De profeet Joël getuigde er al van: in het laatste der dagen zal God zijn Geest uitstorten. Petrus haalt Joël aan in zijn Pinksterpreek. De Geest is uitgestort, royaal en overvloedig; niet zomaar een paar druppeltjes hier en daar. De Geest wordt uitgestort op ons vlees, ons verdorven en zondige vlees, dat dankzij Christus’ genadegaven vernieuwd wordt. Christus heeft de uitstorting van de Geest verdiend. In de laatste dagen, als het aangaat op de voleinding en vervulling van Gods plan, dan zal de Geest worden uitgestort. Dat is nu, we leven nog altijd in die genadetijd.
Gemeente des Heeren, vorige week vierden we het Pinksterfeest. Uitstorting en vervulling van de Geest. Petrus maakt duidelijk wat er gebeurd. Vervulling van de profetie. Hij ziet Joel op de achtergrond. In het laatste der dagen dat Ik zal uitstorten op alle vlees.
Die laatste dagen, daar moeten we even bij stilstaan. Er zijn er die zeggen dat dit de laatste dingen zijn. Zij doorzien wat er gebeurd in het wereldgebeuren. Voeling met de tijd. Ze zouden best gelijk kunnen hebben. Signalen in klimaat en natuur. En de pandemie nu onder ons. Wereld, kerk. Signalen die verontrustend zijn. Brengen ons in verwarring.
Maar of we in de laatste dagen leven, kan geen mens ons zeggen, alleen God. God zegt het: in de laatste dagen, zegt God. Met welk doel? Opdat wij het zullen weten. En er rekening mee houden.
Wat zal er gebeuren? Schokkende dingen? Natuurrampen? Mensen die egoïstisch worden, onverdraagzaam. Normloosheid. En alle volken bereikt worden met het evangelie. Dat lezen we in de Bijbel. Jezus spreekt daar over. Hij zet het karakter van die dagen neer.
Wij leven met Pinksteren in de rug. God zegt: Ik zal ingrijpen. Ik laat van Mij horen. Ik zal Mijn daden laten verkondigen als nooit te voren. Dat vieren we met Pinksteren. Het laatste dagen, dat slaat op het einde. Het uiteindelijke. Niet eens alleen onze bestemming, maar op het uiteindelijke wat God doet. Ik zal, zegt Hij. Dit is het laatste!
Wat is dat dan? Ik zal uitstorten van Mijn geest. Uitstorten. Het komt helemaal van boven. Een grote bak met water leeg giet en uitstort. Van boven naar beneden. Stroomt tot in de diepste plaatsen. God zegt het van bovenaf. Ik zal. In dat woord uitstorten zit iets overstelpends. Geen druppels. Maar ruim en royaal. Stromen van zegen. God handelt overmachtig. Mensen worden vol van God. Je merkt het in Jeruzalem. De mensen willen erover spreken.
Wij leven in de laatste dagen. Maak jij dat mee? Soms wel, om dat te geloven? Maar als ik eerlijk ben… Overvloed? Maar karigheid! Waar zie je die karigheid? Waar ontmoet je mensen vol van de Heere? Laten we zeggen: Ik zal hier en daar laten druppelen…
Nu. Ik zal uitstorten. Petrus citeert de profeet Joël. Joël zegt: ‘daarna.’ Petrus zegt: ‘God zegt.’ Bij Joël nog daarna. Er gaat dus iets aan vooraf. Om Pinksteren te verstaan moet je dat erbij horen.
In de tijd van Joël lag het land braak. Een alles verzengende hitte. Leven van mens en land hangt samen. Sprinkhanen hebben alles opgegeten. Een nationale ramp. Niemand weet een oplossing. De bedding van de rivieren staan droog. Vroeger, ja, toen waren er zegeningen. Die akkers en bodems bevatten een boodschap: een oordeel van God. Ze zijn ontrouw geworden. Alles draaide om hun eigenbelang. God raakte op de achtergrond.
En dan daarna lezen we in Joel 2, keert het tij. Het gaat regenen. Met bakken uit de hemel. Er is iets gebeurd bij God zelf. Hij houdt Zijn oordeel in. Er stroomt regen uit de hemel. De woestijn wordt een bloeiende tuin.
In wat voor tijd leven wij eigenlijk? Meer dan 2000 jaar na Pinksteren. Een bloeitijd van de kerk. En perioden van kaalslag en droogte en kaalheid. Misschien herkennen we het allebei. Jubelen. En dat je in de put zit. Geestelijk aan de grond. Soms door eigen schuld. Soms door aangrijpende gebeurtenissen. Hoe heb ik het met God? Uitgedroogd land! Zo ervaar je dan je relatie.
In alle voorzichtigheid: West-Europa lijkt daar wel wat op. Kleinere en legere kerken. Niet alleen door Coronacrisis. Ook hoe Europa zich ontwikkeld. Een tijd van droogte nog maar een klein stroompje. Een vrijblijvende levenshouding. Hoe moet het verder met de kerk? Die vraag is aan de orde van de dag, die gaat de deur van onze gemeenten niet voorbij. Al kan je dankbaar zijn voor de zegeningen die de gemeente krijgt.
Ik word geroepen het evangelie te verkondigen. Dat is nazeggen wat God zegt. Ik zal uitstorten in de laatste dagen! God liegt niet. Hij is en blijft dezelfde. Uw Woord is nog altijd waar. Maakt U het waar.
Je wilt het dan ook zien. Pinksteren in Jeruzalem. Gewone mensen ervaren God op een intense manier. En vandaag dan? Petrus zegt: dit is waarvan God gesproken heeft. Mensen die opstaan en zeggen: God leeft. Jezus is Heere. Iedereen die de naam van de Heere aanroept, wordt behouden. Het draait om de overvloed van leven die je vindt in Hem. Hij brengt je leven tot Zijn doel.
Waar zie je dat vandaag, dat we in de laatste dagen leven? Zou ik het mogen zeggen? Naar u en jou wijzen? En zeggen: kijk eens, God is er. De Geest werkt in ons. Niet het feest van druppeltjes maar van overvloed. Mensen die verlangen belijdenis te doen. Ik stelde het jaar in jaar uit, uit. Nu ga ik Zijn Naam belijden! U en jij in de greep van de Geest? Je verlangt te groeien in toewijding? Je ogen stralen van blijdschap? Zijn Geest zet je in beweging? Zou ik het mogen zeggen, gemeenteleden die op gespannen voet leven, zoeken elkaar op en herstellen de relatie. In Ameide en Reeuwijk is er een ongekende honger naar het evangelie. Groeien in de genade en in het kennen van de Heere Jezus. Buitenstaanders vragen zich af: wat gebeurt er toch? Je ziet en hoort het! Overduidelijk werkt de Geest! Zijn wij echt tekenen van de overvloed?
Nou ja er is reden om ons enthousiasme iets te temperen. We leven beneden de maat van Pinksteren. Er gaat minder aantrekkingskracht van ons uit. Leven op de achtergrond. Op de winkel passen. Het goed hebben in de kerk. Maar de Heere zegt: het zijn de laatste dagen. Opstaan en naar buiten gaan. Zet de poriën van je leven wagenwijd open. Dat U neerdaalt in mijn bestaan. Zo leven bij dit Woord. Doe je dat, dan is het opnieuw Pinksteren. Niet omdat wij dat maken en organiseren. Maar omdat God het zegt en belooft. Het komt bij Hem vandaan.
Ja, het komt bij Jezus vandaan. Hij heeft dit uitgestort. Er is bij Hem iets veranderd. Wij trekken ons eigen spoor. Ik kom zelf naar de aarde. Ik sterf. God zei: het is genoeg. Jezus, sta op uit de dood. Alles is voldaan. Er ontbreekt niets meer aan. De Zoon is Thuisgehaald. En nu, nu kunnen de sluizen van de hemel open. Door die sluizen komt wat Jezus verdiend heeft. Wat Hij vindt, dat wij nodig hebben. Om ons te delen in vergeving, rein en heilig leven, vrucht en gaven van de Geest. Vertrouwen, troost, liefde, rust, vrede met God temidden van angst, houvast van en in Hem als je alle grip dreigt te verliezen. De dood krijgt er geen vat meer op. In leven en sterven eigendom van Christus. Christus staat er garant voor. Als dit waar is (en het is waar!) dan komt de vraag: ben ik vol van Pinksteren? Luister naar de Heere wat Hij belooft!
Petrus citeert Joel. Maar wel erg vrij. Joel zegt ‘daarna’. Petrus maakt ervan ‘van Mijn Geest’. Het massieve, op alle vlees. Van Mijn Geest op alle vlees. Het persoonlijke karakter van de uitstorting. Petrus zag dat gebeuren. Joel zag dat nog niet. Op alle vlees. Op geheel Israël betekent dat. Niet alleen op de enkeling (koning, priester, profeet; ten dienste van het geheel). En niet tot Israël beperkt. Iedereen en alle volken mogen delen in een leven door de Geest. Iedereen. Ongeacht status of achtergrond. Geen onderscheid. Dus ook in u, jou, mij. In ieder van ons. We mogen samen en persoonlijk ons leven laten beheersen door de H. Geest. Daar hoef je geen groot gelovige voor te zijn. Niet dat je eerst van alles ervaren moet hebben. Er aan toe zijn? Wanneer is dat? Vanuit jezelf nooit! Ik ben aan jou toe, zegt God. Gelukkig maar.
Op vlees. Klein, broos, vatbaar voor de zonde. Dat zijn we niet altijd geweest. God schiep de mens tot een levende geest. We zijn vlees geworden door vervreemding. We zijn ontzaglijk verwijderd van God. Een doel misser. Niet alleen verkeerde dingen doet, maar diepste weten: vergeten wat God beloofd heeft. Wij verlossen ons daar niet echt van, echt niet. Christus heeft ons vlees aangenomen om ons te bevrijden. Die Geest is sterker dan mijn vlees. Deze woorden gaan dan schitteren! De Geest doet een aanval op ons vlees. Een gevecht. De Geest overwint. Zeker, Hij moet wel ergens overheen. Maar wij hebben een sterke God. Je komt steeds meer in Zijn krachtenveld. Dat is zo bevrijdend. De zonden gaan dan steeds meer pijn doen. Vlucht tot Jezus. Ik ben een nieuw mens. Het oude is voorbijgegaan. De zekerheid is gegroeid. Niets kan mij scheiden van Zijn liefde.
Wij mogen Pinkstermensen zijn. Altijd blij en jubelend? Zo is het niet altijd. Wel leven bij Gods beloften. Zo ben je een Pinkstermens. In de laatste dagen. Uw ziel als een uitgedroogd land? Bid om de Geest. Voor elkaar! Leven in de laatste dagen is een realiteit van blijdschap en van ontroerende ernst. Weet je wat geldt? Die dagen komen niet meer terug. Die kans krijg je dus niet meer. Wie weet hoe spoedig de laatste dag aanbreekt. Dan een tijd die nooit meer ophoud. Laten we terugkeren naar Gods beloften. U bent Uw beloften toch niet vergeten? Maak het waar, door Uw Geest. Vul mijn hart met Uw kracht en liefde. We leven in de laatste dagen. Ik denk: Precies op tijd. Genadetijd. God zegt: Ik zal uitstorten. Daar rekenen we mee. Vol onzekerheid nu in deze tijd. Maar straks vervuld, tot in alle eeuwigheid.
Amen.
Hervormde Gemeente Reeuwijk, Ichthuskerk, zondag 7 juni 2020, 18:30 uur. Dienst met 30 personen en voorzangers i.v.m. coronamaatregelen. Schriftlezing Joel 2:23-32 en Handelingen 2:14-21.