Samuël moet David tot koning zalven. God ziet niet aan wat voor ogen is (zoals mensen doen) maar het hart. David heeft dat zelf ook geleerd, in Psalm 139 nodigt hij God uit hem te doorzoeken. Staan wij erover open dat God ons hart doorzoekt?

Als God jou doorzoekt…

Israël wilde een koning hebben. Die kregen ze. Saul. Geen goede koning. Hij ging zijn eigen gang. Deed dwaze dingen. Samuel krijgt de opdracht iemand anders als koning aan te wijzen.

Eliab komt binnen. Samuel is onder de indruk. Hij is het niet De volgende is het niet. Geen van de zeven zonen is het. Zijn dit al je zonen? Nee. Er is er nog een. De jongste. David. Die wordt gezalfd. Let je erop dat God de jongste uitkiest. Zo doet God het vaker. God is niet afhankelijk van waar mensen op letten. God kiest gerust het zwakke of het kleine, minderwaardige. Waar wij overheen kijken.

David is de jongste zoon, maar geen klein ventje meer. Hij hoedt de schapen. Hij versloeg wilde beesten. Wat zijn uiterlijk betreft: rossig, bruin gebrand, goede ogen. Gezonde kerel. Samuel moet hem zalven. De Geest komt in hem wonen een geeft bekwaamheid om het ambt uit te oefenen.

Is Saul zo’n slechte koning? Nou, hij dient God niet. Hij dient andere goden. Welke zijn dat? Waarop stelt hij zijn vertrouwen? Zijn lijfwacht, een stam, een clan? Denkt hij het zo te maken? Saul is wel een man die op zichzelf vertrouwt. En op zijn eigen inzicht. Niet op God of Zijn woord of belofte.

In de Bijbel wordt zo iemand een goddeloos genoemd. Wie God niet dient, is een goddeloze. Of een dwaas. Je kunt heel slim zijn, heel bekwaam zijn in je werk, veel geld verdienen. En dat God je toch een dwaas noemt. Omdat je met Hem niet rekent. Je bent zelf god. Je vertrouwt op je eigen verstand.

Zo iemand is Saul. Hij is geen goede koning. David moet hem opvolgen. Toen Saul werd uitgekozen, was het volk enthousiast. De vrouwen voelen voor hem. De mannen bewonderden hem. Een vorstelijk figuur. Dat was de buitenkant. De binnenkant was anders. Hij wilde koning zijn zoals bij de heidenvolken. Hij wilde zijn eigen wil doorzetten. Hij ging op een gegeven moment offeren om God gunstig te stemmen. Hij mocht dat niet doen. Hij wilde God manipuleren. Samuel zegt dan, er komt een eind aan uw koningschap. Hij had geen berouw. Wel zat hij met de gevolgen.

God roept Samuel om een man naar Zijn hart te zalven.  Dat betekent dat God Zijn hart op David gezet. David moet koning worden. God kiest uit. God ziet het hart aan, van David. Dat zegt God ook tegen Samuel.

Hoe zit het met Davids hart? Toegewijd aan de Heere. Een zondaar als ieder ander mens. God is goed, wijs, betrouwbaar. Zo is Davids hart niet. Hij begaat misstappen. David buigt voor God. Uit liefde, ontzag. Als je de psalmen leest die hij schreef, proef je dat ook. Psalm 139 bijvoorbeeld. We zijn nergens zonder God. Dat kan bemoedigend voor je zijn. Nergens buiten het bereik van Gods zorg. Wat je situatie ook is. Hij kan je helpen en redden. Er is geen situatie waarin je geen beroep op God zou kunnen doen.

Een mooi voorbeeld is Abraham. Hij is in grote nood. Naar Kanaän getrokken. Met de belofte dat hij tot een groot volk zou worden. Maar ze hebben nog geen zoon! God noemt zich de Ontzagwekkende (NBV), de almachtige. Voor God is niets onmogelijk. Allsufficient in het Engels. God is altijd toereikend. Aan God heb je genoeg. Aan Zijn liefde, trouw, genade.

Psalm 139 wijst ook op Gods beoordeling. Je kunt er niet aan ontsnappen. Iedere adem slaat God gade. God weet alles van ons. Hij kan ons overal bereiken. Je kunt aan God niet ontkomen. Waar we ook zijn. Dat kan goed en slecht nieuws zijn. Het is bijna of Psalm 139 systematisch dubbelzinnig is. David belicht de feiten ondubbelzinnig. Bijna alsof de psalm ons uitdaagt daar zelf een besluit over te nemen. De psalm leest ons. Spoort ons aan ons te laten lezen. Daarom eindigt de psalm met God uit te nodigen. Je laten onderzoeken. Je openen voor Gods beoordeling. Of je toewijding oprecht is. Of jouw wil ook Zijn wil is? Ben je een man, vrouw naar Gods hart. God onderzoekt en kent je. Hij wil weten wat er in je hart leert. Wat motiveert je? Waar verlang je naar? Wat wil ik eigenlijk? Je weet het zelf niet zo goed. Prikkels komen op je af. David weet daarvan. Hij wil niet tegen God ingaan. Zich niet verzetten tegen God. Dat je God dient en eert.

David had ook te maken met verleiding. Er staat een vreselijk verhaal over hem. Met Batheseba. Als ze in verwachting is, laat hij Uria met opzet doden. Listig en gemeen. De profeet Nathan ontdekt David daaraan. Dan heeft David berouw. God wist de zonde uit. Het kwaad is wel geschied. De rest van zijn leven moet hij wel met de gevolgen leven.

Zoals David zal niemand van ons gedaan hebben. De zonde is een roofdier. God nam het offer van Abel wel aan en van Kaïn niet. Kaïn is zwaar beledigd. En afgunstig. God waarschuwt Kaïn: de zonde ligt als een roofdier gereed om je te overmeesteren. Kaïn luistert niet naar God. Hij laat zich door de zonde overmeesteren. Hij slaat Abel doet. God onderzoekt Kaïn. Hij weet wat er in zijn hart leeft. De zonde brengt hem tot blinde woede.

De zonde ligt ook in jouw leven als een roofdier aan de deur. Wat is het? Afgunst, drugs, porno? Niet schijnheilig gaan leven. Niet het zondige wegstoppen. David raadt je aan: open je hart voor God. Nodig God uit je hart te onderzoeken. Heer, laat mij het verkeerde zien. Wat er slecht is, verlang, doe. Bewaar mij ervoor te zondigen. Bewaar mij om de naaste kwaad te doen, schade en brokken te maken. In ons hart zit iets om de naaste te bedriegen. Niemand zegt, ze mogen van mij alles weten. Je bent vriendelijk en betrouwbaar, maar je doet zomaar iets wat lomp is. Je wekt de indruk betrouwbaar te zijn, maar je hebt wel eens iets gestolen.

De bijbel ontdekt je aan jezelf. God leren kennen en jezelf. Je gaat Zijn glorie en luister zien. Op Hem lijken! Bij de schepping straalde die af op de mens. Adam en Eva in het paradijs kwamen in opstand. Ze raakten die luister kwijt. Dat is ont-luisterend. Ze raken hun luister als beelddrager van God kwijt. Ze schuiven de schuld af.

Het gaat dan door, als ik naar het journaal kijk, zie ik veel ontluisterends. We moeten bidden voor de wereld. De naaste liefhebben. Ontluisterend wat er in Ter Apel gebeurd. Laat ik mezelf onderzoeken. Onder leiding van de Geest. God die ons doorgrondt, doorzoekt. Een omschrijving of naam van God. Wie bent U? Hij die je doorgrondt. Hij die de harten doorzoekt. Paulus is daarmee bekend met Psalm 139. Doorzoeken of onderzoeken. Met een zaklamp door een kamer gaan. Je gaat de zolder doorzoeken van het huis van je grootouders. Wat zul je er iets aantreffen?

Als God ons hart doorzoekt, wat komt Hij tegen? Het duister van je hart… Dingen waarvan je hoopt dat Hij het niet ziet. God wil ons niet aan de schandpaal nagelen. Dat doen mensen: betrappen en kwaad spreken. Laat je niet verleiden tot roddelen. Of verspreiden van foto’s, shame sexting. Doe er niet aan mee. God oordeelt over alles er in de mens verborgen is (Rom 2:16). God zal het schijnheilige aan het licht brengen. God oordeelt daarover als Rechtvaardige. God doorzoekt je hart. Je staat ervoor open? Zeg je dat wel eens tegen God? Toon me waarvan ik me moet bekeren. God wil dat. Hem uitnodigen je hart te doorzoeken. Meer op Jezus gaan kijken. Maak ons, o God, Uw beeld gelijk!

Amen.

Hervormde Gemeente Sluipwijk, zondag 28 augustus 2022, 10 uur. Schriftlezing 1 Samuel 16:1-13 en Romeinen 8:26-30.