Petrus wijst op het einde van zijn brief op de God van alle genade. Daar moeten we het van hebben. Het leven van een christen is als het goed is samen te vatten in een woord: genade. God die ons roept wil ons ook toerusten in het leven. Hij brengt ons uiteindelijk in de eeuwige heerlijkheid. Wat een God is Hij!
Geliefde gemeente van God te Putten, wat een God is Hij! Is een regel uit een lied. Regel liet me niet meer los. Zong in mijn ziel. Is thema van de preek. De God nu van alle genade.
Hoe ik tot tekstkeuze kwam? Bidden, overwegen, noteren. En ik zat de brieven van jullie te lezen. Viel me een trend op. Jullie erop rekenen dat de Heere je vanaf nu en na nu je vooral zal sterken en leiden, helpen en bewaren. Beschermen. Realiseert; ik ga het niet effetjes maken. Niet dat ik het ben. Nu komt het pas. Hij zal er bij zijn! Je beseft, ik ben niet perfect. Struikelen zit in een klein hoekje. Zwakke plekken kent. Je kunt verslappen. En zo nog het nodige.
En wie eerder belijdenis deed, zal dit toch herkennen? Beroep op de Heere. Toen schoot deze tekst bij me binnen. Wat een God is Hij!
Met deze woorden neemt Petrus afscheid van zijn lezers. Ik neem ook een beetje afscheid van jullie. Wekelijkse ontmoeting. Heb ik moeite mee. Mag u best weten. Dit nog bespreken en dat nog doorgeven. We zijn er nog lang niet. Van ophouden weten. Hoe zal het met ze gaan? Denk ik wel vaker. Hoe gaat het met ze? Afscheid nemen lastig. Petrus helpt erbij.
Hij vindt het ook moeilijk. Lofprijzing in vers 11. Maar dan nog het nodige te zeggen. Afscheid nemen, dan blik je terug. Nog even brief van voor af aan lees. Terugkijk naar begin. Machtige dingen komen voorbij. Geloofd zij de God! Die ons heeft wedergeboren door de opstanding. Toe maar zeg. Daar is wat gebeurd. Met Hem en ons. Sprake van een erfenis. En wij dan?! Wij worden ook bewaakt. Jullie verheugen je erin he. Ja toch? Of niet? Waar zou je anders blij mee zijn? Waar kun je nou zo blij mee zijn als met dit perspectief? Niets gaat hier boven uit.
Maar het valt niet altijd mee, schrijft Petrus. Is een thema in zijn brief. Lijden. Botst veel tegenop. Merkten die eerste groepjes christenen ook. Midden Midden-Oosten, Turkije. Erdogan. Touwtjes strakker trekt. Merken de christenen. Nog geen sprake van systematische vervolging. Geen jood en geen heiden, maar christen. Krijg je een etiket. Speldenprikken. Lig je er zomaar uit. Tel je niet mee. Gepest.
Met dat ik dat zat te overwegen, je komt zomaar onze eigen tijd binnen wandelen. Hebben we het over gehad. Wij leven niet in een veilige bijbel bubble. In Putten?! Ook niet. Samenleving kickt op zingenot. Alles moet kunnen. Christenen zijn stoorzender. Een wereld waarin Petrus schrijft: de duivel loopt rond als een brullende leeuw. In Putten leeuwen loslopen? Dan was u niet naar de kerk gekomen. Duivel probeert ons te pakken. Lijden is een rode draad. Je kan er zomaar moedeloos van worden. In jullie situatie, soms ben je eenling. Lastige vragen. En als ik geen antwoord heb? Lastig. Verlegen.
Brief van Petrus een training hoe je het volhoudt. Hoe je de Heere trouw blijft. Is geen theorie. Maar opgedaan in leven. Lijden? Nee. Voorkomen bij Jezus. Hoort er niet bij! Maar geleerd dat het er wel bij hoort. Zegt tegen ons: weet je, moet je niet vreemd van opkijken. Zijn kruis jouw alles? Dan krijg je met lijden te maken. En het heeft zelfs iets van genadekarakter. Iets anders is als je eigen gedrag daar aanleiding toe geeft. Haaks staat op de Heere. Dan klopt er iets bij ons niet. Kans. Cursus. Kom zo bij de kern. Je zou kunnen zeggen: in zo’n samenleving waarin christenen stoorzenders zijn, daarin mag je juist de liefde van God laten zien. ‘Dare to be a Daniel’. Durf een Daniel te zijn. Vertoon het beeld van Jezus.
Zo afscheid neemt, Petrus, dan komt hij bij vers 10. Komt hij bij de Heere. Letten op de Heere. De God nu van alle genade. Wat een God is Hij!
Vaker wordt de Heere genoemd naar Zijn gaven. Sprekend. Ga je Hem mee noemen. De God van alle vertroosting. Vrede. Hier: van alle genade. Wat een schitterende naam. Genade kenmerkt Hem. Zo heeft hij Hem leren kennen. Werd meer en meer. Spurgeon: genade overvloeiende. Gaat maar door.
Kijk naar het leven van Petrus. Hoorde Johannes de Doper zeggen: zie het Lam. Werd erdoor gegrepen. Tot leerling geroepen. Gaat van Hem uit. Wat een genade. Tot die belijdenis kwam: U bent de Christus. En: U hebt de woorden van het eeuwige leven.
Wel eens ergens kapot van geweest? Petrus was er kapot van. Jezus voor de voeten gelopen. Tot drie keer toe zei: Hem? Ken ik niet. Moeten we nu boos naar Petrus kijken? Wat een stommerd. Of kijk je in de spiegel? Kapot. Krijg je jezelf niet vergeven. Hoe moet dat? Dan is daar Jezus. De gekruisigde. Die is opgestaan. Zoekt Petrus op en vraagt naar zijn hart. En dan breekt het hart. Wat zeg je dan? Wat een genade. Amazing Grace. Ja, Ik had voor je gebeden.
En dan die eerste Pinksterdag. Verkondigen. En dan daarna kruis dragen. Is het verhaal van Petrus. Is het ook uw verhaal? Ons verhaal? Boek over je leven schrijft, welke titel geef je het? Woord genade erin?
Brief Petrus mee samenvatten. En leven christen? Genade. Voor 9e keer gebruikt. Zo gaat het door die brief heen. Genade voor en genade na. Wat een God is Hij!
Vier kernpunten noemen. Eerst wat verkend. Situatie. Zomaar op de onze lijkt. Afscheid nemen, dan zegt: focus op de Heere.
1. De roeping. Geroepen heeft. Hij is de God die roept. Dat jullie ja zeggen, waar is dat begonnen? Brieven en gesprekken, vertel je over de opvoeding. Meester op school. Leraar. JV. Een oma en een opa. Dingen gebeurd in je leven. Catechese. En ja… Is allemaal waar en mooi. Maar zit iets voor. Iemand. Iemand achter. De God nu van alle genade. Het initiatief ligt bij Hem. Vrije gunst die eeuwig Hem bewoog. Ja. Als Hij nu mij niet geroepen had, had ik hier niet gestaan. Leidde ik een leven los, vervreemd van God. Hij heeft me wel geroepen! Anders? Dan was ik voor eeuwig verloren. Maar geroepen in Christus Jezus. Anders kon het niet. Vervreemd. God niet serieus genomen. Ik ben niet iemand die van huis uit God volledig serieus heeft genomen. Merk ik. Zonde speelt op. Oude nog meer ontdekken. Maakt je onmogelijk. Schuldenlast VS. Ik zou er niet als president willen werken: maar zo’n schuldenlast…. Weet je hoe groot je schuld is bij God?! Kom je niet van af. Grote wonder is: Hij heeft ons geroepen in Christus Jezus. Zijn kruis is de loopplank. Hij staat je met open armen te ontvangen. Armen aan het kruis. Je mag komen. Petrus in hoofdstuk 1: het Lam van God! Word je klein en nederig van. Hoofdstuk 5: nederig. Is iets wat Petrus geleerd heeft. Geroepen. Niet vrijblijvend. Al vaker op aan gesproken. Nou vraag ik, heb je gehoor gegeven? Heeft ieder van u en jullie gehoor gegeven aan de Heere. Kom tot Mij? Hij meent het. Zijn roepen vraagt om een antwoord. Ja van vanmiddag is daar een gestalte van. Roeping is begin.
2. Tot zijn eeuwige heerlijkheid. Daar is het de Heere om te doen. Wat is dat? De glans en glorie, pracht en praal die de Heere kenmerkt. OT: tabernakel mee vervuld. Zijn uitstraling. Ik dacht aan veel gesprekken in de afgelopen week. En gezichten. Zon zo overvloedig ging schijnen. Uitstraling in de schepping. Onder de indruk van wat de zon doet. Hoeveel te meer geldt dat van de Heere. Ja maar als ik problemen met mijn oog krijg als ik in de zon kijk, zo krijg ik ook probleem met God. Verschil. Is Hij een verterend vuur. Heerlijkheid in Christus Jezus staat er! Dankzij Hem! Is onze bestemming. Geroepen tot. Daar straks in delen. Door lijden tot heerlijkheid. Ook dat is een woord in de brief. Krans die mensen krijgen bij Olympische spelen. Wie denkt er deze week een lintje te krijgen? Is een verrassing. Voor een enkeling. Maar dit! Tot Zijn eeuwige heerlijkheid. Hoogst koninklijke onderscheiding. Niets aan gedaan. Dat houdt dan nooit op. Kinderen zo in hun spel. Maar nu moet je naar bed of gaan we eten. Eeuwig is dat het fijn blijft. Heerlijk. Het houdt niet meer op. Hij alles en in allen is.
Ik denk aan tijd dat ik studeerde in Utrecht. Prof. Graafland. Met glinsterende ogen zei hij: dat zal toch wat zijn als we de Heere zien zoals Hij is. Die glinstering. Dat lees je soms af. Eventjes zien bij mensen. Laat het maar bij ons gezien worden! Hij gaf er Zijn leven voor. Spant er om. Alleen door Hem. Graafland ook een keer over gepreekt: Jezus zien, dat nog nooit, maar wat zal dat een kennismaking zijn! Wat zal dat een feest zijn. Broeder die ernstige ziek was zei: dat zal een verrassing zijn. Ja. Maar ook nog even nu. Roeping en bestemming. Tijd tussen. Korte tijd van lijden. Ja nu wel. Moeite en verdriet. Gaat niet vanzelf. Duurt lang. Psalm 13. Achteraf, vanuit die eeuwige heerlijkheid zal het maar kort zijn.
3. Is volmaking. Hij zal jullie toerusten, versterken, funderen. Reken maar op Hem. Werkwoorden. Hij maakt er werk van. Hoe dan? Via de zondag. Lees je bijbel, bid elke dag. Gemeente. God is getrouw. Niet nu die woorden uitwerken, doe ik nu niet.
4. Aanbidding. Wat een God is Hij! Petrus weet niks anders te zeggen. Nou ja, de groeten. Je gelooft niet op je eentje. Kring om je heen is. Al eeuwen lang. Wereldwijd. Een koor. Van Hem is de heerlijkheid. Weet: Hij is de God van alle genade. In die afhankelijkheid. Wat een God is Hij.
Ik zie dat er nog een woordje in de tekst staat. Amen.
Hervormde gemeente Putten, zondag 22 april 2018, Nieuwe Kerk, 16:15 uur. Belijdenisdienst (vijf belijdeniscatechisanten). Schriftlezing 1 Petrus 5:1-14.