Paulus krijgt vlak na zijn bekering te horen dat hij veel zal moeten lijden om Jezus’ wil. Hij krijgt echter, net als wij, niet te horen hóe hij zal lijden. Het lijden waar Paulus mee te maken krijgt zal heel verschillend en veelvoorkomend zijn. Paulus betrekt het lijden later echter op het toekomende. Het lijden van Christus is van een andere orde: Hij leed om onze zonden, Hij dronk de beker van Gods gramschap. Het evangelie richt de aandacht op Zijn lijden: Hij voor mij, daar wij anders de eeuwige dood hadden moeten sterven.

Lijden om Jezus’ wil

Gemeente, als je dat thema hoort, weet ik niet wat u ervan denkt. In veel gevallen ver van ons af staand? Of helemaal niet? Lijden, ja, kunnen wij zeggen dat we weten wat dat is? Het komt dichterbij als je verhalen hoort uit Afghanistan. Ik zag dat het werd genoemd bij de voorbede. Of Nigeria. Waar christenen worden overvallen door moslimstrijders. Of China. Ondertussen kan je in Nederland ook problemen krijgen. Ik hoorde van iemand die zich mengde in een discussie over homoseksualiteit. Hij had gezegd wat hij dacht daarover aan de hand van de Bijbel. Hij werd op het matje geroepen.

Er zijn christenen die denken dat we staan aan de vooravond van de grote vervolging. Door corona wordt dat gevoel versterkt. Ik weet dat niet. Of het kan? Jazeker kan dat. Daar worden we op voorbereid in de Bijbel. Wie zal het zeggen? Ik vind dat ook niet zo belangrijk.

Deze tekst is veel belangrijker. Hier gaat het over Paulus. Hij krijgt niet te horen wat er zal gebeuren. Wel eenvoudig wordt hij voorbereid op lijden. Dat is blijkbaar een belangrijke les voor Paulus – en alle christenen door de eeuwen heen. Ook voor vandaag – in Afghanistan en Nederland.

Lijden om Jezus’ wil. Paulus krijgt dit net te horen na zijn bekering. Wie denkt er nou gelijk aan lijden? Iemand die net tot geloof en bekering is gekomen? Je verwacht toch dat het niet gelijk gaat over lijden? Misschien verwacht je: hoop, troost, bemoediging, dat je geholpen wordt. Of dieper afsteekt: vergeving van de zonden, de verzoening met God, leven met Christus, het eeuwige leven, gehoorzaamheid. Als je Paulus later volgt, dan merk je ook wel die vreugde. Die hoop op God. Die positieve dingen. Die schatten in Christus verborgen. Paulus spreekt en preekt erover.

Hier horen we, aan het begin van zijn leven als christen, andere klanken. Ik zal hem laten zien hoeveel hij moet lijden voor Mijn naam. Dat zegt Jezus. Dat lijkt misschien vreemd. Moet je daarmee beginnen? Wie zegt dit?! Het is niet zo vreemd als het lijkt.

Wie zegt dit, jongens en meisjes? Jezus zegt dit. Wat heeft Hij met lijden te maken. Jezus heeft te maken gehad met lijden. Hij weet wat het echt is. Je denkt dan aan het kruis. Als geen ander heeft Hij geleden. Wie zijn kruis niet draagt en Mij volgt, kan Mijn volgeling niet zijn. Iemand noemde een bubbelbadchristendom. Dat voelt prettig. Aangenaam. Zo denken mensen over het geloof: een bubbelbad. Een variant: het welvaartsevangelie. Als je gelooft, gaat het goed. Je hoeft maar te bidden en alles komt goed. Er zit een kern van waarheid in, maar het is een leugen.

Jezus gaat eerlijk met ons om. Hij garandeert ons geen comfortabel leven – geen bubbelbad. We zijn niet immuun voor ziekte, lijden, pijn. Jezus zegt en leert ons de kosten te overrekenen. Als iemand een toren gaat bouwen, dan moet je van alles regelen.  Vergunning, materiaal, geld. Jezus zegt, je kunt wel zomaar gaan bouwen, maar als je niet genoeg geld hebt, komt er niets van terecht. Dan komen er mensen langs, die lachen je uit. Je moet van tevoren de kosten overrekenen. Weer waar je aan begint – ook als je Mij wilt volgen.

Dat zegt Jezus niet om ons bang te maken of ons af te schrikken. Hier bij Paulus ook niet. Ook hier overheerst de vreugde. Die vreugde weegt op tegen het lijden. Paulus verlangt nooit meer terug naar zijn oude leven. Wat er ook gebeurt in het leven, de vreugde in Christus is zo groot dat je echt nooit meer terug verlangt. Iets om nooit te vergeten!

Dat blijft wel staan – dat lijden. Wat voor lijden wordt bedoeld? Dat weet Paulus nog niet. Waarom noem ik dat? Wij willen alles precies weten. Dat merk je in deze tijd. Onrustige tijd. Er zijn christenen die precies weten wat er gaat gebeuren. Met teksten erbij. Maar als iemand vertelt wat er gaat gebeuren, wees dan nuchter en waak. Laat je niet misleiden. Paulus weet het niet tevoren. Hij krijgt het niet te weten. Wij evenmin. Laat je niet van de wijs brengen. Wees nuchter en waak. Belangrijk te weten: waar wij het moeten zoeken, waar onze vastheid ligt. Niet grip op de zaak, maar vastheid in Christus!

Maar als Paulus iets te weten komt, dan pas op hetzelfde moment. Op een keer na: als hij gevangen worden genomen en naar Rome wordt getransporteerd, krijgt hij dat op een of andere manier van tevoren te weten.

In Handelingen 9 duurt het niet lang – het lijden komt van zijn oude vrienden. Vrienden van de elite. Sanhedrin. Paulus is christen geworden. Dat horen ze. Het is snel gebeurd met die vriendschap. Dat doet pijn als je zelf oude vrienden verliest.

Ondertussen blijft Paulus preken. Hij verkondigt Christus als de Zoon van God (vers 20). Er worden plannen gemaakt om hem te doden. Bedreigend als je op een dodenlijst staat. Bedreigend al als je wordt gebeld om je pincode af te geven, telefonisch. Laat staan als je doel bent van moordplannen.

Paulus moet vluchten. God geeft echter ook nieuwe vrienden. Die vrienden geven een mand, over de muur, aan de touwen laten ze hem zakken, in het holst van de nacht. Zo weet Paulus te ontsnappen.

Ik noem nog meer voorbeelden; dat geeft lijnen naar nu.

  • Een andere vorm van lijden wacht hem in Jeruzalem. Wat zou je verwachten van die gemeente? Je zou verwachten, ze hebben het gehoord over zijn bekering, met open armen hem verwelkomen? Een nieuwe held. Maar dat gebeurt niet. Ze vertrouwen Paulus niet. Misschien is hij een verrader, een wolf in schaapskleren. Pijn doet dat. Als je eigen broeders en zusters je verdacht maken. Er neemt iemand het voor hem op. Barnabas. Dat doet de Heere altijd – daar zorgt Hij voor, dat iemand het voor ons opneemt.
  • Jaren later gaat hij op zendingsreis. Ik noem twee gedeelten: 1 Korinthe 4:11-13 en 2 Korinthe 11:23-28. Lijden tijdens de zending. Zending vraagt offers. Je moet je vrienden en familie achterlaten. Je komt in een nieuw land waar je niemand kent. Paulus zegt, ik had geen vaste woonplaats. Honger en dorst geleden. Vandaag dezelfde ontberingen? Dat wil dat niet zeggen. Maar wie is vandaag bereid te gaan? Wie is er hier bereid te gaan? Om het evangelie te dienen en te delen. Lijden om Jezus’ wil.
  • Je merkt ook een andere vorm. Dan denk ik aan de pijn die hij voelt als hij de vijandschap bij zijn eigen volk voelt. Paulus was een Turkse jood. Een echte Turk en echte jood. Hij heeft alles gedaan om de joden te bewegen tot geloof. Paulus zag ook zijn verharding. Dat deed hem intens pijn. Daar heeft hij aan geleden. Dat begrijp je misschien. Mensen van wie je houdt, dat zij Jezus verwerpen. Dat zie je hier gebeuren? Je kinderen en kleinkinderen. Lief, maar om Jezus geven ze niet meer. Dat is een onverdraaglijke pijn. Mensen om je heen of je eigen volk. Paulus zegt: ik zou wel een vloek willen worden.  Hij wil zich opofferen voor zijn volk (Romeinen 9). Dat kan niet en hoeft ook niet. Je merkt het verlangen. De pijn en het lijden zolang ze dat niet doen.
  • Verdachtmaking in eigen kring – daar kreeg hij ook mee te maken. Ik zal hem laten zien hoeveel hij moet lijden voor Mijn Naam.

Ik heb een aantal voorbeelden genoemd. Je kunt het ook breder trekken. Vroeg of laat komt de vraag boven, waarom? Waarom dat lijden? Je kunt denken aan het lijden om Jezus’ wil. Of in die ziekte. Kanker. Zoveel lijn krijgt. Ja dat er zoveel pijnbestrijding nodig is. Dat iemand nauwelijks meer bij kennis is. Als je denkt aan spanningen. Zorgen, tegenslagen, teleurstelling. Waarom? Dat denk je soms. Lijkt alsof het nooit ophoudt. Vindt God dat dan goed? Dat staat toch in de tekst. Vindt God dat mooi dan, dat lijden? Weet u wat mij helpt? Zijn Woord wijst ons op het begin. Daar laat God zien wat Hij goed vindt. Er staat uitdrukkelijk: en zie, het was zeer goed. Dat was voor de zondeval. En de toekomst. De nieuwe hemel en nieuwe aarde. Niet zomaar dat daar sprake van is. Dat is blijkbaar nodig. Wat God wil, laat Hij zien in die nieuwe hemel en aarde. Geen zonde, geen lijden. Daar zal het zijn zoals de Heere het wil.

Wij leven in een wereld buiten het paradijs. Er gebeurt veel tegen Gods wil. Veel wat God niet wil gebeurt in deze wereld. Het gaat lijnrecht tegen Gods wil in. Het lijden is een wake up call. Hier beneden is het niet. We zullen hier nooit de hemel vinden. Waar dan wel? Bij Jezus. Nergens verheerlijkt Paulus het lijden. Nergens hangt hij de martelaar uit. Altijd betrekt hij het op het toekomende. Dat brengt me bij die bekende tekst: Ik ben ervan overtuigd dat het lijden van deze tegenwoordige tijd niet opweegt tegen de heerlijkheid die aan ons geopenbaard zal worden. De blik dus vooruit, de heerlijkheid die geopenbaard zal worden.

Maar als je midden in de problemen of zorgen zit, lijkt dat een goedkoop verhaal. De duivel fluistert je van alles in. Zie je wel, God heeft je verlaten. Zie je wel, je hebt niets aan God. Maar als je denkt dat God tegen je is, draai je de tekst om. Het lijden is een bevestiging van Paulus’ roeping. Ik denk aan Hebreeën 12 vers 6. Hij bestraft die Hij liefheeft. Omdat de Heere – dat straffen is om je op te voeden – dat laat zien in Zijn Zoon. Niemand leed zoals Hij. Als Jezus aan het kruis hangt, zijn de spotters erbij. Zie je wel, God is er niet bij. Zie je wel, Hij is de Messias niet. Het lijden laat zien dat God tegen Hem is. Nee. Jezus lijdt juist als Messias. Gods liefste kind heeft het zwaarste geleden.

Als Ananias binnenkomt, weet Paulus nog niet wat er gaat gebeuren. Niet dat hij er zin in heeft of ernaar verlangt. Dat hoeven wij ook niet. Zelfs Jezus schrikt terug in de hof van Getsemané. Toch geeft dat lijden een bijzondere verbondenheid met Christus. In Fil. 3: om meer van Jezus te kennen. Hij noemt daar ook de gemeenschap met Zijn lijden. Opdat ik Hem kenne en de kracht van Zijn opstanding en de gemeenschap met Zijn lijden. Ik merk dat nogal eens in het pastoraat. Het lijden van Christus betekent vaak meer voor mensen die lijden – dat ze zich troosten in de wonden van Jezus. Dat is niet vanzelfsprekend. Het kan je ook verharden. Maar het geeft verbondenheid. Je leest dat ook in getuigenissen van de vervolgde kerk. Juist in de moeilijkste momenten worden getroost door de lijdende Christus. Niet dat ik terug verlang naar die moeilijke tijd, maar wel naar hoe dicht ik toen bij Jezus mocht zijn, zeggen mensen nogal eens. In het lijden vind je de opstandingskracht.

Iets heel belangrijks, dat lijden geeft verbondenheid met Christus. Maar het is niet net zoiets als het lijden van Christus. Het lijden van Christus is van een andere orde. In het avondmaal zien we dat. Het gebroken brood en vergoten wijn. Niet zomaar een drinkbeker, maar de beker van de toorn van God. Pijn in de handen en voeten vanwege de spijkers maar ook van de diepte van de hel, de godverlatenheid, vloek. Niet vanwege Zijn zonden, maar onze zonden. Het evangelie richt de aandacht op Zijn lijden. Hij voor mij omdat ik anders de eeuwige dood had moeten sterven. Denk daar eens over na. Dat Hij zo moest lijden, voor mij… Hij voor mij!

Dat doet ook pijn. Voel je dat? Dat Hij zo moest lijden omdat ik eigenwijs ben, omdat ik zomaar zat te liegen, omdat mijn hart vol zondige verlangens is. Paulus in Romeinen 7, lijdt aan zichzelf: ik ellendig mens. Dat lijden aan jezelf – dat doet misschien het meeste pijn. Maar hij blijft er niet in hangen. Maar ik dank God door Jezus!

Wat zou Paulus denken als hij dit te horen krijgt? En wij? Hoe reageer je op zo’n woord of tekst? Onverschillig. Ik zorg dat het mij niet overkomt? Geef je niet om Jezus dus? Laat je met God verzoenen zeg ik dan! Of bang worden? Dat merk ik wel eens. Bezig met de dreiging van de eindtijd. Dan raak je het zicht op Jezus kwijt. Jezus maakt ons niet bang. Hij wekt juist vertrouwen op Hem. Of zelfverzekerdheid. Ben je bereid? Wat wat heb je eraan? Petrus was ook bereid. Zwaard in de zak. Al moet ik met u sterven – geen probleem. Maar dezelfde avond ging hij voor de bijl. Jezus vraagt geen grote woorden. Jezus zei: Ik heb voor u gebeden – en geleden! In Zijn lijden ligt het geheim. In Zijn voorbede. Verwacht u het van Hem, of niet? Alles van Hem? Wil je wel horen bij zo’n Jezus, bij de Man van Smarten? Hoor Hem! In de wereld zul je verdrukking hebben. Maar heb goede moed, Ik heb de wereld overwonnen. Als Jezus maar met met me is, als mijn God maar met me is, heb ik niets te vrezen.

Amen.

‘k Sloeg, eer ik werd verdrukt, het dwaalspoor in;
Maar nu, geleerd, houd ik Uw woord en wegen.
Wat zijt Gij goed! Wat schenkt Uw mensenmin
Aan ieder, die U vreest, al milden zegen!
Leer mij Uw wet in haren rechten zin,
En maak mijn hart tot Uw geboôn genegen.

Psalm 119 vers 34 (berijming 1773)

Hervormde Gemeente Hardinxveld-Giessendam, zondag 24 oktober 2021, 9.30 uur. Schriftlezing Handelingen 9:10-31. Dienst via YouTube.