Vraag en antwoord: een vraag met passie en een antwoord met correctie

De discipelen van Jezus vragen Hem na Zijn opstanding uit de doden naar de tijd en plaats van het Koninkrijk. Wat is het antwoord van Jezus? Is het een ja of een nee? Wat is een christen? Een discipel die op de weg van Jezus is weggegaan. Het antwoord van Jezus is een bemoedigende correctie naar de tijd en het bereik van het Koninkrijk: tot aan de uiteinden van de aarde. Christenen zijn Zijn getuigen. Op Hem kunnen we aan, Hij geeft kracht.

Handelingen 1 vers 6-8: ‘[6] Zij dan, die samengekomen waren, vraagden Hem, zeggende: Heere, zult U in dezen tijd aan Israël het Koninkrijk wederoprichten? [7] En Hij zeide tot hen: Het komt u niet toe, te weten de tijden of gelegenheden, die de Vader in Zijn eigen macht gesteld heeft; [8] Maar u zult ontvangen de kracht des Heiligen Geestes, Die over u komen zal; en u zult Mijn getuigen zijn, zo te Jeruzalem, als in geheel Judea en Samaria, en tot aan het uiterste der aarde‘. Grondtekst

Gemeente van God te Putten, hij zei: meneer is het een ja of een nee? Daar stond ik. Meer dan dertig jaar geleden. Les geven over orgaandonatie. Wat uiteengezet, mitsen en maren. Ik zie hem nog zitten. Grote knul. Zat eerst achterin, later voorin betere plaats. Stak z’n vinger op: is het nu een ja of een nee.

Daaraan denken bij de vraag van Jezus. Antwoord van Jezus? Ja of nee. Wat zegt Hij nu? Of is Hij de man die geen ja of nee zegt. Of allebei. We gaan het zien. Waar zijn we? Op de Olijfberg. Olijfberg. Door Kidrondal. Bergrug. Olijfberg springt eruit. Plek waar de gedachten vermenigvuldigen. Uit vers 12 blijkt dat ze op de berg waren, de ontmoeting in vers 6. Op dat moment weten de discipelen nog niet van Zijn hemelvaart. Anderhalve maand geleden begon hier het lijden van Jezus. Hof van Gethsemané. Plek waar Jezus vaker kwam om te bidden. Ook een rol in het Oude Testament. David bad. Afgoden daar. Plek van de oordelen, uit de profeten. Luistert er nauw op die plek.

Ze kwamen daar, zij dan die samengekomen waren. Wie allemaal? Discipelen. Grote kring? Laten we even in het midden. Samen gekomen eerst nog in Jeruzalem. Veertig dagen tussen Pasen en Hemelvaart. Bijbelstudie, hele gave dagen voor hen. Jezus verscheen hen. Samen met Jezus op weg. Hij is de Weg, de Waarheid en het Leven.

Wat is een christen? Een discipel die op de weg van Jezus is weggegaan. Aan Jezus zit een weg vast. De kring. Hij staat soms stil als een gids, die is aan het woord. Mensen erom heen. Mensen luisteren. Kritisch bevragen. Zijn wij zo op weg met Jezus? Zo afhankelijk van Hem? Ook in het samenkomen? Wat ik bespeur vandaag de dag, in christelijke kring, is een stuk vrijblijvendheid. Zit een stuk vrijblijvendheid in de lucht. Zo van nu en dan wel. Maar past er niet bij. Elkaar aanmoedigen. Meer van Hem weten.

Hoe gaat dat in de klas? Of bij een gids? Zijn er nog vragen? Nou en of. Zij die dan, nadruk. Daarna. Vraag komt voort uit vorige onderwijs van Jezus. Zij vroegen Hem. Zij bidden Hem. Ligt hen naar aan het hart. Zijn erop gebrand. Stonden te popelen om het te vragen. Alle hele tijd met vinger in de lucht, in de klas. Lijkt wel of de juf of meester je niet ziet. Wil je ook iets vragen aan Jezus? Vraag maar! Laten we ze maar delen in de gemeente. Vroegen Hem. Heere, wat een schitterende naam. Jezus Hij is Heer zongen we laatst. Hij de Kurios. Hun gids is hun Heer en meester. Wat is een christen? Iemand waar Jezus het voor het zeggen heeft gekregen.

Discipelen vragen over het Koninkrijk. Zie je de oogjes schitteren. Vraag met passie, met hartstocht. Gaan we nu al op vakantie? Of ben ik nu jarig. Zo met passie en verlangen vragen.

Wacht even, Bijbeluitleggers toch uitgelegd dat het nog niet zover is. Konden ze toch weten. Calvijn heb ik hoog. Om meerdere redenen. Wat een gaven die man. Op dit punt niet. Dit maak ik niet mee. Calvijn zegt: die vraag kent net zoveel dwalingen als woorden. Uit nieuwsgierigheid. Nationalisme. Aards gedacht? Dit waag ik sterk te betwijfelen. Jezus gaat erop in. Lukas laat de vraag staan.

Jeruzalem plaats van het heil. Daar wachten. Belofte van de Vader verwachten, namelijk de Heilige Geest. Harten in vervoering raken. Nu gaat het gebeuren. In die veertig dagen. Jezus had natuurlijk heel vaak over het Koninkrijk verteld. Intredetekst van Hem? Bekeer je. Hart is het Koninkrijk van God. Dat je je omkeert. Dat er een wedergeboorte nodig is, anders sta je er buiten.

Het liep ondertussen heel anders. Discipelen dachten er zo binnen te rijden. Niet linea recta. Door de weg van het kruis. Door het kruis. Al dat zondige bij jullie moet uit de wereld, uit je hart. Moet verzoend worden. Eerst waren de verwachtingen de grond in gegaan. Wij hoopten de Emmausgangers. Nu opgestaan, nu herleven de verwachtingen. Komt dan nu de doorbraak. Veertig dagen optrekt met Jezus, Bijbelstudie. Had er wel bij willen zijn. Weet niet waarover het ging. Had er wel bij willen zijn. Misschien uit Oude Testament zoals Petrus deed op de Pinksterdag. Zal Hij niet gewezen hebben op het lied van Zacharias, Simeon. Al die profetieën.

Israël. Niet zomaar vergeestelijken van Israël is kerk. Volk. Vraag aards. Vraag mag er zijn. Zult u het Koninkrijk weder oprichten?

Leeft bij ons nu ook dat verlangen? Die hartstocht? Of staat de vraag ver van vandaan? Houdt ons deze vraag weleens bezig? Of zijn we zo gewend aan hier en nu? Ziekte, oorlog, ziekte, fraude en geweld. Zuchten we nog onder deze wereld en verwachten we een nieuwe wereld? Leven we nog onder het profetische Woord? Oude Testament. Profeten. Vragen en verlangen. Leeft het nog? Is Hij Heer van ons leven? Zijn wij Theófilus.

Langer dan dertig geleden herinner ik me. Thema bijeenkomst: ben je meeloper of navolger? Meelopers zo afhakers. Zijn wij verbonden aan de gids? Of zo ook weleens met de gids meegelopen, laat maar praten, liep een beetje mee maar ging me eigen weg.

Naar het antwoord. Is het nu ja of nee. Hij keurt de vraag niet af. Niet de meester die zegt: een domme vraag, jij had je mond moeten houden. Jezus corrigeert maar in positieve zin. Vraag met passie, ja, krijgt correctie.

Anders in tijd en bereik. Nu vragen de discipelen. Tijden en gelegenheden komen ons niet toe. Tijdperiodes. Niet gaan zitten rekenen. Zeker mensen die geïnteresseerd zijn in de geschiedenis [en dat is goed] vooral. We kunnen God niet narekenen. Vecht ons aan. Doet ons pijn. Gods wegen wonderlijke wegen. De Bijbel is geen spoorboekje. Het komt u niet toe te weten de tijden, die de Vader in Zijn hand gesteld zijn. Als papa de weg maar weet. Dat is geloof. Ik hoor een jongen zeggen: papa weet de weg. Dat is geloven. Ik zit met de handen in het haar, maar de weg in Vaderlijke handen. Bemoedigende correctie.

Tweede gaat over bereik. Zo te Jeruzalem, het eerste adres. Wonderlijk. De stad die Hem verwierp. Daar de goede boodschap. Dat zegt toch alles over de kracht van Gods liefde. Heel Judea en Samaria. Gaat over de grens over. Einde van de aarde. Alle volken. Niet zozeer Rome. Eindigt het boek Handelingen wel mee maar alle volken zijn bedoeld. Israël wel het eerste adres maar niet het enige.

Duurt wel langer dan ze verwacht hebben. Bijzondere dingen gebeuren in Israël. Ik noteer 1948. Israël bestaat zeventig jaar. Erkenning van Jezus de Messias. God wacht.

Vlindereffect, las ik over. Zoveel veroorzaken dat een vlinder in China het elders in de wereld kan laten stormen. Weleens van gehoord? Die ene man Jezus zoveel veroorzaakt. Terug naar Jeruzalem. U zult mijn getuigen zijn. Iemand die voor de waarheid uitkomt, erbij betrokken is. Let er op: Hij zegt niet u gaat getuigen. Maar zegt: u zult Mijn getuigen zijn. Niet alleen met je mond te maken, maar met je zijn. Ik dacht aan de groep die ontwikkelingshulp gaat doen en vanmorgen in ons midden is. Getuigen zijn. Wat je gaat doen, met je werk getuigen zijn. U zult het zijn. Jezus de Gids. U zult de kracht ontvangen. Wat dat betreft, je kunt er tegen opzien, maar de kracht ontvangen. U kunt op Mij aan. Zo wordt u uitgezonden. U kunt op Mij aan. Amen.

Zondag 29 april 2018 – Nieuwe Kerk Putten – ds. H. Markus [Putten] – Handelingen 1 vers 6-8

Nieuwe Kerk Putten