Als de Heere Jezus in een huis in Kapernaum preekt, wordt daar een geraakte die te bed lag door zijn vier vrienden binnengedragen. Vanwege de menigte van mensen kunnen ze niet via de deur maar laten hun vriend via het dak neerzakken tot aan de voeten van de Heere Jezus. Het is het geloof door God gewerkt dat vindingrijk maakt. De Heere Jezus ziet hun harten aan en vindt er het geloof in Hem. Hoe is dat met ons? Liggen of zitten wij al aan de voeten van de gezegende Zaligmaker die gekomen is naar deze wereld om de zonden te vergeven? Zie op Hem, alleen bij Hem is vergeving van uw zonden. Wie op Hem vertrouwd zal niet beschaamd worden.
Markus 2 vers 5: ‘En Jezus, hun geloof ziende, zeide tot den geraakte: Zoon, uw zonden zijn u vergeven‘.
Jezus is door Zijn Vader bevoegd om zonden te vergeven
1. De geraakte verlangt naar de vergeving van zijn zonden;
2. De Heere Jezus vergeeft zijn zonden;
3. De vergeving van zijn zonden bestreden;
4. De reactie op de vergeving van zijn zonden.
1. De geraakte verlangt naar de vergeving van zijn zonden
Gemeente, we treffen de Heere Jezus aan in Kapernaüm. Zeer bevoorrecht stadje. Hij is er vaak geweest. Tot de hemelen toe verhoogd. Wonderen verricht. Iemand van de duivel bevrijdt. Toen Hij een keer naar een huis ging met Zijn broer Andreas trof Hij daar de doodzieke schoonmoeder van Petrus aan. Hij heeft er ook een melaatse genezen. Het werd ook wel Zijn stad genoemd maar Hij heeft er geen huis gehad. De vossen hebben holen en de vogels nesten maar de Zoon des mensen heeft geen plaats om Zijn hoofd neder te leggen.
In het huis van Petrus en Andreas vermoedelijk gewoond. Gezegend is dat huis. Waar Hij genodigd is, een welkome gast. Wat aangrijpend als er voor Hem geen plaats is in uw huis en wel plaats voor allerlei andere dingen. Ik heb weleens bij een huwelijksdienst gezegd Jezus was ook genood. We hoorden de aankondiging van een huwelijksdienst. Wat een wonder als Hij er ook is.
In het huis in Kapernaüm treffen een geraakte aan. De man kan geen stap zetten en daarom moet hij door anderen gedragen worden. Wat een wonder dat Jezus bij hem in het huis komt. Zoals Hij kort daarna in het huis van Levi gekomen is. Ongetwijfeld heeft hij ervoor geboden of de Heere Jezus ook bij mij mag komen. Zo ook de vier vrienden gebeden. De Heere Jezus heeft het geloof in het hart gewerkt dat Hij ook kan genezen.
De man leeft tussen hoop en vrees. Als hij op zichzelf ziet, dan kan het niet want onderwezen in de leer van Farizeeën. Die leerden dat ziekte eigen schuld was. U kent het wel bij de blindgeborene. Heeft hij gezondigd of zijn ouders? Daarom werden ziekten vaak gezien als zonden. Als hij op zichzelf moet zien dan zou de Heere Jezus aan hem voorbij moeten gaan. Hij gelooft dat het kan aan de andere kant en verlangt ernaar dat het gebeurt.
Nu blijkt dat deze man die elke dag eenzaam in huis ligt als het ware toch vier vrienden heeft. Zij geloven het ook dat hij genezen kan worden. Ze geloven dat Hij de lang beloofde Messias is. Ze hebben er samen over gesproken. Als ze op een dag gehoord hebben dat Jezus weer in Kapernaüm is. En dan gaan die vier vrienden naar hun vriend en nemen ze de punt van zijn matras op. Ze brengen hem naar de Heere Jezus.
U begrijpt wel dat deze man al zijn hoop en verwachting op de Heere Jezus heeft gesteld. En bij zijn vrienden is het hetzelfde. En we belijden toch dat allen die hun hoop op Hem hebben gesteld nooit beschaamd zullen worden. Maar dat geloof wordt beproefd. Als ze bij dat huis komen kunnen ze niet naar binnen gaan. Er zijn ook vele andere mensen die in het huis zijn. Er is geen plaatsje meer over en de mensen staan zelfs buiten het huis om een woordje van Jezus op te vangen.
Ze verdringen elkaar bijna. De toegang is versperd. En hoe de vrienden ook vragen maak alsjeblieft ruimte, er is niet eentje die ruimte geeft. Omdat ze allen bang zijn straks geen plaatsje te hebben. Maar de vrienden raken niet ontmoedigd en ook de geraakte zegt het niet. Hij laat zich niet ontmoedigen. Omdat de verlamde zijn geloofsoog op Hem gevestigd heeft, mag Hij het van Hem verwachten. De liefde maakt vindingrijk.
De vrienden zagen aan de buitenkant dat er een trap naast het huis naar het dak loopt. Ze lopen de trap op naar het dak. Ze geven niet op. Als ze op het dak zijn, dan luisteren ze goed waar Jezus is. Opperzaal wellicht, binnenplaats. Ze nemen de tegels weg die op de balken liggen, dan ontstaat er een gat in het dak. Dan laten ze heel handig de zieke man zakken tot aan de voeten van Jezus. Al zijn hoop en verwachting is op Jezus gesteld.
Jezus zat daar te preken of stond daar. Hij keek op naar de Heere Jezus. Omdat Hij machtig is om mensen van hun nood te helpen. Hij belijdt zondaar te zijn. Een verlangen in zijn hart: dat de Heere Zich over hem zou ontfermen. Zijn genade verheerlijken in zijn leven. Nu hij in de ogen van de Heere Jezus kijkt, slaat als het ware zijn keel dicht. Er staat in geen Evangelie dat hij gesproken heeft. Misschien heeft u dat ook wel. Toen over de liefde van de Heere Jezus werd gepreekt of met het Avondmaal, dat dan uw keel als het ware dicht is.
Hij weet: Hij die trouw is zal mij voeren uit de bozen’ netten. Spreken kan hij niet. Maar de bede in zijn ziel: wees mij toch genadig. Ja, de ellende drukt mij neer. Daarom is al zijn hoop en verwachting op de Heere Jezus gevestigd. Hij die de grote kenner der harten, ook weet wat er in het hart van de man omgaat die geen woord kan spreken. Hij ziet het geloof in het hart van de man en zijn vrienden. Dat hij een zaligmakend geloof heeft, hoeft niemand aan te twijfelen. Dat heeft u vanmorgen al kunnen beluisteren.
Dan gaan we ook woorden van troost horen. Jezus neemt eerst het zwaartste kruis. Ziekten zijn gevolg van de zonden. Daarom neemt Hij de oorzaak weg. De tweede gedachte.
2. De Heere Jezus vergeeft zijn zonden
Zoon, uw zonden zijn u vergeven. Dat is zijn grootste nood. Niet dat de man nu teleurgesteld is dat hij wilde gaan lopen en nu vergeving van zonden ontvangt. Nee gemeente. Jezus kent zijn hart. Eerst de oorzaak wegnemen. Wat zou het als hemelse muziek in zijn hart hebben geklonken. Zoon, uw zonden zijn u vergeven. Wat is dat voor hem een wonder geworden zijn. Dat hij door Wie nu zijn zonden vergeven zijn, zoon genoemd worden. Hij was door zijn zonden geen zoon. Hij was ervan overtuigd geen kind te zijn, en daarom kon hij God geen Vader noemen.
Wat er nu door deze man heenging, is niet in woorden uit te drukken. Hij gelooft het. Hij drinkt die woorden die Jezus spreekt in als levend water. Het geeft zoveel blijdschap in zijn hart. Uitroepen van vrede. Want de berg van zonden en schuld die scheiding maakten tussen God en zijn ziel, is weggenomen. Daarom zingt het in zijn ziel. Ook blijdschap in de hemel die tot bekering is gekomen. O wat een heerlijk Evangelie.
En dit uit de mond van deze Man mogen beluisteren. Wat zo’n wonder is dat de Heere Jezus u en jou ziet zitten. Maar hoe zit u onder de prediking van het Woord neer? Nee, u ligt niet. Want u bent niet ziek. Maar misschien bent u ziek en ligt u thuis mee te luisteren. Zo zit of ligt u om door Hem geholpen te worden. Zoals Maria aan Zijn voeten zat. Zit u hier neer, ligt u hier neer? Gaat het uit het verlangen van uw hart op om het uit de mond van de Heere Jezus te horen: zoon, dochter, uw zonden zijn u vergeven.
Zie op mij genadig. Eenzaam ben ik en gevloden. Duizend doden, duizend angsten kwellen mijn angstig hart. Wend U in genade tot mij weer. Als dat in ernst tot Hem is, zal Hij Zich tot u wenden. Hij is machtig om schuld te vergeven. Hij is immers gekomen en te zoeken wat zalig is. Rantsoen voor velen. Voor deze verlamde man. Hij zal straks redding gaan brengen aan het kruis. Hij neemt de zonden van deze man voor Zijn rekening. Die zalige ruil.
Die gerechtigheid van Jezus ontvangt hij en Jezus neemt zijn ongerechtigheid. Van die geweldige weldaad moeten wij weten. Dat wij het eigendom zijn van Hem voor tijd en eeuwigheid. Leg u aan de Heere Jezus neer of zit toch aan Zijn voeten neer. Met de belijdenis van uw zonden. Verberg geen kwaad dat in mij werd gevonden. We willen er niet voor uitkomen. Voor de Heere niet en voor de mensen niet. Maar er eerlijk voor uitkomen. Ik verborg geen kwaad dat in mij werd gevonden. Bede: neem die boze daden toch gunstig weg.
We hebben gezien dat de Heere Jezus gezien dat deze ongelukkige man Zijn genade heeft verheerlijkt. Nu gaan we ook zien dat de genade wordt bestreden.
3. De vergeving van zijn zonden bestreden
Waar de Heere werkt, komt de duivel er altijd op af. Om in het leven van Zijn kinderen het werk te bestrijden. Om dat werk teniet te doen, dat wil hij tenminste. Onder die hoorders zijn ook Schriftgeleerden uit Jeruzalem. Gezonden naar Kapernaüm om de Heere Jezus eens goed in de gaten te houden. Om te horen wat hij preekt. Met Zijn preken zijn ze het helemaal niet eens. Ze willen handvaten om Hem te bestrijden. Gekomen om naar Zijn liefelijke woorden te luisteren maar om te vangen op een enkel woord. Zij hebben geen enkele verwachting van Hem.
Hij komt immers niet met hun verwachting overeen. Als Hij de Messias was, dan zou Hij zich tot niet met deze man onderhouden maar met hen. Zij hebben Hem niet nodig maar denken zalig te worden met de werken van de wet. Ze hebben er een verre reis voor genomen. Om Jezus te horen. Misschien wel ergens onderdak gehad in Kapernaüm en gewacht op het moment dat Jezus in dat huis zou gaan spreken.
Ze zitten op een voorname plaats. Mensen respect voor hen. Deze lieden zitten zo dicht mogelijk bij Jezus. Maar ze zitten niet als die geraakte. Ze zitten met een vijandig hart en moeten van Jezus niets hebben. Maar ze zeggen helemaal niet als Jezus de man zijn zonden heeft vergeven. Ze denken in hun hart dat het godslastering is. Ze weigeren te erkennen dat Hij de Zoon van God is en machtig is de zonden te vergeven.
Ze denken dat Hij een gewoon mens is die beweert de zonden te kunnen vergeven. Maar ze uiten het niet. Maar de Heere Jezus weet wat in het hart van de man omgaat en ook van de Schriftgeleerden. Ze vinden dat Hij moet sterven. Hij laat merken dat Hij het weet. De Zoon van God die alles weet.
Wat denkt u? Hij laat weten wat er in het verborgen van hun hart omgaat. En dan nog weigeren ze om te vertellen wat in hun hart omgaat. Ze verharden zich onder het Woord. Hij vraagt om hen te overtuigen wat is nu makkelijker om te doen: de zonden zijn u vergeven of te zeggen sta op en wandel. De zonden vergeven kunnen we toch niet controleren maar de man laten lopen is toch nog wat anders. Maar ze geven geen antwoord.
Maar opdat u zult weten dat de Zoon van God macht heeft de zonden zijn u vergeven, zegt tot de man: sta op en wandel. U begrijpt dat alle ogen op deze man gericht zijn. Als deze man nu opstaat, dan is dat het bewijs dat Ik macht heb de zonden te vergeven. Ze zien het allemaal gebeuren. De man krijgt kracht in zijn benen. Niet geleidelijk maar ineens, niet zoals een kind leert lopen. Met kracht staat hij op. Neemt zijn bed op en loopt weg zonder therapie.
Mensen soms maanden oefenen om weer te lopen. Deze man had nog nooit gelopen. En nu loopt deze man zonder therapie weg. Nu maken ze allemaal plaats voor hem. Hij moest via het dak naar binnen. Nu kan hij zelf weglopen.
4. De reactie op de vergeving van zijn zonden
De eerste reactie van de Schriftgeleerden is de eerste. Het is een verschrikkelijke reactie. Hij heeft Zijn macht getoond. Het bewijs is geleverd. Maar ze weigeren het te geloven. Ze zijn er getuigen van dat Hij de man genezen heeft. Maar ze weigeren Zijn macht te erkennen. Als de Zoon van God. Ondanks alles wat ze gehoord en gezien hebben met een hart vol vijandschap terug naar Jeruzalem. Erg is dat zoveel van de Heere Jezus hebt gezien. Ook in de kerk. Als u daar dezelfde onder kunt blijven en gebleven bent.
Als u dat bent, dan begrijpt u ook wel dat wat we gezien en gehoord hebben in de dag van het oordeel tegen ons getuigen. Maar de schare gaat anders naar huis. Verwonderd over het werk van God. Ontzet. Sprakeloos over het wonder dat hier gebeurd is. Ze roepen het uit we hebben nog nooit zoiets gezien. In hoeverre het alleen verstandelijk is, weet de Heere alleen maar er zullen ongetwijfeld geweest zijn die de Heere werkelijk dienden.
Lukas schrijft dat de man met blijdschap vertrekt. De berg van de zonden weggenomen. Hij kan het niet klein krijgen dat de Heere Jezus zo goed voor hem is. Genezing van de lichamelijke kwaal het bewijs is van de vergeving van zijn zonden. Terug naar zijn huis waar hij jaren heeft gewoond. Maar nu weet hij door de vergeving van zijn zonden ook dat hij op weg is naar het Vaderhuis. Dat hij eeuwig zal zingen van Gods goedertierenheen. Wat zal ik met Gods gunst overladen, voor Zijn trouw vergelden.
Op zijn voeten waarop hij nog nooit had kunnen lopen. De Heere groot te maken. Wat een blijdschap in zijn ziel. Een stroom van ongerechtigheden weggenomen. Hij jubelt het uit. Met David roept hij het uit: welzalig die van de straf is vergeven, voor eeuwig is ontheven.
Dat het ook roept in uw hart. Verzoen mij zware schuld, bewijs mij Uw genade. Als de Heere Jezus net als bij die geraakte ook in gunst op u ziet. Dan zingt het in u ziel, loof mijn ziel die mij genadig wil vergeven. Die van verderf mijn leven wil verschonen. Met goedheid en barmhartigheid wil bekronen. Die in de nood mijn Redder is geweest. Amen.
Zondag 23 augustus 2020 – Hersteld Hervormde Gemeente Putten – ds. J.G. Blom – Schriftlezing Markus 2 vers 1-12