Ds. G. Kater (Rouveen) / 21 oktober 2012 /  Daniël 1:8

Hersteld Hervormde Gemeente, Driebruggen

Zondag 21 oktober 2012, 18.30 uur.

Psalm 86:6

Geloofsbelijdenis

Psalm 25:6

Schriftlezing Daniël 1 (http://www.biblija.net/biblija.cgi?m=Dan+1%2C1-21&id47=1&l=nl&set=10&pos=0)

Psalm 108:1,7

Prediking, tekst: Daniël 1:8

Psalm 90:8

Dankgebed

Psalm 119:5,8

Preekaantekeningen

Het gaat vanavond over de kracht van Gods genade in het leven van Daniël.

  1. We zien de wortel van Gods genade in zijn hart, vers 8a
  2. De vrucht van Gods genade in zijn leven

Gemeente, er zijn gelukkig vanavond ook veel kinderen, jongens en meisjes en jongeren in de kerk. De Heere heeft ook heel in het bijzonder een boodschap voor de kinderen en jongeren in ons midden. Een boodschap voor jou. Wel een hele indringende boodschap. Een boodschap die direct aan begin van de preek met een vraag tot jouw leven komt. In de kerk bent, de Heere kijkt in jouw hart, wie ben jij dan met je hart voor Gods aangezicht? En tweede vraag die daar direct bij hoort, nooit losmaken: wie ben jij morgen op school, op je studie, of u op uw werk? Leven wij nog steeds zoals wij geboren zijn of leven we door en uit Gods genade in Christus? Dat is de grote vraag. Vanavond niet alleen voor jongeren, maar ook voor ouderen, over gaat. Vanavond wil de Heere laten horen hoe groot de kracht van Zijn genade is in het hart en leven van zondaren. Ja jongelui, ook in hart van 14 jaar. Zelfs als je woont in Babel.

Want daar wonen ze, Daniël, Hananja, Misaël en Azarja. Geboren in Juda, ver weg van Babel. In Jeruzalem, stad van de levende God. Tot op een dag, leger in zicht, in Jeruzalem. Leger de stad omsingeld hebben, stad ingenomen hebben. Waarom? Omdat koning Jojakim, onderworpen aan koning van Babel, verplichte schatting moet betalen, juk wil afschudden, in opstand gekomen is, daarom komt hij. Stad ingenomen wordt, tempelschatten, goud, zilver, weg geroofd, gebracht in afgodstempels van Dell en Sasja, Nego, de afgoden van Babel. Tot bespotting en ontering van de Heere, de enige ware God, van Israël. Koning Nebukadnezar niet tevreden met zilver, hij wil ook mensen, gijzelaars, wanneer hij die in zijn macht heeft, dan zal Jojakim het wel laten in opstand te komen. Daarom lezen we, Aspenaz, opdracht krijgt, groep jongens te verzamelen, mee te nemen naar Babel. Jongens en meisjes, het zijn jongens die afkomstig zijn uit de hoge kringen rondom het hof van de koning van Juda. Dit Schriftgedeelte zegt: knap van uiterlijk, begaafd, verstand, toekomstige leiders in politiek en godsdienstig opzicht. Aan hof van Babel krijgen ze een driejarige opleiding tot dienaar. Misschien net zou oud als jij, 14, 15 jaar. Dat is zo’n beetje gemiddelde leeftijd dat de opleiding tot hofdienaar begint. Daniël, Hananja, Misaël en Azarja. Probeert u zich even in te denken, wat betekent heeft voor die 4 jongens. Om naar Babel te gaan! Weggevoerd uit je ouderlijk huis, weg van familie vrienden, stad waar opgegroeid, weg van de dienst van de Heere, tempel, van de levende God. Vooruitzicht: levenslang in Babel, cultuur, macht, onderworpenheid, bij de afgoden van de vijand. Ja, dat is Babel.

Jongens en meisjes, weten jullie misschien waar Babel voor het eerst genoemd wordt in de Bijbel? Genesis 11, Sinear (andere naam, vers 2, voor Babel), toren bouwen welks top moet reiken in de hemel. Waarom? Zodat nietige, kleine mensjes kunnen opklommen tot de plaats waar de troon van God is. Die torenbouw laat zien wie wij geworden zijn door de zondeval. Mensen die als God willen zijn. Zelf bepalen wat goed en kwaad is. Boordevol hoogmoed tegen gezag van de levende God. Ja, wij allen, niemand uitgezonderd.

Wat een verschil tussen Jeruzalem en Babel! O zeker, in die dagen, in Jeruzalem ontzaglijk veel mis. Overgrote deel dient de Heere met de buitenkant, dat is erg. Offers worden gebracht in de tempel, grote feesten worden gevierd, je zou zeggen: de kerk zit boordevol (met taal van vandaag). Maar de Heere zegt: het is alleen maar buitenkant. Volk genaakt Mij met de mond, eert Mij met de lippen, maar hun hart houdt zich verre van Mij. Toch is Jeruzalem nog steeds de stad van de grote Koning, waar de Heere woont en troont, waar de offers gebracht worden, waar de dienst werkelijkheid is. In Babel openlijk afgoden gediend. In Daniëls tijd hele grote afstand tussen Jeruzalem en Babel. Vandaag de dag is die afstand maar heel klein. Misschien wel helemaal verdwenen. Vanavond allemaal in Gods huis. En morgen dan? Ja dan zijn wij ook in Babel. Want wees eens eerlijk, is de geest niet precies van Nederland in de 21e eeuw? Autonome, zelf beschikkende mens, zelf bepalen wat goed en kwaad is, als God wil zijn? Geest van Babel ook niet heel geleidelijk onze huizen binnen gekomen, radio, tv, internet, communicatie, media, lectuur. Of gaat het nog verder? Is het niet de geest van ons natuurlijk hart? Jongelui, achter die geest van Babel zit een persoon. Schuilt de grote tegenstander van de levende God. De duivel, alles aan doet om te verzetten tegen God.

O ook Daniël spreekt over die strijd, ontbrandt in Genesis 3. Machtige strijd pas voleindigd als Christus de satan eeuwig boeien zal, in de hel. Die grote tegenstander doet er alles aan om jongeren en ouderen in zijn macht te krijgen, te hebben en te houden. Infiltreren in geest van Babel. Ziet u het ook bij Daniël, Hananja, Misaël en Azarja? De duivel komt met 3 aanslagen. Ze moeten anders gaan heten, ook anders gaan weten en tenslotte ook anders gaan eten.

Anders gaan heten. Die oude namen die ze ontvangen hebben, hun ouders vol liefde gegeven, die namen, waarin de levende God van Israël, El – Jahweh, moeten ze kwijtraken. Namen herinneren aan afgoden. Belsathasar, Bel; Sadrach, maangod; San; Abed-Nego, genoemd naar vuurgod Nego. Naar afgoden van Babel. Die naamsverandering is niet alleen teken van absolute macht die Babel denkt te hebben, maar vooral teken van vijandschap tegen God van Israël. Is dat ook niet heel herkenbaar? Deze geest. Pas in de kracht, het voorstel, ‘bij de gratie Gods’, te schrappen, uit slottekst elke Nederlandse wet? Weg met de herinnering aan God.

Anders gaan weten. Opleiding van 3 jaar aan hof van Babel. Onderwijs in wiskunde, bouwkunst, klein beetje verdiepen, ontzaglijk ver gevorderd daarin waren. Betekent ook nog meer. Ook les in wichelarij, tovenarij, astrologie, doordrenkt van heidense ongeloof. Haaks op woord levende God. Anders heten, anders weten en ook anders gaan eten.

Niet meer naar de spijswetten, die de Heere gegeven heeft, maar ze krijgen eten en drinken van de koning in overvloed. Zelfde gerecht van koning, topkok van Babel. Vlees in overvloed, fruit, groenten, wijn, sterke drank in overvloed. En niet meer dat wat vroeger was.

Ziet u ook de aanslagen die de duivel pleegt? Heel geraffineerd. Heel geleidelijk. Wil hij deze jongeren losweken van verleden, van dienst van de Heere, doordrenken met de geest van Babel. Mee te slepen waar hij straks eeuwig zijn zal, eeuwig verderf. Duivel gemeente weet als geen ander hoe waar het spreekwoord is: wie de jeugd heeft, heeft de toekomst. Jongelui, besef jij het ook vanavond? Zie je de strijd die er gaande is? Besef je dat de duivel al zijn pijlen op je afschiet? Ouderen, zijn wij er van doordrongen, hoe ontzaglijk groot de zuigkracht is op onze kinderen en jongeren om ze te laten leven in de geest van Babel. Ten diepste zijn z’n listen niet heel veel veranderd. Hoeveel jongeren verleid door drank en andere genotsmiddelen. Aan universiteiten, pseudowetenschappen, evolutie allang bewezen, bijbel geen historische wetenschap, zo heeft hij nog talloze andere listen.

Wat doen Daniël en zijn vrienden nu? Daniël en zijn vrienden verzetten zich niet tegen de naamswijziging. Verzetten zich niet tegen de opleiding die ze moeten volgen aan het hof van Babel. Wel tegen opdracht ander voedsel te eten. Nam voor niet te verontreinigen. Waarom weigeren ze dat? Daaraan mee te doen, dan zelf ingaan tegen wet van de Heere. Dat kunnen ze niet, dat willen ze niet. Ziet u wat een onderwijs daar voor ons in ligt? Wij leven in een wereld, waarin soms allerlei nieuwe ontwikkelingen op ons af komen. Moeilijk, complex is. Opvattingen die tegen het woord ingaan, zoals Daniël  met de opleiding. Jongeren die in aanraking komen met studie…, of bouwvakker die in herrie van popmuziek moet staan. Waar ligt dan de grens? Daar, waar we gedwongen worden om dingen te doen die de Heere verboden heeft. Daniël nam voor, niet verontreinigen. Jongens en meisjes, wat hier voor Daniël staat, geldt ook voor drie vrienden. Je leest niet over die andere jongens, die ook meegevoerd zijn. Blijkbaar vonden die het geen probleem. Misschien wel gezegd: doe niet zo moeilijk. Beetje eten en drinken, waar gaat het over. Is dat dan zo erg? De Heere kijkt toch naar het hart? Doe niet zo moeilijk. Werkelijk uit de vrees van Gods naam verlangen te leven naar Woord van God, dan naar alles willen leven. Ook in die dingen die wij uiterlijkheden noemen. O nee, de spijswetten zijn vervuld, gemeente NT daar niet aan gehouden. Lees brieven Paulus maar. Boordevol onderwijs. Ook over drank, over je kleding, over geldbesteding. Durven wij al dat onderwijs van dat Woord een kleinigheid te noemen? Niet in de geest van farizeïsme, zonder liefde en bekering van het hart. Zonder Gods genade in Christus te kennen. Andere kant doorschieten: doet er allemaal niet toe.

Daniël nam voor in zijn hart. Wat nou de bron? De wortel van Gods genade in zijn hart. Zo staat het er toch? Daniël nam voor in zijn hart. Levende dienst begint altijd in het hart. Wedergeboren door Geest, verstand verlicht, gesloten hart opent. Hart gereinigd van de zonde, door bloed en de geest van Christus. Heilige Geest vernieuwd heeft. Leert vluchten met last van zonde en schuld naar offer van Jezus Christus. Hart wat door diezelfde Geest vernieuwd wordt. Naar evenbeeld. Verlangen geboren wordt, niet alleen naar sommige, maar naar alle geboden te leven. Ziet u het geheim gemeente? Een jongen van 14 jaar, weigert , in te gaan op de zonde. Gods genade in Christus. Misschien denk je, hoe kan dat dan? Heere Jezus nog niet geboren? Paar hoofdstukken verder lees je, Daniël met open vensters bad. Daniël was in Babel, maar zijn hart lag in de tempel. Plaats waar het offer is, waar alles spreekt van verzoening. O Daniël hoort bij hen, van wie de Hebreeënbrief zegt, belofte gezien, beleden vreemdelingen op aarde waren. Geestelijk familie van Abraham, met verheuging verlangt naar mijn dag, en heeft hem gezien. Gods genade in zijn hart. Gemeente, geef vanavond eens antwoord. De grote hartenkenner, die spreekt in prediking, ziet ook uw hart, jouw hart. Wat ziet hij vanavond? Met welk hart zit jij in de kerk? Hart vol van de geest van Babel? Of vol van de Geest van Christus? Twee mogelijkheden, meer zijn er niet. Vol van de geest van Babel, of vol van de Geest van Christus. Jongelui, misschien moet je zeggen, en u ook wel, mijn hart is nog vol van de geest van Babel. O luister dan want Christus, die ook vanavond spreekt, komt met boodschap van Zijn Woord, tot harten die vol zijn van Babel: zie Ik sta aan de deur en Ik klop. O tot harten van jongens en meisjes: mijn zoon, dochter geef mij je hart. Opdat Ik dat hart zal vernieuwen, reinigen, van al de zonden, Ik dat hart door Mijn Geest zal vernieuwen. Geef mij uw hart. Wat een aanzoek, gemeente. Van die grote bruidegom. Zegt tot harten vol hoogmoed, vijandschap: kom, Ik sta aan de deur en Ik klop. Hij roept niet alleen ouderen, niet alleen jongeren van 14 jaar. Ook kinderen van 4 of van 7. Jongens en meisjes, verlang je er met je hart naar, te leven als Daniël. Weet je wat je ervoor nodig hebt? Een nieuw hart wat de Heere Jezus kent en liefheeft. Dan komt de vrees van Zijn Naam in je hart en leven. Kom toch tot Mij, want die tot Mij komt die zal ik geenszins uitwerpen. Hij belooft vanavond aan kinderen en jongeren: en die Mij zoeken, die kunnen Mij vinden. Zegt de Heere dat? Nee, die zúllen Mij vinden. Die mij vroeg zoeken (als je 4 bent, of 7) die zullen Mij vinden.  En gemeente, die komt ook altijd, in de vruchten openbaar. Onze tweede gedachte.

2.

Zo heeft de Heere Jezus het ons geleerd, in NT. Met goddelijk gezag: aan de vruchten zult gij de boom kennen. Zo heeft apostel Jakobs toch ook gezegd: geloof zonder de werken is dood. Daarom zegt Heidelberger het ook: het is onmogelijk, door waar geloof is ingeleid, niet zou voortbrengen vruchten van dankbaarheid. Praktijk in leven van Daniël. Want jongens en meisjes, verlangen wat leeft in hart van Daniël, dat wordt praktijk.

Gaat naar Aspenaz, man verantwoordelijk voor opleiding. Daniël vraagt aan A., mag ik alstublieft geen eten en drinken meer van tafel van de koning; maar van gezaaide, groenten, en kruiden, en water, zoals de Heere het bevolen heeft. Maar gemeente, A. is bang. Want stel je voor dat ze er slechter zouden uitzien, kost niet alleen z’n functie, maar ook z’n leven. En toch legt Daniël zich er niet bij neer, ging naar Melzar (vers 11). Melzar kan een eigennaam zijn, kan ook een titel zijn: de tafeldienaar (de man die daadwerkelijk het eten op tafel zegt). Tien dagen proberen, alleen van gezaaide, groenten eten. Dan zullen we zien of we er minder uitzien. Wat is nou 10 dagen op een periode van 3 jaar? Dat is toch geen enkel risico? Zo komt Daniël er voor uit. Voor de naam en de zaak van de Heere. Terwijl hij weet, als iets de koning bevalt, zo’n jongen zou sparen, kan hem zijn leven kosten. Daniël komt er voor uit. Hoe is het in uw en mijn leven, morgen? Als je naar school fietst, in bus, trein zit. Collega’s ontmoet, op college komt. Hoe in uw, mijn leven? Komen wij eerlijk uit voor naam en zaak van de Heere? Het zal niemand van ons het leven kosten, zoals bij Daniël wel was. Hoogstens zuur gezicht, of spot. Hebben wij onszelf er voor over gekregen?

Daniël staat alleen, nee, toch niet, met de Heere en Zijn Woord. Daniël ontvangt geloofskracht. Niet omdat Daniël nou zo’n geweldige gelovige is. Alleen staan omdat straks de Zoon van God voor Daniël alleen zal staan. Daniël in zichzelf een nietig, verdorven Adamskind. Maar straks zal de Zoon van God Adamskind worden. Alleen de pers treden, alleen de vloek van Gods wet voor de Zijnen wegdragen. Alleen de wet vervullen. Hij zal alleen de levendmakende Geest verwerven, die Hij uitzendt in hart en leven van al de Zijnen, ook in Daniël. Daarom blijft Daniël staan, omdat de Geest van Christus Hem leidt, en kracht en moed geeft. Gemeente, dat is vandaag niet anders. Nooit beschaamd uit. Het is ten diepste geen waagstuk: allen die Mij verwachten, zullen niet beschaamd worden. Staan wij ook alleen met het Woord? De Heere laat zien, dat Woord ook vervuld.

Salomo zegt: harten koningen neigt als waterbeken. Neigt ook hart van Melzar. Stemt in met verzoek. Laten we maar doen. Uw gunst sterkt meer dan de uitgezochtste spijs (Psalm 90). 10 dagen alleen maar groente en water, zien Daniël en zijn vrienden er veel beter uit dan al die anderen. Zo leefde Daniël in Babel. Met de Heere kun je dus in Babel zijn. Nee, dat betekent niet dat je bewust de plaatsen van de zonde opzoekt. Maar betekent wel dat je kunt zijn waar de Heere je gesteld heeft. Misschien wel als directeur van groot bedrijf, met alle verleidingen. Een ander op andere positie. Daniël kon zelfs met de vrees van de Heere zijn aan door en door heidense hof. Waarom? Door kracht van Christus. Hen beschermt en bewaart. Zo begint de driejarige opleiding dus in Babel.

Na drie jaar opleiding afgerond, voor koning verschijnen. Dan wordt duidelijk dat de Heere deze jongens meer gezegend heeft, dan al die andere jongens. O ja, natuurlijk, Daniël en z’n vier vrienden natuurlijk de gaven gebruikt die ze gekregen hadden. Een echte christen is geen luie mens, geen lui mens. De Heere laat zien de waarheid van Zijn Woord:  die Mij eren, zal Ik eren. De godzaligheid is tot alle dingen nut, belofte toekomende leven (Paulus aan Timotheüs).

Hoe lang bleef Daniël daar? Vers 21. Lijkt misschien onbelangrijke mededeling, einde hoofdstuk. Eerste jaar koning Kores. Dat is 75 jaar na de gebeurtenissen, die beschreven staan in Daniël 1. Dus leven lang gebleven op die post. Eerst onder koningen, daar na onder koning Kores, die Babyloniërs heeft veroverd. Waarom alleen eerste jaar genoemd, denkt u? Wel, toen toestemming gegeven heeft, ballingen terug te keren. Daniël is niet teruggegaan. Tot aan dood aan hof van Babel, gepleit en gebeden voor ballingen uit Juda. Zijn leven lang. Dagelijks zijn knieën geboden. In Jeruzalem wisten ze dat er een man was die bad. Ziet u de lijn? Ook in 2012, in het Babel van 2012, een biddende en dankende Hogepriester in het hemelhof. De grote hogepriester, die al de Zijnen gekocht heeft. Hun hart en leven vernieuwd heeft door kracht van Zijn Geest. Hij houdt de Zijnen staande in Babel. Omdat Hij trouw houdt en eeuwig leeft en nooit laat varen het werk van Zijn handen. Omdat Hij pleit op Zijn volkomen offer. Nooit aflatende trouw: de poorten van de hel zullen Mijn gemeente niet overweldigen. Daarom straks gebracht in nieuwe Jeruzalem, om daar eeuwig te zijn. Waar zult u dan zijn? Ondergaan met Babel? Openbaring spreekt daar heel uitvoerig uit. Johannes, Babel, de oude hoer, als beeld van alle machten die zich verzetten, voor eeuwig ten onder gaat; alleen de burgers nieuwe Jeruzalem in gaan in stad die fundamenten heeft. Die geschreven staan in boek des levens des Lams.

Geliefden, waar is uw reis naar toe? Welke geest leidt u? O nog eenmaal komt Christus met de nodiging en appel: geef Mij uw hart. Opdat Hij het zal vernieuwen, reinigen en heiligen. Opdat u straks met Daniël en allen die Zijn Naam hebben liefgehad, gebracht zult worden in het nieuwe Jeruzalem om dan te roemen in Zijn vrijmachtige genade. Amen. [19.47]