Pilatus pendelt letterlijk en figuurlijk heen en weer. Ergens heeft hij wel sympathie voor Jezus maar vindt uiteindelijk zijn eigen carrière belangrijker. Dan wordt Jezus overgeleverd, door een Romein, in de handen van zondaren. God geeft Hem over. Als het ware Offerlam geeft Jezus zichzelf tot een volkomen verzoening van onze zonden.

Jezus overgeleverd

Gemeente van onze Heere Jezus Christus, u herkent het wel dat je iets goed bedoelt, je begint eraan, maar het gaat niet goed. Het verzandt. Er zitten aan dingen vaak twee kanten. Je wikt en weegt. Je komt er niet goed uit.

Zo verging het Pilatus. Stadhouder van Palestina. Hij is in Jeruzalem. Hij moet de openbare orde handhaven. Het zijn de dagen voor het grote paschafeest. De sfeer onder de joden is broeierig. Hij moet optreden. Men heeft ene Jezus gevangen genomen. Pilatus moet een oordeel vellen. Aanvankelijk luchtig opgevat. Om de joden te treiteren. Maar Pilatus krijgt het benauwd. Hij werd bang, staat er.

Pilatus probeert nog medelijden op te wekken. Het is toch een zielige mens! Gegeseld.  Bebloed. Weerloos. Een kroon op zijn hoofd, een jas om Hem heen. Pilatus gaf de soldaten de vrije hand. Wat halen jullie overhoop? Hou er toch mee op. Ga toch naar huis. Hij doet wanhopige pogingen van Jezus af te komen.

Van Jezus af komen, dat lukt nooit. Zie je Mens! Hebben jullie geen medelijden? Ik heb Hem gegeseld. Het is nu toch wel genoeg. Wat kan Hij jullie voor kwaad doen? De joden roepen: kruisig Hem. Pilatus hoort dat de joden zeggen dat Hij de Zoon van God is. Stel je voor dat dat waar is. Hij kijkt je zo doordringend aan. Hij verzet zich niet. Het is zo vreemd. Pilatus zou het liefst niets doen. Afzijdig blijven. Dan kan je ook je handen niet branden.

Uw medelijden wordt niet gevraagd met Jezus. Maar met Pilatus. Pilatus, ja, hij vraagt medelijden voor Jezus. Als er lijden is, lijden we mee. Nu ook met de Oekraïense vluchtelingen. Maar medelijden met Jezus kan niet. Hij treedt de pers alleen. Hij staat hier volkomen alleen. Hij wordt gespot, veroordeeld, gekruisigd. U moet medelijden hebben met Pilatus. Pilatus had niet op deze dag gerekend. Meer dan Jezus is hij een gevangene (door het volk), gebonden (aan het onrecht) en veroordeeld (door zijn geweten). Hij had niet zoveel kwaad in de zin. Doden?! Nee dat is de opzet niet. Arme man!

Op het moment dat je medelijden krijgt met Pilatus heb je jezelf veroordeeld. Wij zijn net zo gevangen en gebonden. Maar we weten het niet. Wat weten wij ervan wat hier gebeurt? Waar komt U vandaan? Van God? Zoon van God, dat kan toch niet. Stel je voor dat God wel bestaat. En dat ik me verzet heb. Terwijl het me gezegd is, zondag aan zondag.

Pilatus krijgt het er Spaans benauwd van. Er zijn ook veel mensen die het niet benauwd krijgen. We leven in een hard secularisme. Pilatus geloofde in de goden. Hij zoekt naar mogelijkheden om Jezus los te laten. De joden zeggen dan: als u Hem vrijlaat, bent u niet de vriend van de keizer. De keizer is achterdochtig. Die zal denken dat Pilatus iets in zijn schild voert. Het is beter dat Jezus sterft dan dat de carrière van Pilatus in gevaar komt. Tanden op elkaar en met frisse tegenzin, hij besluit er een einde aan te maken.

Toen leverde hij Hem uit. Pilatus levert Hem uit om zichzelf te redden. Zit dat mechanisme ook niet in ons? Je ziet Pilatus heen en weer pendelen. Naar binnen, naar buiten. Wat je aan de buitenkant ziet, heeft een binnenkant. Ergens vindt hij Jezus sympathiek. Hij zwalkt tussen betere en slechtere ik. Zijn slechtere ik en betere ik.

Wat moet ik? Wat moet ik niet? Dat eindeloze heen en weer. Vlees noch vis. Wie heeft daar geen last van? Dat moet weg. Moeten we tussen uit. Als ik sterf, hoop ik dat de wijzer de goede kant uitslaat. Nee. Dat moet eruit. Heden zo gij Zijn stem hoort! Jezus staat voor je. Er wordt een oordeel gevraagd. Je gewonnen geven aan die vreemde, gewonde Man. Het was Pilatus niet en de joden niet, maar ik met mijn zonden, gedraai, medelijden en goede bedoelingen… Als je eerlijk wordt voor God, sterft je oude ik. Je betere en slechtere ik – allebei. Dan blijft alleen genade over. Dan is het: niet ik leef, maar Christus. Dat is het einde van draaien en zwalken.

Toen leverde hij Hem over. Toen. Op dat cruciale moment. Op de rechterstoel.  Nu gaat de rechter het vonnis vellen.  Is Jezus in zijn handen?! Ja. In de handen van een Romein. Dat is Zijn vernedering. In handen van een heiden.

En waar is God nu? vraagt nu. Op dit moment, moet God niet ingrijpen? U hebt gelijk. De naam van God wordt niet gehoord. Niet genoemd. Zo duister kan het worden. Hij is er wel. In deze geschiedenis. In die Zoon. Jezus is in de handen van God. De rechter van hemel en aarde laat het toe. Ten diepste heeft God Hem overgegeven. Tot een offer voor onze zonden. Volgens de raad en voorkennis van God. De engelen zijn getuige. Ze houden hun adem in. Hier wordt de Rechtvaardige veroordeeld. Hij staat in de vierschaar van God. Hier wordt mijn rechtvaardiging uitgesproken. Hij rechtvaardig. Ja dat zei Pilatus terecht. Wij sterven omdat we zondaren zijn. Jezus niet. Hij sterft in onze plaats. Uniek. Hier is mijn rechtvaardiging aan de orde. De wet heeft niets meer t eisen. Doden wordt hier het leven gegeven. Hij tot zonde gemaakt opdat wij zouden zijn rechtvaardigheid God in Hem.

Het was voorbereiding voor het Pascha. Zijn bloed reinigt van alle zonden. Weg uit Egypte. Hij wordt uitgeleid.

Pilatus knoopt er nog een kleine komedie aan vast. Hij wijst naar Jezus en zegt: Zie uw koning! Al de gekrenkte trots en minachting en frustratie zit hierin. Zie uw koning. De Romeinse procurator had de joden niet dieper kunnen kwetsen. Zie uw koning. Zie de totale mislukking. Zie de ijdele hoop van de Messias. Zie daar hoe absurd jullie aanklacht is. Zelfs de keizer zou op zijn hoede moeten zijn, zeggen jullie. Deze arme man staatsgevaarlijk? Ik zal melden dat ik jullie koning heb gekruisigd – daar maak ik een goede beurt mee.

De woede golft op. Kruisig Hem. Vilein: moet ik dus uw koning kruisigen? Een diepe schande: de Romeinse kruisdood. De priesters schreeuwen het nu. Iedereen hoort. Wii hebben geen koning dan de keizer, schreeuwen ze. Dat wilde Pilatus horen.

En Jezus? Wat ging Jezus hem aan? Een achteloos gebaar. Overgeleverd. Al gaat het Pilatus aan zijn hart. Echt wel. Het wordt stil op het plein. Dit oordeel verandert de loop van de geschiedenis. Daar staat Jezus. De priesterkoning. Het Lam. Het zesde uur was het. Het uur van het offer. Hij brengt het offer. Van Israëls God is geen andere Koning gegeven dan Hij. Het gaat in de geschiedenis van deze God en de Zoon die Hij zond.

Is dat veilig in de handen van Poetin? Hij zegt dat hij het christendom wil redden. En Biden? Hij zegt van wel. God bless you. Zo eenzaam staat Christus in deze wereld. Ik zei, gemeente, God geeft Hem over tot op het kruis. Jezus laat het toe. Hij roept geen leger engelen te hulp. Jezus is volkomen bereidwillig. Jezus ziet de hand van God wil. Jezus van hand naar hand, van kastje naar de muur. Ananas, Kajafas, Pilatus. In handen van zondaren. Alles gedaan wat ze maar wilden. Dat zijn onze mensenhanden. Je kijkt naar je eigen handen. En Jezus laat het van hand tot hand gaan. Tot Hij wordt overgeven wordt. Dit is geen noodlot. God geeft Hem over. Jezus geeft ook Zichzelf over. Wat een liefde. Wandel in de liefde waarmee Christus zichzelf heeft overgegeven.

Pilatus wil ons medelijden oproepen. Niet Jezus is deerniswekkend, maar ik. Laat ons dat stil maken. Heel stil. Het evangelie strekt de vinger uit en wijst Hem aan. Hij draagt de zonde weg. Op Zijn rug worden ze gelegd. Zijn zonden neemt Hij mee aan het kruis. Met Jezus mee worden ook mijn zonden overgegeven. Ziet u dat gemeente? Als je dat ziet… Als je Hem ziet die ook mijn zonden meeneemt, dan houdt de pendelbeweging op. Dan weet je zeker dat mijn zonden weg zijn. De hand op het kop van het offerlam. Toen is het geschied. Eenmaal. Het heeft een eeuwige kracht.

In Hem vind je alles wat je weten moet en wat je nodig hebt. Jezelf in Zijn handen geeft. Hij werd uitgeleverd om mij. Wat is het onwrikbaar. De zonden die Hij droeg komen nooit meer terug. Lof zij Christus.

Amen.

Hervormde Gemeente Reeuwijk, zondag 27 maart 2022, Ichthuskerk, 17 uur. Schriftlezing Johannes 19:1-18.