De Heilige Geest komt onze zwakheden te hulp, juist ook gaat om onze zwakheid in het gebed. Hoewel de Geest ons leert ‘Abba, Vader’ te zeggen, blijft ons gebed nog zo onvolkomen. De Geest heeft een positieve invloed op ons leven: Hij zorgt voor rust en zekerheid. Er komt met de Geest ook spanning in ons leven, juist vanwege die onvolkomenheden en zonden. De Geest bidt echter mét ons en ín ons. 

Gemeente des Heeren, een boer en zijn vrouw runden samen een akkerbouwbedrijf. Zij deden hun bedrijf van de hand toen ze 65 waren. De jonge boer, hun zoon, trouwde met een vrouw, zij was leerkracht op het dorp. De rentenierende boer overleed. Toen zei die vrouw, die leerkracht, dat ze zich niet thuis voelde in het dorp. De moeder kwam erbij wonen. Zij woonde weer in de polder en kon oppassen op de kleinkinderen. Maar er ontstonden irritaties. De schoondochter bemoeide zich niet met het bedrijf. En de schoondochter verdroeg de kritieken niet. Wrijving, frustratie, onrust. De oude boerin vertrok weer. Het kwam nooit meer goed. Dit is niet weggelopen uit een streekroman. Dit was in de Hoekse Waard. Inwoning is niet alleen win win situatie. Inwoning is vaak een bak onrust, wrijving en frustratie.

Vanavond gaat het over Romeinen 8. De apostel heeft het ook over inwoning. Sinds Pinksteren nestelt de Geest zich het hart van een ieder die met Christus verbonden is. Dat heeft positieve gevolgen: de Geest leert je om de Schepper aan te spreken met ‘Abba’, lieve Vader. Onvoorstelbaar! Zo vertrouwelijk. Een aanspreektitel waar een geweldige rijkdom in ligt. Als je God je Vader mag noemen, mag je jezelf zien en beleven als een geadopteerd kind van Hem. We geven ermee aan dat we ons in Hem geborgen weten. Dat we weten dat ons leven een bestemming heeft in het Vaderhuis. Een besef van rust en blijdschap. Een vreugde die je niet rationeel verklaren kunt. Een vreugde, gemeente, als een stille onderstroom. Diep van binnen is er het oervertrouwen: het komt goed met mij en mijn leven.

Ook, wat de apostel schrijft in vers 28: wij weten dat voor hen die God lief hebben, alle dingen medewerken ten goede. De dingen die je gebeuren die zijn nooit zomaar. De dingen hebben een doel en zin. De Geest leert mij: er zijn geen zinloze levenservaringen. Dat is nogal wat. Bij wie leven er niet bittere waarom vragen? De Geest bepaalt je bij die raadsel, dat ze volstrekt zullen worden opgelost. Bij de Thuiskomst zullen de tranen van je ogen afgewist. Niet afgeveegd, zoals een moeder. Afgewist, dat duidt erop dat die tranen gesteld zullen worden – voorgoed. Alle puzzelstukjes vallen op zijn plek dan. Alle wonden geheeld. Alle raadsels opgelost. Dat geloofsperspectief. Dat doet je zeggen: en toch weet ik dat al die schijnbaar zinloze dingen mij niet zomaar overkomen.

Die Geest heeft een positieve invloed op je. Hij bewerkt dat je te midden van vragen, toch vertrouwensvol in het leven staat. En dat er een onderstroom van vreugde is in je ziel.

De Geest leert mij ‘Abba’ zeggen. Zeker. Maar daarmee ook een spanning en ongemakkelijkheid opgeroepen. Welke? In vers 15 schrijft Paulus (onderstreep dat!): De Geest leert roepen. Waarom niet noemen? Omdat de apostel de Bijbel goed kent. Tot God roepen komt in het OT vaak voor. Israël riep vanuit het slavenhuis. En vanuit crisissituaties. Het veronderstelt onverlostheid. Er is om ons heen volop dreiging en dood. Zoals Coronavirus, antisemitisme, racisme. God Vader noemen in die wereld, waarin zoveel aan de hand is. Dat botst met elkaar. Dat je levensraadsels zinvol zijn? Dat roept vragen op!

De Geest werkt dus niet alleen rust en vrede. Maar ook vragen. Hij veroorzaakt spanning en onrust. Zoals die oude boerin, die ging inwonen. Zo is het ook met de geest. Het is heilzaam om dat te bedenken. Altijd roept het spanning op. Die vertaalt zich vaak in onrust, ongemakkelijkheid en vragen.

Die spanning is ook voelbaar als het gaat om de omgang met God in het gebed. Abba, Lieve Vader. Maar vers 26: wij weten niet te bidden wat behoort. Het gebed is onvolmaakt en onzuiver. Gezien het feit van de aanspraak. Wat mij betreft heeft de apostel gelijk. Het bidden is onder de maat. Met welke houding naderen wij tot Hem? Ben ik afgestemd door Hem? Eerst: Uw rijk kome, Uw wil geschiedde. Of draait het eerst om mijn belangen? En als u nadert, bent u dan zo onder de indruk van Zijn grootheid en majesteit? Dat u met eerbied en ontzag nadert. Als u een probleem deelt, bent u er dan van overtuigd dat Hij helpen zal? Of bidden we en weten we eigenlijk niet of het verhoord zal worden?

We moeten eerlijk zeggen: ons gebed is onder de maat. Het is niet in overeenstemming met: ‘Abba’, Lieve Vader. Wat een egoïsme in ons bidden! Heeft de apostel geen gelijk als hij hier het woord ‘zwakheid’ gebruikt? Pover, egoïsme, armoede, zwakte. Wat kun je daar verdrietig van zijn!

En dan de vraag: hoe gaat de Geest daarmee om? Met die zwakheid en rafelranden? Die oude boerin vertrok, pakte haar biezen. Handelt de Geest ook zo met ons? Lees eens in de tekst. Evenzo komt de Geest ons te hulp. Hij pleit met en in ons met woordeloze zuchtingen. Het is geen aanleiding voor de Geest om zich terug te trekken. Hij handelt gerust. Hij is wezenlijk anders dan die boerin. Hij blijft bij ons leven betrokken. We moeten stil worden! En ons verwonderen. Hij heeft ons onvoorwaardelijk lief. Geprezen zij u! In die prut wil u nochtans wonen en werken.

De Geest doet meer dan in ons blijven wonen. Het unieke is dit: Hij komt ons te hulp. In de zwakheden. In de Griekse grondtekst staat een bijzonder woord. Dat kan je niet goed vertalen. Aan de ene kant het aspect: voor ons bidt, in onze plaats. En aan de andere kant: samen met ons. Zowel plaatsvervangend biddend voor ons. Als ook biddend met ons. Wat moet ik me daarmee voorstellen? Ook voor de jongens en meisjes, een voorbeeld.

U weet dat Jezus op een bepaald moment, toen Hij onder het kruis liep, dreigde te bezwijken. Simon van Cyrene werd gedwongen het kruis te dragen. De sterke schouder van hem, naast de schouder van Christus. Hij droeg het in Zijn plaats. Jezus moest mee blijven lopen. In die richting moet u denken bij het werkwoord.

De Geest pleit met een woordeloos zuchten bij de hemelse Vader. Ontroerend. Als wij geen woorden meer hebben. Door verdriet, depressiviteit, door stomheid geslagen. De Geest neemt het van ons over. Wij worden niet afgestraft of afgeschreven. De Geest vangt ons op. Hij draagt ons door in onze plaats te zuchten en te pleiten.

De Geest neemt het niet alleen van ons over, Hij bidt ook mét ons. Hij zuivert mijn gebed. En vult het aan. En brengt het waar het zijn moet: bij de troon van God. Ik nodig u uit dit diep tot uw wezen door te laten dringen. Onze gebeden worden opgenomen door de Geest. Ze worden bij de troon gebracht. Wat een troost voor mensen die geen kracht meer hebben om aan te geven wat in hun hart leeft.

Iemand zegt: bijzonder, maar hoe gaat dat? Twee voorbeelden uit de pastorale praktijk.

  1. Ik ontmoette een zuster uit de gemeente, in het ziekenhuis. Zij ging langs de randen van de dood. Ze was te zwak om te bidden. Tegenover mijn bed hing een kaart: God is getrouw. Als ik mijn ogen open deed, zag ik die woorden. Ik nam die woorden in me op. Dat was genoeg. De Geest nam het van haar over. Ze had innerlijke vrede. Als ik overleden was, was het goed geweest. Zo werkt de Geest. Een paar woorden.
  2. Een broeder uit de gemeente was in gevecht met een boezemzonde. Weer onderuit gegaan. Hij kwam op mijn kamer. Hij huilde als een kind. Schaamde zich. Hij kon alleen maar kreunen uit de diepte. Erbarme Dich! Dat onvolledige, rafelige gebed nam de Geest over. Hij bracht het als een volmaakt gebed voor de troon van God. Zo werkt de Geest.

Deze voorbeelden maken duidelijk dat je als christen een verantwoordelijkheid in hebt. Als je je zozeer schaamt, dat je alleen maar kunt kreunen, of alleen maar kijken naar de kaart aan de wand. Blokkeer je daarmee de Geest? Mag ik u uitnodigen om uw gebed, hoe armoedig ook, niet op te geven. Blijf bidden. Stamel het. Kreun het. Tast het. Geef het niet op. In het vertrouwen dat de Geest erbij is. Hij brengt het gebed bij de Hoorder der gebeden (psalm 65). De inwonende Heilige Geest pleit voor ons met onuitsprekelijke verzuchtingen. Wees daar dankbaar voor, voor die inwoning! Amen.

Hervormde Gemeente Reeuwijk, Ichthuskerk, zondag 5 juli 2020, 18:30 uur. Schriftlezing Romeinen 8:18-30 (‘het grote hoofdstuk over het werk van de Geest’).