Jacob is op de vlucht voor Ezau en komt alleen aan in Luz (Bethel). Daar valt hij op een steen in slaap. De HEERE verschijnt aan hem in een droom. Volgens Calvijn ziet de ladder op het kruis van Christus: daarin toont God Zijn neerbuigende genade. Hij ziet naar ons om, onverdiend, wij hoeven zelf de treden te beklimmen. 

Bethel

Bethel is een bekende naam. In het leven van Abraham is het een gewijde plaats. Bij Jacob komen we nog dichterbij. En wordt het een bijzondere plaats. Als je zoekt in het OT,dan kom je tegen in Richteren dat daar de Ark heeft gestaan. En in de tijd van Samuel werd er recht gesproken. En de profeten school was daar. Heel raar is dat in het NT de naam niet meer genoemd wordt. Veel christelijke kerken zijn zo genoemd. Een Bethelkerk. En soms ook Pnielgemeente. De ene wijkgemeente Bethel en de andere Pniel (Zeist). Er is wat liturgie verschil en de gemeenten zijn wat uit elkaar gaan lopen.

Die naam Bethel is heel geliefd. Er zijn meer Bethelkerken dan Pnielkerken. Een kerk is naar een theoloog genoemd: Calvijnkerk, in Baarn. De oude dominee Kievit, die gemeente was op Calvijn gericht. Ik heb liever Bethel of Pniel, dan Calvijn, wat dat is een mens.

In Genesis 28 wordt die naam extra genoemd. Uit de mond van Jacob. Een paar hoofdstukken verder, 20 jaar zit er tussen, komt die naam terug. Dan heeft hij een gezin gekregen. In 31e hoofdstuk is hij op de terugreis. De Heere verschijnt dan. Opnieuw. Ik ben die God van Bethel.

Kennen wij die God van Bethel persoonlijk? Het is een andere tijd en cultuur. Je kunt niet veel vergelijken met ons nu. Maar toch is het goed om te kijken wat er staat.

Het is avond. Jacob is gevlucht voor Ezau. Ezau heeft alles geërfd. Jacob moet vluchten. Hij had wel het eerstegeboorterecht. Hij heeft niets van al die bezittingen. Hij gaat met lege handen op pad. Als een veldhoen. In de Psalmen kom je dat tegen: als een veldhoen op de bergen. Een kip zonder kop, rent alle kanten uit. Hij is aan het vluchten. Er zijn geen routeplanners. God zal je wel brengen? Hij brengt je waar Hij je hebben wil. Maar of je dat zo bij de hand hebt? Hij heeft geen psalmboek. Hij zingt niet dat versje ‘Blijf mij nabij’.

Hij is vermoeid. Gaan liggen. De zon daalt. Hij is doodop. Dan is het stikdonker. Een donkere hemel boven je. Je familie ver weg. Hoe lang zal het duren? Hij is kwetsbaar. Overvallen worden onderweg. Dat je bestolen wordt. Mensen zijn niet zo betrouwbaar als je denkt. Kijk in de spiegel! Jacobs naam betekent: hielenlichter. Een ander pootje licht. De buit afpakt.

Hoe is dat voor Jacob? Op een steen zijn hoofd neer legt. Ik denk dat niemand vannacht op een steen heeft gelegen. Gaat de hemel dan voor je open? Misschien kan je niet eens meer naar boven kijken.

En dan komt er die droom. Een prachtig beeld. Een ladder. Bovenaan God. Die ladder leunt op God. God is niet te zien. Bestaat Hij wel? Ja. Hij staat aan het hoofd. De ladder in het vergankelijke leven. Stof zijt gij. Levensvragen, wat heb je soms nog over? Ik merk het aan mijn zoon. Niemand kan iets zeggen over zijn vrouw. Afwachten maar, zeggen mensen. Maar afwachten staat niet in de bijbel. Je weet het maar nooit. Wel: verwachten. De hemel moet open!

En dat doet God. Er wordt een ladder neergelaten. De neerwaartse beweging. Je hoeft er niet naar op te klimmen. Op de ene trede en dan verder. Dat is in de andere godsdiensten. Nee. Niet in eigen kracht. Neergelaten. Genade. Je hebt het niet verdiend. God laat een ladder neer. Ik zal je niet begeven en niet verlaten. Het kan gebeuren met een kaartje. Wat zet je erop? Wij mogen geen bloemetje sturen vanwege infectie. Je hoopt dat ze mag blijven leven. Oudste dochter heeft trouwplannen. Wat zet je op een kaart? Niet als dominee tegenover je kinderen. Geen bijbeltekst. Allemaal machteloos. Maar in Gods hand geborgen.

Is dat voor Jacob ook zo? We zeggen makkelijk: God zal je helpen. Je beseft dat je dat niet kunt geven. Jacob heeft niemand. Misschien niet zijn moeder nog voor hem. Dat weet hij niet. Er gebeurt meer wat je niet weet. Bedrieger! In de geschiedenis wordt nogal wat bedrog gepleegd, met de kinderen van Laban. Bestaat de mensheid uit bedrog? Elkaar bedriegen, niet op elkaar ingesteld zijn? Ja is het zo vleselijk? Paulus zegt dat: verkocht onder de zonde. Van jouw kant niets te verwachten. Hij spreekt gewis tot elk die voor Hem leeft. Maar leeft een bedrieger bij God? Als ik maar… Alles wat je niet kwijt wilt.

Wat is die ladder? Ik heb ontdekt dat Calvijn de lader vergelijkt met het kruis van Jezus. Dat verraste me. Dat lijkt op een vergeestelijking. Het maakte me blij. Je mag het zo lezen. Liefde van God: verticaal. Het kruis. Alles wordt daardoor gedragen. We zijn bij elkaar in naam van het kruis. Straks is er een steen, met olie. Verstaat Jacob de droom? Dat God een plan heeft? Aan u zal Ik dit land geven, aan uw nageslacht? Looft de Heere, alle volkeren! Ik ben de God van Abraham maar ook van jou, Jacob. Die God heeft een brede armslag en lange trouw in de eeuwen, tot vandaag. Onze ik-gerichtheid moet eraan. Kun je door de droom vernieuwd worden? Levend gemaakt worden? Zijn dingen om van te dromen. Dat is ook een profetische gave, van de Geest. Ik heb het nodig dat ik dit vandaag hoor. Dat God die deze plaats zegent. Het dak is de hemel. Die is open, de hemel, met die ladder. Een huis van God. Maar er is geen huis. Wat is het huis van God?

Waar kom je vandaan? En waar ga je naar toe? Wat is het doel, om bij de Heere te zijn? Niet leven met vrees. Maar met verwachting.

Jacob zegt: ik heb niet beseft dat dit een huis van God is. Een moeilijk moment in je leven. Een huis van God! Niet van kerkgang afhankelijk, of van kerkgang. Hij komt en spreekt! Hij laat zien wie Hij is. Een vreselijke plaats. Omdat hij in de verwerking van de droom komt, hij beseft zijn zondigheid. Alles moet eraan.  Ik moet eraan. En toch blijf ik. Ik blijf omdat Hij mij in leven laat. Ik vrees. Ten dage dat ik zal vrezen, zal ik op U vertrouwen.

Nu mag ik het wel weten. Bethel. De leiding van God. Dat was mijn Bethel. Achteraf zie je dat soms. Dat je je leven kwijtraakt aan God. Kan ik verder? Ja, als God meegaat. Psalm 73: het is mij goed nabij God te zijn. De vraag is, in welke gezindheid bevinden wij ons? In deze Coronatijd? We moeten verder. Waar loopt het op uit? Bethel. De Heere de God van Bethel is erbij. Daar gaat het om: dat je weet van Bethel, van de uitgestorte liefde van God.

Als U mij maar eten en kleding geeft, vraagt Jacob. Doet me denken aan de Spreukendichter. Geef me het eten en kleding en het allernodigste, uit Uw hand. Ik zal U een tiende geven. Niet als betaling of rente, maar vrijwillige offerande. Die begint met een gebroken geest. God wil dat je zegt: ik heb er alles voor over. Ik geef alles aan U terug. Hier doet Jacob een gelofte. Je leven kan in een engte komen. Dat je dan zegt, als U mij zegent, zal ik mijn leven in Uw dienst besteden. Roeping tot het ambt kan! Als U mij het allernodigste geeft, zal ik U erkennen als de gevende en vergevende God. Aan de voet van het kruis is de hoogste plaats.

Jacob kan en gaat verder. 20 jaar. Bedrog op bedrog. Teleurstelling. Waar is die God dan? Maar later verschijnt de Heere opnieuw. Ik ben nog steeds die God. Herinnerd worden aan je Doop, trouwdag, belijdenis. U bent nog steeds die zelfde. U bent vanouds mijn Toeverlaat. Met de belofte van de Geest zijn de discipelen achtergelaten. Soms hebben mensen streepjes in hun bijbel. Of een datum erbij. Dan komen er verhalen. Toen en toen, een preek, juist bij dit hoofdstuk. In een bijbeltje. Toen kwam de Heere over. Dat is Bethel.

Het verhaal kennen we allemaal. Hou het tegen het licht van je eigen leven. Kun je een markering maken? Zet eens een klein kruisje! Een aantekening. Zoek het nog eens even op. Toen. Bethel. Niet vergeten. Dit is een huis van God. In de open lucht. Ik ben erbij. Dat zegt de Heere tegen u, jou en mij. De God van Bethel. Op kosten van Jezus. Hij gaf Hem aan ons. Amen.

Zalig hij, die in dit leven
Jacobs God ter hulpe heeft;
Hij, die door den nood gedreven,
Zich tot Hem om troost begeeft;
Die zijn hoop, in ’t hachlijkst lot,
Vestigt op den HEER, zijn God.

– Psalm 146 vers 3 (berijming 1773)

Hervormde Gemeente Reeuwijk, Dorpskerk, zondag 16 augustus 2020, 9:30 uur. Schriftlezing Genesis 28:10-22.