De apostel Paulus bemoedigt de christenen in Rome te midden van de verdrukkingen. Hij wijst hen op de Vaderhand waaruit hen alle dingen toekomen. Zo geldt het voor degenen die God liefhebben dat alle dingen meewerken ten goede. Om gelijkvormig te worden aan Christus en straks in de hemelse heerlijkheid opgenomen te worden. 

Romeinen 8 vers 28: ‘En wij weten, dat dengenen, die God liefhebben, alle dingen medewerken ten goede, namelijk dengenen, die naar Zijn voornemen geroepen zijn’.

De hemelse Apotheek

Wij kennen allemaal Job. Ook jullie kinderen. De man die dicht bij God leefde. Geen man op aarde leefde zoals Job. Oprecht, Godvrezend. Rijk. Zeven zonen, drie dochters. 7000 schapen, 3000 kemelen, 500 koeien en nog veel meer. Maar op een dag alles kwijt. Tien kinderen, z’n veestapel. Dan denk je daar komt Job nooit bovenop. En dan z’n gezondheid. Vreselijke jeuk. Potscherf en krabt zich. En nog een vrouw. Neem afscheid van God en sterf. Toch doet Job dat niet. Hij heeft erge dingen gezegd maar midden in het alles heeft hij zo ineens gezegd: ik weet mijn Verlosser leeft.

David op de vlucht voor Saul. Naar Gad, probeert onderkomen te vinden bij koning Achiz. Is waar nu Gaza waar zo hevig gevochten wordt.

Psalm 56. De mens zoekt mij op te slokken. Je vraagt je af is dat de man die door Samuël gezalfd is. David kan dat koningschap wel vergeten. En dan ineens horen we David zeggen: dit weet ik dat God met mij is.

Dat vinden we ook in de tekst. Wij weten. Meervoud. Alle dingen meewerken ten goede. We zetten even een streep onder alle dingen. Hij zegt niet dat er dingen moeten meewerken, of veel, of de meeste moeten meewerken. Alle dingen. Meewerken dat wil zeggen dat alle dingen op hun manier bijdragen aan het goede voor Gods kinderen.

Dan mogen we aan God denken aan de grote Apotheker. We weten bij een apotheker kun je medicijnen maken. En vroeger meer dan nu maken apothekers maken medicijnen. Iets van dit, iets van dat. Juiste dosering. Niet teveel want dat zou schadelijk kunnen zijn.

Zo doet God ook. Precies afgestemd. Dit voor dit kind, dat voor dat kind. Afgestemd op karakter, situatie. Wij weten dat alle dingen meewerken ten goede. God kiest de ingrediënten. Hij weet als geen ander wat nodig is. De alleenwijze God. Niemand zo goed als Hij.

Je mag ook lezen alle dingen samen. Wat voor dingen zijn dat? Mag ik wat noemen? Gezondheid. Vriendheid. Lieve ouders die dicht bij de Heere leven. Lieve kinderen. Werk. Vrienden. Maar laten we de geestelijke dingen niet vergeten. Bijbel. Opvoeding. Kerkdiensten. Sacramenten. Maar bovenal het bloed van Jezus Christus, als dat er niet was… Zijn voorbidding. Als Hij dat niet had gedaan, dan was vlammetje van het geloof allang uitgegaan.

Op reis uit stad verderf naar het hemelse Jeruzalem. Nou heb ik niet alles opgenoemd. Alleen positief. Maar bij alle dingen horen ook dingen we die wij moeilijk, pijnlijk vinden. Paulus bedoelt vooral dit, maar niet met uitsluiting. Verdrukking, benauwdheid, gevaar, zwaard. Hij schrijft dit aan christenen in Rome. Die werden daar gemarginaliseerd gewoon vanwege het feit dat je christen was. Zoals vandaag de dag Joden weer opnieuw, gewoon omdat ze Jood zijn.

Wij zijn geacht als schapen voor de slacht. Als God medicijnen klaarmaakt voor zijn kinderen, dan zit daar nogal wat tegenslag in. Je zou zeggen dat hebben alle mensen. Wonen allemaal buiten het paradijs. Alle mensen met burnout te maken. Ziekte. Wat dat betreft leven heel gebroken. Geen vaas zonder scheuren.

Gods kinderen krijgen er nog wat bij. Aanvechting, verdrukking. God gebruikt, moet je niet van schrikken, zelfs zonden. God gebruikt zelf zonden. Moeten meewerken voor hun zaligheid. Kun je in het leven van Petrus zien. Heere Jezus wilde hem een toontje lager laten zingen.

Petrus, moet je maar durven, tegen de Zoon van God zeggen U vergist zich. We gaan de zonde van Petrus niet goedpraten. Als Petrus niet gevallen was, zou hij een onweerstaanbare dominee geworden. Boven de mensen. Maar nu net als de mensen. Zelfs de duivel. En Johannes op Patmos. Opgeruimd. Maar God gebruikte hem.

Nee, moeite, pijn, verdriet zijn niet goed in zichzelf. Maar God gebruikt ze om er iets goeds uit voort te laten komen. Kan een scherpe rand aan zitten. Als je bij iemand die ziek is op bezoek komt, zegt zal wel ergens goed voor zijn. Romeinen 8. Goedkoop he.

God kan er wel iets goeds uit voort te laten komen. Op langere tijd. David zegt later het was goed voor mij verdrukt te zijn geweest. Man, uit vorige gemeente, tumor. Tumor niet goed, gezondheid een knak. Weg bij God vandaan. Samen gaan wonen. Dominee, als de Heere die tumor niet

John Flavel, Engelse prediker, Gods voorzienigheid lezen als een Hebreeuwse Bijbel. U weet wel achterin beginnen. Van rechts naar links. 160 jaar later. Deense Kierkengaard. Het leven kan alleen achterwaarts begrepen worden maar moet voorwaarts geleefd worden.

Hoe weet Paulus dat alle dingen meewerken moeten ten goede? Opdat wij door lijdzaamheid hoop zouden hebben. God iets gebruikt heeft om er iets goeds uit voort te laten komen. Wie weet er iets? Ik moet denken aan Abraham. Zoveel jaar moeten wachten op een kind. Heeft hij zelf ook niet begrepen. Bij weinig mensen zie je zo’n zuiver geloof. Heeft dat bij Abraham kwaad gedaan dat hij zo lang op Izak moest wachten en Izak later moest offeren. Kan wel gelouterd worden.

Jozef. Droom. Achterwaats heeft hij het begrepen. Maar voorwaarts moest het geleefd worden. Jozef zal ook wel zijn waaroms hebben gehad. Waarom broers zo kwaad op hem, gooiden ze hem in de put.

Heeft het Jozef kwaad gedaan? Hij zegt het meermalen tegen zijn broers God heeft het goedgedacht. Niemand zit erop te wachten overboord gegooid te worden. Hoef ik hier op Katwijk niet te zeggen.

Wat een eerlijk, kinderlijk geloof treffen we daar aan. Moet je maar lezen in Jona 2. Wij weten. Paulus weet het uit de Bijbel. Weet het ook uit ervaring.

Filippenzen 1 zit hij zelf in de gevangenis, niet de eerste keer. Ik weet dat dit mij ter zaligheid gedijen zal. Hij heeft het geleerd, geloofd. Engel van de duivel die hem stak. Deed hem pijn. Tot drie keer toe gebeden, dat betekent heel intens. Heere neem de doorn weg. Misschien heeft u ook een doorn. Dat daarom in de Bijbel niet staat welke doorn.

De Heere hemelse Apotheker. Om niet verheven te worden. Paulus in de derde hemel opgetrokken. Ook Paulus gevoelig voor. Heere zei Ik geef je deze bittere pil. Wat nodig is in je leven.

Paulus ook gevoelig voor om bijzonder te zijn. Daarom die doorn. Ik roem in zwakheden. Opdat de kracht van Christus in mij wone. Want als ik zwak ben, ben ik machtig.

Weet u waar dat ten diepste geleerd worden dat alle dingen moeten meewerken ten goede? Aan de voet van het kruis. Wat heeft Jezus Christus meegemaakt? Alles en ieder tegen. De duivel tegen. Aan het kruis kreeg Hij Zelfs de Vader tegen. Behoud van een ontelbare menigte. Ziende op Hem die ook Zijn eigen Zoon niet gespaard heeft. De Heere Jezus had er ook alles voor over.

Dan begrijpen wij niet alles. Zijn duistere voorzienigheid verhuld zijn mild gelaat. Rouwadvertentie. Meisje uit het leven weggerukt. Ouders: wij begrijpen U niet maar vertrouwen U wel. Wij weten dat alle dingen meewerken ten goede.

Want wat is dat goede? Is dat aards geluk? Daar is God niet in eerste instantie op uit. Soms wel. Maar wat wel vooral? Zielsgeluk. Uiteindelijk heeft God met al Zijn kinderen voor ogen eeuwige zaligheid. Daar mag komen in de dag der opstanding. Christus verheerlijkt lichaam.

Christa Rosier boek ‘God wil meer dan ons aards geluk’ misschien heeft u het ook wel. Hij wil ons gelijkvormig maken aan Zijn Zoon. Dat wij op de Heerre Jezus gaan lijken in zachtmoedigheid, nederigheid, zelfverloochening. Ons laten sterven aan aardsgezindheid. Oude mens moet sterven, nieuwe mens moet opstaan. Christus’ nederigheid gelijkvormig worden.

Allemaal weleens voorbeeld gehoord van goudsmid. Goudklomp ziet er niet uit. Vlammetje. O wat heet. Goud komt bovendrijven. Zeefje. Gezicht weerspiegeld ziet in die vloeistof. Christus doet dat zodat al Gods kinderen straks zullen stralen als de zon.

Wij weten. Dat is iets anders dan voelen. Is het waar zou mijn God ook weten van mijn droevig lot? Wat voelde Job? Dat weet ik niet. Een ding weet ik wel. Toen de Heilige Geest hem er bovenuit tilde zei hij ik weet dat mijn Verlosser leeft.

Voor wie? Degenen die God liefhebben. Het geldt niet voor alle mensen. Ook hier vanavond in de kerk. Twee soorten mensen. Mensen die God liefhebben en mensen die God niet liefhebben. Dan kun je de tekst ook omdraaien: dan werken alle dingen tegen je. Dan was het beter dat je nooit geboren was. Eten, drinken. Opgegroeid in fijn gezin. Vriendschap.

Maar het bewoog je niet om God te vrezen. Al die kerkdiensten waar God zo laag afdaalde en dwong om je hart maar je zei nee. Dat is om te huiveren. Maar die God liefhebben, dat zijn alle christenen. Alle culturen en kleuren en maten. He is dat een christen. Zo kunnen ze ook naar ons kijken.

Ze hebben een ding gemeenschappelijk: ze hebben God lief. Dat kun je ook omdraaien: alle anderen hebben God niet lief. Wij hebben Hem lief omdat Hij ons eerst liefgehad. In de Heere Jezus de Vader gezien. Almacht. Trouw. Goedertierenheid. Liefde.

Degenen die God liefhebben. Hoor je daarbij? Wie durft het vanavond te zeggen: ik heb God lief? Ook die een teer geweten hebben zeggen het niet zo snel. Liefde moet blijken. Begin bij mijzelf. Dan kan ik wel wegkruipen. Hem vertrouwen? Degenen die God liefhebben. Nog een keer. Hoor je daarbij?

Als ik God niet liefheb, kunnen niet alle dingen meewerken ten goede. De duivel is er heel snel bij. Dat woord uit Romeinen 8 is niet voor jou. Toch geven we de duivel geen gelijk. Vanavond Psalm 116 lezen. God heb ik lief. Als je dan verder leest, hoor je geen woord meer van de liefde van de dichter tot God, maar over Zijn liefde tot hem.

Zo is het met allen die Hem liefhebben. Met Petrus Gij weet alle dingen. Liefde boven mijn verstand. Kunnen van hun liefde niet hoog opgeven. Hun liefde onvolmaakt. Maar Gods liefde volmaakt. Die Zijn Zoon niet heeft gespaard.

Degenen die God liefhebben dit sluit in en sluit uit. Om de gedachte te voorkomen dat het bij onze liefde begint. Acceptabel te maken. We moeten wat zijn. Hoeft ook niet.

Daarom schrijft Paulus die naar Zijn voornemen geroepen zijn. Tyndale: door de predestinatie is onze rechtvaardiging geheel uit onze handen genomen en in Gods handen gelegd. Dat is de troost van onze verkiezing. Dat is heel wat wat je gaat zien. Het hangt niet af van wat ik doe. Mijn handen zijn zo zwak, Zijn handen zijn machtige handen.

Hoor je bij de uitverkoren? Sta je geschreven in dat boek. Wie kan daarin lezen? Twee weken geleden op de belijdeniscatechisatie dominee ik zou in dat boek mijn naam willen lezen, dan zou ik er zeker van zijn. Gemeente dat is niet weg. Wat dan wel? We hebben het Evangelie. Geroepen. Uit de duisternis.

Zondaar. Dat je het nooit gaat redden. En wat ga je ook zien? Dat God Zijn Zoon zag. De enige geschiktheid dat we de Zaligmaker gaan zien. Je hoeft niet

Wie slecht is kere herwaarts tot mij. Heeft iemand nu zijn naam gehoord? Wend u naar Mij toe. Met vele boeleerders overspel gepleegd, wend U naar mij. Dan worden er velen geroepen maar niet allen komen. Lag niet aan God. Allen die gekomen zijn hebben het toegeschreven aan Hem. Als U mij niet had gezocht, ik had U nooit gezocht.

Wie verkiest God dan? Alle gevallen mensen. Ze hebben allen gebeden wijk van ons. Manasse, Zacheüs. Moordenaar aan het kruis. Mag je je naam erbij zetten? Wat ik wel wil zeggen je moet de uitverkiezing niet los zien van Gods genade.

Von Staupitz. Luther heel verkeerd beeld van verkiezing. Je moet beginnen bij de liefde van de Vader. Deze is Mijn geliefde Zoon, hoort Hem. Het beste bewijs van dat je uitverkoren bent is als je God liefhebt.

Puzzelstukjes. Krijg je niet ingepast. Ze hebben zo’n scherpe rand. God verwacht niet dat wij geen pijn voelen. Als klei in de hand van de pottenbakker boetseert.

Intense pijn moet lijden. Maar wie God kent in Christus, die weet dat alle dingen meewerken ten goede. Geen toeval maar een Vaderhand. En die Vader heeft Zijn kinderen zo lief dat Hij ze geen onnodig pijn doet.

God zal het brengen tot het einddoel wat Hij voor heeft met zijn kerk. Het zal uitlopen tot het einddoel. Als ik daar zal komen zal ik alle vragen vergeten zijn. Ik zal Hem zien.

‘Wegen Gods, hoe duister zijt gij, maar we omvleug’len ons het hoofd voor ’t verblindend licht der toekomst, die ’t verrukte hart gelooft! Blijve ’t middel ons verholen, God maakt ons zijn doel gewis door de onfeil’bre profetieën van zijn vast getuigenis. Aan de eindpaal van de tijden ziet ons oog de geest van ’t kwaad, moe geworsteld en ontwapend, tot geen afval meer in staat. Als de Here God in allen, en in allen alles is, zal het licht zijn, eeuwig licht zijn, licht uit licht en duisternis’.

Daarom kon Job zeggen: ik weet mijn Verlosser leeft. David: ik weet dat de Heere met mij is. Paulus en al de anderen: Wij weten dat voor degenen die God liefhebben alle dingen meewerken ten goede. Vertroost elkaar met deze woorden.

Amen.

 

Zondag 19 november 2023 – Triumfatorkerk Hersteld Hervormde Gemeente Katwijk-upon-Sea, Holland – ds. J.C. den Ouden – Schriftlezing Romeinen 8 vers 26-39