Koning Hizkia kent nood. Met 185.000 man sterk heeft Assyrië, de vijand, zich op korte afstand gelegerd. Maar nog groter en dieper is zijn nood over de eer van de Heere. Zijn Naam werd gelasterd, Hij werd vergeleken met de afgoden die ook niets konden. En er werd beweerd dat God niet te vertrouwen is. Maar de Heere werkt op de eer van Zijn Naam aan, Hij staat daar Zelf voor in. Het gebed van Hizkia wordt door de Heere gehoord en op Zijn tijd en wijze verhoord met de wonderlijke uitkomst waarbij de engel van de Heere de 185.000 man doodt en Sanherib door zijn zoons wordt gedood.

2 Koningen 19 vers 14-19: ‘[14] Als nu Hizkia de brieven uit der boden hand ontvangen, en die gelezen had, ging hij op in het huis des Heeren, en Hizkia breidde die uit voor het aangezicht des Heeren. [15] En Hizkia bad voor het aangezicht des Heeren, en zeide: O Heere, God Israëls, Die tussen de cherubim woont! U zelf, U alleen zijt de God van alle koninkrijken der aarde, U hebt den hemel en de aarde gemaakt. [16] O, Heere! neig Uw oor en hoor, doe, Heere! Uw ogen open en zie, en hoor de woorden van Sanherib, die dezen gezonden heeft, om den levenden God te honen. [17] Waarlijk, Heere, hebben de koningen van Assyrië die heidenen en hun land verwoest; [18] En hebben hun goden in het vuur geworpen; want zij waren geen goden, maar het werk van mensenhanden, hout en steen; daarom hebben zij die verdorven. [19] Nu dan, Heere, onze God, verlos ons toch uit zijn hand; zo zullen alle koninkrijken der aarde weten, dat U, Heere, alleen God zijt’.

Het gebed van koning Hizkia
1. Een zware beproeving;
2. Een heerlijke vrucht;
3. Een wonderlijke uitkomst.

1. Een zware beproeving

Gemeente, de satan is een volkomen overwonnen vijand. In de hemel wordt voor de boze niet gevreesd. De Heere Jezus heeft op Golgotha de satan overwonnen. Hij kan het werk van de Heere niet aantasten. Maar een overwonnen vijand kan nog wel gevaarlijk zijn. Dat geldt voor ons op aarde. Wat kan satan proberen het werk van de Heere aan te vallen, uitverkorenen te verzoeken en hij probeert het.

We kunnen wel denken aan de Tweede Wereldoorlog, Adolf Hitler had min of meer verloren. Ardenne offensief. D-Day was al geweest, 1944 nederlaag geleden bij Oostfront. Maar wat heeft er nog een bloed gevloeid. Zo ook bij Hizkia. Hizkia was een Godvruchtige koning. Maar Gods kinderen worden verzocht, aangevallen door de boze. Daar hebt u van nature geen last van. Wie wel? Die voor de Heere willen leven.

Dat Hij alleen de Heere en God is. Diepste beseffen in zichzelf verloren zijn. Als de Heere Zijn hand op je legt, dan komt de mens dat aan de weet. Dan wordt zonde zonde en schuld schuld. Op zodanige wijze, bij de ene korte tijd overheen laten gaan door de Heere en bij de ander langere tijd. De Heere lief gaan krijgen. Leven met de zonden gebroken moet gaan worden. Maar ook de eeuwige schuld verzoend moet worden. Is dat in ons leven? O jong en oud, dat is in ons leven nodig en moet door de Heere gewerkt worden. Buig je knieën maar, wetsovertreder, buigen voor de meerdere Hizkia, de Heere Jezus Christus.

Zondaar, die buiten Hem niet kennen maar Hem moeten leren kennen. Zij die zo de Heere zijn gaan zoeken om door de Heere gevonden te worden. Vergeving te ontvangen. Te geloven Hij voor mij, daar ik anders de eeuwige dood had moeten sterven. Dan zijn we bedorven voor de wereld. Wandel in de hemel. Dan eigendom geworden, kan in een weg van veel strijd. Spreken van de Heere in je leven. Met Christus medegezet in de hemel. Maar dan zal het zeker zijn dat je met de boze te doen krijgt. Daar komt de satan op af.

Hizkia heeft er ook mee te maken gekregen. Jaar of 38/39 was hij. 13/14 koning over Juda. Tot drie keer aangevallen. Als het geloof niet geoefend is, dan kunnen ook Gods kinderen bang zijn. Hizkia haalde het goud uit de tempel. Hij was bang. Maar daar kwam Rabsaké, om zich over te geven aan Assyrië. Wat zijn daar een woorden gesproken. Uw God heeft gesproken. Let eens op de andere goden, die konden ook niet helpen, denkt u dat uw God kan helpen?! Toen hebben de gezanten niet gesproken.

Hizkia heeft de boden naar Jesaja gezonden. Om een biddag te houden. Ik zal ze door het zwaard in hun land vellen. Er hoeft geen pijl worden afgeschoten. Dat mocht Hizkia al weten. Maar dan volgt een derde aanval. Rabsaké, maar kwam geen antwoord. Hizkia en zijn gezanten hebben gebeden en Jesaja heeft gebeden. Wat ligt daar al een les in. De mens mag zeker maatregelen nemen als dat nodig is, maar allereerst moet het aangezicht van de Heere gezocht worden. Sanherib stond als het ware in zijn hemd.

Wat heeft Hizkia geantwoord. Als Sanherib en Rabsaké elkaar spreken, zo’n dertien kilometer ervandaan. Dan andere zorgen, andere plaats in het rijk aangevallen. Als een goed krijgsman wist hij wel: een oorlog moet je niet op twee fronten voeren. Daarom die beslissende aanval. De Heere heeft al gezegd: vrees niet. De vijand rukt vast aan, met opgetogen vaan. Jeruzalem zal in de handen van Assyrië niet gegeven worden. Zou u gered worden?

Vers 12 en 13: ‘Hebben de goden der volken, die mijn vaders verdorven hebben, dezelve gered, als Gozan, en Haran, en Rezef, en de kinderen van Eden, die in Telasser waren? Waar is de koning van Hamath, en de koning van Arpad, en de koning der stad Sefarvaim, Hena en Ivva?‘. Hij noemt al die andere vorsten die ook hebben geknield voor een afgod en geen schijn van kans hebben gehad. Hizkia hoort dat. Vrees niet. De Heere heeft wel gesproken dat Sanherib zal vallen, maar hij ziet het nog niet. De mens ziet aan wat voor ogen is. En dan ziet hij die duizenden op dertien kilometer afstand. Naar de mens gesproken had Hizkia geen schijn van kans.

De verzoeking van satan is een beproeving van de Heere. Dan naar u, jou en mij. Wat is de satan machtig, maar de Heere is almachtig. Wat kan de satan je bespringen. U hebt het heil naar uzelf toegehaald, het houdt geen stand bij de Heere. Zie uw wereldgezindheid. Wat kan het zoete weggenomen worden. Een jongen, een meisje hier in Katwijk, een vreemdeling hier op aarde. Op werk. Een God in de hemel hebt, en daarom niet mee kunt. Of iemand in nood. In verdriet over verlies van een geliefde. In ziekte. Waar is uw God waar u op bouwde?

De aanval van Sanherib is van de duivel. Israël van God gezonden. Hem te wijzen op die afgoden van de andere volken. En de naam van de Heere vertrouwen, het komt niet goed. De naam van de Heere gelasterd. Waarom laat de Heere het toe? Opdat ze geoefend worden. Gods kinderen die twee-mens. Dat vlees, zo biddeloos. Kleeft aan de aarde. Wat kan de satan ze diep laten vallen. Maar niet uit Zijn hand rukken, dat zal de Heere niet toelaten.

Het komt wel openbaar. Na ontvangen genade. Dat aan de zonden. Dat vlees dat niet toegeeft. Neerwaarts, dieper zullen wortelen aan de troon van de genade. Maar ook opwaarts, geen andere vrucht maar wel meerdere vrucht. Van een zien op de Heere, verwachten op de Heere. Het is vaak zo benauwd. Vaak achteraf kunt bemerken: het is goed voor mij verdrukt te zijn geweest.

2. Een heerlijke vrucht

Wat mag Hizkia doen? En u doen? Als de duivel je benauwt, of mensen je benauwen. Dat kunnen trouwens ook kerkmensen zijn. Als ze geen genade kennen in hun hart. Wat mag u doen? In de binnenkamer de tranen niet kunt drogen. Er is maar een plek waar de Hizkia uitkomt. Hij vaardigt geen plek uit om samen te komen met het leger. Hij gaat naar het huis van God, naar het huis van de Heere. De tempel. Daar breidt hij de brieven uit. Dat is de beste plaats. Waar de Heere woont. Offers gebracht worden. Bloed der verzoening mag vloeien. Is het ook weleens uw verlangen dat het altijd zondig is? Hoe branden mijn genegenheden?

Dat geldt ook thuis. Als we niet naar de kerk kunnen komen, dan kan de Heere ons opzoeken door de gesloten deuren. De Heere weet waar de nood het hoogst is. Hizkia knielt. Hij zwijgt. Zie hier een bidden van iemand die van de Heere heeft leren bidden. Hij breidt die brieven voor Gods aangezicht uit. Gemeente, dat zwijgen spreekt iets uit. Een rechteloze. Stof en as te zijn. Een wonder is dat hij tot de Heere mag spreken. Hoewel hij dat in geloof mag weten. Ook een zwak mensenkind. Die het alleen verwacht van de Heere.

Als hij dan heeft gezwegen en alles voor de Heere heeft neergelegd, dan begint hij te bidden. Niet dit is mijn nood en dit moet U doen. Maar o Heere, God Israëls, U hebt de hemel en de aarde gemaakt. Maar Hizkia daar is toch wel een ander tijdstip voor? Hij kan niet anders dan de Heere er lof en de eer uitspreken. Zien we daar niet iets in van het volmaakte gebed dat de Heere Jezus Zijn discipelen heeft geleerd. Wij beginnen vaak met het dagelijks brood. Maar de eer van de Heere bedoelen. Uw Koninkrijk kome. Uw wil geschiede.

En dan de nood van Hizkia. Die nood dat de naam van de Heere in het geding is. O Heere neig Uw oor. Hoor en zie de woorden van Sanherib, om de levende God te honen. Daarom hebben ze u verdorven, de waren geen goden. Zo zullen de koninkrijken weten dat U alleen God bent. Waar Hizkia het meeste mee zit, dat Zijn Naam gelasterd is. Hebben anderen gehoord. Door Rabsaké en Sanherib, hebben vergeleken met de andere goden. Dat U niet te vertrouwen bent. Maar Uw Naam, Uw eer. Waar zit je nou het meeste mee gemeente?

Mag je dan niet verlangen naar behoud van je ziel. O jawel. Maar dat niet gemist worden: tot eer van de Naam van de Heere. Als Hij u verlost heeft. Ook als de boze zo benauwt en aanvalt, als U mij loslaat, het zou verdiend zijn. Mag u zo bidden van uzelf af naar de Heere toe. Dat dat mag gebeuren, als U uitkomst geeft, dat Uw Naam het allermeest verheerlijkt zal worden. Zijn Naam door het slijk halen. Dat geldt ook Gods kinderen. Maar dat Uw Naam erin geprezen wordt.

Ezechiël, in de tijd van de ballingschap. Ik doe het niet om uwentwil, maar om Mijns Naam wil. We doen het zo vaak om onszelf, maar omwille van de Heere. Valt het dan niet op, vers 19. Nu dan Heere, onze God. Misschien zegt iemand vanavond: dat ik dat mag weten. Psalmversje: wil mij Uwen Naam ter eer. U door genade mijn God zou mogen noemen. Wilt u dat geloof werken in mijn hart. O gemeente, als de Heere de mens op de knieën brengt.

3. Een wonderlijke uitkomst

Een wonderlijke uitkomt. Dan werkt de Heere het ook. Die wonderlijke vrucht op Gods werk. Die vanavond is nog niet weg. Voor een derde keer. De Heere spreekt eerst door Jesaja en bij de derde keer de uitkomst. Wat u tot Mij gebeden heeft tegen de koning Sanherib. Ik heb het gehoord. Ik heb uw noden, uw tranen gezien, uw smekingen gehoord. Jesaja mag de Heere noemen: de God Israëls. Daar zegt de Heere toch mee: Ik ben uw God. Wat een troost.

Hizkia in zijn nood mag dat weten. De Heere spreekt opnieuw voordat de vijand wordt verdreven. Vers 32. De Heere verhoort niet meteen maar spreekt wel. En op dat Woord moet Hizkia vertrouwen. De Heere zal uitkomst geven op Zijn tijd en wijze. Vers 31: ‘Want van Jeruzalem zal het overblijfsel uitgaan, en het ontkomene van den berg Sion; de ijver van den HEERE der heirscharen zal dit doen‘.

Wie is dat? Dat is Sanherib. Dan gaat de Heere tegen Hizkia zeggen bij monde van Jesaja. Maar het aangrijpende is dat zij die boodschap niet meer horen. Boodschap van oordeel. De Heere heeft Rabsaké, Sanherib, Assyrië overgegeven aan het verderf. Als ook in Katwijk iemand onder het Woord is grootgebracht en niet meer komt. Ik denk aan de jongeren. Je mag nog onder het Woord komen. Bid de Heere dat je door genade onder het Woord mag blijven, in Zijn werkplaats. O Heere, laat niet los. Zoals de Heere heeft gedaan bij Saul, bij Sanherib.

Wet is een jonkvrouw? Beschermt in het kasteel. Daar lieten mensen het leven voor. Alles voor gedaan om die uit de handen van de vijand te houden. Zo kostbaar. De kasteelheer gaf er zijn leven voor. Geen pijl wordt afgeschoten. Ik denk aan die Psalm: als de berg Sion is de Heere voor Zijn volk. Als de appel van het oog. Wat gaat de toestand Hem aan. De nood Hem aan. O gemeente, de kerk is zo veilig. O in de tijd waarin wij leven.

Betekent het niet dat een kind van God niet kan sterven? O jawel. Maar zo gezegd ook in Vriezenveen: geen haar van het hoofd zal vallen. Martelaren. Bloed der martelaren, zaad der kerk. Zij zo ingegaan. Dag van de bruiloft. Zingend binnengegaan. Zullen de eerkroon dragen. Wat zoekt Hij het goede voor hen.

Wat aangrijpend. Verderfengel. 185.000 gedood. Sanherib keert terug naar de tempel voor de afgoden. Daar door zijn eigen zoons gedood. De Heere komt voor Zijn eer. Door de Zijnen of de rechtvaardige straf van de goddeloze. Dan moeten we iets zeggen over de meerdere Hizkia. Die zei: Vader, laat deze drinkbeker van Mij voorbijgaan, maar Uw wil geschiede. Die zei tegen Petrus: steek uw zwaard in uw zijde. Hij had een leger kunnen aanroepen maar niet gedaan. Vanwege de eer van Zijn Vader. In het houden van Gods geboden en Zijn sterven. Zijn hoop op God stelt. Kent u Zijn Naam dat Hij de Christus heet?

Gods eniggeboren Zoon. De meerdere Hizkia. Die aan het kruis bad, maar geen verhoring vond. Om de eer van de Vader. Van U is het Koninkrijk, en de kracht en de heerlijkheid. Daar mag Hizkia van zingen. Om Davids, mijn Knechts wil. Hij heeft gestreden zonder enig vleselijk wapen. De overwinning voor Zijn kerk te behalen. Zo heeft Hij gestreden en overwonnen satan, de zonden, dood en hel en graf. Hij heeft overwonnen. Ten derde opgewekt door de Vader. O ziet hier is Uw God. Dan mag Zijn Naam nog worden gepredikt in een bange tijd. Die Naam mag worden aangeroepen. Die schutsheer. Die grote Hoorder in de noden.

Ach gemeente, nu gaan we naar huis. Mag het zijn dat we mogen knielen als Hizkia. Die Naam van die grote God gestalte mag krijgen in ons leven. Ja, dan zal het zijn dat de boze ons zal benauwen. Maar het oog op God geslagen mag de kerk zingen: wij steken het hoofd omhoog en zullen de eerkroon, door U door U alleen om het eeuwig welbehagen.

Vijanden zullen omkomen. Maar die het oog op de Heere geslagen hebben, die zullen bij de Heere zijn. Wanneer komt die dag dat ik bij U wezen mag. Zal het ook voor jou zijn. Haast u om uws levens wil.

Amen.

 

Zondag 17 oktober 2021 – Triumfatorkerk Hersteld Hervormde Gemeente Katwijk – ds. IJ. R. Bijl – Schriftlezing 2 Koningen 19