De man die al 38 jaar ziek is, is een beeld van de mensheid. We zijn allemaal ziek – ziek van de zonde. Christus is gekomen om ons te genezen. Dankzij Pasen is er overwinning over ziekte, zonde en dood mogelijk. Daarvan zijn genezingen al tekenen.
Gemeente des Heeren, het is feest in Jeruzalem. Jezus is onder de pelgrims. Hij brengt eerst een bezoek aan Bethesda. Daar zijn twee vijvers. Met vier zuilengangen. Waarschijnlijk is het gebouw door koning Herodes de Grote. Het moet een prachtig complex zijn geweest. Binnen is het er allerminst prachtig. Apparatuur en hygiëne ontbreken. Een grote menigte zieken. Het is het laatste voor zulke stakkers. Als er niets meer aan te doen is, zegt men: hij moet maar naar Bethesda. Wat een toestanden!
Af en toe is er toch iets van hoop. Dat is als het water gaat borrelen. Een engel daalt af en dan komen zieken in beweging. Een mooi ogenblik. Akelig ook. De wet van de jungle geldt. Wie het eerst komt… Bethesda. Mooie naam. Her en der op de gevel van ziekenhuizen en verpleegkundigen. Huis van barmhartigheid. Dit is geen huis van barmhartigheid. Maar een huis vol narigheid.
We zijn er vanmorgen. In een hoek zien we een man. Moederziel alleen. Hij is al 38 jaar ziek. Als we goed kijken, licht in deze man het beeld op van heel de mensheid. Daar was een man. Vanuit het Grieks: daar was een mens. Dat kan dus iedereen zijn. Morgen ik, overmorgen u. Vandaag de dag zijn er velen aan toe als deze: hun bed wordt een cel. Een kluis. Ze willen eraf. Maar een onzichtbare hand houdt hen tegen. Horen ze er nog wel bij? Het wordt steeds stiller. Soms belt iemand nog. Je krijgt soms een kaart. Om je heen vieren ze feest, net als in Jeruzalem.
We zien hem liggen. Met al zijn narigheid. In dat huis van barmhartigheid. Somber en lusteloos staart hij voor zich uit. Waar is de tijd dat hij als jongen door Jeruzalem liep?
Plots staat er iemand bij. Had deze geschiedenis in onze tijd gesteld, had iemand gezegd: zal je geen regie nemen over je levenseinde. Menig organisatie kan je daarbij helpen. 38 jaar ziek. En nooit de kans gehad als eerste in het water te komen. Misschien hadden ze het over de sarco gehad. Waardig – wat heet – sterven. Het is heel begrijpelijk dat mensen naar het einde verlangen. Een militair die vraagt om het genadeschot. Zieken met ondraaglijk lijden. Alzheimer. Wat kan dat dichtbij komen. Een schrikbeeld. Je verliest je waardigheid. Hij/zij is nog maar een schaduw van vroeger.
Maar de zin of waardigheid van ons leven hangt niet af van omstandigheden. Maar van wat God ons geeft. Hij is de Schepper. Hij gaat over het begin en einde van ons leven. Onze tijden zijn in Zijn hand. Ons leven behoort hem toe. Wat we op het hart willen binden: God geeft om Christus’ wil alles voor ons leven. Hoe gehavend en mislukt ook. Inderdaad, on Christus’ wil.
Hij komt daar op bezoek. Zieke, depressieve, verslaafde, vluchtende mensen: ze kunnen rekenen op de aandacht en zorg en liefde van de HEERE Christus. Hij wordt Arts aller zielen genoemd. Hij is middenin onze werkelijkheid gekomen. Hij loopt er niet met een boog omheen. Niet, wat heb Ik daar te zoeken? Nee. Hij kent ons. Hij kent onze krankheden en geneest ze liefderijk.
Wilt u gezond worden? Eigenlijk is dat een vreemde vraag. Als we als predikanten bij elkaar zijn en een predikant zou aan de hand van een verslag deze vraag lezen, dan zou dat niet-tactisch genoemd worden. Zieken die er geen zin meer in hebben. Ook met het oog op verzoekingen, lijden, wat er in de wereld aan de hand is. Die vraag van Christus is er ook vandaag. Wilt u gezond worden?
Wie is er eigenlijk niet ziek? Is heel deze wereld niet ziek? Verziekt. Onze samenleving lijst aan tal van kwalen. Economie, politiek, relaties in gezinnen en kerk. Egoïsme, machtswellust. De liefde is in schrikbarend veel gevallen in ontbinding. Misbruik, scheidingen. Ziek. Allemaal ziek.
En ons eigen bestaan? Als daar de thermometer bij gehouden wordt? Hoe gezond is jouw hart, karakter? Paulus: er is niemand die verstandig is. Niemand die God zoekt. Ziek. Doodziek. Kerkgangers zijn niet per definitie herstelde mensen. HEERE, staat dat in mijn dossier? Ja, dat staat erin, zegt de HEERE. Daar schrik ik van. Schrikken we daar steeds meer van? Het zit goed fout met ons.
Dan op een dag, dan staat er een dokter bij ons bed. En die zegt: het gaat de goede kant op? Zegt de hemelse specialist dat? Hoor eens, het gaat de goede kant op. Ja! Dan moet je wel die vraag van Christus goed tot je door laten dringen. Wil je niet alleen aan de gevolgen maar ook aan de oorzaak behandeld worden.
Doorgaans zitten we er niet mee. We zijn niet perfect. Maar is het zo erg? Jezus gebruikt het woordje ‘wilt’. Niet over ‘kunnen’. Het zit vast op het willen. 38 jaar ziek. Wij worden enkel en alleen behouden door de genade. Dat zult u elke zondag horen. Hij redt en behoudt ons door genade. Wij willen liefst God op een afstand houden. Christus vraagt: wil je?
Hoe velen deden hun ogen open in de eeuwige pijn en moeten zeggen: ik heb gekund, maar niet gewild. De Heiland wilde wel … Maar ik niet. De Heiland is vanmorgen in ons midden. Wil je gezond worden?
Hoe dan? Door Mijn bloed, kruis, opstanding. Die vormen het allerbeste medicijn. Die man gaat die indringende vraag niet uit de weg. Dat is een geheim van het geloof: ingaan op wat God zegt.
De reactie lijkt te getuigen van moedeloosheid. Ik heb geen mens! Als je dat zo hoort, dat geldt vandaag de dag talloze. Sociale media: veel contacten. Toch geen mens. Een wereld vol eenzaamheid en verdriet. Niemand die naar je omkijkt. Niemand die vraagt: hoe gaat het? Misschien is dat nog erger dan 38 jaar ziek zijn. Als er maar een is die van je weet. Hij is er voor mij? Wat zijn wij dan goed af, gemeente. Dat wij hier in Bethesda zijn. Dat mogen we zeggen van deze kerk. Een huis van barmhartigheid. Niet omdat wij omzien naar elkaar. Al merk je dat dat gebeurt. Kenmerk van een christelijke gemeente. Jezus komt naar ons toe! Hij is die ene mens die ons in alles nabij komt. Hij weet dat ons geloof op is. Dat ons gevecht tegen de zonde al te vaak op een nederlaag uitloopt. Een plaats tegen neerslachtigheid. We zijn niet alleen! We kunnen genezen, zo, dat de dood geen vat meer op ons heeft. We belijden van Hem dat Hij God is.
U hebt wel een mens! Onze lieve HEERE Christus. Hij heeft iets bij zich. Doen wij ook, als we naar een zieke gaan. Sta op. Een levendwekkend woord. Hoe onze omstandigheden ook zijn. Dit is zeker, hoe de omstandigheden zijn: Zijn machtswoord luidt, Sta op. Is iemand moedeloos? Denk je, laat maar? Sta op. Houden misstappen je gevangen? Sta op!
Dat zijn alleen maar woorden, zegt iemand? Nee. Het zijn Paaswoorden. Hij ging die weg van kribbe naar kruis. Een weg waarop Hij steeds eenzamer wordt. Een weg waarop de toorn van God steeds zwaarder drukt. Op een gegeven moment heeft Hij niemand meer. Hij hangt aan het vloekhout. In het duister. Hij moet onze schuld boeten. Hij heeft niet alleen geen mens, maar ook geen God. Mijn God, mijn God, waarom hebt U mij verlaten? De steen wordt ervoor gewenteld. Alles over. Geen mens, geen God, geen leven.
Nee! Nee, zeggen we vanmorgen. Ten derde dage opgestaan. Zijn Vader kwam naar Hem toe: sta op!
Daarom zegt Hij tegen die man: sta op. Elke ziekte is een voorbode van de dood. Elk sterfbed herinnert ons aan de dood. Op de nieuwe aarde zal niemand meer zeggen: ik ben ziek. De Heiland richt zulke tekenen op. Hij werkt Zijn opstandskracht uit.
Hoe? Door genezing te geven. Heel letterlijk. Laten we ervoor danken als we hersteld zijn. Ook na een griep. We zien tal van tekenen van Zijn opstandskracht. Ook in het wereldgebeuren.
En als de omstandigheden niet veranderen? Er oorlog komt, we met onze handicap moeten leven. Dan toch: sta op. Ik ken ze. Die opstonden. Ze stonden op. Hoe? Door hun handen te vouwen. Die neerknielen bij het kruis van Golgotha. Wie daar neerknielt wordt verlost van zijn eigen kruis. Dat gaat niet zonder aanvechting. Weet je wel hoe zwaar het kruis op mijn schouders drukt? Ineens is daar die ene Mens. Die grijpt ons bij de hand. Juist als gevoelens van uitzichtloosheid en eenzaamheid spelen. Wat is er allemaal aan de hand. Christus is nooit een situatie te machtig. Hij die de boeien van zonden en dood verbroken heeft, zou Hij niet ons kunnen helpen?
Sta op! Dat woord werkt. Middenin mijn verdriet is er toch troost, zegt iemand. Een versregel. Je vat moed. Christus is bij ons geweest. Sta op. Je kunt verder.
Moet je voorgoed afscheid van elkaar nemen. Als kind van je vader. Als man van je vrouw. Hij doet je opstaan. Hij weet hoe Hij ons op de been moet houden. Een half jaar voor haar sterven heeft mijn vrouw mij aan de HEERE geven.
Je raakt elkaar niet kwijt aan de dood. Maar aan God. Nooit zal iemand tevergeefs op God hopen. Denk aan Job. Uitzicht op toekomst heeft hij niet. Hij roept: ik weet dat mijn Verlosser leeft. Ik zal uit het stof opstaan. Habakkuk zong er over: toch zal ik in de HEERE in vreugde opspringen. De Geest leert ons leven van genade alleen.
We worden gelijkvormig gemaakt aan Christus. Ook aan Zijn opstanding. De doop aan mijn voorhoofd, zo zeker ik de beker vasthoudt; zo zeker neemt Christus mij mee in Zijn graf en uit Zijn graf.
Jong en oud, iedereen die zich geborgen weet, maar ook allen die twijfelen. De Heiland heeft dit woord: sta op. De Geest zorgt dat het gaat. Hij versterkt onze slappe handen en voeten. Neem je ligmat op. Als dat te zwaar valt. Zeg dan tegen Hem: HEERE, neem mij op met ligmat en al. Ga lopen. Lopen. Inderdaad. Wandelen in al de geboden des Heeren. We laten de zonde los en grijpen Christus aan. Kiezen radicaal voor de dienst aan God. Dat is lopen, wandelen. Waar dat in uitmondt, in het eeuwig zalig leven. Daar wacht Hij op ons.
Arts aller zielen, ’t is genoeg,
als Gij ons neemt in uw hoede.
Genees de wond, die ’t leven sloeg,
laat ons niet hoop’loos verbloeden.
Spreek slechts een woord, een woord met macht,
dan is voorbij der zonde nacht:
spreek, dan keert alles ten goede.
Amen.
In Uwe hand zijn mijne tijden;
‘k Verlaat mij in mijn leed
Op U alleen, Die weet
De maat en ’t einde van mijn lijden;
Red mij van wie verbolgen,
Ter dood toe mij vervolgen.Geloofd zij God, Die Zijn genade
Aan mij heeft groot gemaakt;
Die voor mijn welstand waakt:
Zijn oog slaat mij in liefde gade;
Hij wil mij heil bereiden;
Mij in een vesting leiden.– Psalm 31 vers 12 en 17 (berijming 1773)
Hervormde Gemeente Reeuwijk, Dorpskerk, zondag 16 februari 2025, 9.30 uur. Schriftlezing: Jesaja 35 : 3 – 6, 10 en Johannes 5 : 1 – 9.