Psalm 19 is een oud Adventslied: God openbaart zich niet alleen in de Schepping, maar vooral in het Woord. In het Woord licht Christus op, Hij leefde een volmaakt leven. Hij komt naar ons toe en wil ons van onze afdwalingen bekeren.
Vol verwachting klopt ons hart
Gemeente van de Heere Jezus te Gouda, als je langere tijd weggeweest bent, is het fijn als je wordt opgewacht. Op het vliegtuig of thuis. Het overkwam mij toen ik weer terug kwam uit Colombia. Dankbaar en blij dat je weer in je gezin bent. We kunnen ons er allemaal wel iets bij voorstellen. Stage lopen, als ouders ben je op je kind betrokken. Onze jongste reist nu door Chili. Elke dag bekijk je berichten. Hoe zal het gaan?
Maar ook een andere kant. Als niemand op je wacht. Niemand bij wie je verhaal kunt doen. Dat hebben we als mens nodig. Iemand bij wie je ervaringen kunt delen. Verwacht worden of niet verwacht worden is een groot verschil.
Het gebeurde onderweg, Jezus sprak onderweg over het gebed. En de volharding. Jezus vroeg: zal de Zoon des Mensen straks als Hij komt, geloof vinden? Mensen die Hem verwachten? Dat staat in Lukas 18. Het lijkt alsof Jezus bezorgd daarover is.
We vieren elk jaar advent. Maar verwachten we Hem ook? Mensen die vol verlangen naar Hem uitzien? Vol verwachting klopt ons hart?
Ik wil aan de hand van dit oude lied daarbij stilstaan. Ik werd er bij bepaald in Colombia. Dit oude lied heeft met Advent te maken. Als je een psalm leest dan moet je je een vraag stellen. Waarom schrijft de dichter, schrijver nu dit lied? Welke vraag wil hij beantwoorden? Waarom is dit lied geschreven.
Deze Psalm gaat over het spreken van God. Er zit een beweging van God in, naar de mens. God komt naar de mens toe. God doet dat op twee manieren. De vraag die erachter ligt is: als God dan komt, zullen we Hem dan zien en horen en verwachten? Daar ligt de zorg van de dichter, dat blijkt uit het slot. De Psalm bestaat uit drie coupletten: vers 1-7 en 8-12 en 13-15.
Eerste couplet: God openbaart zich in de Schepping
God komt naar ons toe via de Schepping. Hij neemt ons mee naar buiten. De zon komt op, maakt de morgen wakker. Kijk het gewelf. Daarin zie je de handen van God. Let vooral op de zon. De zon komt uit zijn tent tevoorschijn. Iedereen wordt door zijn stralen verlicht. Er komt een nieuwe dag. De zon heeft er zin in. Zoals de bruidegom die dankbaar is om aan een nieuwe dag te beginnen. Of een hardloper, rennend richting de finish. Je hoort de zon niet, maar heel de aarde bestrijkt hij. De zon komt op en gaat onder. De dichter verwondert zich erover. Hij ziet er de trouwe zorg van God in. God heeft het zo gemaakt. De zon als middelpunt. De hemel vertelt Gods eer. En Zijn heerlijkheid: dat is Zijn trouwe zorg.
De dichter neemt ons misschien wel de heuvel op. Tussen de huizen en het stof zie je het niet. Misschien sta je vroeg op om de zonsopgang te zien. Zo neemt de dichter ons mee. De dichter heeft het niet over de bomen, dieren, planten, veld. Misschien geschreven in een stoffige woestijn? Verzengend misschien. Wij lezen dit lied heel anders. Wij zijn mensen van de 21e eeuw. We horen over de zorgen over het klimaat. Droogte of juist overvloed aan water. Klimaatgeneraal: de meeste oorlogen in de toekomst zullen gaan over water en graan. Er zijn grote uitdagingen. Maar daar gaat het in dit lied niet over. Het is wel belangrijk, het zicht kwijtraken dat God de Schepper is van alles wat leeft. Het is niet zo dat de mensen geen weet hadden van de bedreigingen. In Egypte waren mensen elke dag bezorgd of de zon weer ging schijnen. De zonnegod ging onder. Demonen wilden dat voorkomen, dat de zon opkwam. Men wist van de bedreigingen. De dichter legt de vinger erbij: sta er bij stil dat je een nieuwe dag hebt ontvangen. Als er licht is, is dat een herhaling van de eerste scheppingsdag. Licht staat symbool voor het leven. Een dag als geschenk om God te dienen. Voor schepping te zorgen. Roeping serieus te nemen. Elke dag als het weer licht is, als een geschenk zien. God legt het leven weer in onze hand. Weer een dag uit Zijn hand ontvangen. De zon komt op, maakt de morgen wakker. Ik ben er weer. Nee. Nee belangrijker: God is er weer. Dat is iets onbevangens.
Tweede couplet: in de Schrift licht Jezus op
De Nederlandse Geloofsbelijdenis, een oud geschrift, zegt in artikel 2 hoe we God kunnen kennen. Vanuit de Schepping. De Schepping is een boek waarin we kunnen lezen. Nog beter kunnen we God kennen uit de Bijbel.
Het tweede couplet gaat over de woorden van God. De Thorah. Dat wordt met wet vertaald. Buber vertaalt het met onderwijzing. Al Gods woorden. Beloften. Geboden. Op allerlei manieren heeft God gesproken. Ze getuigen van wat God heeft gedaan.
Achter die woorden staat dus een God die betrokken is op ons leven. Hij komt naar ons toe met de woorden die Hij spreekt. Hij wil onze Vader zijn. Hij komt via het Woord. Hij spreekt, wijst ons de weg, wil ons voor dwalen behoeden. Wil ons Zijn liefde betonen. Wil ons inwinnen voor Zijn Koninkrijk. Hij wil ons genadig zijn.
In het tweede couplet staat een getuigenis wat de woorden zelf met de dichter hebben gedaan. De woorden bekeren de ziel, wijzen de weg. Zes kleine zinnetjes gebruikt hij ervoor. Het woord gaf me wijsheid. Opeens lichtte het op. De woorden zijn betrouwbaar. Uiteindelijk komt hij erop uit: het woord is zoeter dan honing. Het is zuiver. Ik word erdoor beloond en vermaand. Nooit tevergeefs heb ik erin gelezen.
Het tweede couplet wijst ons op een geheim. De woorden van God brengen ons dichter bij God. De dichter zegt: het woord is volmaakt, recht, zuiver, rein. Al die woorden zijn persoonseigenschappen. Die worden gebruikt voor het karakter. In het woord ligt de God van het woord op. Het eerste couplet ging over God de Vader als Schepper. Het tweede couplet over de Heere Jezus. De dichter dacht er misschien niet aan, maar de Geest wel.
Jezus zegt: de schriften zijn het die van Mij getuigen. Zo het woord lezen dat het transparant wordt, tot op Jezus. Die woorden zijn in Zijn leven te vinden. Je ziet iets van Jezus oplichten. Je hart gaat sneller kloppen. Bij het avondmaal gaat het over Hem die Zijn leven gaf. Kom, Ik heb Mijn leven voor je gegeven. Het is kostbaarder dan goud, Zijn genade is zoeter dan honing. Denk daaraan terug als je het brood eet.
God komt naar ons toe als de Schepper en als het Woord. In het Woord zie ik Jezus. Het is genade als ik aan een nieuwe dag mag beginnen. Of zie ik dat niet? Leef ik daaraan voorbij? De dichter kent zijn eigen hart en daarom ook dat derde couplet.
Derde couplet: de Geest ontdekt ons aan de tegenkrachten
Dat gaat over de Geest. Het is een trinitarisch gebed en lied, denk ik. De Geest reinigt. Loud en clear openbaart de Geest zich. Maar toch kunnen we eraan voorbij leven. Hoe kan dat? Hoogmoed. Of arrogantie. Dat je het al weet. Dat er geen honger is. Dat je je niet wilt laten gezeggen. Dat is nu de worsteling, zegt de dichter. Dat stond in de weg. Mensen zeggen dat wel eens, ik ervaar God zo weinig in mijn leven. We ervaren Hem vaak zo weinig vanwege de tegenkrachten. Meervoud in het Hebreeuws. Calvijn zegt dat het de duivel is. Verborgen krachten. Kan bewust zijn of dingen die met teleurstelling te maken hebben. Teleurgesteld in ons hart. Dat maakt het ervaren van God moeilijk. Dingen die je hebt meegemaakt. Je praat er niet vaak over. De Geest weet het. En brengt aan het licht. Die ruimt die krachten op. Laat het niet in de weg staan, o God. Gods Geest weet er raad mee.
De dichter eindigt met een gebed. Vers 15. Elke keer is dat het gebed dat ik bid voor ik de kansel op ga. Mogen de woorden van mijn mond en de overleggingen van mijn hart U welgevallig zijn. Mooi om elke morgen te bidden. Voor een vergadering of voor het uitgaan. God werkt erdoor geen. Geen van onze gebeden zal leeg terugkeren. Wij mogen dit bidden in de naam van Jezus. Dat geeft extra kracht.
Hij gaf Zijn leven aan het kruis. Hij heeft die verborgen krachten gedragen en verzoend. Ik mag dit bidden elke dag in Zijn Naam. Als je dit bidt, wat gebeurt er dan? Dat werkt de Geest uit, dan komt God tot je toe, zomaar in de natuur of als je je buigt over het Woord, dan gaat het zingen in je hart: HEERE, U bent mijn Rots en Verlosser. Wat is het mooiste antwoord dat je kunt zeggen of geven, als Hij komt? Dat is toch dit: mijn Rots, mijn Verlosser.
Amen.
Protestantse Gemeente Gouda, St. Janskerk, zondag 27 november 2022, 10 uur. Schriftlezing Psalm 19 en Johannes 1:8-13.