De profeet Micha profeteert dat het voor het volk Israël een moeilijke tijd wordt. Ze zullen naar Babel worden gedeporteerd. Eerst zal het slechter gaan, ja ze zullen aan het einde komen, dan pas zal God redden. Er is hoop in een donkere tijd. De Koning en Heerser zal uit Bethlehem komen. Jezus zal Zijn volk weiden tot Hij terugkomt en dan het Koninkrijk voorgoed zal doen laten doorbreken.

Gemeente van onze Heere Jezus Christus, en u, Bethlehem Efratha, bent u klein om te wezen onder de vorsten van Juda. Een tekst die je nogal eens hoort rondom kerst. Misschien uit het hoofd geleerd. Opzeggen op de zondagsschool. Het gaat over de plaats waar Jezus geboren zou worden. In Mattheüs 2 wordt deze tekst aangehaald. Door de overpriesters en Schriftgeleerden. Waar zou de Koning der Joden geboren worden? Een hele bekende tekst.

Wat staat er nu precies. Wat profeteert Micha daar? Over wie, tegen wie, naar wie verwezen? Wat is de omgeving, de eerste plek waar die tekst heeft geklonken?

Van Micha weten we niet veel. Afkomstig uit klein plaatsje. Hij is een profeet. De tijd is niet gemakkelijk. Een dreigende, donkere tijd. Groot rijk in opkomst: Assyrië. Nu gaat het in Juda heel goed en daarom eigenlijk niet goed. De rijken waren rijker geworden en de armen armen. De politieke en religieuze leiders verdraaien het recht. Ze deden het goede niet. Daarom in Micha 1-3 het oordeel van God. Sion zal worden omgeploegd. God zal oordelen om het onrecht. God zal zich terugtrekken uit Juda. Sombere woorden van God.

God zegt tegen het volk: jullie denken wel dat je Mij dient, maar je vergeet elkaar. Het kan niet dat je oneerlijk bent. Of niets weggeeft. Jullie gaan een nare tijd tegemoet. Wie in God gelooft, moet ook om zich heen kijken en eerlijk zijn.

In hoofdstuk 4 en 5 heeft Micha een andere toon. Er klinkt wel oordeel maar ook toekomst. Over wat nog gaat gebeuren. God zal Zijn volk niet helemaal los laten. God zal voor heil, redding, toekomst zorgen. Eerst toekomst voor Jeruzalem. De heidenen zullen naar die stad komen. Het zal een koningsstad worden.

Wij lazen vanaf vers 9. Weer een andere blikrichting. Over wie gaat het? Wat zeggen die beelden? Best ingewikkeld. Soms gaat het over een mooie toekomst en soms ook niet. Lijden en hoop. De teksten horen echt bij elkaar. Er is hoop, verwachting maar ook ellende en lijden. Vers 9. Alarm in de stad. Waarom slaan jullie alarm? Hebt u geen koning, raadsman? Het kan zijn dat het slaat op God. Je ziet ook de hoofdletter. Ik ben toch jullie Raadsman? Een retorische vraag. Of juist de zwakke plek aanwijst. Dat die koning en raadsman minder macht meer kregen in die tijd. Geen leger, macht, invloed. God wijst het volk op de zere plek. Jullie hebben wel een raadsman en koning, maar wat kunnen ze? Het volk is in pijn. God de machtige koning. De aardse koning, wiens macht afbrokkelt. Die perspectieven vullen elkaar aan.

Het volk is in nood, als een barende vrouw. Vers 10: schreeuw het maar uit. Je zult de stad uit moeten. In het open veld leven. Onveilig. En naar Babel. Ze zijn er nog niet. Een strijd van honger, ziekte, overlijden. Ook deportatie naar Babel. Weg van Jeruzalem, van de hoop, van God.

Maar, eind van vers 10, daar, daar zult u gered worden. Als je er helemaal doorheen bent gegaan. Daar zal de Heere u pas verlossen. Wat een bericht! Hoe moet dat gevoeld hebben? Je voelt dat de dreiging toeneemt. Je hoort: het gaat nog verder. Tot je compleet ontheemd bent. Je zult het los moeten laten. Land, volk, tempel.

Toen ik het las moest ik denken aan berichten van de afgelopen tijd. Na een marathon weer moeten doorlopen. Na versoepelingen toch maar weer maatregelen. We zitten er midden in. Misschien kunnen we iets voelen van het volk. We zijn er nog niet. Al dachten we dat. Hopelijk gaat het deze herfst beter. Of op andere terreinen van je leven. Je hoopte dat de ziekte weg zou blijven. Nu weer terug. Ziekenhuis in, ziekenhuis uit. Of ontslagrondes op je werk. Het gaat niet goed, en jouw plek dan? Of op school. Vak waar je moeite mee had. Afgelopen week een onvoldoende. Over twee weken een toets. Moedeloze situaties. Je hoopte dat het beter werd, maar je weet: het wordt eerst zwaarder. Het voelt uitzichtloos? Problemen, rekeningen, negatieve berichten. Wat doe je dan? Je zoekt een weg door het leven. Over hobbels heen. Mentor, vrienden, hulpverleners. Maar vergeet bij al die hulp niet dat de Heere jouw verlosser is.

Het volk wordt daaraan herinnerd. Hij vergeet jullie niet. Hij zal jullie redden. Israël is Gods bijzondere volk. Door Israël zal er verlossing komen. Pas in Babel. In het hol van de leeuw. Compleet weg. Daar zal God verlossen. Pas daar. Na zo’n lange weg.

Misschien loop jij op zo’n weg. Ver weg bij het vertrouwde, ver bij God vandaan? Narigheid die je bij God vandaan bracht. Verkilling en verstilling. Is God er nog? Speelt Hij ergens nog een rol? Veel dingen blijven een vraagteken. Waarom? Maakt het leven met God niet altijd makkelijk. Je leest in de Bijbel toch over God die in liefde bewogen is. En Hij verlost. Naast het oordeel (van God, de mensen of de duivel) klinkt er een woord van vrijspraak, redding, hoop, verwachting. U zult daar gered worden. Wij weten niet altijd waar dat ‘daar’ is. 2022? Verlost van corona? Is ‘daar’ de volgende behandeling in het ziekenhuis. Is ‘daar’ het volgende jaar op school? We weten het niet.

En toch hopen ook wij op verlossing. Bidden we erom. Ook al weten we het niet. Is misschien het ‘daar-moment’ pas als het aardse leven wordt ingewisseld voor het eeuwige leven. Wie weet hoe de weg zal zijn! We weten niet hoeveel we moeten loslaten, dingen die we liefhebben, waar we op vertrouwen. Israël dacht dat hun ‘daar’, Jeruzalem, niets zou overkomen.  Dat was die bijzondere plek. Daar was je veilig?!

Misschien heb jij ook zo’n plek. Nog wel gelinkt aan God, maar nog niet God zelf? Wij dienen God toch? Micha laat zien: waar vertrouw je op? Op de omgeving, tempel, of op het reddende handelen van God? Micha laat zien dat het vertrouwen op God, het dienen van God, niet losstaat van het dienen van de naaste. Waar ligt ons vertrouwen? Randvoorwaarden die om God heen liggen, daarin?

Vers 11-13, zien we heidenen die naar Jeruzalem toestromen. Niet om God te eren. Een witregel tussen vers 10 en 11. Ze zullen de stad onteren. De taal is religieus. Een religieuze overwinning. De god van het winnende volk had het dan gewonnen. Laat haar ontheiligd worden. Ze willen Jeruzalem zien en laten zien. Dat heilige willen ze zien. Blootstellen aan de open lucht. Zodat God belachelijk wordt gemaakt. Weer een ander perspectief. God heeft de volken bij elkaar gebracht als korenschoven op de dorsvloer. Israël als de os die daarover gaat. Vers 14 kantelt het weer, Sion als de dochter van de strijdbende. Een zooitje ongeregeld. Onmachtig. De rechter wordt met een stok geslagen. Het buitelt over elkaar heen. Mooie beelden, maar ook angst, pijn. De koning op de troon? Er zal altijd een koning op de troon zitten? Wat blijft er over van het volk van God?

En dan? Op dat dieptepunt, daar, daar klinkt: en u Bethlehem Efratha. Uit u zal Mij voortkomen die een Heerser zal zijn in Israël. Als het zo donker is, doet God een lamp aan. Een toekomst die vanuit Jeruzalem komt? Nee. Een piepklein plaatsje. Kwam David er niet vandaan? Duizenden van Juda. Heeft te maken met stamgebied. Of: Bethlehem valt niet op. Er lijkt een einde te komen. Maar er komt een Koning. Verwezen naar David. Lang vervlogen. God belooft een nieuwe tijd. Een nieuwe heerser. Uit God komt Hij voort. Van God uit, voor God. Niet om Bethlehem groot maken. Nee. Die leider vertegenwoordigt God. Tot die tijd, vers 2, een tijd van pijn.  Dan komt die Koning. Hij zal het volk weiden. Weiden. Prachtig beeld van goed koningschap. Herderschap. Hij zal groot zijn tot aan de einden der aarde.

Een prachtige profetie. Al is de weg nog lang en zwaar. Maar hier heb je goud in handen. Het licht straalt al aan de horizon. Er komt verlossing. Het Koninkrijk van God zelf. Het zal komen. Er zal vrede zijn.

Jongens en meisjes, het volk van Juda gaat een zware tijd tegemoet. Maar er komt Iemand helpen. Die komt het goed maken. Stel je voor je moet een klusje doen in de tuin. Ik kan het niet, het is te zwaar? Mama zegt dan: straks komt er iemand, die komt jou helpen. Dan ga weer naar buiten. Zwaar, moeilijk, zweten. Maar dan opeens komt opa. Die komt helpen. Samen maken jullie de tuin schoon. Doordat mama het zei, heb je het gered.

Het wordt heel moeilijk, heel moeilijk. Maar er komt Iemand om te helpen. Daarom kan je het vol houden. De joodse uitleggers hebben deze tekst altijd op de Messias betrokken. Wij geloven dat Hij geboren is in Jezus Christus. Hij is geboren. Hij heeft die oude koningslijn opgepakt en zal die voortzetten tot in eeuwigheid. Hij heeft Zijn volk geweid als een goede herder. Hij brengt ze bij elkaar. Zijn koningschap werkt door tot aan de einden der aarde. Waar mensen Hem dienen en volgen, is Zijn koningsschap. Hij verslaat de duivel en de dood. Hij voert de strijd om jou vrede te geven. Deze koning uit Bethlehem. Het volk moest er lang op wachten. De reis naar Babel, weer terug, eeuwen verstreken en toch: een vrouw wikkelde een kind in doeken. Wij weten dat onze reis niet makkelijk. Volgelingen van God hebben het niet gemakkelijk. Het vraagt veel Jezus te volgen. Geen gemakkelijke weg. Een smal pad. Ziekte, zorgen, vijandschap, zonden. Je vraagt je soms af, is God er nog wel? God nodigt je uit in Hem te geloven. Op weg te gaan met Hem. Verder. Vooruit kijken naar wat Hij belooft. Het einde van de tijd is niet gemakkelijk. Wij weten niet wanneer God ons zal verlossen. Wanneer zal Hij ons voorgoed bevrijden? We weten wel waar het vandaan komt. Bethlehem. Jezus is geboren. We kijken terug en vooruit. Dwars door moeten heen. We zien Jezus in de kribbe en aan het kruis. En in het graf. En dan op de troon. We weten dat Hij terugkomt. Er is een Helper beloofd! Je mag er naar vooruit kijken. Hij zal eens Zijn koninkrijk voluit laten doorbreken. Geluk, broederschap, tijd van God. God belooft het je. Leef gericht op dat koninkrijk. Mensen die verbonden leven met God mogen daar naar binnen. Wil je met Mij leven? Wil je Jezus als Koning? Hem dienen, gehoorzamen. Doe wat God je vraagt. Ieder die zo leeft, wordt gered. Daar en dan. Hij zal je laten thuiskomen. Daar zul jij veilig wonen, onder Zijn hoede. De hoede van de Goede Herder, de Heerser uit Bethlehem.

Amen.

Hervormde Gemeente Reeuwijk, Ichthuskerk, zondag 12 december 2021, 9.30 uur. Schriftlezing Micha 4:9-5:4.