Christus droeg onze ziekten. Jesaja zag dat al 700 jaar eerder. Mattheus zag het gebeuren. Jesaja en Mattheus maken ons er attent op dat achter die ziekten onze overtredingen en ongerechtigheden schuil gaan. Jezus droeg de toorn van God in onze plaats, zodat wij de vrede kunnen ontvangen. Dat Christus onze ziekten droeg, heeft ook een letterlijke betekenis: Hij droeg onze ziekten en leed in Zijn lichaam. Als Messias heeft Hij het Vrederijk gesticht waarin niemand meer zal zeggen: Ik ben ziek.
‘Voorwaar, onze ziekten heeft Híj op Zich genomen, onze smarten heeft Hij gedragen. Wíj hielden Hem echter voor een geplaagde, door God geslagen en verdrukt. Maar Hij is om onze overtredingen verwond, om onze ongerechtigheden verbrijzeld. De straf die ons de vrede aanbrengt, was op Hem, en door Zijn striemen is er voor ons genezing gekomen.’
Jesaja 53:4-5
Gemeente van God te Reeuwijk, velen zullen niet opkijken van de tekst keuze. Je komt al gauw uit bij Jesaja 53. Dat is zo rijk en raak. Je denkt haast: alsof Jesaja erbij gestaan heeft bij het kruis. Maar hij leefde 700 jaar eerder. Dat tekent: dit is Gods woord. Neem het ter harte.
Toch iets meer over die keuze, hoe ik erbij kwam. In november liep ik na te denken over de tekst keuze voor december en oud en nieuw. Wij wonen in een nieuwbouwwijk. Mijn oog viel op het merk van de hijskraan. Liebherr. Lieve Heer. Wat doet die kraan? Tillen en dragen. Er gingen gelijk belletjes rinkelen. Jesaja 40: Hij draagt het lammetje in de schoot. En Jesaja 46 voor oudejaarsavond. Dan zegt de Heere bij herhaling: Ik zal u torsen, dragen, redden. Je moet niet bij de afgoden zijn. Nieuwjaarsmorgen Psalm 68: dag aan dag draagt Hij ons. Bij Hem zijn uitkomsten tegen de dood. Toen ik aan het preken was op nieuwjaarsmorgen, verwees ik ook naar Jesaja 53. Daar gaat het ook over dragen. Vers 11 en 12 en vers 4. Onze ziekten heeft hij gedragen. Meerdere gemeenteleden gingen met kanker het nieuwe jaar in. Ik weet niet hoe dat is. Er zijn er van u die dat weten, van zichzelf. Hij droeg ook onze kanker. Toen was er een gemeentelid die vroeg: kun je dat nou zo zeggen uit Jesaja 53? Zijn die ziekten geen beeldspraak? Zijn het geen zonden? We hadden het erover, ik dacht, ik preek daarover in de lijdenstijd. Nu dus. Gebruik de dienst en preek om deze woorden te leren. Dan draag je echt iets met je mee. Zullen we dat doen, deze woorden leren?
Voorwaar. Eerste woordje. Jesaja: waarlijk. En evenwel. Toch. Hij pakt het vorige vers op. Er zit veel beweging in de woorden. Hij vult het aan, corrigeert het voorgaande. Ook verrassing en verwondering. Ze zagen in eerste instantie in de knecht (gaat het om Israël?) Jezus. Dat ontleen ik aan Handelingen 8, de minister van financiën met Filippus. Maar ze zagen niks in Hem. Geen stralende presidentskandidaat. Geen populaire tv-presentator. Ze zagen niks in Hem.
Hij is getekend door het leed. Soms gaan mensen het zien. Aan de gang. Hoe je trekt. Maar voorwaar. Wat ik nu ontdekt heb, dat heeft alles met ons te maken! We zagen Hem wel, maar het zijn onze ziekten. Het is ons leed. Daar torst Hij aan. Dat heeft Hij zich aangetrokken. Is dat letterlijk bedoeld of niet? Beeldspraak?
In de bijbel is de ziekte meermalen een leermodel. Een symbool voor wat de zonde inhoudt. En er is verband. Waren er geen zonden, waren er geen wonden. Niet in individuele zin: wat hebt u op uw geweten dat u ziek bent? Maar wel in algemeenheid. Ons leven is stuk gegaan. De sterfelijkheid van ons is niet aan de orde bij de laatste snik of adem, maar die werpt zijn schaduw vooruit. Die komen we tegen. In ziekte, smart, moeite en verdriet. Doopformulier heeft het over een gestadig sterven.
Toch gaat het me te ver om het ook niet letterlijk te nemen. Dat ontleen ik aan Mattheus. Mattheus is ervan onder de indruk. Jezus geneest en bevrijdt. Door Zijn Woord heeft Hij de schoonmoeder van Petrus genezen. Het is een af en aan. De mensen komen naar Hem toe. Jezus geneest! Het is een drukte. Is er nog iemand die niks heeft? Moet je eens kijken hoe ze weggaan: de een na de ander bevrijdt. U alleen, U loven wij, voor de wonderen. Zo heeft Jesaja Zijn komst voorzegt, zegt Mattheus. Meestal wordt er bij een aanhaling de Griekse tekst gebruikt. Maar Mattheus heeft hier de Hebreeuwse tekst gebruikt. Onze ziekten! In elk geval dus ook letterlijk. Onze ziekten, ons leed. Zoals we ook van Jezus lezen in 1 Petrus 2, Hij heeft het ook aan het lichaam gevoeld en gemerkt.
Als je zo de gemeente rond kijkt, en elkaar wat kent, wie heeft er niet mee te maken? Dominee, moet er meer bijkomen? Soms aangrijpend, bij bepaalde mensen krijgen het een na het ander. Het past er niet meer bij, zei een vrouw.
Kijk eens naar Jezus. Wordt het U niet teveel? Past dat van mij er nog bij? Terwijl je bij Hem in de spreekkamer zit. Wie bij Hem in de wachtkamer zit, wordt niet weggestuurd. Hij is zo bewogen. Met innerlijke ontferming. Dat van u en jou dat raakt Mij. Het raakt wie Ik ben. God die mens geworden is. Vleeswording. Naar lichaam en ziel. Midden in de wereld van verdriet en ziekte gaan staan.
Wat wij meemaken, mensen lopen om me heen, ze weten geen raad met me. Maar Jezus kijkt niet weg. Het raakt Hem. Wat jou lichamelijk raakt. Ziekte kan je isoleren. Tot en met carantaine aan toe. Nu moet het maar eens over zijn… Hij heeft het op Zich genomen. Hij vereenzelvigt Zich ermee. Hij neemt het over.
We lezen niet van ziekte bij Jezus. Maar dit gaat dieper. Anders. Bij kind en moeder, als een kind ziek is, kon ik je pijn maar overnemen. Maar dat gaat niet. Maar Hij, Hij kan dat wel. Hij wil het en zal het en heeft het gedaan. Zelfs bij het naderen van de dood. Hij neemt het over.
Ben je er dan zomaar van af? Die vraag kun je stellen bij Mattheus 8. Die mensen waren er van af. Al moesten ze ook sterven. En lang niet iedereen is genezen. Zijn missie ging verder. Hij had meer te zeggen. Dat komt tot uitdrukking, Zijn Woord dat geneest, Hij raakt aan. Zieken en doden. Dat geeft aan waarvoor Hij gekomen is. Achter al die wonden zitten onze zonden. Zo gaat het de verdieping in.
Eerst die tussenzin. Wij hielden Hem voor een geplaagde. Wij hadden het niet door. We hadden ons woordje klaar. Zoals de vrienden van Job. Biecht maar eens op. Dat kille en berekenende. Jij deugt niet. Jij bent niet oké Job. Hoe is het onze Heiland ook zo vergaan? Hij deugt niet. Zie je wel, daar onder aan het kruis wordt het geroepen. Het hoofd wordt geschud. Hij wordt gelasterd. Hij is een zondaar. Laat Hij van het kruis komen. Wat kunnen wij hard en scherp zijn. In systematiek vastzitten. Dat is zelfrechtvaardiging. Voor een ander invullen wat niet oké is. Ook dit heeft Jezus ondergaan. Niet begrepen en verstaan worden.
Maar het was toch wel waar dat Hij door God geslagen was? Maar wil je geloven dat mensen dingen kunnen zeggen die helemaal waar zijn, maar ze zitten er ook helemaal naast. Hij is wel oké, maar wij niet. Breng jezelf in het gesprek!
Het zijn onze ziekten, ja. Maar dieper: onze ongerechtigheden. In de bijbel hoor je meerdere woorden voor zonden. Ongerechtigheden en overtredingen. Afvallen van de Heere. En afwijken van de Heere. Dat betekent het. Afstand nemen van Zijn geboden. We dwaalden als schapen. Dat lees je eerder in Jesaja. Niks, Hij onze Herder, we kiezen onze eigen zin. Dan gaat het van kwaad tot erger. Dan wordt God gelasterd. Dan struikelt het recht op de straat. Ook vandaag, als we afstand nemen van God. Het leven en de verhoudingen gaan eraan.
Het woordje ons: bezittelijk voornaamwoord. Wij denken vaak in wij-zij. Zij! We wijzen ze aan. Nee. Wij. Die van ons. Niet langer eromheen draaien. Een jongen zei, het zat eerst in mijn hoofd, Jezus is voor onze zonden gestorven. Maar het moest naar mijn hart. Het deed geen pijn. Bij David merk je hoe pijn het doet. Onze overtreding en ongerechtigheid. Wat kun je daar lang voor weglopen.
Als je de woorden afkort: o, o. Zo erg is het. Onze overtredingen. O, o. Die hebben Hem verwond en verbrijzeld. Hij worstelde in Getsemane. Hij werd geslagen. Het volle gewicht van Gods toorn. Op Hem! Hoe heeft Hij dat volgehouden. Liefde was het, onuitputtelijk!
En wij? Wij kunnen het beste ervan zingen: zie hoe Jezus daar loopt. Zie hoe Hij daar hangt. Ik verdiende die slagen.
Wat krijg je ervan? Het zinnetje: door Zijn striemen is er voor ons genezing gekomen. De straf was op Hem. Luther zou zeggen: hier heb je de wonderlijke ruil. Onze straf, die wij verdienen, komt op Hem. En wij krijgen vrede. De striemen kwamen ons toe. Op Hem! En wij worden genezen. Woord voor woord. Zo diep. Om te overwegen. Leer deze woorden. Learning by heart. In de stilte. Dit raakt aan ons dagelijks leven. Dit raakt ons diepste bestaan. Dit raakt ons leven voor God. De straf die ons de vrede aanbrengt.
God is rechtvaardig. En Hij heeft zondaren lief. Dat ongedachte heilspan. De Zoon stelde Zich beschikbaar. De Zoon springt in de bres. Er komt verzoening. En vrede.
Nu is beslissend: wie heeft onze prediking geloofd? Ook deze vraag in ons midden. Een vraag aan ons. Mag u het meezeggen met Paulus: wij dan gerechtvaardigd uit het geloof hebben vrede bij God door Christus. Nu reeds?!
Er komt een nieuwe wereld in mee. Jesaja zingt van het vrederijk. Het volle heil. Nu reeds. Als de muren op je afkomen. Paulus in Filippenzen 4. De muren van een ziekenhuis. En toch vrede. Wonderlijk. Vrede die alle verstand te boven gaat. Genade en vrede. Elke zondag wordt me dat gezegd. Die vrede en genezing. Ook lichamelijk. Maar dieper nog. Dat signaleerde Mattheus in het huis van de schoonmoeder van Petrus. Kijk, dat Koninkrijk komt eraan. Hier is de Messias. Die de zonde, schuld en dood op Zich neemt. Met dat Hij dit doet, er komt nog meer aan. Hij is de overwinnaar. Hij draagt de zonde en ziekte weg. We hebben de tekens van de toekomst. Zo mag je als je van een verkoudheid beter wordt, danken we de Heere ervoor? Betrekken we Hem bij wat met ziekte te maken heeft? Ook met wat met het Coronavirus te maken heeft. Zoals Joke Verweerd, die zelf ook borstkanker had en een recensie schreef over ‘Geloof, Hoop en Borstkanker’: ‘Toen ik het uit had: ik besefte ik hoe God je draagt en hoe alleen je bent als je God niet kent, als je niemand kent die sterker is dan de ziekte en je ongerechtigheid!’
Hij staat ervoor garant: het rijk komt. Niemand zal meer zeggen: ik ben ziek. En intussen vinden we allerlei vertroosting uit Zijn wonden, zoals Guido de Bres zegt. En staan we verrast van getuigenissen van gemeenteleden van hun enige houvast in leven en in sterven. De kerk heeft zich de eeuwen door hard gemaakt in de zorg voor ziekten. Klooster, Diaconessenhuizen. Van wie leer je beter dat ook het lichaam ertoe doet? Wie is er meer invoelend? Wat een dokter is Hij! Liebherr. Lieve Heer! Amen.
Hervormde Gemeente Reeuwijk, Dorpskerk, zondag 1 maart 2020, 9:30 uur. Schriftlezing Jesaja 52:13 – 53:12 en Mattheüs 8:14-17. Tweede lijdenszondag. Wetslezing uit 1 Petrus 2:11-25 (Petrus citeert uit Jesaja 53).