Op het Loofhuttenfeest geneest Jezus een verlamde man die in Bethesda ligt. Dat wonder is een teken van iets veel groters: de barmhartigheid en omarming van God. In Jezus is God nabij gekomen en wil Hij ons voor eeuwig bevrijden van zonde, schuld en duisternis. Jezus heeft de zonde op zich genomen en weggedragen (zoals deze man zijn ligmat opneemt en wegloopt). 

Gemeente van Jezus Christus, het is feest in Jeruzalem. In het evangelie van Johannes is het vaak feest. Het is geschreven in het ritme van de feesten. Een feest. Welk feest? Ik denk het Loofhuttenfeest. Wij kennen dat niet. In Israël wordt het gevierd in het najaar. Terugdenken aan reis door de woestijn. Wanneer is dat land in bereik? Je zou moe worden. Gaan zitten en niet meer opstaan. Maar God houdt de beweging erin. Jongens, opstaan. Verder trekken. Onderweg naar Mijn toekomst.

Jezus is op een plek waar die feestvreugde totaal ontbreekt. Bethesda. Afdeling met ongeneeslijk zieken of in een psychiatrische afdeling. Terwijl iedereen kerst viert of vuurwerk afsteekt. Overal feest, maar daar niet. Jezus is daar. Bethesda. Een ziekenhuis. Het heeft ook wel iets van een kuuroord. Af en toe komt er stroming in het water. De hemel raakt even aan de aarde. Wie in de beweging van de engel meegaat, wordt gezond. Huis van barmhartigheid en omarming. Af en toe omarmt God een mens. Dan komt Hij helend nabij. Vandaar dat de gangen propvol liggen. Je struikelt er over. Ze liggen er allemaal om zo snel mogelijk het bad in te kunnen. Plek van hoop en wanhoop. Wat als je telkens te laat bent? Een plek van jaloezie en haat. Ik eerst.

Er ligt een mens die 38 jaar ziek is. 38 jaar lang te laat, verlamd, op een ligmat. Verdord. Verdroogd. In het Grieks staat dat. Uitgeteerd, Psalm 116. Geen leven, toekomst. Uitgerekend daar. Op het Loofhuttenfeest, feest van beweging en toekomst.

Dan is daar Jezus. Die ziet Hem liggen. Hij ziet hem echt. Hij doorziet hem. Hij weet van zijn ziekte. Jezus staat bij hem stil. Waaruit dat blijkt? Uit de vraag. Wil je gezond worden? Hoe hoort u die vraag? Is toch een tamelijk overbodige vraag. Hoef je niet te vragen? Of juist wel! Wij kunnen dat niet inleven, wat nu als je daar al 38 jaar lang ligt?! Je komt nooit bij dat water. Is dan al je hoop op genezing niet vervlogen? Ik? Voor mij kan het niet meer. Het is een gewetensvraag. Geloof je dat je nog opgetild kunt worden? Dat er redden aan is? Heb je nog geloof in de omarming van God? In Zijn daden en barmhartigheid. Wat als het over jou gaat, Psalm 136?

Het antwoord is duidelijk: hij gelooft het niet meer. Ik heb geen mens om mij in het water te komen. Hij ligt misschien wel in het uiterste hoekje. Zijn ziekte, de mensen, ze lopen straal aan hem voorbij. Ik kan alleen maar over de ziekte praten. Voor mij kan het niet? Een man zonder hoop. Verdord en verdroogd. Af en toe een Engel, God rakelijks dichtbij. Hij is op sterven na dood.

Maar daar is Jezus. Die Hem ziet en kent. En daar midden in komt. Sta op. Ga lopen. En meteen wordt de man gezond. Toch eerst een vraag. Je kunt veel vragen stellen bij dit stuk. Het is er propvol. Waarom alleen deze man? Als Hij van de hemel is, waarom geneest Hij niet iedereen? Waarom die ene? Nou, omdat het in de wonderen nooit gaat om het wonder op zich. Maar het gaat om de betekenis van het wonder. Het wil een teken zijn. Verwijst naar iets groters en diepers. Dat gaat ons aan. De wijze waarop de barmhartigheid aan het licht komt. Die omarming. Gaat verder dan genezing van een lichaam. Lichaam en ziel. Het laat zien wat Gods barmhartigheid wil doen in ons leven. Bevrijdt je van alles. Zoals God je heeft bedoeld. Bevrijden van de macht van de duisternis. Alles wat het licht van het paradijs verdonkeremaand.

Daarmee wordt de vraag: wil je gezond worden, een vraag aan ons allen. Wil je gered worden uit alles van wat je gescheiden houdt van God? Hem echt kennen? Dat! Zou je dat willen? Dat is geen overbodige vraag. Maar een gewetensvraag.

Ik heb geen mens. Dat is keihard. Zijn wanhoop is getekend. Jij bent ook in zo’n toestand. Wil je gered worden? Machten die je leven lam leggen. God krijgt de eer niet die Hij verdiend. Wij hebben ook geen mens. Niemand kan je helpen als het gaat om deze dingen.

Maar daar is die ene Mens. Zo gewoon. En totaal anders. Hij is vol van de barmhartigheid en omarming. Hij ziet en kent jou. Hij zegt: sta op. Sta op. Hij zegt het met zo’n kracht dat die ziekte die man direct moet loslaten. Een opstandingswoord. Het is een teken. Het verwijst naar iets groters.

Straks op de morgen van Pasen. Hof van Arimathea. Het graf is hermetisch gesloten. Maar Hij komt levend naar buiten. Sta op. Dat is een teken van de opstanding van God zelf. Hij is de omarming van God zelf. De man wordt gezond en gaat lopen. Hij neemt zijn ligmat op. Dat moet je voor je zien. Het bedje dat hem 38 jaar heeft gedragen. Hij loopt er triomfantelijk mee rond. Die ontferming is krachtig. Dat ligmatje is zijn verleden. Dat neemt hij op zijn schouder. Hier ben ik van gered. Dat is ook een teken. Jezus nam de zonde op het kruis en draagt het weg.

Gemeente, zo is Hij afgedaald. Naar jou, waar Hij zit. Deze ontmoeting hier. Opdat je in beweging komt. Leven in zijn licht. Dat je moed krijgt om je leven onder ogen te zien. Wij zijn vervreemd van God. Getekend door de zonde. Behept met de duisternis. Daar niet voor weglopen. Maar het dragen. Er is redding! Ik heb het niet verdiend. Hij staat voor me. Hij heft mijn verleden op. Wat heb je op je kerfstok? Wat draag je mee? God vergeet het niet. Hij doorgrondt ons leven. Welke zonde speelt er concreet? Welk probleem tob je mee? Als je ogen er voor open gaan, loop er niet voor weg. Biecht het op voor God en als het moet ook voor mensen. Er is een Redder! Zie Zijn liefde. Weggedragen. Hij doorgrondt en kent ons. Hij zegt: Ik denk er niet meer aan. Wij hebben een Voorspraak bij de Vader!

Sta op. De man gaat lopen. Een mens. Niet geforceerd, maar echt bevrijd. Jezus zelf is het geheim. Daar kan je het aan herkennen. Dat Jezus het geheim is. Jezus wijst daar expliciet op. Vers 14: zondig niet meer opdat u niet iets ergers overkomt. Jezus bedoelt niet dat hij een zonde had gedaan. Hij ligt daar niet dankzij zichzelf. De genezing raakt aan heel zijn bestaan. Hij bevrijdt van zonde, oordeel, duisternis (dat zijn woorden die Johannes door heel zijn evangelie gebruikt). Doe niet alsof er niets is gebeurd. Val niet terug in een bestaan zonder Mij. Neem geen genoegen met licht en duisternis. Dan zak je weg in het oordeel. Dan ga voor eeuwig verloren.

Het is een stevig en liefdevol woord. Dit wil binnenkomen bij je. Dit is ook de echt omarming. Als je Zijn kracht en liefde hebt ervaren. Het licht van Zijn barmhartigheid. Dan is er niets ergers als daaraan voorbij leven. Dat God zegt: dat je goed bent, dat je dan de zonde aan de hand houdt?! Dat je jezelf losmaakt van Jezus liefde en geboden. Dat kan toch niet zo zijn. Een leven onder de maat van Zijn Woord? Zijn woord wil gezag hebben, elke dag! Het kan geen smetje hebben. Als we in de duisternis wandelen, liegen we, dan doen we de waarheid niet. Het is zo’n kostbare liefde. Verkwansel dat niet! Die liefde moet stralen.

Jezus zegt dit niet om deze man alsnog op zichzelf terug te werpen. Dat hij zelf moet zorgen in het licht te blijven. Dat redt hij nooit. Er zijn zoveel grijstinten in het leven. Jezus zegt dit opdat we nooit vergeten wie er voor ons staat: het Lam van God. Iedere dag scherp en alert blijven om bij Hem in de buurt te blijven. Hij belooft ons Zijn Geest. Opdat we leven tot eer van de Vader. Zondig niet meer. Daarmee legt Jezus ons in de armen van de Geest. We hebben het van Hem te verwachten. Die Geest heeft een grote voorraadkamer met goede werken. In ons leven praktijk maken. Wie in Mij blijft en Ik ik hem, die draagt veel vrucht. Zonder Mij kun je niets doen. Zondig niet meer. Wij zijn zo verbonden. Blijf dan in deze liefde.

Dan is het leven een feest. Al lig je in Bethesda. Een soort Loofhuttenfeest. Door mul zand, onder een hete zon. Ik geef er de brui aan?! Je komt jezelf zo vaak tegen. Kom ik er wel? Luister eens. God houdt de beweging erin. Let sterk op Hem. Hij gaat u voor en Hij is u ver vooruit. Amen.

Hervormde Gemeente Reeuwijk, Ichthuskerk, zondag 3 maart 2019, 9:30 uur. Schriftlezing Johannes 5:1-15 en 1 Johannes 1:5- 2:2. Lezing van de wet (‘de tien woorden’) uit Deuteronomium 5.