Op de tweede scheppingsdag heeft God de Vader het uitspansel geschapen. Het uitspansel als een koepel: de atmosfeer, de dampkring, de hemel waarbij scheiding is gemaakt tussen de wateren onder de aarde en de wateren boven de aarde. Overal is het uitspansel te zien, het is een verkondiging op zichzelf. Boven de hemel troont God en Hij opent de schatkameren met water. Een regenbui is, hoewel natuurkundig te verklaren, een geschenk van God. En God sprak daar zij licht en daar was licht. Zo werkt God ook in de herschepping: het Licht schijnt door het werk van Gods Geest in een zondaarshart. Dat leidt tot kennis over God en over onszelf. Zijn majesteit en genadige goedheid en onze vuilheid vanwege onze zonden. Wie luistert in deze wereld hoort reeds die voetstappen van die heerlijke Koning die komt op de wolken van de hemel. Bent u bereid om Hem te ontmoeten?

Genesis 1 vers 6-8: ‘[6] En God zeide: Daar zij een uitspansel in het midden der wateren; en dat make scheiding tussen wateren en wateren! [7] En God maakte dat uitspansel, en maakte scheiding tussen de wateren, die onder het uitspansel zijn, en tussen de wateren, die boven het uitspansel zijn. En het was alzo. [8] En God noemde het uitspansel hemel. Toen was het avond geweest, en het was morgen geweest, de tweede dag’.

Gods tweede scheppingsdag
1. De schepping van het uitspansel;
2. De functie van het uitspansel;
3. De naam van het uitspansel.

1. De schepping van het uitspansel

Misschien is het ook weleens bij jou gebeurd dat je midden op het gras lag. En dat je stapelwolkjes zag of hele grote wolken. Soms als er veel wind staat dan jagen de wolken als het ware aan je voorbij. Soms zie je de regen, soms hagel, soms sneeuw. Dat alles naar de wil van de God van hemel en aarde. Daarbij staan we stil vanmiddag over de tweede scheppingsdag. Vanmorgen stonden we stil bij de eerste scheppingsdag. Hij heeft de wereld uit niets geschapen. De tijd in gang gezet. Wel als een nog volkomen ongevormde schepping. De aarde was woest en ledig. De hele aardoppervlakte was gevuld in een dikke duisternis. Hele wereld bedekt door wateren.

En God sprak daar zij licht en er was licht. Terwijl er licht geschapen is laat dat de ongevormdheid van de schepping nog meer en meer zien. God gaat verder. God schept op de tweede dag het uitspansel. Daar zij een uitspansel tussen wateren en wateren. Wat is dit evenzeer een Bijbelwoord wat ons verstand te boven gaat. Wat ons laat duizelen van de grootheid van de Schepper. Want in die ongevormde watermassa schept God een uitspansel, atmosfeer, dampkring. Alle luchtlagen die zich rond deze aarde vormen.

In de Bijbel wordt het vaak vergeleken met een hemelkoepel die rondom deze aarde geplaatst is. Die glanst en schittert van de majesteit en heerlijkheid van God zelf. In het slot van het boek Job horen we horen Elihu in gesprek gaat met Job. Hebt u met God die hemelse koepel gespannen heeft, wie ben je eigenlijk? Op andere plaatsen in de Bijbel wordt het uitspansel wel voorgesteld, heel beeldend, alsof het een doek is. Een tentgordijn. Als door de almachtige God zelf is uitgerold en strak gespannen. In Psalm 104 klinkt dat. Hij rekt de hemel uit als een gordijn. Machtig hè, heb je zo al eens naar de lucht gekeken?

Dat is voor alle mensen zichtbaar. Waar je je ook bevindt. Overal is die hemelkoepel door God gemaakt te zien. Het eerste wat u ziet als u de deur uitgaat, is het uitspansel, de heerlijkheid van God. Psalm 19. Zijn handen werk. God gaat door met Zijn werk. Ziet u dat? Het werk dat Hij begonnen is op de eerste dag van de schepping laat Hij niet varen, laat Hij niet los. Om Zijn machtig heerlijk scheppingswerk te voltooien.

Wat een wonder dat God verdergaat met de herschepping. Dat is een machtige troostboodschap. Daarom is ver verwachting voor de verkondiging, de prediking. Zolang de zon er staat gaat God door om dat Woord te planten van kind tot kind. Zijn genade te werken en harten te vernieuwen. Ja, God gaat door met Zijn werk. Dat is vanmiddag ook tot troost voor het allerkleinste geloof. Hoe gaat door? Wij leren in de scheppingsgeschiedenis dat God als eerste licht geeft.

Dat gaat ook zo in de herschepping. Wanneer Hij ons levend maakt. Het eerste wat er gebeurt is dat Hij je aarde donkere hart gaat verlichten. Het licht van Gods Geest schijnt in je hart. Dan zie je twee dingen: wie God is en wie wij zijn. Kennis van God en van onszelf. Wie God is in Zijn hemelse Majesteit en goedheid. En als je ziet wie God is, dan zie je ook wie je zelf bent tegenover God bent. Een en al schuldig, verloren voor God.

Een voorbeeld maakt het nog duidelijker. Stel je voor dat je in een hermetisch dichte donkere kamer zit. Het is vies maar je ziet er niks van want het is donker. En dan komt er op een dag iemand met een sterke zaklamp binnen. Wat zie je dan? Ook twee dingen. Allereerst wie binnenkomt. En tegelijkertijd wie je zelf bent: vies, vuil, onder het stof. Zo laat de Heilige Geest het zien. Wie Hij is in Zijn heiligheid en wie ik ben in mijn heiligheid. Dan gebeurt er iets. Dan word je hart vervuld met droefheid. Tegen die heilige God zo gezondigd hebt.

Je kunt die God niet missen. Maar tegelijkertijd besef je niet voor Hem te kunnen bestaan. Hoe moet dat dan toch? Wat zing je Psalm 42 dan graag. Gelijk een hert schreeuwt naar de waterstromen, zo schreeuwt mijn ziel zo naar U o God. Bent u zo vanmiddag naar Gods huis gekomen? Of luistert er iemand zo mee? Wat is de boodschap van de tweede scheppingsdag zo tot troost. Want God gaat door met Zijn scheppend en herscheppend werkt. Het is in het bijzonder het werk van de Heere Jezus Christus om het treurende hart te vertroosten. Hij heeft het beloofd: zalig die treuren want zij zullen vertroost worden.

Die zijn ook alleen maar te troosten met Christus van God. Al de schatten en gaven van Christus. Vergeving en genade. Hij zal ze uitdelen en wegschenken door het werk van Gods Geest. Omdat God doorgaat met Zijn werk. Dat is niet alleen tot bemoediging van het allerprilste geloof, dat blijft toch tot troost van elk kind van God? In de strijd en aanvechting van het geloof is dat toch de diepste troost: niet dat ik de Heere vasthoud maar dat Hij mij vasthoudt. Dat Hij die in u een goed werk begonnen is, dat zal voleindigen. De duivel kan veel doen maar God staat er zelf voor in dat al de Zijnen in de kracht van het geloof bewaard worden tot de zaligheid. Indien wij ontrouw zijn, Hij blijft getrouw. Hij zal Zijn werk voleindigen.

2. De functie van het uitspansel

Want het uitspansel als zo’n machtig gordijn rond de wereld gespannen heeft, krijgt een functie, een doel, een taak. Hij maakte scheiding tussen de wateren die onder en die boven het uitspansel zijn. En het was alzo. Het machtige gordijn maakt scheiding tussen de watermassa’s die boven en onder deze aarde te vinden zijn. De wateren onder het uitspansel, de wateren op de aarde. Probeer het u eens voor te stellen. U weet op deze scheppingsdag is deze aarde nog een onmetelijke zee, een oceaan. Want pas op de derde dag gaat God scheiding aanbrengen tussen het land en het water. Hebt u weleens aan de oever van een oceaan gestaan?

Jongeren wat zijn de oceanen van deze wereld toonbeelden van de almacht van God. Misschien heb je weleens beelden van een oceaan gezien als er windkracht negen staat. Dan zie je echt iets van de kracht van het water. Denk maar eens aan de kracht van tsunami’s dat alles wordt meegesleurd en verwoest over het land. Wat hebben de oceanen een kracht maar toch die kracht hebben ze maar gekregen. Van God Zelf.

Dat maakt ons duidelijk dat de kracht van die Schepper nog onmetelijk veel groter is. Op een wenk van God zelf wordt de meest woeste oceaan een rimpelloze vlakte. De rivieren verheffen haar bruisen, maar de Heere in de hoogte is groter dan geweldige wateren, dan het bruisen der zee. Er is niemand die dat duidelijker gemaakt heeft dan de Zoon van God. Ziet u Hem liggen in dat bootje midden op het meer van Galilea. De discipelen hebben er alles aan gedaan met hun stuurmanskunsten maar konden het niet stonden. En Hij opgewekt zijnde zei: zwijg, wees stil. Hoe bent u zo vreesachtig? En waarom hebt u geen geloof? Ze waren vol ontzag en stil. Wie is toch Deze dat de wind en zee Hem gehoorzaam zijn.

De oceanen tonen ons de almacht van God. Een Godvrezende zeeman ziet het van dichtbij. Zij die de zee bevaren, Psalm 107. Als je die Psalm verder leest, dan is het als dat je op de zee bent in woeste baren. Al hun wijsheid wordt verslonden. Je zult er maar zijn midden in zo’n vliegende storm op de oceaan. Dan blijft er niet veel van de mensje over toch? Toch midden van de angsten, roepen in de benauwdheid, doet Hij de stormen stillen. Komt dat in uw hart naar boven: wie is toch Deze dat de winden en wateren Hem gehoorzaam zijn.

God maakt scheiding tussen de wateren. Wat wordt dan bedoelt wateren boven het uitspansel? Water boven de dampkring. De Bijbel spreekt over voorraadkamers van God. Met miljoenen liters water. We lezen dat evenzeer in het boek Job. Waar opnieuw zo’n vraag aan Job gesteld wordt: bent u gekomen tot de schatkamers van de sneeuw, van de hagel. Boven de dampkring heeft God Zijn voorraadkamers. Soms van sneeuw, hagel, van rijp. Soms maakt Hij er kleine van of dikke wolken. Soms laat Hij de wolken laag neerdalen dat we zeggen het is mistig.

Natuurlijk, je kunt er allerlei natuurkunde verklaringen op loslaten en die zijn terecht. Maar daarboven staat God. Alles naar Zijn wil. Waarom doet Hij dat? Zodat mensen voedsel ontvangen van die machtige Schepper. Zien wij Gods goedheid in de regenbuien? Dat is een geweldig wonder in het licht van de zondeval. Wees eens eerlijk: wie heeft er nog recht op een druppel water? Niemand kan toch zeggen ik heb er recht op. Het is Gods goedheid. Hij doet Zijn zon opgaan over bozen en goeden. Regen over rechtvaardigen en onrechtvaardigen.

Hoe is het toch mogelijk? Ik heb er geen recht op. Is het voor u een vraag? Alleen om Christus’ wil. Hij heeft de toorn van God over de zonden gedragen. Als Hij daar hangt aan het kruis van Golgotha zijn Zijn lippen samengeperst van de dorst zegt Psalm 22. Hij door wie de watermassa’s geschapen waren. Tegelijkertijd geniet Gods schepping daar de goedheid van, vanwege dat ene offer van de Heere Jezus Christus. Wie is toch Deze?

3. De naam van het uitspansel

Want het verslag van deze tweede scheppingsdag eindigt in vers 8. God noemde het hemel. Avond geweest en morgen geweest de tweede dag. Het is Gods Zelf die die hemelkoepel een naam geeft. De naam van God voor de hemelkoepel. Misschien denkt u bij uzelf, een vraag bij u opgekomen, mis ik hier niet iets in dit verslag van de tweede scheppingsdag. Waarom lees ik hier niet over de goedkeuring van God. Over wat Hij gemaakt heeft. Dat zou een terechte vraag zijn.

Want als u Genesis 1 leest, dan leest u op de eerste, derde, vierde, vijfde en zesde dag dat het goed was. Waarom niet bij de tweede dag? Omdat Gods Zijn scheidende scheppingsdaad van de tweede dag pas afmaakt op de derde dag. We lezen bij de scheppingsdag over een volgende scheiding. Scheiding tussen de wateren en het droge. Aarde en wateren. En God zag dat het goed was. Scheiding tussen land en zee. Dan staat daar die Goddelijke goedkeuring over die tweede en derde scheppingsdag.

Vervolgens lees je dat God op die derde scheppingsdag Zijn goedkeuring er over geeft. In vers 12 lezen we het nogmaals. De grasscheuten ook gemaakt op de derde dag en sprak Hij Zijn goedkeuring over uit. Waarom heeft God Zijn goedkeuring niet toegevoegd aan de tweede dag? Dat weet God alleen. Dat is een grens voor ons. Het heeft God behaagd om het zo te doen in Zijn almacht. God noemde het uitspansel hemel.

Dat is de naam van die grote koepel rondom de aarde. Het commentaar van de Engelse Bijbelse commentator Matthew Henry is heel leerzaam: het uitspansel is de zichtbare hemel. Het zichtbare plaveisel van de zichtbare stad. Want boven het uitspansel heeft Hij Zijn troon. Ja, Hij is daar. Van de hemel die te zien is, moeten wij eraan denken aan de Vader van de hemel. De helderheid moeten ons herinneren aan Zijn heerlijkheid en volmaaktheid. Het ontsluiten ervan moeten ons doen gedenken aan Zijn voorzienigheid.

Als we daaraan gedenken, krijgt u iedere morgen als u de deur uitstapt een preek. Een boodschap van God. Iedere dag krijgen we het te zien. Iedere dag krijgen we een herinnering te zien aan God zelf. Ik woon daar bekleed daar met eer en macht. Iedere keer als wij de hemel zien, wil God ons eraan herinneren hoe groot de afstand is. De afstand tussen de heilige God en wij zondaren.

We zijn niet een klein eindje bij God vandaan gelopen. Hebt u het ontdekt? We zijn mijlenver bij God vandaan. En er is niemand die uit zichzelf teruggaat naar God. Hij heeft uit de hoge hemel neergezien en er was niemand die Hem zocht. Maar als u op Hem ziet, de Heere Jezus Christus, de Zoon van God, die eenmaal gestorven is op deze wereld. De kruisdood gestorven is en overwonnen heeft. De discipelen hebben Hem zien gaan dwars door de wolkenwagen.

In Putten verkondigd deze middag. Die in Hem gelooft het eeuwige leven hebben. Schuldige zondaar, iedere keer als Hij voorgesteld wordt laat Hij Zijn hemelse appel klinken. De toevlucht te nemen tot de Zoon van God die aan Zijn rechterhand zit. Laat ons dan toelopen tot de troon der genade om geholpen te worden ter bekwamer tijd. Hoor je dat jongeren, heb je ook weleens op je rug gelezen.

Deze wereld gaat voorbij. De hemel en de aarde zullen voorbijgaan. Maar die de wil van God doet die blijft in alle eeuwigheid. Als iemand afvraagt: wat is de wil van God voor mij? Dat een ieder die in de Zoon gelooft en aanschouwt, Ik zal hem opwekken ten uiterste dagen. Als deze week druk is en er staat zoveel in de agenda. Zult u dan ook de les van het uitspansel ter harte nemen? Als u de hemel ziet? Denk aan het woord van Christus: vergadert u geen schatten op de aarde waar de mot en dief doorgraaft, maar vergadert schatten in de hemel. Waar uw schat is daar zal ook uw hart zijn.

Zo noemt God het uitspansel. Hemel. De hemel. Daarmee wil Hij al Zijn kinderen vertroosten. Iedere keer als u het hemelgewelf ziet. Die God die daar boven woont, die om Christus’ wil uw God en Vader is geworden. Iedere keer als u het uitspansel ziet, dan wil God u troosten. Ziet toch de vogelen aan de hemels, die niet zaaien noch maaien, voedt, hoeveel gaat u hen niet te boven, zal God niet voor u zorgen?

Uw hemelse roeping. Paulus: wandel in de hemel. De Heere Jezus Christus verwachten uit de hemel. Dat is de machtige boodschap. Ik denk aan die man. Die christen die iedere morgen eerst uit het raam keek. Als hij geen wolken zag, zei hij waarschijnlijk komt Hij vandaag nog niet. Maar als hij wolken zag, dan zei hij misschien komt Hij vandaag. Het verlangen versterken dat Hij komt. Met grote kracht en heerlijkheid. Staan wij erbij stil? Die dag komt.

Wie luistert in de wereld hoort reeds die voetstappen van die heerlijke Koning. Als Hij morgen komt en u bent nog niet bereid, wat zal dat dan een vreselijke dag zijn. De zonden en ieder die in de zonden leeft, zal vergaan in het vuur van het gericht. Kom gemeente, nog is het genadetijd. Hij laat Zijn dienaren uitgaan over de gehele aarde. Nog gaat Hij uit. Die voor u neerbuigt, die knielt, die bidt: zo zijn wij dan gezanten van Christus’ wege, alsof Christus door ons bade, laat u met Christus verzoenen.

Troostboodschap. Straks komt Hij als de Bruidegom om Zijn bruid te komen halen. ‘Want de Heere Zelf zal met een geroep, met de stem des archangels, en met de bazuin Gods nederdalen van den hemel; en die in Christus gestorven zijn, zullen eerst opstaan. Daarna wij, die levend overgebleven zijn, zullen te zamen met hen opgenomen worden in de wolken, den Heere tegemoet, in de lucht; en alzo zullen wij altijd met den Heere wezen. Zo dan, vertroost elkander met deze woorden.’ Amen.

 

Zondag 27 september 2020 – Hersteld Hervormde Gemeente Putten – ds. G. Kater – Schriftlezing Genesis 1 vers 1-13