De Heilige Geest wordt ons gegeven als onderpand. Een voorschot of aanbetaling van God om ons bij te staan in dit tijdelijke leven, onderweg naar Zijn toekomst. Met het zegel van de Geest gaan we ‘gemerkt’ door het leven.

Gemeente des Heeren, misschien heb je wel een mooie boekenkast thuis. Dominees over het algemeen nog wel. Digitaal kun je veel vinden maar je hebt soms een boek nodig om aantekeningen te maken. Soms leen je een boek uit. Dan zet je je naam erin. Doet u dat ook? Iets mooier, dan plak je er een plaatje in. Ex Libris. Uit de boekenkast van… Dat plak je dan in je boek. Soms heb ik boeken gekocht omdat er zo’n plaatje in zat. Ex Libris N.H. Ridderbos, oudtestamenticus, Amsterdam. Ridder, helm. Maar ook een kruis.

Waarom doe je dat nou? Schrijf je je naam erin? Dat is natuurlijk een hulpmiddel om te voorkomen dat je uitleent en nooit meer terugziet. Elke keer ziet diegene: o, dit boek moet ik nog terug brengen. Een stempeltje. Iets waardevols, dan zet je je naam erop. Een zegel. Dit is van mij. Zo kan je heel wat dingen een naam of stempel vinden – een schilderij. Merkjes. Goudsmeedwerk. In de oudheid de lakzegels waarmee documenten werden gemerkt. Teken van echtheid. Of ja, het vee dat werd gemerkt. En ook kwalijk: mensen die werden gemerkt. Slaven. Kregen een brandmerk van hun eigenaar. 80 jaar geleden werd dat nog gedaan. Ze kregen een nummer getatoeëerd. Een teken van: dat is nummer zoveel, kon je bijhouden. Vreselijk.

Nou lezen we in Efeze 1: u bent verzegeld. Door God! God heeft een onuitwisbaar stempel op je gezet. Waarom? God weet wel in wat voor wereld we leven. Waarin dieven lopen. Mensen die buit willen maken wat van Hem is. Waarin twijfel gezaaid wordt. Drukte van dingen die moeten – dat vervreemdt je van God.

Efeze gaat over die geestelijke strijd. Niet tegen aardse machten maar geestelijke machten. Zullen ze standhouden? Paulus begint met een bemoedigend woord. God heeft Zijn stempel op ons gezet. God zegt daarmee: je bent kostbaar voor Hem. Elders schrijft Paulus over het beeld van de pottenbakker (Romeinen), het ene tot eer en het andere tot oneer. Maar je bent geen prul. God heeft je hoog. Hij wil je niet kwijt. Hij wil je behouden en bewaren. Daarom Zijn eigendomsmerk erop.

In deze lange zin van Efeze 1. God heeft ons gezegend met alle geestelijke zegening. Een zegel dat beschermt. Dat je als kostbaar erkent. Je denkt, wat is dat zegel dan? Je denkt al snel aan de Doop. Maar hier is het de Heilige Geest van de belofte. Die Heilige Geest wil bij je blijven. Je stempelen.

Vorige week waren er diensten hier. Met Pinksteren. Je hoort preken over de Heilige Geest. Mensen zeggen: zo vaag en ongrijpbaar. Hoe bedoel je? In de Bijbel lees ik niets over vaag en ongrijpbaar. Wel dat je Hem niet kunt grijpen of in je macht trekken. Je leest juist een verlangen naar de Geest. En je leest een opgetogenheid als Hij er is.

Het is de Geest van de belofte! Er werd naar uitgezien. De oude profeten hadden het er al over gehad. Het leek dood te zijn. De tempel verwoest. Heidendom leek te winnen. Mensen begonnen te twijfelen. Joël bijvoorbeeld. Wat heeft hij geprofeteerd? Na jaren van droogte, kwamen de springhanen de oogst opeten. Joël: de Geest komt, uitgieten, vruchtbaarheid! En Ezechiël, Ik zal je een vlezen hart geven. En Mijn Geest. Het geloof gaat dan leven. Dode harten gaan kloppen voor Hem. Ga je doen wat Hij vraagt. Niet omdat het moet, maar vanzelf omdat je van Hem houdt. Dat weet je! Je wilt dat van binnenuit. De Geest van de belofte.

Toen Jezus afscheid nam. De discipelen moesten het zonder Hem doen. De Geest, de Trooster, zou komen. Die Geest kwam ook. Er kwam een gemeente die leefde en groeide. De Heilige Geest van de belofte.

Ja, maar hoe kom je daaraan? Hij is beloofd! De Geest wordt gegeven met het geloof, staat er. Toen u tot geloof kwam, bent u verzegeld met de Geest. Het is een misverstand dat er eigenlijk iets bijzonders met je gebeurd moet zijn, wil je kunnen zeggen dat de Geest met je is. Tongentaal, hart zo vol, vlammetje op je hoofd, bijzondere gaven…?! Dan pas de Geest in je leven? Nou, zo lees ik het niet. Zo kan het wel gaan maar zo hoeft het niet te gaan hoor. De Geest komt met het geloof. Je gaat geloven omdat je overtuigd wordt van Jezus. Van dat Woord. Dat Zijn Woord de waarheid is. Werk van de Geest. Je weet dat je zonder God niet kan. Onrustig is ons hart tot het rust vindt bij God, zegt kerkvader Augustinus. Je proeft de vergeving. Je wilt de naaste nabij zijn. Allemaal de Heilige Geest.

Hij komt met het geloof. Hij komt waar mensen iets met Jezus hebben. Hij laat merken: je bent van Mij. Hij beschermt je en maakt je sterk. Hij behoedt je voor afval. Hij brandt het kwade in je leven en lijf weg. Door die Geest zie je wat past bij Jezus. Zo is God nou bezig om je te bewaren door alle tijden heen.

Die Heilige Geest is niet iets doods, een dode letter of rechten en plichten. Nee. Het is vol leven. Geloof gaat sprankelen. Je ervaart de troost van het geloof. De Geest doet je volhouden. Hij geeft leven en doet je leven. De Geest werkt in en door je. Hij belooft je een grootse toekomst. Liefhebben, bemoedigen doet Hij je.

Onderpand wordt het genoemd. Een voorschot. Versoepelingen zijn er volop. 30 juni is de dag. Fase 5 wordt dan naar voren gehaald. 4 wordt overgeslagen. Je mag weer op vakantie. Heb je al geboekt? Ik moet dat nog doen. Een voucher van de AH. Geldig tot 31 mei. Misschien hebben anderen een vakantie geboekt. Je boekt. Dan creditkaartnummer invoeren. Niet de volle mep, maar een aanbetaling. Waarom is dat? Om te spreiden, jou een plezier te doen? Niet direct. Het is gewoon om het hotel van inkomen te verzekeren. Beschermen tegen afzeggers. Door aanbetaling ben je wel gebonden. Er is dan geen ontkenning van de boeking bij. Werkt ook de andere kant op: kijk, ik heb al betaald, je zorgt maar dat er een kamer voor me is.

Dat woord gebruikt Paulus. Een Grieks woord – door Midden-Oosten bekend is geworden. Ik kwam het tegen in een blog van Jos Strengholt. Ik lees het maar voor: ‘Vandaag leerde ik een nieuw Arabisch woord – het woord voor aanbetaling, of onderpand. Onze bewaker kreeg een aanbetaling in handen van iemand die per se wilde betalen om zeker te zijn dat hij in april de tuin van onze kerk kan huren. Als die aanbetaling eenmaal is geregeld, ligt de zaak vast. Hij zal – als eerlijk mens – de volle som betalen op de dag dat hij de tuin huurt, maar hij heeft nu alvast 30% aanbetaald. De zaak ligt vast. Ik weet zeker dat ik de volle mep krijg, hij weet zeker dat hij de tuin op 25 april ter beschikking heeft.

Waarom ik het Egyptische woord voor aanbetaling, of onderpand, nooit zal vergeten, is omdat het arraboon is. Direct ontleend aan het Grieks. De Grieken hebben eeuwenlang de handel en het bankwezen in Egypte gereguleerd. Zo is het Griekse woord voor onderpand een gewoon arabisch woord geworden.’

Dat lazen we. Tot drie keer toe. Onderpand van de belofte. In onze harten. De Heilige Geest is een voorschot, aanbetaling. Van God aan ons! Een aanbetaling. Van wie? God. Aan wie? Ons! Absurd. Twijfelen jullie aan Mij?! Ik ben toch betrouwbaar tot in eeuwigheid! Nee. Hij doet een aanbetaling. Een voorschot op de toekomst. De Heilige Geest. Niet ik doe een aanbetaling. Belijdenis of zo, een goed leven, ieder het zijne geven… Nee. Dat stelt niets voor. Ik kom jou, twijfelend en ongelovig mens tegemoet. Ik zal je een voorschot geven. Bij God bieden de resultaten uit het verleden alle garanties voor de toekomst. Onderpand van onze verlossing!

Heilige Geest, zegel waarmee God ons verzegelt. Garantie voor de toekomst. Misschien maakte je mee, je kwam bij ouders of opa en oma, er hing een oude klok. Mooie klok, zeg je. Wil je hem hebben? Nou, ik vind ‘m wel mooi. Hij is voor jou, als ik er niet meer ben. Hoe weet ik dat? Ik zal er een sticker onder plakken? Elke keer dat je er komt kijk je naar die sticker. Dat is nou het zegel. Elke keer kom je in de kerk. Je hoort het weer. Werkelijk! Hij heeft het nog steeds beloofd. Onvoorstelbaar!

Jacqueline van der Waals (die van ‘Wat de toekomst brengen moge’): ‘Als gouden de portalen zijn, hoe zullen dan de zalen zijn?’ Als je binnenkomt en dat is al mooi, hoe moet het dan in de feestzaal zijn? Als dit al de aanbetaling is. God doet wat Hij beloofd. Hij maakt Zijn werk af. Dat doet je toch zingen? Tot lof van Zijn goedertierenheid. Gij toch, de kracht van hunne kracht. Dat zingen we straks.

Amen.

Hervormde gemeente Reeuwijk, Ichthuskerk, zondag 30 mei 2021, 18:30 uur. Schriftlezing 2 Korinthe 1:18-22, 2 Korinthe 5:1-5, Efeze 1:13-14.