Salomo gebruikt het beeld van een bruidegom die het verlangen van de bruid opwekt. Het is het beeld van Christus die Zijn leven gaf, Hij is de Bruidegom voor de [bruids]kerk. Hij wekt het zielsverlangen naar de Bruidegom op bij de bruid en schenkt de wederliefde tot Hem.

Hooglied 4 vers 16: ‘Ontwaak, noordenwind! en kom, U zuidenwind! doorwaai mijn hof, dat zijn specerijen uitvloeien. O, dat mijn Liefste tot Zijn hof kwame, en ate zijn edele vruchten!’.

Het zielsverlangen van de bruid naar de tegenwoordigheid van Christus

  1. Mogelijk door de verkiezende liefde van de Vader;
  2. Dat wordt gewerkt door de komst van de Heilige Geest;
  3. Gesmaakt in de gemeenschap met Christus.

1. Mogelijk door de verkiezende liefde van de Vader

Gemeente, u kent het beeld dat in het boekje Hooglied wordt gebruikt. Geen aanzienlijke bruid. Sulamith. Van het platteland. Heeft haar binnengebracht. Salomo met rijkdommen had toch wel een prinses kunnen krijgen.

Kanttekenaren: juist dat een voorbeeld hoe het gesteld is tussen Christus en Zijn bruidsgemeente. Meer dan Salomo is hier. Zoals Salomo een bruid heeft liefgehad, zo heeft Christus Zijn bruid liefgehad. Geen aanzienlijke. Zo mismaakt en lelijk dat ze naar de zonde ziet en ruikt. Toch heeft Christus die bruid van eeuwigheid aanvaart uit de hand van de Vader.

Die schoonheid van die bruid wordt geprezen. Gewassen in Zijn bloed. Zijn leven willen geven, bloed gestort. Zo uitnemend lief heeft Christus haar lief. Om haar te laten delen in wat Hij heeft verdiend. Zo is die bruid volmaakt alleen in Hem.

Uitwendige maar ook inwendige schoonheid. Vers 12. Gesloten hof. Die bruid is van die Bruidegom alleen. In die hof groeien de prachtigste bomen met heerlijkste vruchten. Dat ziet alles op de genadeweldaden die de Heere verheerlijkt in het hart van Zijn kinderen.

Misschien is er iemand die zegt van een hof kun je toch niet meer spreken sinds de val in het paradijs. Die hof was een lusthof. Liet zien hoe goed God ons geschapen had. Mens het pronkjuweel van de schepping. Mocht ruiken als ik het zo mocht zeggen. Geschapen in rechte rechtvaardigheid.

Mijn leven een hof? Alles in mij eerder van een woestijn. Toch wel een hof. God heeft raad gehouden van eeuwigheid om die woestijn een hof te gaan maken. Daartoe is Hij die verloren gaat zoeken opdat die verloren zondaar vruchten gaat dragen. Heeft dat al plaatsgevonden? Die opzoekende daad.

Wij zoeken God niet. Maar God zoekt ons. Zaad van de wedergeboorte. Die mensen krijgen met God te doen. Zonden. Ik heb alleen maar kwaad gedaan. Uw zonden die scheiding maken tussen God en mijn hart. Ik heb die hof zo gemaakt tot een verwoesting.

Gezondigd niet alleen tegen een rechtvaardig God maar een goeddoend God. Dan zijn er mensen vanavond mensen in Katwijk die overal buiten staan. Dan begrijpt u als het zo ligt, dan zit u volgende week helemaal nog niet aan het Avondmaal. Daar kunnen die zielen alleen maar jaloers naar kijken.

Maar ik ben zo onheilig. Ook voor de bediening moet plaats gemaakt worden, voor het eerst en opnieuw. Dan gaat de Geest ervoor zorgen dat die plantjes alsmaar meer wortels schieten. Dan is de Heere bezig met plaats te maken ja waarvoor? Profeet Jesaja. Hoe langer hoe meer af te brengen voor jezelf en plaats te maken voor Hem.

Omdat Hij in de verlorenheid van mijn leven waarin ik geen vrucht meer kon brengen, Hij Zich verklaren als de enige weg tot de verzoening tot God. Als Zijn hof gaat Hij Zijn schoonheid prijzen.

Weet u daarvan tussen God en uw ziel? Weet u daarvan dat de Bruidegom uw schoonheid ziet. Zo zwart van jezelf maar schoon als de maan, beschenen door de zon. Voor de ware Avondmaalganger is het geen vreemde taal. We hoeven de ruif niet hoog te hangen.

De rechte Avondmaalganger, die weet ervan dat Christus geen vreemde voor je ziel. Wat is er toen gebeurd, zou je dat kunnen zeggen? Dan komt er een heilige verlegenheid in je hart. Hij zo schoon, Hij zo dierbaar. Dan komt er een wederliefde in het hart.

O Fontein der hoven. Dan moet u weten dat die sierlijke hoven vaak een fontein hadden, hoffontein. Alles wat u van mij getuigt is buiten u, alles heb ik van u ontvangen. Daarmee gaat ze niet de bekeerde man of vrouw uithangen. Want Hij de vorst der aarde is alle hulde waard.

Hoe dan? Is Hij het niet geweest die daar gekropen heeft als een worm en geen man. Voornamelijk zegt ons Avondmaalsformulier: toen Hem de last van de toorn het bloedige zweet werd als grote droppelen bloeds. Daarin de kerk die genadegaven ontvangt. Zo zijn de vruchten uit Hem, door Hem, tot Hem.

Weet u wat zo’n wonder is. Als ik mijzelf moet aanklagen. Het is Zijn hof. Hij heeft die bloedprijs aangedragen. De Heere met Zijn eigen werk gaat pronken en Zijn eigen werk altijd kroont. Als dat gegeven mag worden volgende week in de zichtbare tekenen van brood en wijn.

Hij wil het zichtbaar voor ogen gaan stellen. Die ze lief heeft gehad tot het einde toe. Hoe is het met u, met jou gesteld? Die bruid uit het Hooglied hoort al die dingen maar weet je wat je mist? Ze mist die kracht en toepassing.

Ze kan zichzelf niet zien zoals die Bruidegom haar ziet. Hoe schoon die hof ook is, zonder de bediening van Christus elke keer en bij vernieuwing, ben ik helemaal niets.

2. Door de komst van de Heilige Geest

Ik denk niet dat we hoeven uit te leggen dat de kinderen wel begrijpen dat het hier gaat om de Geest. De wind. Pinksteren gehad vorige week, die geweldig gedreven wind. Misschien is er kind die vraagt: zijn er dan twee Heilige Geesten? Er staat een Noordenwind en Zuidenwind. We hebben een Drie-enig God: Vader, Zoon en Heilige Geest.

Die Geest heeft verschillende werkingen. We kunnen in hoofdstuk 2 lezen dat de zomertijd is aangebroken. Stem van tortelduiven wordt gehoord. In de zomer is het in Israël bijzonder warm. Daarom die Noordenwind nodig. Job 37, daar wordt er ook over gesproken. Die waaide vaak ‘s nachts. ‘s Morgens dan wat dauw. Dat de hoven in Israël niet zouden verstikken. Anders kon er in die hoven niets groeien, geuren.

Zuidenwind. Vanaf de zee. Wanneer die Noordenwind en Zuidenwind gaat waaien, dat er altijd leven is. Leven ontstaan, bestaan, en voortgaan. Die moeten zeggen ik ben nog onbekeerd. Dan ligt hierin een troost. Fontein der hoven. Meervoud.

Dan mag ik je bij de Heere toe vandaan roepen: Hij wil vanuit je woestijn van je leven tot een hof maken. Geur je nog naar de dood. Als het zo blijft zul je in die woestijn sterven, omkomen.

Hier aan deze zijde van het graf een wonder in je leven heeft plaatsgevonden. Dat is mogelijk. Die Geest is uitgestort. Zul je niet rusten voordat je daar weet van mag hebben in je leven? Dan mag je ook niet zeggen: volgende week laat ik mijn plekje leeg. Dat is voor Gods kinderen.

Veracht de onderlinge bijeenkomsten niet. Ook volgende week niet bij de bediening van de sacramenten. Ik sta er buiten, zou U uit genade dat ook in mijn hart willen werken? Die bruid heeft Zijn hart ingenomen.

Dat de lucht weer mag opgeklaard worden. Die dampen van wereldgelijkvormigheid opgetrokken zijn. Dat kan alleen door de dadelijke invloeiing van de Geest. Zonder die Geest heeft ze niets. Anders verdwijnt ze in die doodse stand. Daar heb je een kind van God die geoefend is in de genade.

Die zegt niet: Jezus zal het voor mij voleinden. Natuurlijk ga ik aan. Uit gehoorzaamheid. Er zijn nog wel van die mensen die zeggen uit gehoorzaamheid aan te gaan, en ik begrijp u wel. Als dat buiten het gebed van de bruid gaat, en het toetreden tot de dis van het verbond gaat, en een automatisme is. Die kunnen niet aangaan op basis van wat gedaan is in mijn leven. Als Hij er niet is, dan blijft het zonder zegen. Dat maakt hen niet zorgeloos.

Heere, ik wil het wel geloven maar kom mijn ongelovigheid te hulp. Ik heb van mijzelf niets en kan niets. Ziet u dat, wat is die bruid eerlijk gemaakt. Ze weet dat na ontvangen genade die hof zo bevuild is. Zulke schadelijke dampen. Ik hoop dat u het herkent

Mijn hart is zoveel bezet met wereld, hoogmoed, zoveel weer mijzelf profileren. Ander niet uitnemender achten dan mijzelf. Ik geur niet meer zoals het zou moeten. Het is al zo lange tijd stil in mijn leven. Hij lokt haar wel, maar zij merkt ik ben niet klaar.

Mag die verzengende hitte van alle beproevingen mogen wijken. Mag het kruis van mijn leven er weer eens onder liggen. Ziet u dat gemeente, die bruid is in de strijd van het leven. Het is hier de strijdende kerk op aarde.

Er is zoveel strijd op afgekomen. Ik kan niet beantwoorden aan die liefde. Ze heeft zoveel last van die adamsnatuur. Wat kan er veel zijn dat het zicht op Hem belemmerd. Die het kruis heeft gedragen en de schande veracht.

Dan zie ik zo naar de levensomstandigheden. Mijn ziel die moet opzien naar Hem. Dan lijkt het wel dat die Geest nooit meer werken kan en wil. Is dat zo vanavond in je leven?

Hij heeft Zijn bruid zo lief, maar die bruid is er niet klaar voor. Ontwaak Noordenwind. Die je bekend met je verloren staat voor God, in beginsel en hoe langer hoe meer. Die Geest gaat elke keer mijn armoede bloot leggen. Die afkeer van mijzelf. Vanwege dat vreselijke ongeloof. Ontwaak Noordenwind.

Dat is een gebed dat gaat tegen jezelf in. Daar heb je een kenmerk van het ware. Niet omdat het daarmee niet kunnen uithouden, maar dan kan Christus niet van Zijn vruchten genieten. Kom Noordenwind. Heere, verheerlijk Uzelf.

Mag ik weer geuren in het geloof naar Hem. Zodat die Bruidegom weer in Zijn hof kan komen. Dat het tot eer en verheerlijking van Hemzelf doet zijn.

En die zuidenwind. Dat is waar ze ook om vraagt. Die dierbare Geest ook met die weldaden er willen zijn. Zo willen toepassen in mijn hart. Die vruchten willen geuren. Het is geen brutale bruid. Kom u Zuidenwind. Wilt u Zelf het leven in mijn ziel weer willen schenken.

Mag ik iets van dat verbondsbloed mogen smaken dat nog altijd eeuwig vers is. En geheel in ondergaan Heere. Dat ik mag weten, hartelijk vertrouwen dat mijn zonden om Christus’ wil vergeven zijn.

Als die winden gaan waaien en alles uitbrandt wat geen God en Christus is. Als die Bruidegom gaat spreken: Ik heb u lief met een eeuwige liefde.

Al is voor u de stad geruïneerd, maar uw muur is steeds voor mij. Die ziel kan het niet geloven maar moet het geloven. Zo wil de Heere die bediening stellen, zo zeker als u dit brood ziet gebroken worden, zo zeker de wijn ziet vloeien, zo zeker heeft Christus Zijn lichaam gegeven.

Alles spreekt weer van de dood. Zoveel stinkende vruchten. Wat moet je jezelf aanklagen. Gode vijandige hart dat zich niet onderwerpt aan de wet van God. Dat is die Geest waarvan Paulus spreekt of zij zijn beeld weer mag vertonen door de bediening van de Heilige Geest. Dat is praktijk in het leven van die bruid. Dat is geen onbekende zaak bij een oprechte Avondmaalganger.

Ze gaat zich niet van beneden naar boven werken, maar van boven naar beneden. Psalm 68 vers 7, gelijk een duif door het zilverwit.

3. Gesmaakt in de gemeenschap met Christus

Wat is nu nodig gemeente volgende week bij de bediening? Is daarvoor nodig dat je deze week die zonde deze niet doet. Een extra boek lezen deze week. Je kunt volgende week niet met je tekstje en een versje. Weet u waar het over loopt bij de bediening? De gemeenschap met Christus. Wat dunkt u van de Christus? Is Hij al je liefste? Kun je niet zonder Hem?

O zegt ze. Niet weg vertalen. Dat is een ootmoedig verzoek. Dat Hij Zelf komt. De grote Gastheer en door Zijn Geest gaat trekken uit je bankje. Weet u waar het bij mij op vastzit dat is dat kleine woordje mijn. Is Hij in de nacht van je leven die uwe geworden?

Als het over de Persoon van de Heere Jezus Christus gaat, gaat er dan in je ziel een snaar trillen? Petrus.

Jonge mensen. Er zijn hier stelletjes, die hebben verkering. Die jongen, die meisje, dat is de liefste. Maar je kunt niet zeggen Hij is van mij.

Als Christus Zich openbaart in mijn leven. Is daar een tiende ure aangebroken? Daar ben je bij hoor gemeente, daar ben je bij. Door eigen schuld.

Dan ligt daar toch zekerheid in. Dat is het wezen van het geloof, dat mijnen van de Liefste. Die gaan een paar stappen vooruit. Het loopt allemaal de dood in. Omdat er nog zoveel anderen liefsten zijn.

Wij willen graag van beneden naar boven werken. Maar het zal niet gaan. Hij moet wel de Enige liefste zijn. We moeten vanavond wel eerlijk met elkaar omgaan ook met oog op de bediening.

Waar God Zichzelf ging wegschenken. O Fontein, put van de levende wateren. De Heere gaat altijd Zijn eigen werken kronen.

Dat je het onbepaald aan Hem overlaten. Die grote Gastheer wil zijn. Volk des Heeren is Hij nog steeds uw liefste of zijn er anderen liefsten tussen gekomen? Die bruid is een hoerachtige bruid. O dat mijn Liefste tot Zijn hof kwame. Die bruid die zegt wilt u betonen dat het Uw hof is. Door de bediening van de Geest.

Daar verlangt de bruid naar. Als er geen verlangen in je ziel is, wat moet u dan aan de bediening doen? De bruid uit het Hooglied is mijn Liefste.

Dan is dat geen zaak van verstand maar van het hart. Och dat mijn bruid tot Mijn hof kwame. Met zo’n zwarte sulamith als ik ben. Het gaat er niet zo om dat ik versterkt wordt en waar het allemaal over loopt. Maar dat God in Christus verheerlijkt wordt.

Die vruchten van het ware geloof. Op Hem en Zijn volkomen werk alleen. Dat buiten Hem niet meer kunnen leven. Mijn Verlosser, Mijn Goël. Mijn zondenvernieler. Niets anders dan dit geeft u een Goddelijk recht om aan het avondmaal te gaan. Christus zal niets eten en Zich vermaken dan in Zijn eigen werk. Weg met het zelf oppoetsen.

Weg met dat bekeerd zijn in eigen oog. Och dat ik Hem kenne en de kracht van Zijn opstanding. Alleen Zijn nardus geeft een liefelijke reuk. Uit u geen vrucht uit der eeuwigheid. Dan krijgt God de eer en mijn ziel de zaligheid.

Amen.

 

Zondag 12 juni 2022 – Triumfatorkerk Herstelde Hervormde Gemeente Katwijk – ds. H. Roelofsen – Schriftlezing Hooglied 4