Pilatus vraagt zich af wat de waarheid is. Dat wordt in deze tijd ook afgevraagd: er zijn complottheorieën ten aanzien van de coronapandemie, er is nepnieuws, en lijsttrekkers maken elkaar uit voor leugenaar. Toch is er dé waarheid: namelijk dat God hopeloos verloren zondaren lief heeft gehad en dat Hij daarom Christus gezonden heeft naar deze wereld om te lijden.
Johannes 18 vers 38a: ‘Pilatus zeide tot Hem: Wat is waarheid?‘.
De vraag van Pilatus
Geroepen gemeente, wat is waarheid? Een actuele vraag. Ook bij de lijsttrekkers, met het oog op de verkiezingen van aanstaande woensdag. Een mooi verhaal. De een zegt dit. Soms lijnrecht tegenover elkaar. Dan zegt de een dat de ander liegt. Je kijkt ernaar en zucht. Wie spreekt de waarheid? Wat is de waarheid? Ook de coronapandemie: het zou een groot complot zijn. De groten gebruiken het om de wereld naar hun hand zetten. Je kunt zomaar in de war raken als je je erin verdiept. Wat is nou waarheid? Wie heeft er gelijk? Soms lijkt het alsof mensen niet meer geïnteresseerd zijn in de echte waarheid. Genoeg aan hun eigen gelijk. De ander schrijven ze bij voorbaat af. Slim, ouderwets, verrader – zo zetten ze anderen weg. Wat is waarheid?
We horen hoe Pilatus dat zich afvraagt. We laten die vraag tot ons doordringen. Het kan zijn dat je die vraag herkent. Misschien worstel je ermee. Ook in geestelijke zin. Waarheid, ten aanzien van God en geloof? Is het wel waar allemaal wat je in de Bijbel leest? Misschien ben je er klaar meer. De waarheid zal wel ergens in het midden liggen. Ik maak me er niet druk om? Vanmiddag mag ik u en jou verkondigen: er is wel degelijk een waarheid. Die waarheid is dichter bij dan we dachten.
Het is het moment dat Jezus wordt voorgeleid aan Pilatus. Het Sanhedrin, de Joodse leiders, hadden al lang besloten dat Jezus moest sterven. Dat verhoor door Annas en Kajafas was een schijnvertoning. Ze mochten Jezus niet zomaar doden. De rechter had zijn oordeel allang klaar. Beter sterft een mens voor het volk, had de hogepriester gesproken. Geen hoor en wederhoor.
Nu zijn ze met Jezus naar Pilatus. Waarom? Omdat Pilatus met zijn mannen de opdracht moet geven om de doodstraf toe te passen. De joden mogen dat niet. Tenminste, dat zeggen ze. Dat is niet helemaal waar. Ze mogen wel iemand doden, maar niet vandaag. Want vandaag begint het Pascha feest. Dan moet je schone handen hebben. Daarom gingen ze naar Pilatus. Die Romeinen moeten het vuile werk opknappen. Het duistere plan voegt zich op deze man in Gods grote heilsplan. Juist nu moet Jezus sterven. Als het Lam van God. En als misdadiger op een Romeinse manier. Zoals Mozes de slang verhoogd heeft, zo moet de Zoon des mensen verhoogd worden, had Hij gezegd. Dat is het sterven aan het kruis. Als de joden Hem zelf hadden willen doden, dan hadden ze Hem gestenigd. Dat was de joodse manier. Hij moet juist als een vloek hangen aan het kruis. Kijk, daar hangt Hij. In onze plaats.
De joodse leiders zetten alles op alles om met Hem af te reken. Gods plan wordt zo ten uitvoer gebracht. Het overkomt Jezus niet. God is geen toeschouwer. Integendeel, God regeert. Ook in deze intense geschiedenis.
Hij gaat nu Pilatus gebruiken. Een heidense machthebber. Die wordt nu ingeschakeld. Wat was dat voor man? Pontius Pilatus, in 26 n. Chr. als landvoogd aangesteld over provincie Judea. Een mooi baantje. Waarschijnlijk kreeg hij het op voorspraak van een vriend. Hij is de baas over de Romeinse soldaten in Judea. Een man met veel macht. Kon doen en laten wat hij wilde. Het joodse volk, daar keek hij op neer. De wetten van hen interesseerde hem niet. Hij stond bekend als wreed en hebzuchtig. Hij heeft een aquaduct laten bouwen met geld wat hij liet plunderen van de joodse tempelkas. De joden waren toen heel erg boos. Hij liet soldaten als burger de straat op om joden neer te steken. Geen fijne man. Bezig met zijn eigen macht en positie. Hij had er zijn handen vol aan. Binnen politieke en militaire werkelijkheid gebeurde er veel. Je moest slim en doortrapt zijn. Niet bang om de dingen naar je hand te zetten. Dat over Pilatus, om een beeld te krijgen.
Nu komen we hem tegen terwijl ze Jezus bij hem hebben gebracht. Hij moet Hem laten kruisigen, is het verzoek. Een eis! Zou hij over Hem gehoord hebben? Zou zomaar kunnen. De geruchten hebben toch zijn informanten wel bereikt. De manier van ondervragen doet het wel vermoeden. Bent U de koning van de joden? Het woordje U krijgt in Grieks de nadruk. Pilatus begrijpt het niet. Hij vindt het belachelijk. Dat Hij het is. De koning die werd binnen gehaald in Jeruzalem. Pilatus heeft dat ongetwijfeld gehoord. Zou het volk onder Zijn leiding in opstand komen? Nu brengen ze zelf Jezus als weerloze man bij Hem. Bespuugd, bespot, geslagen, gezicht bont en blauw, kleren bebloed en vies. Bent U de koning van de joden?
Pilatus bedenkt zich: voor deze Man heb ik niets te vrezen. Pilatus kan zich niets bij Zijn Koninkrijk voorstellen. Wat een vaag gedoe. Deze Jezus is voor hem volstrekt onschuldig. Hij wil Hem laten gaan. Hij gaat zich niet zomaar laten gebruiken door die vervelende joden. Hij doet er niet aan mee. Maar hij is niet zomaar van de joden af.
Hij verzint een truc, die gewoonte om iemand los te laten. Ik gebruik jullie voor mij. Briljant bedacht. Maar hij vergist zich in de haast richting Jezus. Liever Barabbas los dan de Man die hij jennend hun Koning noemt.
We zien Pilatus heen en weer gaan. Binnen waar Jezus is. Buiten waar de aanklagers zijn. Dan weer naar buiten. Dan weer naar binnen. Enzovoort. Pilatus krijgt letterlijk het heen en weer tussen Jezus en de joden. De joden roepen. Jezus zegt weinig. Maar is wel duidelijk. Ik ben gekomen om voor de waarheid te getuigen.
Arme Pilatus. Wat moet hij nou? Voor wie kiezen: voor Jezus, de joden of zichzelf? Het antwoord weten we. Pilatus haalt zijn schouders op. Wat is waarheid? Voor hem bestaat er maar een waarheid: dat hij aan zichzelf moet denken. Hoe kan hij hier het best uitkomen? Hij heeft geen boodschap aan Jezus. Behoefte om zijn mooie baantje te behouden. De waarheid van God ontgaat hem zo. De waarheid van de onvoorwaardelijke liefde van God. Zondaren die in de dood liggen. Verstrikt in eigen zondige begeerten. Ten dode opgeschreven. Verloren. Het is Jezus in wie deze waarheid aan het licht komt. Een confronterende waarheid. Ook goed. De waarheid van Zijn liefde. Een wereld, verloren in schuld. Pilatus is er zo dichtbij maar ziet het niet, hij wil er niet aan. Hij blijft heen en weer zwalken. Tot hij vast zit. En dan moet hij met de waarheid afrekenen.
Vanmiddag kijken we in de spiegel. In hoeverre ben ik familie van Pilatus?! Als de waarheid ons elke keer verkondigd wordt. De waarheid van het Koninkrijk van God. Die waarheid is anders dan de waarheid van de wereld en van de machten. We laten ons makkelijk inpakken. We moeten voor onszelf opkomen. We moeten onze eigen zekerheden veiligstellen. Eigen belangen eerst. Net als Pilatus.
Jezus laat een andere waarheid zien. Dat we onszelf niet redden kunnen. Dat we vanuit onszelf hopeloos verloren zijn. Dat we vijanden van God zijn. Maar dat God ons zo heeft liefgehad, dat is daarom hoop is. Dat weet u toch wel? Dat is de waarheid. Om ons heen zien we toch dat we er een potje van maken?! Als mensen denken in termen van macht, gaat het vaak mis. Dan wordt het ellende. De boodschap van Jezus is heel anders. Het gaat niet om macht, kracht, geweld, leugens, trucjes. Het gaat om liefde. De liefde van God die alles en iedereen doortrekt.
Daarom gaat het ook om geduld, nederigheid, zachtmoedigheid. Jezus heeft het verkondigd. In Hem wordt die waarheid zichtbaar. Kijk maar naar Hem. Liefde die zichzelf weggeeft. Laten we stoppen ons te verschuilen achter de vraag wat waarheid is. Jezus is de weg, waarheid en het leven. Waar het op aan komt: dat we buigen voor die waarheid, ons overgeven, van onze troon af. Buigen voor de waarheid van Jezus en van Zijn Koninkrijk.
Jezus zegt daar zelf over, als je dat doet, als je de waarheid mag kennen, dan zal de waarheid je vrij maken. Waarvan? Van alles. De last van de zonde. Ze klagen je aan. Maar niet dus: je mag weten, ze zijn verzoend. Bevrijd van veel kramp in je leven. Gevoel om altijd meer te moeten doen. Alsof het nooit genoeg is. God zegt dat je het niet hoeft te verdienen. Dat het je geschonken wordt. Ook niet gevoel om je te moeten bewijzen. Dat je zelf het leven moet maken. Nee. De waarheid is dat God het leven je geeft. Dat is zoveel mooier. Dat je nu al mag leven en straks voor altijd. Je geluk hangt niet af van wat mensen van je vinden. De waarheid van God maakt vrij.
Ik mag die waarheid vanmiddag verkondigen. In deze wereld weet je niet wat echte waarheid is. Soms verzwegen, verdraaid, geweld aangedaan. Nepnieuws, alternatieve feiten. Te midden van de verwarring is de waarheid van Gods liefde een baken in de zee. Daar mag je op aan koersen. Daar kan je van op aan.
Wat is waarheid? Dat Hij u en jou, hopeloos verloren mensenkind, met zoveel liefde heeft liefgehad, dat Hij Zijn leven heeft gegeven om u en jou voor altijd te laten delen in Zijn Koninkrijk.
Amen.
Des HEEREN werken zijn zeer groot;
Wie ooit daarin zijn lust genoot,
Doorzoekt die ijv’rig en bestendig;
Zijn doen is enkel majesteit,
Aanbiddelijke heerlijkheid,
En Zijn gerechtigheid onendig.’t Is trouw, al wat Hij ooit beval;
Het staat op recht en waarheid pal,
Als op onwrikb’re steunpilaren;
Hij is het, die verlossing zond
Aan al Zijn volk; Hij zal ’t verbond
Met hen in eeuwigheid bewaren.– Psalm 111 vers 2 en 5 (berijming 1773)
Hervormde Gemeente Reeuwijk, Ichthuskerk, zondag 14 maart 2021, 17:00 uur. Schriftlezing Johannes 18 vers 28 – 40.