Na de ballingschap mag het volk van Israël na terugkeer in Israël weer opbouwen. Ze werken hard, ze draven zelfs om eigen huizen te bouwen. Maar het huis van God, de tempel, krijgt geen aandacht. Ondertussen zit de voortgang tegen. En daar de profeet Haggaï door God gezonden om de boodschap te brengen. Hij legt de link tussen de teleurstelling en het verachten van Gods huis. Zij luisteren en bekeren zich op de boodschap van de profeet. En hoe zit dat met ons als we deze spiegel voorgehouden krijgen?

Haggaï 1 vers 8: ‘Klimt op het gebergte, en brengt hout aan, en bouwt dit huis, en Ik zal een welgevallen daaraan hebben, en verheerlijkt worden, zegt de Heere’.

Gods eer[st]

Gemeente van onze Heere Jezus Christus, Gods eer[st]. Haggai is een kleine profeet, niet jaren opgetreden in Jeruzalem. Lezen precies in het tweede jaar van koning Darius, in de zesde maand op de eerste dag van de maand.

29 augustus 520 voor Christus en het duurde tot 18 december. Een kleine profeet maar van grote waarde. Voor de mensen toen en nu vandaag. Het gebeurde na de ballingschap. Groot drama voor het volk. Meegesleurd naar een vreemd land. Stad verwoest, tempel die niet meer bestond. Het leek dat God er niet meer was.

Maar nu zijn de tijden veranderd. God heeft Zijn volk nooit verlaten. Allerlei politieke dingen gebeurd. Stad herbouwen, tempel weer gaan opbouwen, konden leven weer gaan oppakken. Bijzonder en ze begonnen aan de wederopbouw.

Niet iedereen die er was zat erop te wachten. Niet iedereen werkte mee. De oogst bracht niet op wat verwacht werd. Die wederopbouw viel tegen. De gezinnen moesten ergens wonen. Hard aan het werk. Letterlijk staat er ze draafden door. Voor vrouwen en kinderen. En het huis van God? Dat kon wel even wachten. Dat gebouw had  geen dak nodig, dat kon wel even wachten.

En dan staat daar de profeet Haggaï. Boodschap van hoop. De mensen waren stil. Kijk nou waarom het niet lukt. Alsof je het allemaal zelf moet doen. Denk toch eens aan wat God allemaal heeft gedaan. Hoe kan het dan dat je allemaal zo hard loopt voor de opbouw van je huis, maar dat er van het huis van God niets terecht is gekomen, een ruïne.

God het met het restje mag doen. Zal chips van moeder van vriend heb gekregen en zelf bijna helemaal opgegeten en vriendje mag het met het restje doen. Dat doe je toch niet. Zo staat de profeet tussen het volk wat verdrietig is maar wel hard werkte. Al die profeten niet met een boodschap met een toekomst vol van hoop.

Zo klinken die woorden kritisch, ontdekkend. Kunnen het leven ervaren als een leven bij de puinhopen. Je werk, je relatie. Je werkt hard maar je bent teleurgesteld. Bij de oorlogen, de bosbranden, de verschuiving van het begin en einde van leven en dood, seksualiteit. En de pijn die de mensen waarvan je houdt wordt aangedaan. Alles aan wilt doen kinderen en kleinkinderen veilige toekomst te geven.

Waar liggen dan je prioriteiten? Vaak bij je gezin, jezelf. Kijk naar onze huizen. Wat is er allemaal niet? Vaatwasser, zonnepanelen, mooie tuin. Geldt niet voor iedereen hier. Ook voor sommigen onder ons weet ik. Vaatwasser doet het al maanden niet en geen geld om te repareren.

Omringen met weelde. En kijk naar de agenda. Sport en vrienden, avondje Netflixen. En moeilijk om iemand te vinden om ambtsdrager te worden. En in onze gesprekken wat we belachelijk vinden over de overheid en klimaat. Maar wanneer komt God?

Zou het kunnen dat al die dingen waar we ons druk om maken, te maken hebben met welke plaats we God geven? Er is veel om te doen in de commentaren wat betreft die directe link die Haggaï legt tussen de dingen die tegen zitten en de plaats die ze God geven.

Coronapandemie. Pandemie in de wereld. Dat we nadenken he hoe zit dat in mijn leven? Niet zozeer degene

De schepping zit vol met toevalligheden. Maar in de Bijbel worden gebeurtenissen in de natuur altijd gezien als een teken. Bosbrand. Natuurpeuk de oorzaak. Maar dat God erachter zit.

We bidden voor ons eten maar komt Hij weleens als we volgegeten zijn? Eerst je eigen kleding, je eigen eten. Mensen waarbij God niet op de eerste plaats staat. Zo druk met eten en drinken. Jezus roept ons op: eerst God.

Het zou mooi zijn als we vanmorgen die kritische spiegel voor krijgen, meer geld geven in de kerk of wat vaker in de kerk komen, zou bij velen kunnen denk ik. Maar het zit een laagje dieper. Altijd bij het bevrijdende handelen van God. Eerst God. Denk aan Zijn liefde. Jullie zijn Zijn volk, Zijn oogappel. Jullie zijn van Hem. God houdt van u, van jou.

Het was de God van Haggaï niet om te doen dat die tempel er eerst zou komen en dan de huizen. Nee dat Zijn luister onder de mensen zou komen. Zijn genade. Offer. Mensen weer in Zijn dienst. Mensen uit liefde tot Hem komen omdat Hij het heeft gedaan. Dan kan God Zijn eer laten zien. Hij wil met ons gaan door ons leven. Aan tafel, door het leven zijn.

Hij wil met ons zijn. Als we het zelf niet kunnen dragen. Als we vreugde beleven. Juist als je het zelf niet meer kunt. ‘Ik droomde eens op het moeilijkste van het levenspad, Hij draagt door’. Omdat Hij een God van genade en trouw is.

Daarom ga aan de gang. Geef God de eerste plaats in je leven. Dat was bij Haggaï toen dat gebouw. Bij een gebouw waar mensen naartoe lopen, dan zien mensen dat er een God is. Dan zien dat hier iets gebeurt. De deur uitnodigend open staan. Waar gezongen wordt, gedoopt, avondmaal. Waar Gods heerlijkheid wordt gezien.

Waar mensen met elkaar bezig zijn. Mensen mee willen doen en je niet nog eens hoeft te leuren.

Dan heb ik wel moeite met een dichte kerk in onze gemeente. En tegelijkertijd moeten we niet somber zijn,

Hoeveel mensen live kerkdiensten kijken, dat is een kerk vol. Dat loopt anders en daar moet ik wel aan wennen.

Zijn liefde doorbreekt de duisternis. Zijn belofte klinkt: Gods koninkrijk eerst en al het andere ontvang je bovendien. Je raakt nooit teleurgesteld. O is dat zo, je krijgt dat andere zomaar? Is dat zo? Er staan genoeg voorbeelden als ik de Bijbel lees, dat het niet zo is. Goddelozen soms veel voorspoed.

Wel een reden om naar Golgotha te gaan. Kijk eens hoever Gods liefde gaat. Hoever Hij ging om Zijn bruid te werven. De twijfels zijn ons weleens te veel.

Maar God komt in genade. Juist om Zijn heerlijkheid te laten zien. Daar kwam Jezus, Gods heerlijkheid van God straalt. Het is volbracht. Omdat ik door Zijn werk eeuwig behoud mag vinden.

Hoe moeilijk het soms is, Hij laat nooit los. Dat is de zegen die Hij geeft, zeker weten. Deze verbroken wereld schreeuwt om die komst.

De profeet Haggaï. God laat de tegenslag zien. Maar ook de belofte herhaalt. Ik ben met u. Zij gingen aan het werk. God eerst, aan het werk voor Gods eer. Zij wel, en u, jij, wij?

Amen.

 

Zondag 20 augustus 2023 – Andreaskerk Katwijk-upon-Sea – ds. J.B. Alblas – Schriftlezing Haggaï 1 en Mattheüs 6 vers 25-33