Toen Jezus vertrok uit Israël naar Tyrus en Sidon voor wat rust, kwam een vrouw naar Hem toe. Het is de Kananese vrouw wiens dochter van de duivel bezeten was. Deze vrouw had geen uitnodiging ontvangen maar kwam vanwege de nood van haar dochter tot Jezus. Na de ogenschijnlijke afwijzing van Jezus haakt de vrouw niet teleurgesteld af maar ze houdt vol. Ze houdt aan. Het is het ware geloof dat aanhoudt, de klomp tussen de deur zet. Want het heeft God nodig en Zijn vergeving. Op het gebed verhoort God. Houdt vol, grijpt moed.

Markus 7 vers 24 en 25: ‘[24] En van daar opstaande, ging Hij weg naar de landpalen van Tyrus en Sidon; en in een huis gegaan zijnde, wilde Hij niet, dat het iemand wist, en Hij kon nochtans niet verborgen zijn. [25] Want een vrouw, welker dochtertje een onreinen geest had, van Hem gehoord hebbende, kwam en viel neder aan Zijn voeten‘.

Het geloof zet de klomp tussen de deur

De geschiedenis van de Kananese moeder ligt niet als een losse steen in het Markusevangelie. Er gaat een twistgesprek met de Heere Jezus aan vooraf. Reinheid. Handen wassen. Waarom wandelen de disicipelen niet naar de regels der ouderen? Waarom doen ze dat niet?

Nu is er niets mis met tradities en gewoonten. Ik zou zeggen in deze tijd om er zuinig op te zijn. Ze geven stijl en structuur. Maar het wordt wel gevaarlijk als het godsdienst wordt. Dat waar het echt om gaat ondersneeuwt. En zo was het in Israël. Er waren er die zich zo druk maakten om de buitenkant. En hun hart?! Jezus is scherp in vers 7. Dat hun hart gewassen moet worden omdat dat vuil is. Jezus wordt er zo moe van. Hij heeft gepreekt, wonderen gedaan maar weinig vrucht.

En dan lezen we dat Hij opstand en vandaar wegging. Dat is erg. Dat Jezus weggaat. Kan dat vandaag nog? De gemeente van Efeze kreeg te horen: bekeer u en zo niet Ik zal de kandelaar wegnemen. Ik weet niet of de kerksluitingen in Nederland in dat licht moeten zien. Het kan wel gebeuren. Het moet wel ons gebed zijn. Heere ga niet weg. Laat het waaien in de gemeente, in het dorp. Laat het blijken dat U sterker bent dan de boze.

Waar gaat Jezus naar toe? Hij verlaat Israël en gaat de grens over. Tyrus en Sidon. Izebel kwam daar vandaan. In Mattheüs 11 heeft Jezus hen vergeleken met Sodom en Gomorra. Hij gaat naar de achterbuurten, de drugsbenden, de hoeren zoekt Hij op. Om weg te zijn. Hij is zo moe. Verworpen in Nazareht. Hij zoekt rust. Misschien zoek jij ook wel rust. Op het werk, in het gezin. Jezus kent dit. Rust een weinig. Daarom hoeven wij ons niet schuldig te voelen. Wij hebben rust nodig. Jezus wil even onbekend blijven.

Nu kun je een kaars verborgen laten zijn door er een emmer over te zetten. Met de zon kan het niet. Zo kan Jezus niet verborgen blijven. De zon der gerechtigheid. Een vrouw komt. Een heidin, dat wil Markus onderstrepen. Voorbereidend werk. Ze had van Jezus gehoord. Van een buurvrouw of van een ander. Is het jouw gebed dat de Heere jou wil gebruiken voor een ander?

Die vrouw heeft een dochtertje. Een heel zwaar geval. Bezetenheid. Doofheid en stomheid. Pogingen om zichzelf van het leven te beroven. Komt die bezetenheid vandaag nog voor? Het is wel waar dat je niet van de duivel bezeten hoeft te zijn om door hem geleid te worden.

Christenreis. Christen komt appolyon tegen. De duivel is het er niet mee eens als je de stad verderf verlaat. Van de duivel mag je alles. Heel vroom zijn. Trouw naar de kerk gaan. Een ding niet: je hart aan de Heere geven. Dat wil de duivel niet. En nu lezen we van een moeder die tot Jezus gaat. Wat brengt haar tot Jezus? De bezetenheid van de dochter.

Gezondheid is een groot goed om dankbaar te zijn. Maar ziekte met God is beter dan gezondheid zonder God. Duizend keer te verkiezen. Een gemakkelijk te leven en straks te sterven zonder Christus en zonder hoop. De vrouw had overal aangeklopt. Niemand kon haar helpen. Ze zou de moed verliezen.

En dan hoort ze van een profeet in Israël. Maar in Israël. Zij is een Kananese vrouw. Zij mag de grens niet over. Hij wel. Hij kwam tot haar. Was ze uitgenodigd? Nee. Ze kwam. Ze had zulke bemoedigende berichten gehoord. Ze kwam in het huis waar Jezus was. Viel nederig voor Zijn voeten. Enige manier. Nederig. Niet gespeeld. Dan denk je er niet aan of ze mag komen. Ze weet Hij kan het, ze gelooft Hij wil het. De duivel uitwerpen uit haar dochter.

Wat doet Jezus? Hij wijst erop dat het brood voor de kinderen is. Wie bedoelt Jezus met de kinderen? Zijn eigen volk Israël. En wie de honden voor te werpen. De heidenen. Deze vrouw bad, bleef roepen. Situatie verandert niet. Deze vrouw bleef roepen. Misschien enige herkenning. Ik roep wel tot de Heere maar Hij hoort mij niet. De ervaring van menig Psalmdichter. Psalm 89, 77. Dan toch te blijven roepen want je hebt Hem nodig en kunt Hem niet missen. Dat noemt de Bijbel groot geloof.

Hij lijkt niet te horen. Maar dan toch aanhouden. Als tegenwind. Als jullie jongeren naar school dan zal het nog flink waaien. Code oranje voor vandaag. Bij tegenwind moet je flink trappen. Met meewind gaat het vanaf. Als het tegenzit, dan de uitkomt zwaarder. Deze vrouw weet weinig van Jezus. Wat is het geloof pril. De Heere schenkt het geloof en gaat het sterker maken. Net als een wielrenner. Die gaat niet alleen fietsen met de wind mee maar ook tegenwind en berghellingen. Dan worden zijn spieren sterker. God oefent Zijn kinderen met tegenwind. Of dat er een rusten is op het Woord of op eigen gevoelen.

De Puriteinen kunnen ons hierbij helpen. Maakten het onderscheid tussen zekerheid van het gevoel en van het geloof. Als er blijdschap is in het geloof. Diepere zekerheid als het tegenzit, als je niets voelt en ervaart.

Ds. Van Lodenstein, gisteren vierhonderd jaar geleden geboren, predikant in Utrecht. Toen hij ging sterven vroegen ze of hij iets voelde? Nee, zei hij ik voel niets. Maar ik weet dat het vast ligt in Zijn zoutverbond.

Een waar geloof verlangt wel naar gevoel maar heeft het niet nodig. Het zijn wel harde woorden hè dat het brood niet voor de honden is. Jongeren, hebben jullie thuis een hond? Zit die aan tafel? Nee. Voerbak in de bijkeuken. Jezus zegt tegen de vrouw dat ze een onreine is, een heidin.

Stel je voor de bakker in Ermelo. Al het brood gaat voor een derde van de prijs weg. Heel druk. U komt daar vanuit Putten kopen. De verkoper vraagt: komt u uit Ermelo? Nee. Dan is het niet voor u. Wat doe je dan? Dan word je kwaad. Ze zien me hier nooit meer.

Wat doet deze vrouw? Draait ze zich om van Jezus en gaat weg? Nee. Ze zegt ja Heere. Kenmerk van het ware geloof. Nederigheid. Denkt niet groot van zichzelf.

Jonathan Edwards vraagt in een preek: is God verplicht u te redden? U hebt Hem laten wachten. U hebt Hem veracht. Satan verkozen als meester. Ja Heere. Ja. Maar. Nu gebruiken wij die woorden ja maar weleens om het af te schuiven, om weg te kruipen. Als de Heere zegt: kom. Ja maar. Dan moet je getrokken worden. Maar hier is het een goed maar. Ze zet als het ware de klomp tussen de deur. Het past niet om u het brood te geven. Ja maar Heere. Dat is geloof. Ze zegt niet dan maar geen genade.

Volgens sommige is dat het hoogste punt van Godsvrucht. Nee nee. Het geloof zegt: ja maar geef mij kruimels. Honden likken de kruimels. Deze vrouw zegt ik ben liever een hond onder Uw tafel dan te zitten aan de tafel van de duivel. Niet dat de Heere karig is.

Het kan zijn dat er hier zijn die broden van genade hebben. Die het hier goed hebben. Avondmaal. Straks wacht de hemel. Maar de verwondering ontbreekt. Waar geloof is dankbaar voor iedere kruimel. God is geen mens. Bij wie je bedelt al snel te veel vraagt. Bij de Heere is het hoe meer je vraagt hoe liever Hij het geeft. Bij de Heere moet je geen kruimel vragen. Stromen van genade. Schud je zakken maar leeg. Mijn schapen overvloed hebben, uit Johannes.

Waar haalt de vrouw de vrijmoedigheid vandaan? Grote verwachting van de Heere. Jezus verwonderd zich erover. We begonnen met de regels. Als de regels van de Schriftgeleerden en Farizeeën gevolgd worden, dan deze vrouw afgewezen.

Eerst de kinderen. Haar geloof zo vindingrijk. Ze maakt gebruik van de kier. Wonderbare spijziging zeven maanden over. Dat is voor de honden. Nederig.

Twee manieren om de Zaligmaker af te wijzen. Voelen zich te goed, te gezond. Je kunt het ook op een andere manier doen. Ik ben een hond. Ik heb het niet verdiend. Ik heb er niet naar geleefd. Dat je door je onwaardigheid eraan voorbij laat gaan.

John Newton, predikant in Engeland, schreef een brief aan iemand die depressief was en zwaar gebukt ging onder zijn onwaardigheid. Je zegt dat je gebukt gaat onder schuld. Het is waar dat je schuld groot wordt maar je moet niet bij je onwaardigheid stil blijven staan. Je zegt dat het moeilijk is hoe een heilig God een akelig als jou kan behagen. Je hebt te weinig achting voor jezelf, dat is terecht, maar ook te weinig achting voor God en dat is niet terecht. Je kunt je genade inbeelden maar ook verachten. Ik ben er te goed voor maar ook ik ben er te slecht voor.

Zie nou eens gemeente, wat een milde Zaligmaker. Hij prijst haar. Om dit woord wil. Goed zo dat je vasthoudt. Dat je klomp tussen de deur hebt gezet. Je hebt me schaakmat gezet. Ga heen naar huis, uw dochter is genezen. Ze komt thuis en ziet het.

Jezus ziet hier het werk van Zijn Vader. Niemand kan tot Mij komen tenzij de Vader hem trekt. Het geloof verklaart failliet maar ziet op de onnaspeurlijke rijkdom van Christus. In deze geschiedenis is een les voor allen die naar vrede zoeken. Onthoud dat het hart van de Zaligmaker zo groot is dat de hele wereld erin past. Deze vrouw had geen uitnodiging. Hoeveel hebben wij er wel niet?

Deze geschiedenis moedigt ons aan te bidden voor je kinderen. Moeders, dat doet u? Vaders? Behoud van de kinderen. Daar is altijd hoop. We zien het vaker in het Evangelie. Ouders die komen voor een kind. Bidden voor anderen. Laten we dat doen. Bidden juist voor diegenen die niet meer bidden kunnen. Niet meer bidden willen. Er zijn hier jongeren, ouderen die aan de rand zitten. Jongere, misschien wel om herrie te voorkomen. Ze bidden voor jou. Vecht niet tegen hun gebed. Een leven zonder God valt zo tegen. Val de Zaligmaker nederig te voet. Je wint er alles door.

De moeder ging door en gaf niet in wanhoop op. Wat wil de duivel? Dat u stopt met bidden. Mijn kind, ik bid er wel voor, maar het gaat de andere kant op. Misschien duurt het tien, vijftien, twintig jaar. Op de dag van het oordeel zal blijken dat een van de belangrijkste schakels van het behoud van zielen het gebed voor anderen is geweest. Amen.

 

Zondag 9 februari 2020 – Hersteld Hervormde Kerk Putten – ds. J.C. den Ouden – Schriftlezing Markus 7 vers 24-30