God gebruikt het lijden om ons dichter bij Hem te brengen. Zonde, kwaad en lijden is door onze toedoen in de wereld gekomen. Soms lijden we als straf op de zonde, soms laat God het toe om ons iets te leren. Toch weegt het lijden niet op tegen de heerlijkheid – die zal nog veel groter zijn. Het is een bijzonder troostrijke gedachte dat God van het lijden af weet en dat Hij in Jezus het lijden opgelost heeft.
Gemeente van Christus, jongens en meisjes, soms gebeuren er dingen die niet fijn zijn. Je wordt ziek. Vind je dat fijn om ziek te zijn? Leuk om een dagje niet naar school te hoeven. Maar je kunt dan van alles niet. Misschien ga je bidden of God je beter wil maken. Dat is fijn en goed. Als je bidt, ben je dichtbij Hem. God kan niet fijne dingen gebruiken voor dingen die wel fijn zijn. Als je niet ziek was, had je minder gebeden.
God gebruikt dingen die niet fijn zijn om dingen te geven die wel fijn zijn. Om ons dicht bij Hem te brengen. We focussen ons op de woorden uit vers 28. Een intrigerende uitspraak. Maar wat betekent deze?
Wat wordt bedoeld met alle dingen? We grijpen terug naar vers 18. Het lijden van de tegenwoordige tijd weegt niet op tegen de heerlijkheid. Alle dingen zijn dingen die met lijden te maken hebben. Dat zijn nogal wat dingen. Ook in onze tegenwoordige tijd. Gigantisch veel leed wereldwijd. Welk leed kent u, jij? Leed door ziekte? Lijden omdat je werkloos bent? Aan de zijlijn van het maatschappelijk leven. Worstelingen in het alledaagse. Het laat zich niet altijd aanzien aan de buitenkant. Lijden aan de gebrokenheid in de familie. Is er iemand die zegt: lijden is voor mij geen thema? Zelfs als alles goed loopt, kan het dit wel worden en kan het geen kwaad erover na te denken.
Lijden aan jezelf of aan de zonde. Of ervaar je dat niet als lijden? De werkelijkheid die botst met Gods ideaalbeeld. Lijden heeft vrijspel gekregen door de mens. Het is begonnen toen de mens zich tegen God keerde. De mensheid is van God afgeraakt. Maar dat is niet het einde. Het lijden van de Heere tegenwoordige tijd is niet het einde. God zond Zijn Zoon. De Geest wil ons vrijmaken van de zonde. Paulus schreef daar uitbundig over. Als dat proces voltooid is, als de mens weer is zoals hij was (met de vroegere glorie), dan wordt ook de schepping hersteld. Vers 20: de schepping is aan de zinloosheid onderworpen. Maar vers 21: de schepping zal bevrijd worden.
Het is een gedeelte waar je naar moet kijken. Wat staat er? Als de mens is zoals God hem of haar wil hebben, dan wordt ook de schepping zoals God het wel. De Schepping is ook gevallen. Daar zijn wij naar onderweg. Wij zijn mensen met ongekende hoop. Omdat we in dat proces zijn betrokken. Dat is gaande in ons – althans dat is de bedoeling. Dat zal ook dat lijden eens volledig passé zijn. Paulus zegt: ik ben er van overtuigd! Vers 18. Die woorden, zegt Paulus dat het lijden wel meevalt? Het weegt niet op tegen?
Paulus weet wel wat lijden is. Wat heeft die man moeten doormaken? Het is andersom: het lijden is groot. Maar de heerlijkheid nog groter. Overweldigend. Het lijden weegt toch niet op tegen die heerlijkheid. Wat gaan wij een geweldige toekomst tegemoet.
Vers 28: alle dingen werken mee ten goede. Alle dingen zijn de dingen die te maken hebben met het lijden. Het goede is die heerlijkheid. Hoe werken die dingen mee ten goede?
Ik las een interview met Joni. 69 jaar. Wellicht u haar. Ze brak haar nek op haar 17e. Ze schreef een wereldberoemd boek. Gods waarheid is dat God beslist hoe het bijdraagt. En het is aan mij om God lief te hebben. Haar leven is niet makkelijk. Ik citeer: veel mensen denken dat ik sterk ben. Maar dat ben ik niet. Ik zie dagelijks op tegen zwakheid en afhankelijkheid. God, ik kan niet meer zo leven. Maar Heere Jezus, U hebt kracht. U weet wat ik nodig heb. En zegt ze: als ik een ding heb geleerd in deze rolstoel, is dat God me niet heeft verlost om een gelukkig en probleemloos leven te geven, maar gered om ons meer te laten lijken op Jezus. Jezus heeft gehoorzaamheid geleerd door Zijn lijden. Dan kunnen wij dat ook. Zo lijken we op Jezus. Groeien in blijdschap, vrede, geduld, goedheid, tederheid. Een dagelijkse strijd en keuze. Me te laten gebruiken voor Zijn doel.
Een lang citaat, maar alles wat ze zegt, is waardevol. God kan het lijden gebruiken voor iets goeds. Het heeft te maken met die heerlijkheid die komt. Het gelijkvormig worden aan Jezus staat in vers 29. Bestemd om aan het beeld van Zijn Zoon gelijkvormig te worden. Joni kent de schriften. En dat heeft haar geholpen.
Misschien is dat ook onze ervaring. Dat moeilijke dingen u, jou, mij dichter bij God brachten. Het kan ook anders: dat het van God verwijdert. Maar als moeilijke dingen ons afhankelijker van Hem maken, dan is het iets tegen goede. Paulus trekt het lijden hier breder (niet alleen om Christus’ wil). Het is een beproeving, tot loutering. Om geestelijk te vormen en sterk te maken. Dat horen we ook Joni zeggen.
Ervaar je het lijden altijd zo. Vast niet. Er mag geklaagd worden. In gebed. We lezen over zuchten (vers 26). Deze tekst is niet bedoeld om de klacht te smoren omdat het toch eens goed komt. God kan ons lijden gebruiken, een wending geven, een bedoeling hebben. Betekent niet dat we er geen moeite mee mogen hebben.
Door het lijden heen worden we betrokken in een proces dat ons dichter bij die heerlijkheid kan brengen. God kan het lijden gebruiken. Ook een bedoeling hebben. Dat zie je vaak zo in de Bijbel. Maar als dat zo is, maar God wil het lijden dan ook?
Ik wil daarover uitweiden. Ik ga een genuanceerd antwoord geven. Wil God dit? Dat ik in het ziekenhuis lig? God wil het lijden niet. Het was niet het oorspronkelijke idee. Wij hebben het zelf over ons uitgeroepen. Het is ook niet het idee voor de toekomst. Nee, God wil het ten diepste niet. Het komt niet uit Zijn koker, zo gezegd. God wil niet dat wij ziek zijn. Jezus genas zieken. Door Zijn lijden verlost Hij ons van het lijden. God wil het kwaad en de zonde niet.
God geeft ook lijden. Als straf op de zonde. Genesis 3. We vinden dat verder in de bijbel. Ziekte, waar we allemaal mee te maken hebben. We lezen in Psalm 38 vers 4: er is niets gezonds in mijn lichaam door Uw gramschap. Voor de dichter is dat ziekte geeft, geen vraag. Maar de aanleiding, die houdt hem bezig, namelijk de zonde. Bij Job laat God de satan toe. Job is rechtvaardig. De zonde is daar niet de reden. Maar God gaat Job wel iets leren.
Wil God dat dit mij overkomt? God geeft wel ziekte. En wil het dus ook geven.
En een voorbeeld uit Johannes 9. De blindgeborene. Wie heeft er gezondigd? Dit is gebeurd opdat de werken van God in hem geopenbaard zouden worden. Ziekte als onderdeel van het plan.
Er gebeuren dus dingen die Hij niet wil? Dat het buiten Zijn bestuur omgaat? Er gebeuren meer dingen die Hij niet wil. Hij laat het toe. Met alle vragen daarbij. Het handelen gaat niet buiten Zijn bestuur om. Ziekte laat Hij toe. Of zelf actief, zoals in Psalm 38. De gedachte dat het niet buiten Gods wil omgaat, vind ik belangrijk. Waarom? Het geeft mij houvast, dat het niet buiten Hem omgaat. Wat is het alternatief? Het is juist heel troostrijk. Dat is de teneur van de Catechismus: gezondheid en ziekte komt ons van Zijn vaderlijke hand toe! Dat is zondag 10. Zo troostrijk is dat. Het geeft houvast. In zondag 9: alle kwaad dat hij mij toeschikt, in dit jammerdal, toeschikt, kan en wil Hij als een getrouwe Vader. Er gaat niets buiten Hem om. In Christus mogen we wel weten dat Hij onze vader is. Het is geen kille God met een knop die dingen regelt. Nee, het is onze Vader. Een genadige Vader!
Dan mag je je klacht uiten. Je hoeft niet te berusten in het lijden. Hij geeft het. Het ligt in Zijn hand.
Terug naar onze tekst. God weet het lijden, het kwaad voor ons om te buigen in iets goeds. In het krachtenveld: Hij geeft richting. Moeilijke dingen, dingen die op je pad komen, Hij kan er doorheen werken. Hij neemt ons erin mee. Dat is de boodschap van vanmorgen.
Tot slot. Er is nog een vraag over als we naar de tekst kijken. Voor wie geldt dit? Paulus zegt: voor hen die God liefhebben. Het is geen algemene waarheid. Kijk, diegenen die met God niets te maken hebben, hebben hier geen zicht op. Die lopen hier misschien wel tegenaan. Ze hebben kritiek op God. Hoe kan dit?! Wij weten, we kunnen lijden niet zomaar op Gods conto schrijven. Die God liefhebben, laten God God zijn. Die weten wat Hij doet. Wat God doet, is welgedaan. Die zijn verwonderd dat God iets aan het lijden heeft gedaan. Zijn Zoon heeft zich opgeofferd voor het lijden. In Christus is God voor mij een goede Vader. Die hebben het vertrouwen dat God het kwaad in Zijn hand houdt.
Mensen die betrokken zijn geraakt in dat vernieuwingsproces. Dan sta je anders in de werkelijkheid. Dan weet je: ik kan hier iets van leren. Hij wil me dichter naar Hem toetrekken.
Hebben wij dan God lief? Een belangrijke en mooie vraag. God vraagt om uw liefde. Die liefde kan onbeantwoord blijven. Dat is heel kwetsbaar. Als je Hem lief hebt, ben je op Hem betrokken. Dan leef je dichtbij Hem. Er is perspectief in het lijden. En ook als we lijden aan de onvolkomenheid in mezelf: Hij is me aan het vormen. Ik ben uit de afgrond opgetrokken.
Voor hen die geroepen zijn, staat er. Het hangt niet van onze (eerste) liefde af. Hij heeft ons ertoe bestemd. Ons daartoe geroepen: Hij wil dat we op Jezus gaan lijken. Vers 30. God wilde allang het goede met ons. Allang van tevoren wat het het plan om het lijden om te buigen en gereed te maken voor de heerlijkheid. Zijn genade gaat aan alles vooraf, aan het lijden en aan onze liefde. U schenkt onze liefde. U draagt mij tot U.
Als laatste wil ik het vatten in een bergbeklimming. Een moeilijke. We maken van alles mee onderweg. We lijden. Zien anderen sterven. Hoe komen we ooit zelf boven? Het leven kan een lijdensweg worden. En tegelijk, we zijn aan het worstelen, er is vanuit de berghut een kabel die naar beneden loopt. Van eeuwigheid. Een kabel van heil. Van lijden tot heerlijkheid. Een kabel waaraan we gezekerd mogen zijn. Zo kunnen we het volhouden. Ik weet: ik heb die kabel nodig. Daar ligt ook het vertrouwen in dat we boven komen. Op weg naar de berghut. Op weg naar Christus.
En dan boven op die berg. Dan zal het lijden iets van de tegenwoordige tijd zijn, inderdaad. En alsmaar meer geschiedenis worden. Amen.
Hervormde Gemeente Reeuwijk, Ichthuskerk, zondag 17 november 2019, 9:30 uur. Schriftlezing Romeinen 8:18-30.