van de kerkleden om te eten. Alle vier zijn ze vermoord door een motor die voor kwam rijden. God heeft niet altijd hele concrete verlossingsacties.

Verlossing en troost heeft niet alleen met het diep geestelijke, maar ook met het concrete leven. Tot God roepen doe je nooit tevergeefs. Je doet dat niet vrijblijvend.

God draait het om. We horen opnieuw de woorden: Ontwaak, ontwaak! Ontwaak, ontwaak Jeruzalem. En in 52 vers 1 nog een keer. God zet ons aan het werk. Zeker, Hij wil je te hulp komen. Hij wil je troosten, erbij zijn. Alsof Hij zegt: Ik zal in beweging komen, maar jij ook. Gemeente van de Heere Jezus Christus, ontwaak!

Dan rijst de vraag: die gevoelens van zorg en  angst, dat piekeren – is dat geen bestraffing van God? Moest de Heere ons niet eerst laten drinken van de beker van Zijn toorn en grimmigheid? Dat kan ook. Dat God afwezig is in je leven. Ik hoop niet dat dat het geval is. Maar dat kan wel. Paulus gebruikt het woord: doodsslaap. Ontwaak en sta op uit de dood. Het evangelie, de wekroep. Christus heeft woorden van leven voor jou!

Jesaja laat ons nadenken over onze positie ten opzichte van God. Ontwaak, ontwaak. Bekleed je met kracht. Trek je mooiste kleren aan. Dit gaat niet om Gods kracht, maar om de kracht van de gemeente van Christus. God is geen brandweergod: die komt om branden te blussen. Nee. God gaat een verbondsrelatie aan. Een heilige relatie. Ik ben uw God, in al uw nood en zorg. Jullie zijn Mijn volk, Mijn kinderen.

Die kleding hier verwijst naar de priesterkleding. De mode van de gelovigen. Apart gezet voor God. Sta op, draag de kleren van de sterkte. En de kleren van de gerechtigheid. En van de zaligheid, van het heil. Een gewaad van lof en aanbidding. Maak je zondige ketenen los. Laat je berusting en passiviteit varen. Dat zijn geen mooie kleren voor de gemeente. Sta in je kracht – dat is heel modern, maar Jesaja is modern. Omdat je weet dat je Mijn Naam kent, wil Ik dat je met Mij leeft.

Ook met je mond. God legt ons een zendingslied op de lippen. Hoe lieflijk zijn de voeten van hen die het goede boodschappen. Die het heil laat horen. Die tegen Sion zegt: Uw God is Koning. Dit is waar het om gaat, in ruil voor Zijn verlossende en beschermende nabijheid. Vrede, goedheid, heil. Als barmhartige Samaritanen in de wereld staan. Onze handen leggen op de wonden van de wereld. Thuis, ziekenhuis, klas, openbaar vervoer. Een boodschap van vrede. Een boodschap van een goede God.

De boodschap van verlossing; dat Jezus je verlost van alle kwaad. Boodschapper zijn van de nabijheid van Jezus in je leven. Hij die onze angst en bezorgdheid verandert in moed. Paulus schrijft dat, over de gemeente van Rome, dat hun geloof zich verspreidde: hoe lieflijk zijn hun voeten, zij die de vrede verkondigen.

We mogen samen boodschappers zijn. Met de voeten. De minst edele delen. Het evangelie zal de meest onwaardige bereiken. John Piper heeft er prachtig over geschreven, over Psalm 67. Niet bekering is het eerste, maar de lof aan God.

Lang geleden hoorde ik een preek van dr. C.A. Tukker. Wat zouden we zeggen bij een niet-christelijke vriend bij zijn sterfbed? Het Onze Vader bidden? Het meest volmaakte gebed. Of de geloofsbelijdenis – een mooie samenvatting van wat we geloven en belijden. Of een belangrijke tekst (bijvoorbeeld Joh. 3:16). Er zit wel iets goeds in deze antwoorden, maar het beste zit in Psalm 117. Loof Hem, prijs Hem, Zijn goedertierenheid is machtig over ons, Zijn trouw is voor eeuwig. Hallelujah.

De les van vanmorgen: als we in onszelf zijn, dan zijn we angstig en moedeloos. We moeten God wakker roepen. Hij wil bij ons zijn. Als we door Hem zijn wakker gemaakt, ons geloof versterken, ons krachtig in beweging zetten. Een missionair loflied op onze lippen.

Amen.

De volken zullen U belijden,
O God, U loven al te zaâm.
De landen zullen zich verblijden,
En juichen over Uwen naam.
Volken zult Gij rechten,
Hunne zaak beslechten,
In rechtmatigheid;
Volken op deez’ aarde,
Die Uw arm vergaarde,
Die Gij veilig leidt.

De volken zullen, HEER, U loven;
O HEER, U loven altemaal,
Die d’ aarde vruchtbaar maakt van boven,
Dat z’ ons op haar gewas onthaal’.
God is ons genegen;
Onze God geeft zegen.
Hij, die alles geeft,
Hij zal zijn geprezen;
Hem zal alles vrezen,
Wat op aarde leeft.

– Psalm 67 vers 2 en 3 (berijming 1773)

Hervormde Gemeente Reeuwijk, Dorpskerk, zondag 19 januari 2025, 9.30 uur. Schriftlezing Jesaja 51:9-17 en Jesjaa 52:1-2 en 7-8.