Nicodemus komt als een serieuze en godvrezende Farizeeër bij Jezus. Jezus houdt hem echter voor dat niemand uit zichzelf het Koninkrijk van God kan ingaan. We zijn zondige mensen, geboren uit Adam, met gif zonde behept. Nu is Jezus zelf gekomen om redding aan te brengen. Hij kwam om verhoogd te worden aan het kruis als medicijn tegen dit gif. Wie opnieuw geboren wordt, gelooft in Christus. Wie in Christus gelooft, is wederom geboren. Het gaat er niet om dat je precies kunt vertellen hoe je (wederom)geboren bent, maar dát je het nieuwe leven kent. Zolang je Hem niet nodig hebt als Zaligmaker, Hem niet gehoorzaamt, ken je het nieuwe leven niet.
‘Jezus antwoordde en zei tegen hem: Voorwaar, voorwaar, Ik zeg u: Als iemand niet opnieuw geboren wordt, kan hij het Koninkrijk van God niet zien.’
Johannes 3:3
Soms wordt er gezegd: van Boven geboren worden. Dat is natuurlijk ook zo. Maar vanuit het Grieks kan je dat zo niet helemaal vertalen. Jezus sprak geen Grieks, maar Aramees. Het is: opnieuw geboren worden. Daarom is dit het thema: opnieuw geboren worden. Ik moet nog denken aan George Whitefield, die in Amerika preekte en opwekkingen meemaakte. Hij preekte heel vaak (of altijd, in die tijd) over deze tekst. Men vroeg hem: waarom preekt u over deze tekst? Hij zei: u moet opnieuw geboren worden. Dat! Dat is blijkbaar iets dat steeds weer nodig is. Opnieuw geboren worden.
Opnieuw geboren worden
Gemeente, in dat gesprek met Nicodemus zegt Jezus dat je opnieuw geboren moet worden anders kun je het Koninkrijk van God niet zien of binnengaan. In vers 3: zien. In vers 5: binnengaan. Dat is een beeldspraak, dat opnieuw geboren worden.
Jongens en meisjes, misschien voor jullie moeilijk te begrijpen. Eerst wil ik het voor jullie uitleggen. Jezus zegt: je kunt niet in de hemel komen al doen we nog zo goed ons best, daar zijn we te slecht, te zondig voor. En toch stuurt Jezus ons niet weg! Wat jij niet kunt, dat doe Ik, zegt Hij! Wij kunnen niet in de hemel komen. Maar Ik ben gekomen om mensen die er niet kunnen komen, daar toch te brengen. Ik ben aan het kruis verhoogd. Wat wil Jezus dan? Dat er iets verandert in je hart. Wat is dat? Dat je Jezus nodig krijgt. Er is ook zo’n kinderversje: ik heb Jezus nodig. Dat is eigenlijk de kern van de zaak in de wedergeboorte. Dat er iets verandert in je hart. Dat je Jezus echt nodig hebt om vergeving te vinden voor je zonden. Dat je Hem nodig hebt om te leren geloven en daarin te blijven. Om te leren liefhebben. Ieder uur, iedere dag, school, werk, eten, sporten, naar de kerk gaan, thuis meeluister. Als ik ziek ben, als ik gezond ben. Ik heb Jezus nodig om te leven en om te sterven. En zolang je Jezus niet nodig hebt, ben je niet wedergeboren. Dan kan je niet ingaan in het Koninkrijk van God. Als je wedergeboren bent, heb je Jezus nodig. Ik heb Jezus nodig, heel mijn leven.
Johannes geeft veel voorbeelden van mensen die Jezus niet nodig hebben. Hij laat daarmee zien dat wij mensen zijn die Jezus helemaal niet nodig hebben. Jezus brengt hen tot het punt dat ze niet meer zonder Hem kunnen, durven en willen. Je merkt dat bij de discipelen, bij de bruiloft te Kana, bij de Samaritaanse vrouw.
En hier bij Nicodemus. Hij was niet de eerste en de beste Farizeeër. Misschien denk je, dat waren schijnheilige mensen? Dat denken wij vaak. Wij hebben een negatief beeld. Maar je kunt het ook nog wel vermakelijk vinden hoe Jezus hem op zijn nummer zet. In werkelijkheid staan ze bij het volk bekend als mensen die veel weten over de Bijbel het nauw nemen met de geboden. Ze stonden bekend als betrouwbare mensen, als goede, godvrezende mensen. En die Nicodemus wordt genoemd: een leider van de joden. Dat betekent dat hij lid is van de Hoge Raad, van het Sanhedrin. Hoeveel mensen zaten daarin? Dat waren er 70 plus 1: plus de Hogepriester. Nicodemus hoort bij de 71 belangrijkste mensen in het land. Het Sanhedrin had grote macht en bevoegdheid in recht, politiek en godsdienst. Bovendien is het een rijk man. Dat weten we omdat we hem later tegenkomen bij de begrafenis van Jezus. Hij had toen honderd pond kostbare zalf bij zich. Hij is bovendien oprecht. Hij laat eerlijk weten dat ze over Jezus hebben gesproken. Wij weten, zegt hij. Blijkbaar een conclusie. Hij gaat zelf op onderzoek uit. In plaats van achter de rug om roddelen, gaat hij naar Jezus toe. Hij geeft het allerbeste voorbeeld: hij gaat zelf naar Jezus. Een voorbeeld voor ons!
Waarom in de nacht? Ik zou ervan zeggen, denk daar eens over na. Ik wil wel zeggen, zeg niet te snel dat hij bang is voor de mensen. We komen hem nog een paar keer tegen in het evangelie. Dan durft hij wel tegen de mensen in te gaan. Hij is niet zo bang uitgevallen als we denken. Hij gaat wel zo onopvallend mogelijk. Als het donker is. Donker is het ook in zijn hart. Want als je Jezus niet kent, is het ten diepste donker in je hart.
Je vraagt je af, moet Jezus dan niet slapen? Hij heeft toch als mens Zijn rust nodig? Hij offert Zijn nachtrust op voor Jezus. Bij Jezus ben je welkom, zelfs in de nacht. Wat een Heiland!
Nicodemus begint het gesprek, vers 2. Rabbi, wij weten dat U van God gekomen bent als Leraar, want niemand kan deze tekenen doen als God niet met Hem is. Hoe klinkt dat nou? Ik zou zeggen, dat klinkt positief. En het is ongetwijfeld bedoeld als compliment. Nicodemus die kun je vergelijken met een professor in de theologie. En als die professor zomaar bij iemand kent, op voet van gelijkheid gaat spreken, het klinkt alsof ze collega’s zijn. Op basis van gelijkwaardigheid. Jezus heeft geen theologische opleiding – opgeleid als eenvoudige timmerman. Een normale timmerman zou zich zeer gevleid hebben gevoeld. Maar Jezus is geen normale timmerman. Hij is geen normaal mens – Hij is de Zoon van God!
Heel veel mensen hebben wel een vorm van respect voor Jezus. Best goed eigenlijk. De Bergrede en zo. Ik heb op zich niets op Hem tegen. Dat kan je makkelijk zeggen. Dan kan je zelf neutraal blijven. En dat is nou precies wat Jezus uitsluit: die neutraliteit. Dan kan je namelijk alles over Hem zeggen. We doen Hem er geen recht mee. Een ex-atheïst (die zijn er ook) die geloofde er vroeger er niets van, maar kwam tot geloof, Lewis. Hij zei eens: als je eerlijk op een rijtje zet over Jezus en wat Jezus zegt over Zichzelf, dan zijn er een paar mogelijkheden. Of Jezus is een bedrieger – de grootste van de wereld. Of Hij is knettergek. Of Jezus is wie Hij zegt te zijn: de Zoon van God. Deze atheïst boog voor Jezus.
Dat gaat Nicodemus veel te ver. Hij is bereid te erkennen dat Jezus een Rabbi, een Leraar is, dat God met hem is. Hij gaat daarin verder dan de andere leden van het Sanhedrin. Het moet niet te gek worden.
Wat zegt Jezus? De tekst. Voorwaar, voorwaar. Ik zeg u, als iemand niet opnieuw geboren wordt, kan hij het Koninkrijk van God niet zien. Opnieuw geboren worden. Ja, we zijn geboren. Anders hadden we niet geleefd. Wij leven omdat we geboren zijn. Soms kun je denken: ik zou mijn leven wel over willen doen. Maar dat kan niet. Het is maar de vraag, zou je het beter doen? Had ik nooit moeten doen, maar zou het zoveel beter gaan, als we opnieuw zouden mogen beginnen?
Toch zegt Jezus dat: je moet een keer opnieuw beginnen, nog een keer geboren worden. Je hele leven moet opnieuw beginnen. Je hebt een nieuw leven nodig. Begrijpt u wat dat betekent? Dat mijn oude leven zonder Christus ten dode is opgeschreven. Dat betekent de dood van mijn oude ik, zonder Jezus. Jezus zegt: je moet helemaal opnieuw geboren worden. Je hebt een nieuw leven nodig, anders wordt het nooit wat. Niet zoals we geboren waren; een nieuw leven met Christus! Met andere woorden: ik heb Jezus nodig. Daar begonnen we mee. Daar gaat het om. Een nieuw leven waarin je Jezus nodig hebt. Van begin tot het eind.
Nicodemus heeft Jezus niet nodig. Hij vindt het wel interessant. Hij is wel geïnteresseerd. Maar hij heeft Jezus niet nodig om gered te worden. Hij wil wel meer weten, maar het moet niet te gek worden.
Jezus: voorwaar, voorwaar. Ik zeg u. Nicodemus, je kunt niet ingaan als je op je oude voet verder leeft. Al ben je lid van het Sanhedrin. Begrijpt u hoe ver Jezus gaat? Als er iemand kan ingaan, is het Nicodemus wel! Hij is een voorbeeldig man. Wij moeten dat niet wegzetten alsof dat schijnheilig was. Dat zegt Jezus ook niet. Nicodemus was een voorbeeldman. Als zelfs Nicodemus niet in de hemel kan komen, wie dan wel? Dat is hier de bedoeling! Dan is er geen mens die in de hemel kan komen zonder dat hij opnieuw geboren wordt.
Wij zijn zonen en dochters van Adam. Wij worden geboren buiten het paradijs. Wij zijn niet in staat terug te keren naar het paradijs. Als je het zegt tegen hoeren, tollenaren, de Samaritaanse vrouw. Die wisten dat ze zondig waren. Denk maar niet dat je er komt. Die tollenaren waren er best. Een dief en crimineel kijkt er niet van op. Maar Nicodemus, een voorbeeld-kerkganger, een toptheoloog, een godvrezende. U, jij, mij.
Hoe kan een mens geboren worden, vraagt Nicodemus. Opnieuw in de buik ingaan? Je hoort de irritatie. Nicodemus heeft het misschien niet begrepen, dacht ik. Maar dat is het niet. Nicodemus denkt in beelden, hij is een theoloog. Hij is geen onnozele hals. Hij begrijpt het heel goed. Maar met zijn antwoord zegt hij: dat is absurd, dwaas, je kunt dat zo niet zeggen. Net zo absurd als je zegt dat je opnieuw in de buik van je moeder moet gaan. Zonder Jezus buiten het Koninkrijk, dat kun je toch niet zeggen? Wie denkt U wel wie U bent? Alsof U God in eigen persoon bent?!
Dat is precies wat Jezus hier wil zeggen. Jezus herhaalt bijna exact wat Hij gezegd heeft, in vers 5. Als iemand niet geboren wordt uit water en geest, kan hij het Koninkrijk van God niet binnengaan. Het gaat echt over een nieuwe geboorte met Jezus. Waarin je Jezus nodig hebt – dat wordt in het vervolg nodig. Jezus legt uit waarom: wat uit vlees geboren wordt, is vlees. Wij zijn zondige mensen. Geboren uit zondige mensen. Daar kun je veel aan doen. Maar we kunnen niet veranderen dat we zondige mensen zijn. We zijn nooit goed genoeg voor de hemel. We zijn niet geschikt voor het Koninkrijk van God. Je moet opnieuw geboren worden.
Laten we er iets dieper op ingaan. Wat is dat, opnieuw geboren worden? Jezus heeft het over geboren wordt uit de Geest (vers 6). Dat is hetzelfde als geboren worden uit God. Zo zei Johannes in 1:13. God moet er zelf aan te pas komen. Dat is het werk van de Heilige Geest. Dat kan je zelf niet doen. Het is voluit Gods werk. De dank komt voluit toe aan God. En dan die vergelijking met de wind. Jongens en meisjes, je ziet de wolken, de wind, de Geest, roeach (Hebreeuws), pneuma (Grieks). In Hebreeuws en Grieks hetzelfde woord voor wind en geest. Misschien hoorden ze de wind ruisen in de bomen, tijdens dat gesprek. Vers 8, de wind waait waarheen hij wil, maar u weet niet vanwaar hij komt en waar hij heen gaat. Die wind die gaat en die komt. Je hoort hem. Maar die gaat zijn eigen gang. Wij sturen die wind niet. Zo is de Heilige Geest. Hij gaat op zijn eigen manier te werk. Met ieder mens zijn eigen gang. We kunnen Hem niet voorschrijven, Hij is soeverein. Hij bepaalt zelf wat Hij doet en waar Hij werkt.
Die vergelijking met de wind heeft wel meer te zeggen. Wanneer begint het te waaien? Soms kun je dat precies vertellen, als er een wind opsteekt, of als het begint te stormen. Als de Geest stormachtig werkt, kun je dat vertellen. Vaak kan je dat niet precies vertellen. Wanneer begint het bij Nicodemus, dat weten we niet? Kan hij het zelf aanwijzen? Dat hoeft ook niet. Als u buiten komt, het waait, wanneer is dat begonnen? Het gaat er niet om dat we weet wanneer het begint, maar dát het begint. Dát de Geest in je hart begint te werken. Precies vertellen wanneer je wedergeboren bent, zeggen mensen soms. Dat is net zo apart dat je zou moeten zeggen hoe je geboorte gegaan is. Ik heb iets gehoord van mijn vader en moeder over mijn geboorte. Maar wat weet je er zelf van? Je bent geboren, anders kan je niet leven. Je leeft, dus ben je geboren. Dat is met de wedergeboorte net zo. Niet omdat je precies kunt vertellen hoe dat gegaan is, maar dat je het nieuwe leven kent. De een kan er meer van vertellen dan de ander. Het gaat erom dat je geestelijk leeft. Dat je leeft met Christus. Dat je leeft met Christus.
Je kunt het zo zeggen: hoe weet je of je wedergeboren bent? Dat kan je weten door het geloof in Christus. Bijbels gezien horen geloof en wedergeboorte onlosmakelijk bij elkaar. Wie wedergeboren is, gelooft in Christus. En het omgekeerde is ook waar: wie gelooft in Christus, die is wedergeboren. Je kunt niet wedergeboren zijn zonder dat er iets van geloof is – kan een groot geloof zijn, of schuchter, of twijfelend, een verlangen, zonder dat je het zeker durft te zeggen. Maar je kunt niet wedergeboren zijn zonder dat er iets is zonder geloof. Uit onszelf geloven wij Hem niet.
Wij hebben Hem uit onszelf niet nodig. Dat maakt Jezus op bijzondere wijze duidelijk in dat gesprek. Jezus gebruikt het voorbeeld van de koperen slang (Numeri 21). Er gebeurt iets ergs: het volk komt in opstand tegen Mozes, maar vooral tegen God. Ze geloven niet meer dat de Heere te vertrouwen is. Bekijk het maar, zeggen ze tegen Mozes. Dan komen er giftige slangen, opeens. Ze bijten de mensen. Met dodelijk gif. In die angst en paniek smeken ze om genade. De Heere geeft dan een geneesmiddel. Een beetje vreemd: een slang van koper, op een stok, hoog in de lucht. Ieder die naar die slang kijkt, wordt genezen. Zoals die koperen slang verhoogd is, zegt Jezus, zal de Zoon des Mensen worden verhoogd. Jezus heeft het over Zichzelf, dat begrijpt u wel!
Hij is uit de hemel gekomen (vers 13), zegt Hij. Hij pretendeert inderdaad Gods Zoon te zijn. Hij komt uit de hemel. Hij is neergedaald naar de aarde. Waarom? Om verhoogd te worden, net als die koperen slang. Jongens en meisjes, ik denk dat jullie dit begrijpen. Die koperen slang: hoe is Jezus dan verhoogd? Niet op een stok of zo? Maar in de lucht gehesen: aan het kruis! Dat is toch een vernedering? Hoog aan het kruis vastgenageld. Die koperen slang moest hoog omhoog worden gehouden. Waarom? Zodat iedereen hem kon zien. Waarom Jezus hoog aan het kruis? Opdat iedereen Hem kan zien. U, jij, ik. Dat we Hem zien. Dat is nodig. Anders kun je niet gered worden door dat dodelijke gif van de zonde. Dat zondige, dat dodelijke, van de slang, uit het paradijs. We kunnen onszelf niet redden. Niemand kan ons redden. Alleen Jezus. Door het zien op Hem word je gered.
In vers 14 zegt Jezus dat, zoals Mozes de slang verhoogd heeft, zo moet de Zoon des Mensen verhoogd worden opdat een ieder die in Hem gelooft, niet verloren gaat, maar leeft. Hij moet sterven. Er is geen redding dan door Hem. Misschien zeg je, daar kan ik niks mee. Het zegt me niks. Of dat je denkt, wat moet ik daarmee? Dat is niet zo vreemd. Uit onszelf kunnen we niets met het kruis. Dat Hij moest sterven voor mij?! We moeten opnieuw geboren worden. Dat is eigenlijk met Christus gekruisigd worden en met Hem opstaan in een nieuw leven. Het kruis door mijn oude leven met alles wat ik heb. Zoals ik geboren ben, ben ik reddeloos verloren. Daarom heb ik Jezus nodig. Met Jezus heb ik alles.
Hoe wordt die wedergeboorte zichtbaar? In het geloof. Dat geloof dat gelooft dat ik zonder Jezus zal sterven in mijn zonden. Net als de Israëlieten, door het gif. Zien op Jezus is het geloof. Knielen voor Jezus. Roept tot Jezus: wees mij zondaar genadig. Het aannemen van Jezus (1:12-13). We nemen Jezus vanuit onszelf Jezus niet aan. Maar wie uit God geboren is, die neemt Jezus aan. Dat is een heel bijbels woord: aannemen. Dat is hetzelfde als geloof. Wie uit God geboren is, neemt Jezus aan. Bijvoorbeeld in de eerste brief (1 Johannes) zegt hij: wie gelooft dat Jezus de Christus is, is uit God geboren. Een ieder die liefheeft, is uit God geboren. En wie de rechtvaardigheid doet, is uit God geboren. Die doet de zonde niet, dan breek je met de zonden.
Hoe weet je dat je wedergeboren is? Als je dit op een rijtje zet. Door het geloof in Christus, door het aannemen van Christus, uit die liefde tot Christus en elkaar, breken met de zonde, luisteren naar Hem. Dat je Jezus nodig hebt. Dat wil niet zeggen dat je zonder zonde bent – was het maar waar. Dat je hart ineens geen last meer heeft van vuile verlangens, van egoïstische of hooghartige verlangens. Maar waar gaat het om? Dat je Jezus nodig hebt. Zolang je Hem niet nodig hebt als Zaligmaker, Hem niet gehoorzaamt, ken je het nieuwe leven niet. Voorwaar, Ik zeg u, als u niet opnieuw geboren wordt, kun je het Koninkrijk niet zien. Wat moet ik dan doen? Ik kan mezelf toch niet opnieuw laten geboren worden? Wat wij niet kunnen, doet Hij. Zie hoe Hij hangt aan het kruis, als het medicijn tegen de zonde, het offer voor de schuld. Kun je nog zonder Hem? Of heb je Hem nodig in alles? Wie gelooft, die heeft het. En wie gelooft in Hem, die weet: ik heb Jezus nodig, heel mijn leven. Elke dag, elk uur, elk ogenblik.
Amen.
Dan zingen zij, in God verblijd,
Aan Hem gewijd,
Van ’s HEEREN wegen;
Want groot is ’s HEEREN heerlijkheid,
Zijn Majesteit
Ten top gestegen;
Hij slaat toch, schoon oneindig hoog,
Op hen het oog,
Die need’rig knie – len;
Maar ziet van ver met gramschap aan
Den ijd’len waan
Der trotse zielen.– Psalm 138 vers 3 (berijming 1773)
Hervormde Gemeente Veenendaal, Vredeskerk, zondag 31 januari 2021, 9:30 uur. Schriftlezing: Johannes 3:1-21. Dienst via YouTube i.v.m. coronacrisis.