Abraham heeft al Pasen gevierd. In de geboorte van Izak, het offer van zijn eerstgeborene en de ‘opstanding’ uit diens ‘schijndood’, heeft hij de dag van Christus gezien. Christus is de Meedere Izak, die volkomen heeft betaald voor de schuld van alle nakomelingen van Abraham.

Mijn dag gezien en verblijd

Hebben jullie dat wel eens, jongens en meisjes? Dat je ergens heel erg naar uit ziet? Dan is het in je gedachten al zo ver.

Abraham heeft zich over de dag van Christus heel erg verheugd. Je kan bijna vertalen: Abraham was laaiend enthousiast.

Wanneer zegt Jezus deze woorden? In een gesprek met Zijn tegenstanders, de joden. Wie is Hij, Jezus. Abraham komt ter sprake. Jullie vader. Terecht. In Abraham heeft God ons uitverkoren tot bijzonder volk. Jullie beroemen je op Abraham en dus op je zelf.

Abraham, vriend van God. Terecht. Alleen jullie zijn niet de echte kinderen van Abraham. Jullie doen niet wat hij deed. Abraham vertrouwde de Heere op Zijn woord en belofte. Zelfs in die allergrootste beproeving. Ik spreek woorden van heil en eeuwig leven. Ik ben zelf door God gezonden. God heeft zich in Mij volledig bekendgemaakt. Jullie zijn ongehoorzaam.

Abraham is gestorven.  En de profeten ook. Ik, Jezus, was er eerder dan hij. Abraham heeft Mijn dag gezien en was daarover zeer verheugd. Jullie niet. Jullie zeggen dat Ik een Samaritaan ben. Of uit de duivel.

Gemeente, wanneer heeft Abraham die dag gezien? Op de dag dat Izak werd geboren. God had een zoon beloofd. Een land beloofd. Tot op vandaag. In dat nageslacht zouden alle geslachten gezegend worden. Niet alleen natuurlijke zonen en kinderen. Gezegend in de komst en werk van de Messias. Jarenlang erop gewacht. Menselijkerwijs onmogelijk. God had woord gehouden. Izak, zoon van het wonder.

Wat is Sara’s reactie? De HEERE heeft mij laten lachen. Om de geboorte van mijn zoon. De HEERE is getrouw. Hij is het waard. Ik lach vanuit een grote blijdschap. De geboorte en vervulling, daarom.

Achter deze geboorte zag Abraham iets van de dag van de beloofde Messias. Jezus. Zijn geboorte in Bethlehem. Abraham zag Hem. In gelovig vertrouwen op de vervulling van Gods beloften. Abraham zag Hem als een profeet. Hij zag er verlangend naar uit.

Is Jezus ook niet het kind van het wonder? Van de mogelijkheid van God. Wat bij ons onmogelijk is, is mogelijk bij God. Maria zwanger van de Heilige Geest. Bracht Zijn geboorte ook niet grote blijdschap bij de engelen in de kerstnacht.

Als Abraham Hem ziet, grote blijdschap om de geboorte van dit Kind! Mijn dag – zegt Jezus. We mogen ook nog aan wat anders denken. We lazen dat in Genesis 22. Abraham jaren later met Izak op de berg Moria. Joodse uitleggers zeggen: Izak is volwassen, 37 jaar oud. Je eniggeboren zoon, het liefste wat je hebt, geef hem aan Mij terug. Abraham – ook dan, gemeente – gehoorzaamt. Geen protest lezen we. Wat zou er in hem zijn omgegaan? Gaat de HEERE nu alles vernietigen? Is de HEERE nog wel te vertrouwen op Zijn woord en belofte?

Zou het geen geweldige beproeving en verzoeking zijn geweest? Dit is de zwaarste van de tien beproevingen die Abraham heeft meegemaakt, zeggen joodse uitleggers. En toch door de bestrijding en beproeving heen: Abraham blijft vertrouwen. Wij zullen terug keren zegt Abraham tegen de knechten.

Vader, waar is het lam? God zelf zal voor een offerdier zorgen, mijn zoon. Abraham geeft hier alles uit handen. Hij legt het in Gods handen. Als ik het niet meer zie, onmogelijk, dan kunt U het!

En Izak? Weet u wat opvallend is dat joodse uitleggers deze geschiedenis ook kennen. In deze geschiedenis leggen ze meer nadruk op de geloofsgehoorzaamheid van Izak. De binding van Izak. Hij protesteert niet, verzet zich niet. Joodse uitleggers zeggen: tegenover Ismaël zegt Izak: jij bent te trots op je te laten besnijden. Je geeft maar een stukje van je lichaam. Ik ben honderd procent bereid om mijn hele lichaam, leven, aan God te offeren. Dan gaat Izak God prijzen, zeggen joodse uitleggers. Bind me maar goed vast. Leg me zo op het offer altaar.

Is Izak echt gestorven? Ja, zeggen sommige uitleggers. Maar op de derde dag weer uit de dood herrezen. Dat zeggen sommige uitleggers. Andere uitleggers zeggen: dat kan niet, God vraagt geen mensenoffers. Andere uitleggers zeggen: hij was schijndood. Wat zegt de Hebreeënbrief? Voor God zou het mogelijk zijn iemand uit de dood op te wekken. Daarom kreeg Abraham zijn zoon terug bij wijze van voorafbeelding. Hij was niet echt dood.

God zal zelf voorzien, in een offerlam, mijn zoon. Ja, daar staat dat ram. Dat wordt geofferd. Zo grijpt God in. Abraham is vastgehouden door God. Nu weet Ik, Abraham, dat je godvrezende bent.

Paulus schrijft: die Zijn eigen Zoon niet gespaard heeft. Maar heeft Hem overgeven. Wat op Mora niet gebeurde, gebeurde op Golgotha. Het is niet te vergelijken. Weer geeft op Golgotha een Vader, God Zelf, Zijn Zoon. Zijn eniggeboren Zoon, Zijn liefste. Jezus Christus. Deze Vader houdt Hem niet tegen of bij Zich. Niet gespaard. Maar voor ons allen overgeven tot in de dood aan het kruis. Geen schijndood. Maar echte dood.

Op Golgotha klonk geen stem: doe Hem geen kwaad… maar Christus is het echte, eeuwige Lam.van God. Door God Zelf uit handen gegeven. Hij zal de zonden wegdragen. Tot vrijspraak en eeuwige zaligheid. Het zal deze Vader niet onbewogen hebben gelaten. Hem te belasten met eeuwige toorn over de zonden van ons geslacht. Om die weg te dragen. Deze Vader doet het vanuit eeuwige zondaarsliefde. Voor ons, verloren zondaren. Christus is de ware Izak, zegt Kohlbrugge. Volkomen gehoorzaam om zich te laten slachten. Net als Zijn Vader gedreven door eeuwige zondaarsliefde.

Niet te vergelijken met het offer van het ram. Zijn offer is van eeuwige waarde. Voor natuurlijke kinderen van Abraham, maar ook voor Palestijnen, Arabieren, Nederlanders. Deze meerdere Izak heeft aan de beloften vastgehouden. Ook toen Hij door de eeuwige Godverlatenheid moest gaan.

Het werd Pasen. Grote blijdschap bij de discipelen en vrouwen. Zijn sterven en opstaan. Achter de weg van Izak zag Abraham iets van Zijn sterven en opstaan. Abraham heeft Pasen gevierd. Uit verlangen naar die dag. En met grote blijdschap over die dag. Wat Abraham van verre zeg is eeuwen later volle werkelijkheid geworden. De dag van Jezus. De dag van Zijn lijden en sterven. En opstaan. Dat is werkelijkheid geworden.

Laten we zien op Hem. Hij is gekomen. Hij heeft Zijn werk volbracht. De meerdere Izak. Aan ons is veel meer geopenbaard. Wij hebben de relatie met God verbroken. Wij beantwoorden niet aan het levensdoel. U en ik moeten sterven – we verdienen het oordeel. Jezus Christus. Wat bij mensen onmogelijk is, om de relatie met God te herstellen, om de HEERE zonder vrees onder ogen te komen, dat heeft de HEERE werkelijkheid gemaakt. Hij heeft in onze lebens- en stervensnood willen voorzien. Voorzien van Zijn Lam. Dat draagt de zonden weg. Alle verkeerdheden. Het draagt de straf weg in onze plaats.

Verlangt u naar Hem, naar dit Lam? Vraagt u in twijfel of aanvechting: wil Hij mijn Lam zijn? Ik mag Hem vanmorgen aanprijzen. Zie het Lam Gods. De meerdere Izak. Hij heeft Zijn leven gegeven.

Laten we ons net als Abraham verheugen over de dag van Christus. Over Zijn volbrachte werk. In vertrouwen op dit Lam: de HEERE is ook mij genadig in leven en straks in sterven. Paulus noemt Abraham de vader van alle gelovigen. Abraham, voorbeeld. Ja, gemeente, alle nakomelingen uit Abraham (uit het joodse volk, maar ook uit alle volken). Vertrouwen wij op de HEERE? Op de Heere Jezus Christus? Op de belofte? Abraham is ons een voorbeeld. Dat leven blijft niet zonder bestrijding en beproeving. Maar toch en toch aan Gods beloften vasthouden. Al zien we er misschien niets van. Door onze mogelijkheden heen. Izak wordt weer geofferd. Ook vandaag. 7 oktober. Vandaag de aanval van Iran. Izak wordt weer geofferd. Ja, zo beleven de joden hun eeuwenlange geschiedenis van haat, lijden, vervolging, vernietiging. Terwijl van God en Zijn geboden. Izak wordt opnieuw geofferd.

De opstanding van Izak uit de dood geeft de blijvende hoop: zoals Izak opstond, zullen wij leven en herleven. De gehoorzaamheid van Abraham en Izak is een verdienste waardoor wij telkens worden verlost. Zo blijft deze geschiedenis uit het joodse volk actueel. Ook vandaag. Op de nieuwjaarsdag wordt in de joodse synagoge altijd Genesis 22 gelezen. Een blijvende opdracht. Laten we net zo gehoorzaam zijn als onze voorvaderen. Net zo gehoorzaam als Abraham en Izak.

Mijn dag, zegt Jezus. Dat is ook de dag van Zijn terugkomst. Uit alle volken – alle kinderen van Abraham – zijn dan toegebracht. Het zal dan voluit Pasen zijn. De dood zal niet meer zijn. Volmaakt en eeuwig toegewijd aan God en elkaar. In grote blijdschap. Op die nieuwe aarde, onder de nieuwe hemel.

Abraham verlangde naar de dag van Christus. En verheugde zich heel erg. Alle Abrahamskinderen die die weg gaan, vertrouwend op de HEERE en Zijn Christus, herkennen zich in die vreugde en dat verlangen. De dag van Christus is aanstaande!

Amen.

Maar de HEER zal uitkomst geven,
Hij, die ’s daags Zijn gunst gebiedt;
‘k Zal in dit vertrouwen leven,
En dat melden in mijn lied;
‘k Zal Zijn lof zelfs in den nacht
Zingen, daar ik Hem verwacht;
En mijn hart, wat mij moog’ treffen,
Tot den God mijns levens heffen.

– Psalm 42 vers 5 (berijming 1773)

Hervormde Gemeente Reeuwijk, Dorpskerk, zondag 14 april 2024, 9.30 uur. Schriftlezing Genesis 21:1-7; Genesis 22:7-19.