Ds. J.G. Blom - Hersteld Driebruggen (Hervormd)

Hersteld Hervormde Gemeente, Driebruggen, 9.30 uur

 

Votum en groet

Psalm 33:11

Lezing wet

Gebed des Heeren: 3

Schriftlezing 1 Korinthe 15:1-20

Gebed (incl. voorbede)

Psalm 73:13,14

Prediking n.a.v. 1 Korinthe 15:17,18 en 20

Psalm 68:1

Dankgebed (“We zullen eindigen met dankzegging”)

Psalm 39:5

 

Preekaantekeningen

Opstanding van Christus

  1. Tevergeefs geloofd
  2. Voor eeuwig vergist
  3. De hoop die niet beschaamt

Misschien is het niet zo de gewoonte onder u elkaar tijdens de dienst te bevragen, vraag tot u en jou. Zo’n heel persoonlijke vraag, die we niet naast ons neer kunnen leggen. Wat heeft het Paasevangelie uitgewerkt in uw hart en leven? Misschien denkt u ook, dat is ook wat, zo’n vraag, daar heb ik niet op gerekend. Toch ben ik van mening, niet vreemd is, op de man af vragen, hoe het is. Zondag 17 wordt ons dat ook op de man af gevraagd [citaat]. Gemeente, als u met deze vraag echt verlegen bent, dan zou he mogelijk zijn, wel Pasen op de kalender is geweest, maar geen Pasen in uw hart. Gemeente, Jezus is niet in het graf gebleven. Opgestaan uit de doden. Maar als het u dan niet uitmaakt schijnbaar, niet bij stilstaat, dan heeft dat Paasevangelie toch eigenlijk niets gedaan in uw hart en leven. Gaat alles gewoon door. Staan we er helemaal niet bij stil.

Maar zegt Paulus, indien Christus… Niet is opgewekt. Als dat niet waar is, als Christus nog in het graf ligt. Dan geloof ijdel. Leeg. Dan kom je er beschaamd mee uit. Gemeente Korinthe geloven in opstanding uit de dood. Kent de gemeente er veel te goed voor. Op 2e zendingsreis is hij in gemeente Korinthe aangekomen. Grote havenstad. Goddeloze stad. In deze stad gekomen om evangelie te verkondigen. Deze stad vrije genade gepredikt. Paulus er maar anderhalf jaar geweest, is voor een dominee niet lang, maar in die anderhalf jaar met heel veel zegen mogen werken. Blijdschap van het geloof gepredikt. Gestorven, begraven, ook is opgestaan. Kracht en werking van de Heilige Geest, prediking velen tot eeuwige zegen geworden. Zowel joden als Grieken zijn door prediking tot verandering gekomen. Na vertrek van Paulus zijn er dwaalleraars de gemeente binnengekomen. Deden zich voor als mensen met diep geestelijk leven. Ingeleid in verborgenheden geloof. Benadrukten noodzaak wedergeboorte. Is niets mee. Hoop ik elke keer te doen: oproep bekering. Maar zij beweerden, als Jezus zou opstaan, wederkomen, dan zouden de graven gesloten zouden blijven. Niemand zou opstaan uit de doden. Voor lichaam geen verwachting is. Dwaalleraars vinden altijd wel gehoor, ook in Korinthe. Zo mensen in Korinthe die niet geloofden dat doden zouden opstaan. Niet al de gemeenteleden dat dachten, maar is erg genoeg als er een paar dwalenden in de gemeente zijn. Dwaling in de leer werkt altijd heel aanstekelijk. Propagandistisch. Verkondigen met grote blijmoedigheid.

Kijk en door deze dwaalleer voelt Paulus het om dit te bestrijden. Schrijft daarom, als de doden niet zullen opstaan, dan is de Heere Jezus op de Paasmorgen ook niet opgestaan. Hij bepaalt de gemeente bij de consequentie bij het loochenen van de opstanding uit de doden. Beseffen wat het gevolg daarvan is. Paulus zegt: als het ene niet waar is, is het andere ook niet waar. Doden niet straks zullen opstaan, dan is de dood door Christus niet overwonnen. Dan heeft dat gevolgen voor de prediking van vrije genade. Woord is ijdel geweest, dan. Dan is dat preken van mij tevergeefs geweest. Onderwijs heeft ontvangen, hoe veel het ook bij u heeft gedaan, wat ook uitgewerkt, dan niet tot zegen geweest. Dan tevergeefs. Paulus zegt: inbeelding geweest. Dan dacht u dat u door werk Heilige Geest een ander leven had ontvangen, Heere had leren kennen, erfgenaam eeuwige leven, maar dan heeft u zich vergist. Dan is het niet zo. Ondanks ondervonden, niet waar. Geen beter lot bereid. Ligt u met alles wat u hebt ondervonden, ligt met dat alles nog voor eigen rekening. Als de Heere Jezus niet is opgestaan, dan is Hij geen volkomen zaligmaker.

Apostel bestrijdt dwalingen. Niet door in gesprek te gaan, in discussie te gaan. Predikt, brief, hoe het wel is. Bevestigd door hetgeen hij gepredikt heeft. Zo vaak gepredikt. Jezus aan kruis gestorven, opgewekt tot rechtvaardigmaking [citaat]. Geloof tevergeefs. En gemeente, tevergeefs geloven dat is nog veel erger dan dat prediking ijdel is. Eigenlijk geen boodschap is. Geen onderwijs. Maar tevergeefs geloofs hebt, dan is er verwachting in je hart, ondanks dat, bedrogen uit. Beoogde doel dan gemist. Moet u eens indenken wat dat is. Onderwijs mocht ontvangen onder het Woord. Voor jezelf mocht geloven, Christus je Borg is geworden, je een beter lot is bereid, eenmaal God zult grootmaken, maar dat niet zo is, dan tevergeefs geloofd. Doel, waar je naar hebt uitgezien. Zaligheid verbonden aan. Echt gelooft in Heere Jezus die moet er toch niet aan denken, dat hij tevergeefs geloofd heeft. Als Christus niet is opgestaan, dan heb je geen deel aan nieuwe leven. Dan toch nog voor eeuwig ten onder gaan. Niet is opgewekt, dan tevergeefs met dichter van Psalm 73 ingestemd, zo zult Gij zijn voor mijn gemoed… [citaat].

Als Heere Jezus niet is opgestaan uit de doden, gemeente, dan zijn wij nog in onze zonden. Dat woordje nog is voor gemeente Korinthe wel heel erg ingrijpend. Eertijds in zonde, dat wisten zij. Door genade vergeven, de Heere heeft grote dingen onder hen gedaan. Als Christus niet is opgewekt uit de doden, dan is hun geloof alleen maar inbeelding geweest. Kunt u zich iets ergers indenken dan dat u dacht dat het voor altijd goed was, en nog in uw zonde bent? Nog voorsnelt naar eeuwig verderf? Voor eeuwig verloren zijn?

2.

Er staat in vers 18 [citaat]. Er wordt van Gods kinderen gezegd dat ze ontslapen zijn. De wereld kent niet zo’n lieflijk woord voor sterven. De wereld weet niet wat het is om in Christus te slapen. Soms mensen erg ziek, veel pijn, zeggen dan: ondraaglijk. Vragen ze aan de dokter, kunt u mij helpen een einde aan mijn leven te maken. Euthanasie betekent goede dood. Door euthanasie sterft, dat is geen goede dood. Dat is geen goed heengaan. Alleen Gods kinderen gaan goed heen. Euthanasie is verschrikkelijk. Om zo te moeten sterven. Dan is er geen uitzicht over dood en graf heen. Men is van mening dat het bij de dood ophoudt. Kan het zijn: dominee, vader is rustig ingeslapen. Dat is heel wat anders dan ontslapen in Christus. Gods kind kent dat tere leven met de Heere. Kijk en daarom zou Gods kinderen nooit willen dat een ander een eind aan zijn leven maakt, maar wacht op de Heere, tot Hij hem thuis haalt. Gods kind heeft uitzicht op eeuwig leven.

Dat liefdevol spreken geldt niet door de wereld. Gemeente, dieren gaan dood, mens sterft. Gods kinderen ontslapen. Met sterven van Gods kinderen is het niet afgelopen. Belijden wij, eigendom des Heeren zijn geworden, slaap des doods zullen slapen, tot de morgen der verrijzenis. Wanneer een kind van God ontslapen is zeggen wij, overleden zijn. Over het lijden heen. Lijden voor altijd voor. Ontzielde lichaam zal rusten in het graf tot de dag der verrijzenis. Voor hen is het graf niet anders dan een verkleedkamer. Met verderfelijk lichaam ingelegd. Op grote dag met verheerlijkt lichaam opgestaan. Christus heeft het graf voor al Zijn kinderen geheiligd. Daarom willen alle christenen niet weten van crematie. Niet weten van heidense lijkverbranding. Indruist tegen de slaap des doods en zalige opstanding van Gods kinderen. Als Paulus zegt: als Christus niet opgewekt is, dan denken de Korinthiërs, ook wij aan hen die wij gekend hebben, van wie we weten dat ze in Christus zijn ontslapen.

Misschien wel iemand in de kerk aanwezig, of meeluistert bij kerktelefoon, getuige geweest van goed heengaan. Boven rouwkaart gezet. Misschien was u wel getuige van die bange worsteling die eraan voorafgegaan is. Satan met vurige pijlen bestoken. Hun heilzon aan het dagen. Wil de duivel Gods kinderen de troost ontnemen. Bestreden op doodsbed, wat kan het dan benauwd zijn, moeilijk zijn. Bange worsteling gestreden. Voor poort van de eeuwigheid. Satan, hij wil het hun wijsmaken, toch geen hoop hebben op eeuwige leven. Kijk en dan kan het zo moeilijk zijn, bestreden worden, aangevochten worden door vorst der duisternis.

Gemeente, de Heere gedenkt aan Zijn kinderen. Troost ontnomen, o Hij zorgt ervoor, Gods kinderen, hoe bestreden ook, zullen heengaan in hope des eeuwige levens. Kinderen van God zo moeilijk op sterfbed, toch getuigen van hoop die in hun was. Ik heb mensen hebben gekend, nauw leven hebben gekend, durfden zich er niet bij durfden te scharen, op sterfbed tot volle ruimte zijn gekomen. Weet van een man, durfde nooit toe te eigenen, doorgebroken in hart, tijd in ziekenhuis lag, mocht getuigen van de hoop die in hem was, doktoren en verplegend personeel er stom van stonden, zo’n getuigenis nog nooit gehoord. Dat werkt de Heere ook vandaag de dag nog. Groot, zo mag spreken van de Heere. Als je sterfbed dan een preekstoel mag zijn. Getuigen van de trouw van Heere, omgezien, opgezocht, te sterk geworden is, alles voor u geworden, u opneemt in eeuwige heerlijkheid. Zulke ouders misschien, o getuigen van hoop die in hun is, laten kinderen en kleinkinderen bij hen komen, vermanen om de Heere te zoeken en te dienen. Als zo iemand heengaat, groot gemeente, zo mag getuigen van de hoop die in je is. Sterfbed dan een preekstoel mag zijn. Mond openen (…)

 

 

3.

Van Gods kinderen geldt dat zij in hope zalig worden. Als wij het hebben over hopen, dan kan het zijn dat iemand er zijn verwachting op stelt, maar er komt niets van. Predikant bij een sterfbed, antwoordde die man: we zullen er het beste van hopen. Ik hoop dat het goed met me afloopt. Dan twijfel. IJdele hoop. Met zo’n hoop komt u bedrogen uit, komt u voor eeuwig om. Met hoop van Gods kinderen anders. Is de hoop die de Heere werkt. Komt je nooit en te nimmer vals uit. Vaste hoop, zekere hoop. Vast in volbrachte werk Jezus Christus. Daarom zegt Paulus, maar nu… [citaat]. De Heere Jezus is dus de eerste die opgewekt uit de doden die de hemel is binnengegaan, en er zal een grote schare komen, die niet te tellen is, die eens de eeuwige rust zal binnengaan. Er blijft een rust over voor het volk van God. Zullen eens ingaan. Christus komt terug op wolken van de hemel. En als Christus gemeente straks terug komt, dan gaan alle graven open. Niet alleen het graf, ook de zee, zal haar doden weergeven. Ook die mensen zullen opstaan die zich hebben laten cremeren.

Toen ik in Utrecht werkte, goddeloze man, liet zich cremeren en zijn as over de zee uitstrooien. Dan kan die God van jou mij nooit meer terug halen, zei hij. Bang voor God en het oordeel. Je laat het uitstrooien, dan krijgt God het nooit meer bij elkaar. Er zij licht en er was licht, dat is nog heel wat anders. Die persoon, verschijnt voor Mijn aangezicht. En Hij zal er zijn. As laten uitstrooien over de wereldzee. Ook de zee zal haar doden weergeven. In massagraf, jongens in oorlog gesneuveld, ook zij zullen uit doden opstaan.

Allen in Christus ontslapen, wat zijn zij gelukkig. Altijd bij de Heere zijn, omdat Christus uit de doden is opgestaan. Daarom is de prediking, ook van vanmorgen, niet ijdel. Hoop dat er zijn, ook onder ons, die ware geloof kennen. Christus is opgestaan uit de doden. Woord aan uw hart gezegend is, prediking gezegend, dan heeft u uitzicht op het eeuwige leven. Groot als dat gebeurt is. Onder ’t woord zat, de Heere krachtdadig ging werken. Tijd geweest, dat woord u niets deed, u werd erdoor getroffen, bij de een wat duidelijker, krachtiger dan bij de ander. Maar wat is het groot. (…) Jezelf leren kennen in verlorenheid, troon aanlopen, smeek het: wees mij zondaar genadig. Zo kende u in uw verlorenheid. O, als een mens kennis van zonde geeft, dan niet in zonde laten, Christus en al Zijn weldaden, groot als u uzelf leert kennen als een zondaar. Zou er voor mij een woord bij mogen zijn?

Ik hoop dat u vanmorgen zo bent gekomen. Woord van onderwijs bij mag zijn. Zo mag opgaan, dan zal het op Gods tijd zijn, dat het Woord kracht mag doen. Dan zien: alles in Christus is, gans begeerlijk. Hem te kennen. Uitgeschilderd. Je hart gaat uit. Door Hem geborgen te zijn. Grote vraag in uw hart, alles in Hem mag zien, hoe krijg ik nou deel aan Hem? Door machtige werking en doorwerking van Heilige Geest. Doopformulier: toe-eigent wat wij in Christus hebben. Zien op de gekruisigde. Hoe kan ik nou weten dat Hij de mijne is? Op Christus mag zien, geeft God het geloof in uw hart, zo mag u in Hem zien, alles wat u nodig hebt. Heilige Geest het wonder toepast. Hem kennen door waar geloof, dan uitroepen: waarom was het op mij gemunt?

Gemeente, je leert jezelf als de slechtste kennen. Paulus zegt: de grootste der zondaren. Gemeente, zo werkt de Heere tot op de dag van vandaag. Geen nette zondaren verzoend. Nee, goddelozen. Goddelozen in zichzelf. Misschien zijn er vanmorgen wel. Die denken: voor mij kan het niet meer. Zo oud geworden. Zoveel zonden, overtredingen. Is waar, als je ziet op jezelf, op je afmakingen, dan kan het nooit meer. Als je ziet op je zelf, maar wat is het dan groot, als de Heere het geeft: op Hem mag zien, op Jezus Christus. Dan kan het wel. Ook voor u. De duivel maakt u wijs dat het voor eeuwig verloren is. Ik mag u verkondigen: er is nog genade te verkrijgen. O vlucht dan tot Hem. Vraag of Hij de prediking aan uw hart wil zegenen. Er is doen aan om zalig te worden omdat jezus Christus is opgestaan uit de doden. Straks een volk, zingen van Gods goedertierenheen.

Als dat woord aan uw hart gezegend mag worden, dan nooit meer weg te blijven, verlangt u op te gaan met de gemeente. Want gemeente, geloof uit het gehoor. Als dat woord weerklankt vindt, o dan zegt de Heere Jezus, doden zullen de stem horen, die zullen leven, hoe dood ze ook zijn van zichzelf. Daardoor is het, zondaren zullen zijn die uit graf zullen opstaan. Met kracht en majesteit, denk ik aan de Heere Jezus, bij graf Lazarus, drie dagen in graf, Lazarus kom uit. Dan komt hij uit. Met majesteit en kracht onder verkondiging, dode zondaren, ook in ons midden, tot leven gebracht. Wat is dat een wonder, als dat mag gebeuren. Stem van de zoon van God mag horen. Dan komt u tot leven, hoe dood u ook bent.

Niet verborgen blijven, dan komt dat openbaar. Krijgt de Heere de eer van u. De Heere werkt altijd op Zijn eigen eer aan. Mogen Gods kinderen goed en groot van de Heere spreken. Waarschuwen ze anderen, die voortleven naar goeddunken van hun eigen hart. Kijk en wat is het groot gemeente, als je zo een hart mag hebben. Wervend voor de dienst van de Heere. Genade maakt mededeelzaam. Uw ouders, man, vrouw mogen merken: de Heere in uw leven gewerkt. Kan zijn, dat het bij anderen weerklank mag vinden. Gods gunst en goedheid mag ervaren, dan niet van zwijgen. Doorgeven wie de Heere voor ons geworden is. Wordt tegelijkertijd ook het vreemdelingschap beleefd. Burgerschap boven, bij de Heere in de hemel. Met 119e Psalm stem je in: ben o Heer, een vreemdeling [citaat]. Met Paulus: Onze wandel is in de hemel [citaat].

Geen opstanding uit de doden was, niets meer was dan tijdelijk leven, dan zijn Gods kinderen de ellendigste van alle mensen, maar ze zijn het niet, want Christus is opgestaan uit de doden. Hij is ontslapen. Allen die met Christus ontslapen zijn, zullen eens uit de doden opstaan. Gods kinderen zijn ontuitsprekelijk gelukkig. Eeuwig bij de Heere zijn. Als de Heere wederkomt, ziel en lichaam verenigd, eeuwige heerlijkheid binnengaan. Er is geen heerlijker, zaliger leven te bedenken. Zalig, eeuwig zalig zijn. Uit dit hun vlees God aanschouwen, zegt de bijbel. Hoe groot dan toch het onderscheid tussen hen die Hem wel dienen en die Hem niet dienen. Onbekeerde zondaar heeft geen verwachting. In Christus ontslapen, in Christus de garantie, zij ook eenmaal zullen opstaan, bij de Heere zullen zijn, die hoop in hun hart gevonden wordt, dan zal de Heere dat niet beschamen. Geldt niet van hen, Psalm 68, u is een beter lot bereid, uw heilzon is aan het dagen. Staren ze met heimwee na die in Christus zijn ontslapen. [10.52]