Op de lijdensweg van de Heere Jezus naar Jeruzalem is Hij te gast bij Simon de melaatse. Het is een tussenstop bij vrienden. En daar wordt Hij ter voorbereiding op Zijn begrafenis gezalfd door Maria. Het is een wonderlijke hoogtepunt. Maar door Judas, die een dief was, wordt Maria veroordeeld dat ze in zijn ogen dure zalf verspeeld heeft. Het is een beschamende vertoning. Maar de Heere Jezus neemt het voor haar en op en vandaag wordt tot haar gedachtenis verhaald van wat Maria uit liefde tot de Heere Jezus deed.

Johannes 12 vers 7: ‘Jezus dan zeide: Laat af van haar; zij heeft dit bewaard tegen den dag Mijner begrafenis‘.

Jezus op weg naar Zijn begrafenis

  1. Een tussenstop bij vrienden;
  2. Een wonderlijk hoogtepunt;
  3. Een beschamende vertoning.

1. Een tussenstop bij vrienden

De Evangelist Mattheus maar ook Johannes nemen ons de tweede lijdenszondag mee naar het huis van ene Simon. Het duidt erop dat deze man ziek was maar genezen is. Natuurlijk, anders had hij nooit een feestelijk maaltijd kunnen organiseren mer en voor zijn vrienden. Want ook de jongens en meisjes weten wel dat melaatsheid een verschrikkelijke ziekte was. Was je eenmaal melaats, dan werd je daarvan niet genezen, geen medicijnen. Het was bovendien ook een hele besmettelijke ziekte. Ophouden in isolement, quarantaine situatie.

Het is overigens ook opvallend dat in de Bijbel zonden met melaatsheid wordt vergeleken. Je gaat ermee onder tenzij je ervan verlost wordt. En maar een geneesmiddel en geneesheer en dat is de Heere Jezus en Zijn bloed. We mogen ervan uitgaan dat de Heere Jezus Simon genezen heeft en daarmee is hij ook een teken van het komende Koninkrijk van God waar niemand meer ziek zal zijn en geen dood zal heersen. In dat licht moeten wij alle genezingen van de Heere Jezus lezen.

En zal het ondertussen niet in het hart van Simon gezongen hebben: wat zal ik die trouwe God voor Zijn genade vergelden, geven? Hij besluit een feestmaal aan te richten voor Jezus en Zijn vrienden. En het Paasmaal een extra reden. En op een andere plaats wordt druk beraadslaagd hoe zullen we Jezus arresteren. Maar die arrestatie mag niet op het feest gebeuren, daar komt alleen maar een heleboel gedoe van. Maar Hij moet weg, uitgeschakeld worden.

De leden van Sanhedrin hebben informatie ingewonnen. Hij heeft zieken genezen, doden zelfs opgewekt uit de dood, wonderen heeft Hij verricht. Maar in plaats van Hem te volgen besluiten ze Hem te vervolgen? Waarom? Waarom ergeren ze zich aan de Heere Jezus? Waarom ergeren mensne zich vandaag aan Hem? Zou het zijn omdat het ons ontmaskert? Dat we bankroet zijn en voor Hem niet kunnen bestaan?

Zou Jezus Zich op het Paasfeest vertonen? Ja, Hij gaat, Hij moet. Reist met anderen naar Jeruzalem maar aan de voet van de Olijfberg maakt Hij Zich los uit Zijn reisgezelschap en neemt de  uitnodiging van Simon aan en voegt zich in de kring van die anderen in Bethanië dichtbij Jeruzalem. Maar ook wat Simon doet is gewaagd. Schaart zich in de kring van de Heere Jezus. Betuigt openlijk een diepe sympathie voor en met de Heere Jezus. Daarmee haalt hij de haat van het Sanhedrin over zich.

Dus Simon besef wat je doet. Welk een risico jij loopt met deze handeling, deze daad. Maar kijk eens, er is bij Simon meer Godsvrees dan mensenvrees, wat zal een nietig mens mij doen? Hij is bereid om de smaadheid van Christus te dragen. Dat is gemeente toch de prijs die een mens uit zichzelf niet opbrengt. Simon komt openlijk uit voor Christus terwijl de schaduw van het kruis al over Hem heenvalt.

Als wij vluchtig onze blik laten gaan over de feestzaal, dan zien we Lazarus, Maria, Martha. Hier zien we de wortel van de gemeenschap der heiligen die opbloeit uit het geloof in de Heere Jezus Christus. De Evangelist Johannes noemt de naam van de gastheer Simon niet maar laat alle nadruk vallen op Lazarus. Hij is nog zo onder de indruk van Lazarus die gestorven was, die in het graf heeft gelegen en daar is uitgekomen en daar nu mag daar mag zitten, excuseer mij de uitdrukking, als een stukje Hollands welvaren.

Ja het geloof van Lazarus en zijn beide zussen werd wel hevig beproefd. Zie kom haastig, Lazarus die U liefhebt is ernstig ziek. Maar Jezus maakte geen aanstalten om haastig te komen en toen Hij kwam toen was Lazarus al gestorven en lag twee dagen in het graf en hij rook al. Maar Lazarus is het bewijs er zijn geen grenzen aan Jezus’ macht voor elk die wonderen van Hem verwacht. De dood moest het af laten weten, een stukje Pasen, het werd reeds Pasen in Bethanië voordat Jezus straks uit de doden wordt opgewekt. Jezus is machtiger dan de dood.

Maar het Sanhedrin zat er ondertussen mee. Je moet niet alleen verblind zijn maar veel meer verhard zijn om tegen alle feiten in te blijven volhouden dat Jezus een bedrieger is, niet de Messias maar een valse messias is. Je moet er wel heel wat voor over hebben om je gelijk te halen. En desnoods moet misschien Lazarus maar uit de weg geruimd te worden en misschien ook wel die Simon. De feiten moeten verdoezeld worden. Maar begrijp je dan niet dat je aan het kortste eind trekt? Dat Jezus straks moet zeggen u die niet wilde dat Ik Koning over jouw leven was.

Die avondmaaltijd die mag met recht genoemd worden een feestmaal. Martha is er ondertussen maar druk mee. Die ijverige Martha die altijd wel werk ziet liggen, die dienende Martha die juist al dienend in haar element is. Als je maar niet vergeet Martha een ding is nodig eerst het Koninkrijk van God. En dat zegt de Heere Jezus ook tot ons, u en jou en mij. Stel de juiste prioriteiten. Jezus op de eerste plaats.

En natuurlijk is Maria ook aanwezig. Die stille bedachtzame Maria die niet zoveel zegt maar des te meer denkt en hoort. Ze lijkt haarscherp aan te voelen wat op handen is in Jeruzalem. De aanstaande arrestatie van haar Jezus. De haat tegen Hem is haar niet ontgaan. Deze Jezus is die lastige steen van Psalm 118 die de tempelbouwers verachtelijk ter zijde stellen. Beseffen zij wat Maria beseft? Maar genoeg over de gasten maar wie is de Hoofdpersoon jongens en meisjes? De Hoofdpersoon is uiteraard de Heere Jezus Christus. Waar zullen nou die gesprekken aan die maaltijd over gegaan zijn? Ik denk zomaar niet over koetjes en kalfjes. Over het Koninkrijk van God, denk je niet? Daar hebben de discipelen al heel wat keren over gesproken en de posities verdeeld. Jij minister van zus en jij minister van zo.De discipelen wilden wel de kroon maar niet het kruis. Maar dan moet je eens kijken, dan gebeurt er iets heel bijzonders. Dat brengt ons bij onze tweede gedachte.

2. Een wonderlijk hoogtepunt

Ineens staat Maria op.

En ze loopt recht op de Heere Jezus Christus af. En ze heeft iets in haar hand. Kijk maar goed jongens en meisjes. Wat heeft ze in haar hand? Ze heeft een kruikje, een flesje, ja een albasten kruikje in haar hand. Albasten. Albast ja wat is dat? Een soort van steen waar parfum van werd gemaakt. En zo’n flesje heb ik begrepen had een bolle vorm maar met een smalle hals. Want het was niet de bedoeling als dat flesje omviel of schuin gehouden werd, dat dan de inhoud er in een keer helemaal uitliep. Vandaar die smalle hals die bovenaan werd toegestopt met vloeibare was en als je iets uit dat flesje wilde hebben dan prikte je een gaatje in die was zodat druppeltjes van die kostbare zalf die erin bewaard werden eruit liep.

Mattheüs die de naam van Maria niet eens noemt heeft het over een vrouw. En het gaat Mattheüs veel meer om haar daad dan om haar naam. Alsof Mattheüs wilde zeggen kijk nou wat ze doet. Wat ze doet. Nou zoals gezegd, normaal werd een gaatje geprikt in de dunne hals, die was, die hals van de fles maar Maria breekt in een keer de hals van die fles af en ze giet zonder een woord te zeggen de inhoud over de Heere Jezus uit. Zonder een woord te zeggen zegt ze heel veel. Haar hart spreekt boekdelen. Een preek. Alleen het gebrokene aangenaam. Gods offers zijn een verbroken hart en een verslagen geest.

Er zat niet minder dan een pond, een pond kostbare oliezalf in die fles. Dan moet ik er wel bij zeggen dat een pond in die tijd niet gelijk stond aan een pond dat wij kennen, 500 gram. Het is een wat kleinere hoeveelheid, maar niettemin is die inhoud van die fles van Maria goed voor vijftig, misschien wel zestig, misschien wel zeventig kleine flesjes met een geringe inhoud van die kostbare olie.

Ik moest denken aan mijn jeugd in de kerk, mijn ouders in die lijn, geslacht van mijn oudere, grootouders hadden steevast in hun tas als ze uitgingen zo’n flesje Boldoot, Eau de Cologne 4711 kon je bij de kruidenier laten bijvullen als het leeg of bijna leeg was. Werd gebruikt om je een beetje geurig te doen zijn. Maar die zalf van Maria is veel kostbaarder dan de duurste Boldoot. En deze nardis werd bewaard om een dode te zalven. En volgens kostte het een vermogen, hij taxteert de inhoud van dat kruikje van Maria op wel driehonderd penningen. En om een indruk indruk te krijgen van de waarde van zo’n kruikje moeten we even terugdenken aan de gelijkenis van de werkers in de wijngaard die voor een hele dag een penning ontvingen. Je zou kunnen zeggen de inhoud van dat kruikje, van dat flesje is ongeveer een jaarinkomen van een arbeider. Kostbare zalf. Kostbare olie.

Hoe komt Maria daaraan? Had ze deze zalf geërfd van haar moeder of ooit aangeschaft met het oog op een mogelijke trouwdag om de feestzaal -mocht het ooit zover te komen- te vullen met die kostbare nardisgeur. Of was het een financiële reserve voor moeilijkere en lastigere tijden. En nu giet ze zomaar in een keer al die kostbare nardus in een keer over de Heere Jezus uit. Was het een impulsieve daad?! Nee, want dan zou ze er terstond, even later spijt van hebben gekregen. Dan zou ze gezegd hebben wat heb ik nu gedaan, die kostbare nardis?!

Het ligt voor de hand te veronderstellen dat ze vastbesloten was deze kostbare zalfolie voor Jezus te bestemmen. Jezus die haar die haar Bruidegom is geworden. En laat daarom die zaal van Simon maar doortrokken worden van die heerlijke nardusgeur. Laat die zaal van Simon maar haar bruidszaal worden met Jezus als haar Bruidegom in het midden. Maar Hij is ook haar Koning. Ook haar Priester. Ook haar Profeet. Hij is het Lam dat ook haar zonden op Zich nam. Het heilig Offerlam. Jezus is in één woord gezegd haar alles. U al mijn liefde waardig schatten en dat doet Maria. En zij giet die kostbare nardusolie over de Heere Jezus uit. Niet een paar druppeltjes maar de hele inhoud.

En Mattheüs en Markus die vertellen zij zalft Zijn hoofd. Maar u hebt mij meegelezen, Johannes spreekt over Zijn voeten. Nee, de ene Evangelist spreekt de andere Evangelist niet tegen. Maar de een vult de ander aan. Zo gaat dat in het Evangelie. En vroeger, dat weten de jongens en meisjes ook wel, vroeger werden de koningen gezalfd. Een profeet goot dan heilige olie uit over het hoofd van een koning.

Dus Maria verricht hier een profetische daad. Ze zalft de Heere Jezus. Ze zalft Hem en eert Hem als haar Koning. Die overvloed van die nardus zal zeker van het hoofd van Jezus gedropen zijn op Zijn voeten. Maar Johannes de nadruk op legt. En zou dat zijn omdat hij straks in hoofdstuk 13 vertelt over de weigering van de discipelen om elkaars voeten te wassen. En dat de Heere Jezus toen het voorbeeld gaf door te bukken en het voorbeeld te geven wat zij weigerden om te doen.

Jesaja schrijft hoe lieflijk zijn de voeten van hen die de vrede boodschappen. De voeten van de Vredesvorst Jezus Christus. Maria zalft ze, Maria kust ze. En dan maakt ze haar haren los en dan droogt ze de voeten van de Heere Jezus af met haar haren en ondertussen doortrekt dus die heerlijke nardusgeur dat hele vertrek waar ze met elkaar zitten. Die feestzaal van Simon, bruiloftszaal, tempel waar de Heere Jezus gezalfd wordt met het oog op Zijn begrafenis en wat Hij gaat volbrengen op Golgotha.

Het heilig Offerlam. Het Lam van God. Het Paaslam Jezus Christus. In wie heel die machtige profetie van Jesaja wordt vervuld: wie heeft onze prediking geloofd, aan wie is de arm des Heeren geopenbaard? Het Lam van God. Is dit inzicht van Maria een vrucht van haar zitten aan Jezus’ voeten? Nou de vraag stellen is het antwoord geven. Terwijl die anderen in de kring van de Heere Jezus, met name de discipelen, heel wat keren hebben gediscussieerd over theologische thema’s heeft Maria gekluisterd. Aandachtig en scherp geluisterd. En ze heeft gelet op de ogen van de Heere Jezus en heeft in de ogen de eeuwige liefde gelezen. De liefde die bereid was ook voor haar de dood en het oordeel in te gaan. Om straks op Golgotha aan het kruis te hangen. Verlaten van mensen en verlaten van God. Mijn God, Mijn God, waarom hebt U Mij verlaten? Opdat wij tot Hem genomen en dan nooit meer van Hem verlaten zouden worden.

Maria heeft het goede deel uitgekozen heeft de Heere Jezus eens gezegd. Aan des Heilands voeten luisterend naar haar Heere heeft Maria diepe inzichten ontvangen en zo kwam ze tot haar daad. En ze heeft die nardus niet gebruikt voor Lazarus maar voor haar Jezus. Ze heeft begrepen het zal niet lang meer duren, Hij zal spoedig sterven en Maria bewijst Hem nu haar laatste eer. Niet straks pas maar nu reeds. Maar die liefdesdaad verzorgt een hele opschudding in dat huis van Simon de melaatse. En dat brengt ons bij onze derde gedachte: een beschamende vertoning vindt nu plaats.

3. Een beschamende vertoning

Want terwijl Maria haar liefdesdaad verricht aan Jezus opent Judas Iscariot zijn mond, de rentmeester. Hij is in de kring van de discipelen de penningmeester, de man die met het geld om kan gaan, althans daar wordt hij voor gehouden. Niet alleen het oliekruikje is gebroken maar eerder al het hart van Maria. Maar nu breekt er ook iets bij Judas. En hij maakt een duivels rekensommetje. Moet je nou eens kijken, daar wordt even voor een jaarloon kostbare zalf verspild. Let op dat laatste woord. Verspild, verkwist. Het wordt zomaar over de Heere Jezus uitgegoten. En het druppelt door Zijn baard en klederzoom en het maakt plasjes op de grond. Als deze zalf verkocht was, dan was er een kapitaaltje geïncasseerd en dan hadden we die opbrengst ten goede kunnen maken aan de armen.

De duivel is hier present en blaast zijn partij. En gaat rond als een engel van het licht in die geval. Als een vrome duivel. Maria’s liefdesdaad wordt nota bene verspilling, verkwisting genoemd. En kijk nu komt de ware aard van Judas openbaar want liefde rekent niet. Liefde rekent niet. Die nardus stroomt weg en Judas ziet centen wegrollen. Nou heb ik nou gelijk of heb ik nou ongelijk? Andreas wat zeg jij ervan? En Johannes wat vindt jij er nou eigenlijk van? En Petrus? En ja, Judas krijgt bijval, volgens Mattheüs. Waren de andere discipelen, kinderen van God, ook verontwaardigd? Er gaat een scherp oordeel om. En Maria wordt veroordeeld. Die vrome, quasi, quasi vrome Judas wil graag doorgaan voor een mens die bewogen is met de armen. Maar heb geen enkele illusie, hij is een dief schrijft Johannes, dat hebben ze toen niet ingezien maar later wel erkend. En bedoelt, bedoelt Johannes daarmee dat Judas aan zelfverrijking deed, weleens iets in de verkeerde zak terechtkwam, iets aan de strijkstok bleef hangen? We weten het niet. Maar met zijn liefdeloze opmerking doet hij Maria groot onrecht en zet hij haar op een verschrikkelijke manier te kijk. En hij probeert de anderen mee te trekken. Er klinkt een waarschuwing in door. Want gemeente hoe gemakkelijk gebeurt dat niet dat we ons mee laten trekken in liefdeloze oordelen van een ander mens? Over een mens. Pas op, laat je niet meeslepen in andermans veroordelende woorden.

Judas steelt in ieder geval Maria’s eer door haar te vernederen en zichzelf op te werpen als de pleitbezorger van de armen. Maar met wie denkt u, denk jij dat die armen het beste af zullen zijn?! Met Maria of met Judas? Meer een vraag die zichzelf gelijk beantwoordt, natuurlijk. Armen zijn het beste af met…Maria. Want Judas verkoopt straks de Meester voor minder dan driehonderd penningen. En als hij over een paar dagen verdwijnt onder de paasmaaltijd, dan denken de andere discipelen hij gaat vast naar de armen om hen op het feest ook iets te geven. Het zal de gewoonte zijn geweest op het Paasfeest.

Maar wie neemt het voor Maria op die daar nog altijd staat, zwijgend met haar gebroken kruikje. Wie durft Judas aan te pakken en op zijn nummer te zetten? Waarom zit je nou zo te zwijgen Simon Petrus? Ben jij het dan in je hart eens met die Judas? Waarom, waarom Petrus open je je mond niet? Jij die toch nog zo kortgeleden met de Heere Jezus op de berg van de verheerlijking was en daar wilde blijven. Jij die van die grote woorden hebt gesproken waarom zwijg je nu? En jij, Johannes? Ja zo zouden we nog wel even door kunnen gaan de kring van discipelen langs.

Judas heeft de schijn mee. Heeft de Heere Jezus niet zeer onlangs gezegd tegen de rijke jongeling dat hij alles moest verkopen en de opbrengst aan de armen moest geven? Maria zwijgt. En het valt ook niet mee om tegen Judas in te gaan. Judas die de schijn van vroomheid mee heeft. Wie neemt het nou voor Maria op? De Heere Jezus.  De Heere Jezus neemt het voor Maria op. Hij neemt het woord, luister maar, Hij zegt: Judas heeft ongelijk. Het is niet waar wat Judas zegt. En gebiedt dat men het Maria niet moeilijk maakt. Laat haar haar gang gaan want zij heeft dit bewaard met het oog op Mijn begrafenis.

En Mattheüs schrijft dat Jezus haar prijst want zij een goed werk gedaan heeft. Het was een daad vanuit haar hart, een liefdesdaad. En ze kon niet eens meer wachten tot het moment van Zijn begrafenis. En Jezus aanvaardt het liefdesoffer van Maria dat het hele huis vervult met een liefelijke geur. En die liefdesgeur die blijft niet beperkt tot dat huis van Simon de melaatse maar treedt naar buiten en gaat de wereld door. Ook nu, de Heere Jezus overal waar dit kruisevangelie verkondigd wordt, daar zal getuigd worden van Maria’s liefdesdaad. Want wij hebben Hem lief omdat Hij ons eerst heeft liefgehad.

En als je de Heere Jezus Christus oprecht lief krijgt, dan krijg je ook anderen lief, dan gaat het geuren van de liefde ook vandaag de dag. Dan gaat het, dan ga je de liefdesgeur van de Heere Jezus verspreiden. Niet omdat het moet, niet omdat ik mij dan in duizend bochten wring, maar het gaat vanaf. Of het gaat niet.

Maria heeft Jezus’ begrafenis voorbereid maar ook Judas heeft dat gedaan. Jezus verkocht voor de prijs van dertig zilverlingen. En als de koop, de koop gedaan is, dan zal hij Hem verraden met een kus. Nou laaghartiger  kan het niet. Jezus verraden met een kus. En ik stel mij zo voor op het moment dat hij straks in de hof van Gethsemané de Heere Jezus kust, dat die geur van nardus Jezus nog helemaal omringd. En Judas ergert zich aan deze Jezus. Zo dicht bij deze Jezus geleefd. Drie jaar lang en nu wil hij van Jezus af.

Hij werpt zich op als de pleitbezorger van armen maar wie is hier nu echt arm. Is Judas hier uiteindelijk niet straatarm? Want je kunt alles hebben, je kunt dertig zilverlingen hebben, je kunt een hele zilvervloot hebben, je kunt kapitalen op de bank hebben, maar als je de Heere Jezus niet hebt ben je straatarm. Nu kun je zeggen dat hebben we al zo vaak gehoord, maar heb je het ook ter harte genomen en ben je gevlucht naar Hem? Die arm is geworden terwijl Hij rijk was, Jezus.  Die in onze plaats wilde komen, want de zonde maakt arm. Maar Hij is gekomen om armen rijk te maken.

Als je gaat beseffen wie je werkelijk bent in het licht van Gods heiligheid en majesteit en rechtvaardigheid, dan wordt je een verloren mens in jezelf. Maar de Heilige Geest duwt je, stuwt je een kant op, naar Jezus heen. Niemand die ons liever wil dan de Heere Jezus die gekomen is om te zoeken en zalig te maken wat verloren is. Judas wijst Jezus af. Maar gemeente ik schrik want het verraad komt van een kant waar je het niet verwacht. Het komt uit de kring van de kerk, uit de kring van de discipelen.

Judas die gevangen zit in de macht van het geld. En nu zie je weer wat een macht het geld is, een afgod die mammon heet. Maar laat ik nou maar niet teveel naar Judas wijzen. Als Jezus straks aan de Avondmaalstafel de dief ontmaskerd, denkt niemand aan Judas maar een ieder vraagt geschrokken ben ik het Heere? Want ik ben nergens te goed voor.

We leven in een wereld en maatschappij waar met geld deuren opengaan. En het zal waar zijn. Denkt u maar aan heel die affaire in Groningen, die aardbevingsschade. En dat rapport wat afgelopen week gepubliceerd is, dat maakt wel duidelijk dat geld een geweldige macht is. En dat je met geld soms letterlijk over lijken gaat. Maar er gaat een deur nooit open met geld, dat is de deur van het Koninkrijk van God die opent Jezus alleen. Nee je bent niet verlost door vergankelijke dingen, goud en zilver, schrijft Petrus in zijn zendbrief, maar door het kostbaar bloed van het Lam, het Lam Gods, Jezus Christus. Hij die rijk was en arm wilde worden. Hij maakt mensen die zich arm gezondigd hebben rijk. Jezus.

Gemeente, dan Maria die veel meer van Jezus’ woorden heeft begrepen dan Jezus’ discipelen. En opnieuw in het Evangelie, de vrouw staat heel vaak op de kruispunten in het Evangelie, moet je maar eens opletten. Op de kruispunten van het Evangelie staat telkens weer een vrouw. En ook nu weer naar het lijkt een vrouw die veel meer begrepen heeft van Jezus’ woorden dan de discipelen en daarmee de mannen in haar schaduw stelt. Hadden die mannen maar evenals Maria maar meer aan de voeten van de Heere Jezus gezeten en geluisterd. En de vrucht van dat intenee luisteren is dat ze Hem nu zalft.

Christus de gezalfde. De gezalfde want dat betekent die naam Christus. De gezalfde. Maria heeft Hem gezalfd met het oog op Zijn begrafenis maar de Vader heeft Hem al eerder gezalfd. Ik denk aan zondag 12 van onze catechismus. Waarom wordt Hij Christus genoemd, de Gezalfde. En dan staat er zo prachtig: omdat de Vader Hem gezalfd heeft tot onze hoogste Profeet en Leraar die ons de verborgen raad van God met het oog op onze verlossing volkomen bekendmaakt. En daar blijft het niet bij want de Vader heeft Hem ook gezalfd tot onze enige Hogepriester die met het offer van Zijn zelfovergave zaligmaakt allen die door Hem tot God gaan. En ten derde is Hij ook gezalfd tot Koning die ons bewaard en beschut bij de verkregen zaligheid.

Jezus Christus de gezalfde. Wat een verschil: Judas, Maria. Nou gemeente tot slot een vraag: wat is Jezus ons waard? Aan welke kant sta ik? Sta ik, sta jij, sta u vanmorgen? Judas, die Jezus verkoopt voor dertig zilverstukken, met Hem afrekent, Hem verraad met een kus? En Maria? Zij giet al de liefde van haar hart over Hem uit. Alles is voor Jezus omdat Hij alles voor Maria is geworden. Hij die zegt geef Mij uw hart. Ze geeft Hem haar hart. Geest en ziel en lichaam Heere, leg ik op Uw altaar neer. En die liefdegeur moet immers elk tot liefde nopen.

Amen.

 

Tweede lijdenszondag 26 februari 2023 – Oude Kerk Putten – ds. J. Belder – Schriftlezing Mattheüs 26 vers 1-13 en Johannes 12 vers 1-11