De Heere werkt onder het volk van Israël als Samuël richter is. Na een periode van twintig jaar klaagt het volk tot de Heere. Er volgt bekering. En dan komt het volk bijeen bij Mizpa om te bidden. Maar de Filistijnen komen om te strijden. Het volk hoeft niet te strijden: God zorgt er Zelf voor dat de Filistijnen worden verslagen. Samuël, als middelaar tussen God en het volk, richt een gedenkteken op. Eben Haëzer: tot hiertoe heeft de Heere geholpen. Is er bij ons die verwondering over Gods werk: het is die vrije gunst van God die eeuwig Hem bewoog.
1 Samuël 7 vers 6b: ‘Alzo richtte Samuël de kinderen Israëls te Mizpa’.
Eben Haëzer
Met Gods hulp en onder inwachting van de Heilige Geest willen we stilstaan bij 1 Samuël 7 vers 6b.
Samuël richt het volk te Mizpa
- Een gezegende wending [vers 2];
- Een eerlijke raad [vers 3];
- Een genadige verlossing.
1. Een gezegende wending
Gemeente, wat is er ontzaglijk veel gebeurd voor 1 Samuël 7. Eigenlijk niet met een pen te beschrijven. Een woord wat de situatie misschien wel op z’n diepst verwoord. Woord uitgebroken door de schoondochter van Eli, die een kind moest baren. Was zwaar. Vroedvrouwen zeiden: u hebt een zoon gebaard. Maar zij lette daar niet op. Ze sprak uit: Ikabod. De naam betekent de eer is weg.
Heel veel in het land Israël waaruit blijkt de eer is weggenomen. Israël had gevochten tegen de Filistijnen. 34.000 mannen gesneuveld. De eer is weg. Ook zonen van Eli, Hofni en Pineas, gesneuveld. Toen Eli dat hoorde viel hij en stierf. Hogepriester al veertig jaar. Maar meest de ark is weggenomen.
Volk had zich vergist. Ze hadden niet alleen verloren in de strijd maar ook de ark verloren. Zichtbare bewijs dat de Heere onder dat volk woonde. Nu is de ark weg, en hogepriesters, en de strijd weg. Welk woord past daar bij? Ikabod. Zonden maakt scheiding. God had hen aan zichzelf overgeven. Ze wilden toch niet met Hem.
Ikabod. Situatie van Israël. En gemeente de situatie van ons, natuurlijk leven. Ook wij hebben gezondigd. De wereld liever dan het leven. Welk woord erbij past? Ikabod. God Zelf heeft ons verlaten. Zijn toorn rust op ons leven. Eigen schuld, straf.
Weet u wat nu het wonder dat de Heere er Zelf voor zorgt dat de ark terugkomt. Priester Dagon op zijn aangezicht gevonden. Hoofd op de dorpel. Dat de Heere God is. Nog meer aan de hand. Ramp in het kamp van de Filistijnen. Muizenplaag. En mensen last van zweren. Dat de Heere alleen God is. Filistijnen besluiten ark terug te sturen.
Vijf gouden muizen doen ze erbij. Als de maaiers van Beth-Semes daar de koeien horen, dan zijn ze verbaasd. De Heere bracht Zelf de ark terug. Wat een wonder, wat een preek. Te midden Ikabod. Hij wilde dat volk Zijn ontferming bewijzen. En zich tot Hem zouden wenden en geloven Zijne vergevingsgezindheid. De ark komt terug. Het is eigenlijk de prediking van het Evangelie. Te midden van de rampen en slagen.
Is dat een wonder voor u? Het Evangelie. Hier in Katwijk klinkt het tot op de dag van vandaag. God betoont Zijn barmhartigheid. Dat Hij daar geen lust in heeft in de dood van de goddeloze maar daarin dat hij zich bekere.
Verblijd zijn ze ook en verwonderd ook maar van echte bekering lezen we niet. Nieuwsgierig zijn ze. Heiligheidschennis. Opnieuw moet de Heere hen slaan. 50070 mannen vinden de dood. Waar even Zijn barmhartigheid tastbaar zijn, is nu Zijn rechtvaardigheid tastbaar. Wat werkt het uit? Dat het in twintig jaar tijd niets uitwerkt. Vers 2.
Twintig jaren. Wat ontzettend, vindt u niet. Spreekt de Heere zo ernstig in Zijn toorn, en zo lieflijk in Zijn ontferming. Maar het volk ziet het en hoort het aan. Maar in twintig jaar tijd blijven ze dezelfde eronder. En wij gemeente? Hoeveel blijken zijn er geweest van God toorn in uw leven? Plotseling sterfgeval in uw omgeving of zelf getroffen. Wat heeft het uitgewerkt? Lijkt op het volk van Israël, wel geslagen maar geen pijn gevoeld? En wat hebben die preken van die liefelijke God die Zijn gegeven heeft uitgewerkt.
Die vrijwillig kwam om Zich vrijwillig dood te lieven aan het kruis. Om in die weg Zijn gemeente zalig te maken. Gemeente, wat heeft het uitgewerkt? Geen waarachtige bekering. Twintig niet werkelijk de knieën buigen. Twintig jaren niet echt de Heere te voet vallen. Het ging maar door en door. Wat moet dat Samuël een verdriet gegeven hebben.
Als een dienaar jaren in de dienst staat en maar weinig echte bekering ziet. Met tranen maaien. Wat geeft het een verdriet bij de Heere met zoveel mest om onze levensboom. Wat is een mens gemeente? Dan voelt u wel aan: als de Heilige Geest er niet in meekomt. En dat is ook de gezegende wending. Vers 2.
O wat een wonder. God zendt Zijn Geest uit. Samuël door de straten. Hoort hij daar iemand roepen? Klagen? En daar ook en daar ook. In heel de stad komt hij die mensen tegen. Om de afwending van het oordeel. Wie deed dat ook achterna? De Kananese vrouw. Eerst moest de Heere achter de mens aanlopen en dan gaat de mens God achterna lopen.
Calvijn: ‘hier begint de bekering als een mens God ga naklagen in zijn noden en hier ontstaat de bereidheid om zich tot God te bekeren’. Zal ik het nog een keer zeggen? ‘Hier begint de bekering als een mens God ga naklagen in zijn noden en hier ontstaat de bereidheid om zich tot God te bekeren.’ Samuël heeft het gemerkt.
2. Eerlijke raad
Want Samuël heeft er altijd op gelet wat de prediking zou uitwerpen. Lang op moeten wachten. Maar nu met vreugde mogen opmerken dat mensen de Heere achterna klagen. Daar let een kerkenraad op, een dominee op op huisbezoek. Wij kennen elkaar nog niet zo goed, mag ik eens vragen: zijn er mensen in Katwijk die niet kunnen nalaten de Heere achterna te klagen. Jongelui, weet je waar de dominee op let op catechisatie. Of je het van de Heere alleen verwacht.
Daar blijft het niet bij. Bij dat achterna klagen. Derde vers. ‘Toen sprak Samuël tot het ganse huis van Israël, zeggende: Indien ulieden u met uw ganse hart tot den Heere bekeert, zo doet de vreemde goden uit het midden van u weg, ook de Astharoths; en richt uw hart tot den Heere, en dient Hem alleen, zo zal Hij u uit de hand der Filistijnen rukken.’
Hij roept hen op tot bekering. Bekering een innerlijke kant heeft maar ook een uiterlijke. Met uw ganse hart en even verderop en richt uw hart tot de Heere. Sommige mensen hebben een uiterlijk voorbeeldig leven. En de kerkenraad zegt bij zichzelf we zijn blij dat die mensen nog zo netjes leven. Maar gemeente bekering is niet alleen uiterlijk maar vooral van binnen. Uiterlijk kan men heel netjes leven.
Gemeente, het gaat om de innerlijke afkeer van alles wat God niet is en Christus niet is. De innerlijke afkeer van wat God verdriet doet. De afbraak van de duivel en zijn rijk. Het gaat om het ene: het heil in Christus. Een ding heb ik van de Heere begeerd. Bekering is niet hinken op twee gedachten, maar een afkeer van wat het leven niet is en tot dat wat het leven is.
Uw volk is mijn volk en uw God is mijn God. Waar zien we dat? Bij Ruth. Die kleefde Naomi aan. Bekeerd u met uw ganse hart en richt u op Hem alleen. Maar dominee mijn hart zo dwars. Overal tegenin. Ik weet het zo goed. Maar in die nood krijg ik het hart niet mee. Kom het ook tegen in de Psalmen. Verenig mijn hart. Mijn hart vliegt alle kanten op. De ene dag neem ik mij dit voor. Vlesen hart in plaats van een stenen hart. Wat u niet kunt wil God geven.
En bekering heeft ook een uiterlijke kant. Het gaat om het hart, zeggen mensen. Dat uiterlijke doet er niet zoveel toe. Ja en nee. Bekering blijft echt niet onzichtbaar. In leven in nauwe verbondenheid aan Gods getuigenis. Wat is de boodschap die Samuël moet brengen? Baäl regengod en Astharoth god van de vruchtbaarheid weg.
Dat kan niet samengaan met het waarachtig terugkeren tot de Heere God. Gaat erom vertrouwen op de Heere alleen. De afgoden weg. Waar de zich ten diepste op verlaten, meer in verblijden dan in God. Dat is een afgod. Waar steunt u meer op dan op de Heere? Doe het weg, sla het stuk. Het houdt u in afstand met God.
Eerlijke raad gaat gepaard met een liefelijke belofte. Zo zal Hij u uit de hand van de Filistijnen rukken. Eind van het derde vers. Zo zal Hij uw kwaad achter Zijn rug werpen. In genade aannemen. Zegenen als in verleden dagen. Zo zal Hij uw ziel troosten. Met Zijn heil en genade. De oproep tot bekering gaat niet uit zonder de belofte van heil. Waarom niet? De belofte van heil gaat uit om het schuldige te raken, met hoop te vullen, tot de God van heil weder te keren.
De wet doet wel bewegen en sidderen. Brengt ten diepste niet tot verootmoediging. Dat doet de Heere onder de prediking. Om helwaardige zondaren te verkondigen: als u wederkeert tot Mij, dan zal Ik genadig zijn. Als u nu buigt, en alles van uzelf schade en drek acht, dan zal Ik uit de hemel horen en genadig zijn. Wat een boodschap vanavond. Wat is de enige weg tot zaligheid? De weg van wederkeer tot God. Wat zal de Heere in die weg geven? Zaligheid en heil.
Dan staat er dat Samuël het volk oproept in Mizpa te komen. Richten. De zonden aan te wijzen. De boodschap van bekering laten klinken. Dat God genadig zal zijn. Een Richter was Samuël. Als het goed is is iedere dienaar een richter.
Als er een ware knecht van elders komt en u mag hem horen. Dan is dat dit werk. Er is een beroep uit gegaan. Bent u verlegen als gemeente om zulke richters nodig. Bidt u daarom? Heere, wij hebben zulke richters nodig voor Katwijk, kon het zijn voor heel Katwijk. Dat u daarom zou bidden, en daarom verlegen zou zijn.
3. Een genadige verlossing
Mizpa. Dat was de plaats waar het volk het verbond met God moest gaan vernieuwen. Samuël op grond van dat genadeverbond de Heere weer zou willen omzien.
Ligt bij Rama, noorden van Jeruzalem. 784 meter boven de zeespiegel. Wachttoren. Plaats waar je over het land uitziet. Maar ook de plaats waar de Heere over het volk uitziet. Richteren 21. Saul tot koning wordt aangesteld is dat bij Mizpa. Ziet u het volk daar staan? Symbolisch maakt het volk duidelijk wat in hun hart is. Scheppen water. Dat ze in nood zijn. Tranen van berouw, hun zonden. Zo spreken zij hun hoop uit op God. Zoals dat water wast hun zonden zou vergeven.
In afwachting van Samuël belijdt daar het volk hun zonden en ze vasten en bidden. Dan gebeurt er wat. Filistijnen horen ervan. Ganse volk daar. Kan maar voor een ding zijn: maken zich op voor een oorlog. Er zullen mensen geweest zijn in Mizpa. Kijk, flikkerende speren. Paarden, wagens. De Filistijnen. Gemeente, wat een beproevingsweg.
Juist nu. Hoe kan dat? Is de vorst der duisternis niet het actiefst? Als de mens de binnenkamer zoekt. Dat wil de vorst der duisternis tegengaan. Als wij rustig voortgang in onze onbekeerlijkheid. Dan kan hij rustig slapen. Maar dan wordt hij woest, listig. Als een jongen zijn knieën gaat buigen. Als een vrouw lust heeft in het Woord. Dan wordt de hel wakker. Dan worden de vrienden vervelend. Dan mijden de buren contact.
Het is eerder een goed teken dat u van de duivel merkt in uw leven dan een slecht tegen. Als u er weinig van merkt, dan is te vrezen dat de duivel u al heeft. Maar die er veel van merkt, daar kon het wel zijn dat er een beginsel in het hart van God is in uw hart. Het slechtste moment zei ik al. Waren niet naar Mizpa gekomen om te vechten. En hele dag niet gegeten. Het kon niet slechter.
Het kon niet beter. Wat bedoelt u? Als de duivel komt, dan kan het niet beter of we zijn in gebed. Dan zal de Heere ook niet toelaten dat de poorten van de hel de overwinning niet zullen behalen. Waar grijpt het volk naar? Elkaar aangestoten: daar komen ze. Zie je dat ze voorbereid zijn? De grijpen niet naar het wapen van het speer, maar het gebed. Daar is de christen op het krachtigst. Niet door geweld, niet door kracht.
De geweldnemers nemen het Koninkrijk in. Ze komen bij Samuël terecht. Dat het oordeel zal worden afgewend. Bid voor ons. Dan gaat hij richten zoals hij het volk gericht heeft. Voorgaat in Mizpa. Lammetje ouder dan acht jaar. Brandoffer. Betekent helemaal verteerd, helemaal aan de Heere gegeven. Als Samuël daar bidt ten tijde van het offer, dan komt de Heere daar.
Met onweer. Flavius Josephus zegt: met bliksem. Menigte van mensen zonk in de aarde weg. En velen vluchten. Wat een wonder gemeente. Verlossing. Heeft het volk er iets aan gedaan? Heeft het volk ervoor gezorgd? Een vinger van hen die ervoor gezorgd heeft? God, genade, ontferming alleen. Wat is de grond? U bent mij al voor toch.
Gods kerk wordt zalig door genade alleen. Hij werkt alles. Het heil komt van Hem. Een jong lammetje als brandoffer. Ook de Heere Jezus was nog niet zo oud. 33 jaar. Bloem in de knop gebroken. Dood geliefd en Zich laten verbrijzelen. Hij is het Melklam. Niet alleen Zijn offer maar ook Zijn voorbidding. Samuël bad tot God als een hemeltolk tussen de hemel en het volk. Als een middelaar.
Zo staat de Middelaar tussen God en een schuldig volk. Op grond daarvan alleen ontvangt God hen. Ze hoeven er niets aan te doen. God doet het. Hij neemt redenen uit het offer. Redenen uit die volmaakte voorbidding. Hebt u het al verstaan? Dat God wil omzien naar een mens omwille van het Lam? Omwille van de Voorspraak. Omwille van Hem die zegt: Ik heb geleden, Ik heb gestreden. Dan begrijpt u dat daar een steen wordt opgericht: steen der hulp. Een belijdenis voor het heden en de toekomst. Tot hiertoe heeft God geholpen. Dit werk is door Gods alvermogen, door de hand van de Heere alleen geschiedt, wij zien het maar doorgronden het niet.
Dan zien we dat Gods werk altijd weer eindigt in God. In de verwondering, lofzang. U hebt ons Gode gekocht met Uw dierbaar bloed. Eben Haëzer. Staat er zo’n steen al in uw leven? Dan is alle roem weg. Dan roemt u in die vrije gunst die eeuwig Hem bewoog.
Amen.
Woensdag 9 februari 2022 – Triumfatorkerk Herstelde Hervormde Gemeente Katwijk – ds. H.J. van Marle – Schriftlezing 1 Samuël 7