Zondag 16 juli 2017 – Hersteld Hervormde Kerk Putten – Ds. H. Lassche (Rijssen) – Openbaring 6 vers 3-8
Voorzang: Psalm 87 vers 1, 3 en 5
Gebed, Votum en groet
Psalm 102 vers 15 [vanwege het overlijden van een gemeentelid]
Voorlezing van de wet [Exodus 20]
Psalm 143 vers 2 en 3
Gebed
Schriftlezing: Openbaring 6 vers 1-11
Psalm 25 vers 8, 9 en en 10
Preek, tekst voor de prediking: Openbaring 6 vers 3-8
Nogmaals gelezen: Vers 3 en 4
Het rode, zwarte en vale paard
In het boek Openbaring bijzondere dingen, moeilijke dingen. Prediker soms wat moeite mee. Maar boek hoort erbij, niet uit de weg gaan. Wat mensen verklaard hebben, betrouwbaar verklaard. Om tot een boodschap te komen voor de gemeente vandaag de dag.
Verwacht misschien niet veel Evangelie in het rode, zwarte en vale paard. Toch zit het erin. Oordelen die aan de gang zijn of nog moeten komen. Aan deze bedeling komt een einde. Heere Jezus zal terugkomen en volmaakte leven brengt dan aan.
Voordat Jezus terugkomt en de eeuwigheid aanvangt, is er dat er ontzaggelijke dingen gaan gebeuren.
Wat is aan de hand? Het Lam, Jezus, gaat de zegelen van het boek openen. Niemand kon het en mocht het openen. Alleen het Lam dat geslacht is, in de Hemel voor de troon van God. Hij draagt de tekenen van Zijn kruisiging. Speer door het lichaam, in zijde. Christus is de Opgestane maar tegelijkertijd die dood geweest is.
Avondmaal primair gedenken de dood van Jezus. Gods kinderen mogen troost vinden in de bloedige wonden.
Het Lam bekwaam. Opent het ene na het andere zegel. Eerste: witte paard, met ruiter. Wordt Jezus mee bedoeld. Hij gaat door de wereld en schiet pijlen af. Evangelie. Zondaren geraakt, zonden bekend, om gewassen te worden in het bloed.
Wanneer Johannes het witte paard gezien heeft, doet hij als het ware een stapje terug. Kom en zie, weer naar voren. Wat ziet hij dan? Een rood paard. Ook een ruiter. Macht gegeven om de vrede te nemen van de aarde. Groot zwaard. Bij de kleur rood denkt u misschien aan het rode bloed van Christus. Maar in dit geval aan de bloeddorst van de vijanden van Christus. Kerk bestrijden. Dat rode ziet ook op het bloed van de martelaren. Vervolging toen en ook nu. Alle eeuwen door. Bijna dagelijks via de krant lezen dat christenen elders in de wereld vervolgd worden. Spot en verachting ondergaan. Eigenlijk niet geaccepteerd worden. Ons realiseren dat wij ons in een bevoorrechte positie bevinden. Niet vervolging op die schaal in ons land. We weten niet wat volgen gaat in die zin. Maar wel: allen die Mijn naam belijden zullen vervolgd worden. Geweerd nu ook misschien wel, positie niet krijgt. Voorbeeld waarin iemand het merkt, voor anderen reden is om de christen achteruit te stellen.
Bloed martelaren niet vergelijken met het bloed van Christus. Het bloed van Christus reinigt van alle zonden. Bloed van de martelaren getuigenis. Ruiter op het rode paard heeft de macht de vrede weg te nemen. Brengt oorlog. Niet zozeer alleen oorlogen maar ook twist. Als het daarover gaat, constateren dat de ruiter veel invloed heeft. Ook in de kerk. Twist en tweedracht. Ruzies, ene zich meer voelt dan de ander. Via een dwaling bijvoorbeeld, of meer zijn dan de ander. Uit het arsenaal van de duivel. Niets liever dan verstoren.
We zien het bij de eerste christengemeente. Gemeente van Korinthe al mee geconfronteerd. Zo verteerd door onenigheid. Werk van God dat de gemeente nog groeide, ondanks. Ruiter op het rode paard brengt twist en oorlog. Oorlogen rondom het christelijke geloof. Confrontaties tussen Roomse kerk en protestanten. Niet alleen 16e eeuw maar ook Ierland tot voor kort. Rode paard ook door de kerk. ‘Opdat ze elkander zouden doden’, aangrijpend. Na de zondeval, eerste zonde daarna in Genesis 4: Kaïn die zijn broer Abel doodsloeg. En waarom? Vernam dat zijn offer niet werd aangenomen en van Abel wel. Zoveel wrevel en haat. Als Gods Geest ons laat zien: Catechismus, geneigd God en de naasten te haten. Niet voor stellen als je jezelf niet kent. Bodem van het hart leeft er haat. Tegelijkertijd iemand liefhebben en haten. Aangrijpend.
Niet zomaar dood maar afslacht. Ultieme van de zonde. Vijandschap, moord en uitroeiing. Beeld van het rode paard? Vervolging gaat komen dat we die hebben te ondergaan. Mag je je dan gaan verzetten? Zoals onder Willem van Oranje? Jazeker. Maar ook vervolging te ondergaan. Verdrukking te ondergaan. Les: in Zijn Naam te ondergaan. Vijanden lief te hebben en voor hen te bidden. Moeilijk, iemand die je tegenstaat. Toch is het de roeping.
Aan de ruiter een groot zwaar gegeven. Onlangs aan denken. Tot Noord-Korea een groot raket heeft wat Amerika kan bereiken. Misschien met groot zwaard bedoeld de massavernietigingswapens. Die menig land in handen heeft vandaag de dag. Omstandigheden van het boek heel dichtbij gekomen? Ook te zien dat Hem alle dingen in hand zijn. De Heere zelf kondigt ze zelf aan! Hij houdt alles in de hand.
Derde zegel. Zwart paard. Weegschaal in hand. Een maatje tarwe voor een penning. Rode paard wijst op de vervolging. Zwarte paard, kanttekeningen wijzen op dwalingen in de kerk. Als je verder leest dan ligt het voor de hand om aan hongersnood te denken. Weinige graan wat er nog is wordt afgewogen. Doet denken aan de Tweede Wereldoorlog: door schaarste alles op de bon. Evenredig te verdelen. Enorme voedselschaarste, afgewogen. Bij de penning het loon van een arbeider voor een dag. Denk aan de gelijkenis van de arbeiders. Hier staat dat een maatje tarwe een dagloon kost. Hoogstens iets meer dan een liter. Een woekerprijs kortom voor tarwe en gerst. Schaarste. Niet alleen hongersnoden. Aardbevingen, overstromingen, orkanen. Vele doden, het vindt plaats. Jezus heeft dit aangekondigd, wanneer je ervan hoort, dan kun je weten dat het einde nabij is. Zeker, hongersnoden van alle tijden.
Kanttekening: rechte prediking wordt schaars. Dit jaar 500 jaar geleden de Reformatie. In die tijd enorme schaarste. Luther dat de rechtvaardige alleen door het geloof leeft. Toen het Woord weer op de kandelaar. Nu ook. Bijvoorbeeld als het Woord eenzijdig gebracht wordt. Kan alle kanten op. Ook in die zin hongersnood.
Olie en wijn dagelijks gebruikt. Nodig. Ook om wonden te verzorgen. Gelijkenis van de Barmhartige Samaritaan. Verzorgde de wonden met olie. Medicamenten. Beschadig ze niet! In de allermoeilijkste tijd: Woord zal er zijn! Volk ook, Hij houdt Zijn kerk in stand! Zelf op plaatsen waar misschien maar 5-10 mensen nog zijn. Toch!
Man van Jeruzalem naar Gaza. Ene man opzocht en leert. Heere zoekt op. Ondanks alle verschrikkingen, is Hij er! Hij zorgt voor hen. Zal Zijn woord houden en kerk in stand houden.
Situatie als ongelovige aan de deur komt om brood. Te geven, te plicht te doen. Als diakenen te zijn. De ander te ondersteunen. Opdat hij zou vragen: ik heb gehoord dat u Go vreest. Mag ik ook komen? Goed te doen. Anderen die er nooit van gehoord hebben.
Laatste. Vale paard. Wat is dat voor een kleur? In feite geen kleur. Groen, geel, iets grijsachtig. Lijk-kleur. Het is geen kleur. Kleur van de dood. Vers 8. Zijn naam was de dood. Kanttekeningen bij de Statenverklaring wijzen op alle ideeën die het Evangelie geweld aandoen. Offer van Christus mismaakt. Zo als een gezicht van een dode.
Gemeente, het is confronterend. De dood komt de gemeente binnen als allerlei zaken en dwalingen de kerk binnenkomen. Zelf met godsdienstig vertoon in het middelpunt. Dood in de pot. Als zondaren de dood in Adam en het leven in Christus niet meer gepreekt wordt.
Denken in voorbereiding aan telling van David bij het einde van zijn leven. Wat een hoogmoed! Straf kiezen: 7 jaar hongersnood, 3 maanden vervolging of 3 dagen pest. In feite kiest David voor het vale paard. Ontzaggelijk toch?! Wat zei David: laat ik vallen van de levende God en niet van mensen. 70k mensen Israëlieten omgekomen. David: ik heb gezondigd. Offer wijst op het offer van Christus. Toen de toorn gestild.
Kwart van de wereldbevolking! Elders een derde! Hel volgde na, zo aangrijpend. Iemand schreef: zoveel doden dat het dodenrijk moeite heeft om het op te nemen.
Zo geconfronteerd met de dingen die gaan gebeuren. Wat te doen: bereid je voor. Bereid je huis. Denk aan koning Hizkia, je gaat sterven. Hij vreesde de Heere. Hoefde niet bang te zijn voor de dood. Toch lezen we van Hizkia dat hij staarde naar de wand, in eenzaamheid.
Ik word onderdrukt. Weest U mijn borg. Uur van sterven komt en weten van genade. Vriend denken: toen hij God leerde kennen wees mij de zondaar genadig. En later in het leven weer, ook einde van het leven. Alleen met de genade van God te doen. Alles achterlaten, alleen met Christus bloed. Door genade mogen weten dat alles in Hem is. Zijn bloed, genade.
Dan is de dood geen vijand, prikkel weggenomen. Ik mag gaan slapen. Ik ben moe, mag gaan slapen, sluit mijn beide ogen toe, houd ook deze nacht over mij getrouw de wacht, zie het boze wat ik heb gedaan, schoon mijn zonden vele zijn, maak om Jezus’ wil mijn rein. Nu jaagt de dood geen angst meer aan. Want alles, alles is voldaan. Amen.
Psalm 89 vers 19
Gebed, dankzegging
Psalm 33 vers 10
Zegen
Geef een reactie