Paulus wijst de gemeente te Kolosse erop dat hun oude leven voorbij is; hun leven is boven, met Christus verborgen in God. Een christen leeft op kosten van Christus. Dat betekent niet dat hij geen strijd heeft, integendeel, de strijd (met het oude leven en de daarbij behorende zonden) zijn juist een bewijs van zijn geloof. Christus doet ons de nieuwe mens aan waardoor we meer en meer op Hem gaan lijken.
We hebben het in de preek over het nieuwe leven. Wie verlangt daar niet naar? Het leven dat het leven van Gods kinderen is. Waarom is dat? Hoe bereik je dat? Een bekend verhaal uit de Griekse oudheid is het verhaal van Sisyphos. Een man met een steen. Die moest een steen tegen een berg oprollen. Als hij bijna boven was, moest hij opnieuw beginnen. De Sisyphos-kwelling heet dat. Steeds opnieuw beginnen en niets bereiken.
Misschien is dat wel het leven van u. Dat zegt u niet zomaar. Je redt het niet. Je komt nooit boven. Aangezien je met alle vezels van je bestaan bent verbonden met beneden. Van het kwaad ben je een knecht, altijd.
Hoe kom je dan boven? Paulus zegt, dat is ongekend: u bent al boven! Uitleggen kan je dat niet. Maar dat wordt ons gepredikt. Je bent gestorven. Je leven is met Christus verborgen in God. In dat verband staat: zoek dan de dingen die boven zijn. Je bent boven. Bij God. En intussen leef je op aarde. We zijn niet geroepen naar boven te streven, dat red je niet. Wel geroepen te leven als God kinderen die bij Jezus horen.
Wat het hart is van dat leven lezen we in vers 1-4. Daarin gaat het over het geheim van ons leven. Vanaf vers 5 gaat het erover hoe je je moet gedragen. Maar dat wordt nooit wettisch. Altijd op kosten van Christus. Ik ben jouw leven, zei Hij bij de Doop. Je leeft op Zijn kosten. Het verschil tussen Sisyphos en een christen: een kind van God wordt verwarmd door de liefde van God. Bemind en tot geluk geschapen.
Dat is niet een klap op een vlak verhaal. Een kind van God heeft veel strijd. In verzen 5-17 gaat het over wat ik tekort schiet en hoe arm ik ben. Je kunt denken aan een vlucht naar boven. Een ijlzwervend leven. Leven van een idealist? Nee. Het leven vanuit boven blijkt heel praktisch. Medeleven, vriendelijkheid, geduld. Dat zijn geschenken van boven. Leven op de aarde maar vanuit boven denken. De dingen boven zoeken is: met Christus leven. Bij alles wat we zeggen en doen, denken aan Christus. Zonder Hem kan je niet leven.
Dat gaat ook verder: we zijn waar Hij is. Dat is dat we met Christus zijn opgewekt. Dat is ons nieuwe leven. We bestaan niet meer gezien het aardse leven. Onze identiteit is in Christus. Het oude is voorbijgegaan. Onze oude pijn en strijd en kwaad. Voorbij. Jezus zegt het vanaf het kruis: het is volbracht, voorbij. Het zou spotten zijn met onze vaak nog zo moeilijke werkelijkheid als Hij het niet zei. Maar Hij zegt het. Hij mag het zeggen. Het oude is voorbijgegaan. Dat is ons geheim. Dat hoop ik dat het dat is. Ook voor u! Uw nieuwe leven. Wie je voor God bent. Dat je met Christus bij God geborgen bent. Veilig opgeborgen.
Kijk maar naar boven. Naar Christus. Mijn leven is veilig. Ik ben geen dwalend stofje, maar God kent mijn naam. De wereld ontkent dit. Ontkennen ook dat Christus alle macht heeft. Voor ons is dat vaak ook verborgen nog weer. Je kunt het haast niet geloven. Zeker als het kwaad zo’n grote rol speelt. Je weet niet waar je heen moet. Je hebt het niet in jezelf. Maar alleen buiten jezelf. Zo zijn we gedoopt. Een afkeer van onze zonden te hebben en onze reiniging buiten onszelf te zoeken.
Zoek de dingen die boven zijn! Waar Christus is. Dat is je leven. Dat is je identiteit. Dat is niet zo makkelijk. Je raakt jezelf kwijt. Je bent van Christus. Dat is je leven. Buiten dat is er geen leven.
Dat moet u niet oppervlakkig vinden. Waarom bent u gedoopt? Christus is toch uw leven? Waarom hebt u zoveel leven buiten Hem om? Uw hart en wandel en handel wordt door zoveel in beslag genomen. Er is veel te kort. U hebt zoveel strijd. De strijd bewijst ons geloof. Als we die strijd niet hadden, geloofden we niet.
Dat is waar de tekst mee inzet (vers 5). Dood dan uw leden die op de aarde zijn. Afgoderij, ontucht, hebzucht. Paulus breidt dat verderop uit. Hij zegt: u leefde vroeger zo, maar nu leg dit af: toorn, woede, laster, leugen. Twee clusters zijn dat, twee rijtjes. Dingen die de toorn van God oproepen. Paulus zegt: je moet ermee stoppen. Dat ontsiert en vergiftigt je leven. Niet alleen stoppen en maar aan Jezus denken. Hele sterke woorden worden er gebruikt: dood dan uw leden. U moet aan een dokter denken. Medische termen. Radicale woorden. Laat wat aards is, sterven. Lichaamsdelen waar iets mee was, moest men laten afsterven. Soms de natuur een handje helpen. Een lichaamsdeel amputeren. Als iemand dat meemaakt, valt dat niet mee. Als er een stuk van je been of van je arm af moet, dan vergaat je wereld…
In het eerste cluster gaan we gelijk in het diepe met zonden van seksualiteit. De liefde die je voor elkaar hebt, ook naar het lichaam, is niets mis. De bijbel is niet voorzichtig en preuts. Het Hooglied is wellicht het mooiste boek van de bijbel. Als we er op te buiten gaan en buiten de grenzen gaan, dan bederft het heel veel. Het woord ontucht klinkt zo dreigend. Je geeft je lichaam aan een ander dan aan je man of vrouw. Dat breekt heel veel af. In Kolosse was dat min of meer geaccepteerd. Ook wat mannen deden met jongens was geaccepteerd. Je raakte van je stress af zo. Paulus zegt: jullie leefden vroeger ook in dat klimaat. Je moet het afkappen, wegdoen. Dood dan uw leden die op de aarde zijn. Hij bepleit niet een betere stijl van leven of meer beschaving. Nee. Wat aards is, moet sterven. Dat is die dokter. Dat ben je niet! Dat is vol erbarmen. Dat is jouw leven niet meer. Dat is wat je doet zonder Christus.
En onreinheid. Iets wat je doet met je lichaam voor wie niet je liefste is, dan maakt dat je vuil. Hartstochten en kwade begeerten. Je speelt met verkeerde ideeën. Dat leidt tot grensoverschrijdend gedrag. Ook de seculiere televisie weet dat. Ook in de kerk is dat. U vindt dat misschien zwartkijkerig? We zijn verlegen met wat niet goed is. Je moet niet moraliseren? Deze donkere woorden staan hier wel. Zou het niet goed zijn dat het zo maar in de kerk opgesomd wordt? Ik denk wel eens: hoe moeten onze kinderen en kleinkinderen groot worden in deze wereld? In deze wereld komen de meest vuile dingen voorbij. Je vindt niets meer mooi dan het ene. Je vergooit je tijdelijke rust en eeuwige vrede.
Paulus noemt ook de hebzucht. Dat is ook afgoderij. Je krijgt dingen van God. Paulus zegt, jullie zitten meer aan het kwaad vast dan je denkt! Altijd kom je dat tegen in de Bijbel. Dat er wordt gewaarschuwd tegen de afgodendienst. Een afgod is iets wat je denkt niet te kunnen missen en waarop je denkt te kunnen vertrouwen. Ze helpen je niet. Ze kleden je uit en plukken je kaal.
Door deze dingen komt de toorn van God over de ongehoorzamen. De SV zegt: over de kinderen van de ongehoorzaamheid. Dat is beter, denk ik. Het is het klimaat geworden waarin je leeft. Wij zijn er de kinderen van.
Het tweede cluster is vers 8-9. Droevig rijtje. Straks komt er een fris en vreugdevol rijtje. Dit is het tweede rijtje. Toorn, woede, laster, leugen. Heeft te maken met de taal die je uitslaat. Kwaadaardigheid. Onze agressie. Tegen mensen en tegen God. We moeten ze niet. We moeten hen niet. We hebben een mond. Als je begint met vloeken en schelden, wordt dit een tweede natuur. Het wordt steeds makkelijker. Zet Heer een wacht voor mijne lippen…
Dit tweede cluster is een uitvergroting van het negende gebod. Gij zult geen vals getuigenis spreken. De waarheid spreken. Niet alleen met je mond maar ook met je hart spreken. Wat is waarheid? De waarheid is de overeenstemming van wat je zegt met de feiten. De diepte van dit gebod is dat door jouw spreken aan jouw kwetsbare medemens recht wordt gedaan en hem nooit in gevaar brengt. Dat de liefde in je hart in je woorden meeklinkt. Dat de naaste veilig is bij je. Dat de medemens de eer krijgt en recht wordt gedaan.
Je denkt wel eens als dominee, waarom durf ik niet hier vrij te praten? Waarom ben ik zenuwachtig? Omdat ik er niet zeker van ben of deze man me als het erop aan komt, me verdedigen zijn. Je mag wel hard zijn, maar omwille van de liefde. Laten we zacht zijn voor elkaar. Dat is het negende gebod. Daar heeft Paulus het over.
Wij zeggen tegen een scheldend of vloekend kind: ga je mond spoelen. Paulus zegt: richt je op Christus. Zoek de dingen die boven zijn. Je hoeft niet te schelden. Bij Hem ben je veilig.
En door zijn dood en door zijn bloed,
is nu de wereld dood voor mij.
Ik ben gestorven, maar voor goed,
van heel de dode wereld vrij.
(Willem Barnard)
Ik ben gestorven en voor goed van de wereld vrij. Dan komt er een kantelpunt. Lieg niet tegen elkaar. Vertoon het beeld van Hem die je geschapen heeft. Je gaat een beetje op Christus lijken. Op je oudste Broeder. Bedrieg elkaar niet. De waarheid is vaak ongemakkelijk. De waarheid komt ons vaak niet goed uit. Dan hoef je niet te sterven aan jezelf. Dan blijft alles zo’n beetje hetzelfde. De oude mens met zijn daden hebt u uitgetrokken. De nieuwe mens bekleedt.
We doen iets weg, die medische termen uit vers 5, 8 en 9. En we trekken iets aan. Je groeit. Niet in je eigen overtuigingen, maar in de kennis van God. Andere kijk krijg je op de medemens. Dat wordt gestempeld en getemperd door de mooie woorden van God. Blijde woorden. Tinkelbelletjes in de lucht. Een lied over de stad.
Ontferming. Vriendelijkheid. Dat is zoiets als tederheid. Een innig woord. Nederigheid. Je hoeft zo groot niet te zijn. Zachtmoedigheid en geduld. Deze mensen lieve mensen zijn onze glorie. Elkaar verdragen. Elkaar vergeven. Dankbaarheid. Vrede. Die begrippen vormen het kleed dat je aantrekt. Je wordt vernieuwd naar Gods beeld.
Onze nieuwe kleren liggen al klaar. Dat is niet wat wij doen. Maar dat komt van buiten af. We krijgen het van Christus. Je vergroeit ermee. Een pak trek je aan – een woord in de preek. Een psalm die je zingt. Die worden je kleed. Daar leef je op. Iemand zei tegen mijn vrouw, een dominee die zeer goed preken: ik kan eigenlijk niet geloven meer als ik niet preek, want ik leef van mijn preken. Van het Woord Gods! Prachtig.
Zo eindigt het. Laat het woord van Christus in rijke mate in u wonen. Onderwijs elkaar met psalmen en geestelijke liederen. Dit hoofdstuk haalt nogal wat over hoop. De Geest haalt inderdaad alles over hoop. Ons verstand, ons willen, ieder woord. Al die rijtjes. Het vormt een oordeel voor ons. We worden geveld en gevloerd. Die steen, heeft dat ooit geholpen? Sisyphos moest die steen omhoog rollen. Hij moest steeds opnieuw beginnen. Lijkt dat op ons leven? Je komt nooit boven. Hoe kom je er ooit? We zijn al boven! Moet u niet zeggen, wat een gekkigheid. We zijn al boven! Christus heeft de steen boven gebracht. En ons eveneens meegenomen. De pijn van elke dag, dat te verliezen. Het leven is met Christus verborgen in God. Dat is onze toekomst. De verhoging van Hem is nu al de werkelijkheid. Zo zijn we er door. We zijn mensen van boven! Dat zeg je niet zomaar. Laat het je niet ontnemen! Wij zijn mensen van boven. Kijk omhoog.
Komt, kinderen, niet dralen,
want de avond is nabij.
Wij zouden licht verdwalen,
in deze woestenij.
Komt, vatten wij dan moed,
naar de eeuwigheid te streven,
van kracht tot kracht te leven.
In ’t eind is alles goed.
Alles goed.
Amen.
Hervormde Gemeente Dordrecht, Augustijnenkerk, zondag 25 september 2022, 9.30 uur. Schriftlezing Kolossenzen 3:1-17.