In de brief aan de gemeente van Filadelphia, een kleine gemeente die het heel moeilijk heeft, vertroost Christus hen. Deze gemeente bewaart het woord, het woord van de volharding. Zij zien in hun omstandigheden op Christus. Christus openbaart zich aan hen als de Heilige en Waarachtige; van Hem moeten zij het hebben. Zij onheilig en zondig, Hij heilig en rein; Hij zoekt hen op en leidt hen in het Huis van de Vader. In die schatkamer delen ze in Zijn weldaden: vergeving, vernieuwing, eeuwig leven.
Jongens en meisjes (hier en thuis), die brief aan Filadelfia, daarin gaat het over een sleutel en een deur? De sleutel van David. En de deur die opengaat. Ik lees vers 7 en 8 nog eens. De engel, dat is de voorganger. Of de gemeente zoals ze vertegenwoordigd is bij God.
Gemeente van Jezus Christus, Filadelfia is een piepkleine gemeente. In een stad waarin de weerstanden groot zijn. Je wordt zo omver geblazen. Verzet en haat. Zo’n atmosfeer, waar vind je dan vastheid, houvast, een fundament?
Dit zegt de Heilige, de Waarachtige. Twee namen van de Heilige God. Ik ben er, ga maar op weg, dan merk je hoe Ik er ben. In de mond van Jezus. Die onnoembare naam. Ik ben er – ga maar – Ik zal er zijn.
De Heilige. Zelfs de engelen deinzen bijna achteruit. Jesaja 6: ze bedekken uit eerbied hun vleugels en voeten. Verheven in glorie. Wie is aan U gelijk? Wie kan voor U bestaan? Rein, licht, heerlijkheid. Als dat licht een mens in de ogen straalt, dan wordt een mens bang. In de nacht dat Jezus geboren werd: ze vreesden met grote vreze. Wat wil je ook? Denk aan het licht van de zon. Gaat die op, alle andere bronnen van licht (kaars, lamp), wat stellen ze nog voor?
Dit zegt de Heilige. Ja. En hoewel het een Naam is om voor te beven, toch is het een Naam die je wil bevrijden tot blijdschap. Dat je vanmiddag opgelucht ademhaalt. En met vreugde en nieuwe moed je leven in gaat straks. Geen beklemmende maar bevrijdende Naam. De God is zo heilig, Hij kan geen onreinheid aanzien. Hij grijpt het vast en overwint het. Onze God is zo heilig dat Hij wat onheilig is, heilig is. En met onrein net zo. Onrein. Vies, vuil, smerig. Zonde. Dat is het ook. Ten diepste: dat je losraakt, vervreemdt van God en Zijn Woord. Losbandig of heel keurig, christelijk.
Dit zegt de Heilige. Dat is Hij die je vastgrijpt. Die je tegen Zich aandrukt. Hij verbindt Zich met liefde aan je. Het bloed van Jezus reinigt van alle zonden. Hij staat zo voor ons vanavond. Arm om je heen. Zoen op je lippen. Verzoening. God maakt het in orde met je. Wat er ook is gebeurd. Waarmee je zit te tobben nu. Hij maakt het goed. Hij wil ons niet kwijt. Hij rust niet voordat Hij ons aan Zijn hart heeft gedrukt.
Dit zegt de waarachtige, de betrouwbare. Hij zegt het er expres bij. Ik doe het hoor! Wat je er bij jezelf van waarneemt, is het tegendeel. Zie ons onrein en misvormt. Anders kan het toch niet! Hij grijpt je aan in je onheiligheid.
Dit zegt de Heilige, de Waarachtige. Een naam van houvast. Als je geloof daar niet op rust, wat dan…. Ik ben die Ik ben. Hij wil niet zonder je.
Die de sleutel van David heeft. Een beeld uit Jesaja 22. Eljakim heeft een grote houten sleutel. De schatbewaarder van de koning. Hij heeft toegang tot de schatkamer. Christus betrekt dit beeld op zichzelf. Ik ben het die toegang geeft tot het huis van Mijn Vader. Ik laat je delen in Mijn Vader: in Zijn liefde, vergeving, gehoorzaamheid aan de geboden, eeuwige leven! Hier. Wil je het hebben? Zo ben je heilig voor God. Rein. Volmaakt. En je mag komen in de nabijheid van de Vader. Kind aan Huis. Wil je naar binnen? Hij opent en niemand sluit.
Ja, zeg je, er staat ook: Hij sluit en niemand opent. Als ik bedenk wat ik ervan terecht breng, in geloof, volgen en gehoorzamen en bidden? Hoe moeilijk ik erbij kom? Kan zo op slot zitten. Die liefde tot de Bruidegom, uit Hooglied, maar nu… Zou Hij de deur niet in het slot hebben gesmeten? De hemel lijkt van koper. Ja. Hij sluit ook. En niemand opent. Waar ben ik aan toe?
Als Jezus dit zegt, weet u waar u dan aan toe bent: om je te haasten. Wil je leven van Hem? Hij brengt je erin. Alleen Hij! Of wil je eerst geloviger worden? Wil je je eerst opknappen? Laat je niet ringeloren! Christus wil de sleutelpositie.
Het verloren schaap is losgeraakt. In een ravijn. Pootje gebroken. Kan de herder niet meer volgen. De Goede Herder komt. Hij tilt op en draagt. Hij komt in jouw val. Ook al heb je geen benen en geloof meer. Als je bidden stuk loopt. De Goede Herder.
Gemeente, in Filadelfia is de deur open! De Naam van God is hun houvast. Weet je waar dat uit blijkt? Uit hun werken. Hun leven. Hoe ze opvoeden en zijn onder collega’s. Ik ken uw werken, zegt Christus. U hebt weinig kracht en toch hebt U mijn Woord in acht genomen en Mijn Naam niet verloochend. Hoeveel zullen het er zijn geweest? Minder dan hier nu. Niets in vergelijking bij de rest. Kwetsbaar.
De joodse gemeenschap is hun vijandig gezind – die proberen hen in een kwaad daglicht te zetten bij de Romeinen. Ze zijn klein. En het wordt moeilijk gemaakt door mensen die in dezelfde God geloven (want joden geloven in dezelfde God als wij). Hij brengt mensen uit de heide volken bijeen. Die hoeven niet eens te worden besneden en hoeven zich niet aan de spijswetten te houden?! Wat een strijd! Weerstand, tegenkracht, meningen. Die hen willen losmaken van de liefde van God. Jullie zijn heidenen! Jullie verontreinigen jezelf. Ze zijn zwak, fragiel, onder druk.
Daar dwars tegen in, aan hun leven merk je dat een deur open is. De toegang tot God. Zelfs de vijandige joden kunnen die niet sluiten. Dwars door alles heen is de gemeente trouw aan Christus. U hebt Mijn Woord in acht genomen. Bewaard. Koesteren. Iedere dag vasthouden, bewonderen. Ze leven ervan!
In vers 10 noemt Christus dat het ‘woord van Mijn volharding’. Een zeebonk doet dat. Hij hecht zich aan een stuk rots of aan een dier. Dat is volharding. Je vastklemmen zodat je niet wordt meegesleurd. Ze zagen hoe Jezus dat deed. Ze zagen Zijn volharding. In leven en sterven hield Hij zich vast aan Zijn Vader – zelfs toen de Vader de deur dicht deed. Hij riep met Psalm 22. En Hij stierf met Psalm 31.
Weet u hoe het in Filadelfia gaat? Niet: volhouden, we doen ons best, ze krijgen ons niet klein. En de volgende generatie dan? Niet rug rechten, voorwaarts. Ze weten van een deur. Ze gaan die deur door. Ze komen dan in de nabijheid van de Vader. Ze vragen dan: mogen we U voor ogen hebben. Dat U het Woord van Vader vasthield. Mogen wij door Uw Geest Uw Woord bewaren? Ik heb voor U een geopende deur gegeven. Niemand kan die sluiten!
Dat heeft hoe dan ook een effect op onze omgeving. Christus zal dit gebruiken om tegenstanders tot vrienden te maken. Mensen die anti zijn, worden getroffen door de puurheid van die afhankelijke leven. Ze worden er zo door getroffen. Ze worden er zelfs door gedood. In Filadelfia zijn het mensen uit de synagoge. Dat gebeurt niet hier bij ons – misschien geldt de belofte voor hen, dat wij erkennen dat God Zijn eigen volk lief heeft. Wie zijn die mensen uit de synagoge? Maak je daar niet druk over. Hoe zegt Christus dat? Ik geef. En: Ik zal maken.
Voor ons komt het aan: door die geopende deur, leven van de schatkamer. Onlangs bezocht ik het inloophuis van onze gemeente, op de markt van Zeist. 50 mensen per week komen er. De coördinator zei: er komen mensen die totaal onbereikbaar zijn voor het evangelie. Er is geen enkele antenne voor. Ze zeggen: hou je mond. Ik schenk soep in, en onderwijl bid ik: Kyrie Eleison. Is dat het? Ja. Weinig kracht. Maar het Woord vastgehouden. Misschien zijn jouw buren kerkhaters. Of collega’s. Discussie is best aardig maar… Of je zus. Joh, sluit die kerkdienst over. Of je kinderen, ze gaan hun eigen weg. Heer, ontferm U! Ik heb een geopende deur gegeven. Niemand kan die sleutel. En nog is die belofte er. Ik geef. En: Ik zal maken. Ik kan mijn kinderen niet tot U dragen. Ze zijn van U. En al die mensen die in jouw leven een rol spelen. Zie Ik heb u een geopende deur gegeven.
Dat is heden, vandaag, de toegang tot God. En tot je naaste ook. Hoe onbereikbaar ook. Een deur de toekomst in. Daar eindigt Christus mee. Er zal een verzoeking komen over de aarde. Misschien onze tijd? Tijd waarin invloed van evangelie zo ver wordt teruggedrongen? Bij jezelf en bij anderen. Dat je denkt, mensen lief, ben ik nog wel aangesloten op die toegang en schatkamer? Is de hemel wel open? Zijn het sprookjes van vroeger?
Christus zegt: wie het woord van Mijn volharding bewaart, Ik bewaar jou. Hij wijst op Zichzelf. Ik kom spoedig. Hou vast wat je hebt. De Heilige zoekt jou – daarin ligt jouw overwinning. Ik zal Hem tot een zuil in de tempel van God maken. Hoe vaak je aan het wankelen gebracht werd. Hoe vaak losgeslagen door onreinheid – wij zijn geen heiligen in onszelf. Jezus heeft volhard. Hij brengt je binnen door de deur. Met Hem zul je nooit omvallen maar sta je vast als een pilaar in de tempel. Dichterbij God kan je niet komen.
In zal de Naam van Mijn God op hem schrijven. Een naam op de zuil, inscriptie, ter ere van. De naam van God op je voorhoofd. Ter ere van. Wat moeten wij zeggen vanmiddag; wat is Hij trouw! Zijn Naam. Tekent jouw leven voorgoed. Het kan niet op. Ook de naam van de stad van God, dat neerdaalt ! Voor eeuwig zul je er wonen. De rijkdom zien: Jezus zelf in eigen persoon. Hem zien zoals Hij is. Getekend met Zijn Naam. De Opgestane. Hij heeft de overwinning al behaald. Een deur de toekomst in. Het nieuwe Jeruzalem. Zoals de Bruid in het Hooglied. De Koning heeft mij gebracht in Zijn binnenkamer. Laten we Zijn liefde in herinnering roepen.
De Heilige en Waarachtige opent de deur. Als je binnen gaat, kom je Thuis. Als slotakkoord geef ik mee, wat ik ooit hoorde: ‘Niets uit ons, alles uit Hem, zo komt men in Jeruzalem.’ Amen.
Hervormde Gemeente Reeuwijk, Ichthuskerk, zondag 12 juli 2020, 18:30 uur. Schriftlezing Hooglied 1:1-4 en Openbaring 3:7-13.