Koning Salomo beschrijft in het Bijbelboek Prediker dat alles een bestemde tijd heeft. Van alle mensen speelt het leven hier op aarde zich af tussen de geboorte en het sterven. Daarbinnen zijn er zaken waar wij controle over hebben en waarover niet. Als ons het afgelopen jaar iets geleerd heeft dan is het wel dat we over het Covid-19 geen controle hebben. Het is een tijd van veel somberheid, maar dit is geen sombere preek. Door het geloof in Christus de Zoon van God die naar deze wereld kwam is er de vaste grond om met vertrouwen en vreugde de toekomst in te gaan. Salomo roept ons op om ons te verblijden, goed te doen en te genieten van het goede dat de Heere ons geeft. Om wat de Heere ons geeft, en wat is dat veel, met dankbaarheid te ontvangen.

Prediker 3 vers 12: ‘Ik heb gemerkt, dat er niets beters voor henlieden is, dan zich te verblijden, en goed te doen in zijn leven‘.

Met vertrouwen en vreugde de toekomst in

Te midden van alles wat er vandaag aan de hand is, ondanks alles met vertrouwen en vreugde de toekomst in. Gemeente, jongens en meisjes, wat is er vandaag de dag in de wereld, in ons land veel aan de hand. Wie had een jaar geleden gedacht dat een jaar later we in een bijna lege kerk bijeengekomen zijn en het grootste gedeelte van de gemeente noodgedwongen thuis moet meeluisteren?

Wat aangrijpend dat die gewone gang naar het huis van God te gaan onderbroken is. En de vraag is wanneer het allemaal weer gewoon wordt. Er zijn heel veel kerkenraden die zich zorgen maken, ik weet niet hoe het hier is, over de toekomst van de gemeente. Haken mensen niet af als er zoveel niet door kan gaan?

Reden om zorgen te maken als de toekomst zo onzeker is. Ook voor jullie jongens en meisjes als je niet naar school kunnen. Heel veel dingen niet door kunnen gaan. Heel je leven staat op z’n kop. En dat is niet eenvoudig voor ouderen maar ook zeker voor jongeren niet. Dan kun je ontzettend somber zijn. Als je denkt aan de toekomst.

Als je afgelopen weken de beelden van de rellen zag, en alles wat in de maatschappij gaande is. Als je al die berichten leest over varianten van het virus, tegenslagen als het gaat om vaccineren. Dan kun je somber zijn. Heel veel reden, vandaag de dag en dat is ook zo, om somber te zijn. Misschien dat je ook in je persoonlijk leven met tegenslagen te maken hebt. Verdriet, zorgen, pijn. Een ziekte die maakt dat je heel vaak naar het ziekenhuis moet. Het bericht wel dat je ongeneeslijk ziek bent. Geliefden die om je heen wegvallen. Het gemis dat er is.

Dat je zegt: als ik naar de toekomst kijk, dan zie ik het somber in. Het is een tijd van veel somberheid. Maar toch wordt het vanmorgen geen sombere preek. Integendeel. Prediker 3 wil ons leren, ten diepste wat de Heilige Geest je moet leren, dat we als gemeente van de Heere Jezus Christus, door een waar geloof met Hem verbonden, Hem kent, dat je ondanks alles wat er aan de hand is toch met verwachting, vertrouwen de toekomst in mag gaan. Dat je ten diepste niet hoeft te somberen maar verwachting mag hebben, vertrouwen en vreugde.

Kijk als God niet zou bestaan, wat heel veel mensen vandaag de dag denken, dat dit aardse leven het enige is dat er is, dat ons maar een ding staat te doen en dat is genieten en vrolijk zijn want morgen sterven we. Als dat ons leven zou zijn. En we uitsluitend afhankelijk zijn van de wijsheid van wetenschappers, politici, dan heb je reden tot somberheid. Dan heb je reden tot somberheid. Dan moet je erkennen dat je misschien wel heel somber kan zijn.

Als iets ons afgelopen jaar geleerd heeft, dan is het toch wel de kwetsbaarheid en onmacht van ons mensen. Maar wie leeft vanuit het geloof, die mag weten dat er een Heere in de hemel is die regeert. Dan mag je met verwachting, met vertrouwen, met vreugde de toekomst ingaan. En dat is wat Prediker 3 ons wil leren.

Dat gedeelte begint met een gedicht. Geweldig, prachtig vormgegeven gedicht. Vers 2-8. Er staan heel veel gedichten in de Bijbel. Dat valt niet zo vaak op door de vertaling. Bijna alle Psalmen zijn bijvoorbeeld gedichten. Maar dit gedicht is zo knap geschreven dat zelfs als je het vertaald nog kan zien dat het een gedicht is. Er zit een bepaalde herhaling in, twee keer zeven dat is veertien tegenstellingen. Die telkens beginnen met ‘er is een tijd om’. Zo geeft de Prediker dat gedicht vorm.

Het begint in vers 2 met ‘er is een tijd om geboren en een tijd om te sterven’. Dat zijn de twee vaste grenzen waarbinnen ons leven zich afspeelt. Hoe oud of hoe jong we zijn, al onze levens spelen zich af tussen geboren worden en sterven. Dat zijn de twee zekerheden van het leven. Iedereen is eenmaal geboren en zal eenmaal sterven.

Kijk binnen die grenzen van geboren worden en sterven speelt ons leven zich af. En binnen die grenzen van geboren worden en sterven daar gaat ons leven soms op en neer, soms heen en weer. Daar zijn soms momenten van vreugde, van verdriet, soms schijnt de zon, soms ga je door een donker dal van diep verdriet.

En dat gedicht beschrijft Salomo dat leven met zijn ups en downs. Hij vestigt hier geen oordeel erover maar hij beschrijft het in al zijn facetten. Het is een leven in een gebroken werkelijkheid. Wat Salomo beschrijft is een leven in een gevallen wereld. In het gedicht gaat het over sterven en doden. Over wenen over kermen, over het uitschreeuwen van verdriet betekent dat. Het gaat over haat en oorlog. Dat zijn allemaal woorden die horen bij de gebroken wereld waarin wij leven. Dat zien we om ons heen elke dag opnieuw bepaalt ons leven tussen geboren worden en sterven, dat we leven in een gebroken wereld met pijn, verdriet, gemis, zorgen, nood.

Eeuwen geleden geschreven gedicht maar nog heel actueel voor vandaag. Om er een paar dingen uit te nemen, dan schrijft Salomo dat gedicht waar je als mens controle over hebt. Dingen waar je een rol in hebt, zelf iets aan kan doen om het zo te zeggen. Hij heeft het over zaaien, oogsten, ombouwen, stenen verzamelen. Zo zijn er dingen in het leven waar je om zo te zeggen mee aan de slag kunt gaan. De roeping die we ook hebben. Op school je best te doen, om trouw te zijn in je werk. Zo kan je het gevoel hebben dat je je leven aan het opbouwen bent, dat je het in de hand hebt. Maar tegelijkertijd zegt Salomo, er zijn ook heel veel dingen in het leven waar die controle er juist niet is. Waar het boven onze macht gaat.

Als het slecht gaat op je bedrijf. Als het moeilijk gaat op school ondanks dat je heel erg je best doet. Als er zomaar ineens grote zorgen zijn als het gaat over je gezondheid. Dat is niet iets waar je voor kiest. Daar heb je geen controle over. Als je worstelt met psychische klachten, met zorgen in je leven, dan wil je die gedachten misschien wel wegdoen maar het lukt niet. Het gaat boven je macht. Er zijn heel veel dingen in het leven waar we niet de controle over hebben.

Met name denken we natuurlijk aan dat ene waar we al zoveel inspanning hebben geleverd het afgelopen jaar, wat we maar niet onder controle lijken te krijgen. Het virus dat rond gaat. Wat hebben we er al veel voor gedaan. Wat heeft het ons al ontzettend veel gekost. En toch het lukt bijna niet. Is het ene variant onder controle, dan lijkt er wel weer een nieuwe te komen. Het gaat onze macht te boven. Dat leert ons dat wij als mensheid kwetsbare, beperkte mensen zijn. We zijn zwakke mensen. We moeten erkennen en belijden dat er heel veel dingen zijn die onze macht en kracht te boven gaat.

Dat is een van de dingen die Prediker in dit gedeelte beschrijft. Tegenstelling tussen iets waar je controle over hebt en iets dat je macht te boven gaat. Een andere tegenstelling die we even naar voren halen, is die van omhelzen en afstand houden. Vreugde en verdriet. Nabijheid en afstand. Prediker zegt: er zijn tijden van omhelzen. Wat is het geweldig mooi als je die tijden in je leven kent en gekend hebt. Een tijd van liefdevol omhelzen. Wat mooi jongelui als je misschien afgelopen tijd verkering hebt gekregen. Een tijd van omhelzen, heel letterlijk ook. Als je als ouders nieuw leven uit de hand van de Heere hebt ontvangen. Een tijd van omhelzen. Als je opa en oma mocht worden, wat is dat een rijkdom als de Heere je dat geeft. Te midden van deze crisis zijn er die momenten, gelukkig in onze levens momenten van omhelzen.

Maar ook zegt Salomo er zijn tijden van verre zijn van omhelzen. Afstand houden. Is dat niet wat we afgelopen jaar elke keer hoorden. We moeten afstand houden van elkaar. Supermarkt, nog niet zo moeilijk misschien. Maar als het gaat om onze geliefden, wat kan dat dan pijn doen. Als je bij het ziekbed bent van een geliefde en je moet afscheid nemen en kan niet met de hele familie bij elkaar zijn.

We hebben gehoord van mensen die opa en oma werden en hun kleinkind alleen van achter het raam konden zien. Wat een pijn. Er zijn momenten, zegt Salomo, van huilen en zelfs momenten van kermen, dat je het wel uit wilt schreeuwen van verdriet. Zo wisselt dat leven zich af. Iedereen kent wel de eigen voorbeelden uit zijn leven. Vreugde, verdriet, afstand, nabijheid, controle, overgave, opbouw en afbraak.

Salomo beschrijft dat leven in vers 2-8. En dat brengt hem in vers 9 tot een aangrijpende vraag: wat voordeel heeft hij die werkt, hij die zwoegt van hetgeen hij bearbeidt. Oftewel: waarom doen we het allemaal? Wat is nu het nut van al dat werken, al dat zwoegen, al dat wat we met elkaar doen, al die inspanningen, wat hebben we er nu eigenlijk aan?

En dan gaat vanaf vers 10 Salomo omhoog kijken. Van God die in de hemel woont. En hij gaat de dingen van het leven bekijken vanuit het perspectief van God. In vers 2-8 wordt eigenlijk het aardse leven beschreven, daar lezen we niet over God. Maar vanaf vers 10 gaat hij dit vanuit Gods perspectief, vanuit Gods kant om het zo te zeggen, bekijken.

En dan ontdekt hij, dan belijdt hij dat er een God in de hemel is die regeert. Dat ondanks dat leven wat soms zo heen en weer gaat, waar je de controle soms over verliest, dat er een God in de hemel is die leeft en regeert en die niets uit de hand gaat. Hij weet: de Heere is erbij. Dat geldt ook voor onze levens. Dat geldt ook voor de crisis waar wij doorheen gaan: de Heere is erbij, Hij regeert. Misschien dat bekende beeld van het borduurwerk dat uitgespannen is tussen hemel en aarde. Een borduurwerk waar wij als mensen tegen de achterkant aankijken, het allemaal niet begrijpen en het naar ons gevoel er geen enkele orde in lijkt te zitten. Draden die naar alle kanten uitgaan, draden die plotseling worden afgesneden. Maar de Heere kijkt van de andere kant. Daar blijkt elk draadje en elk steekje ja deel uit te maken van dat plan van de Heere.

Kijk, en dat is wat Prediker ons wil leren. Dat we elke opnieuw moeten leren. De zaken moeten zien vanuit het perspectief van God. Dat Hij regeert. Wat Salomo ook doet is dat hij dit aardse leven plaatst in het licht van de eeuwigheid. Wij zijn op weg naar de eeuwigheid van God. En dat aardse leven moeten we zien in het licht van die nooit eindigende eeuwigheid. Wij leven niet voor het moment, het gaat niet om het genieten van het moment van vandaag. Maar het gaat erom dat we op reis zijn naar de eeuwigheid. In dat licht mogen we de dingen zien. In dat ligt mogen we ook de dingen wegen, dat wat ons overkomt.

Al die dingen die wij meemaken, zet de Heere in het perspectief van de eeuwigheid. In vers 14 staat God doet dat opdat wij vrezen voor Zijn aangezicht. Dat is Zijn doel. Van alle dingen die je meemaakt in je leven. Zowel de momenten van vreugde als die van verdriet. Dat het je brengt in aanbidding aan de voeten van de Heere. Dan ben je rijk gezegend als die crisis waar je misschien wel doorheen gaat, je dichter bij de Heere brengt.

Dat is het doel: opdat men vreze voor Zijn aangezicht. Zo mag deze Prediker zijn leven als het ware ook uit handen geven en leggen in de handen van de Heere. Daarom horen we in dit hoofdstuk ook de gelovige spreken. We horen iemand spreken die de Heere heel persoonlijk mocht kennen. Die naar het leven om zich heen kijkt, die het allemaal ziet gebeuren en zegt: ik begrijp het ook allemaal niet. Maar die weet: mijn God in de hemel regeert. Ik weet zegt hij: ik weet dat al wat God doet zal in der eeuwigheid zijn. Daar klinkt persoonlijk geloof en vertrouwen van Salomo in door.

God was voor hem geen werkelijkheid die heel ver weg is. Hij belijdt hier niet dat er ergens ver in de hemel een afstandelijke God zit die onze levens stuurt en waar je je maar aan hebt te onderwerpen. Nee maar hij belijdt dat de God die zijn leven leidt dezelfde God is die hij persoonlijk mocht leren kennen. Dat is de God voor wie hij de tempel mocht bouwen. De God die Zich openbaart door middel van die offers en daarin zijn liefde voor het verlorene laat zien. Die God die vol van genade en vergeving is. Die God had hij leren kennen heel persoonlijk. Hij mag belijden: mijn leven ligt in handen van die God. Mijn Vader.

En gemeente, deelt u en deel jij, in dat persoonlijk geloof van Salomo? Wie is de Heere voor u en voor jou? Mag je Hem persoonlijk kennen, is Hij heel dichtbij voor jou of is Hij eigenlijk iemand die heel ver weg staat? Kijk dat vertrouwen en die vreugde van Salomo heeft er alles mee te maken dat hij deze God ook persoonlijk mocht kennen. Dat geldt ook voor ons. Kijk, als u, als jij de Heere niet persoonlijk kent, niet persoonlijk in het geloof met Hem verbonden bent, dan heb je alle reden tot somberheid. Dan heb je alle reden om met somberheid de toekomst in te gaan. Als je de Heere niet kent.

Jongelui, het feit dat je niet naar school is nog wel het minste probleem dat je hebt als je de Heere persoonlijk niet kent. Als je Hem mist. De Bijbel zegt dan ben je op weg naar de verlorenheid. Dan ga je verloren. Dat is het ergste wat er is. Maar andersom, als je de Heere persoonlijk mag kennen, als Hij jouw God is, als je heel dicht bij Hem mag leven, wat er dan ook in je leven aan de hand is, dan mag je toch ten diepste met vertrouwen en vreugde de toekomst ingaan. Daarom is het zo nodig, juist in deze tijd, dat je verzoend bent met God. Daarom de vraag nogmaals: kent u, ken jij de Heere Jezus als jouw persoonlijke Verlosser en Zaligmaker?

Ik zou zeggen: laten we daar als gemeenteleden, als gezin elkaar op bevragen. Als de camera uitgaat en de koffie tevoorschijn komt. Laat dat de vraag zijn die we aan het hart van elkaar mogen neerleggen. Dat is waar het om gaat. Ga de toekomst niet in zonder deze Zaligmaker. Maar Salomo mocht deze Heere kennen en dat is ook de grond van zijn optimisme. Hij kan met vertrouwen en vreugde de toekomst in. Waarom? Omdat hij weet en erop mocht vertrouwen wie God voor hem is.

Dat vertrouwen en die vreugde van Salomo heeft alles te maken met dat wat eeuwen na Salomo is gebeurd. Toen de Heere in de volheid van de tijd, het door Hem gekozen moment, Zijn Zoon de Heere Jezus naar de aarde heeft gezonden. Toen Hij Zijn heilsplan ging volvoeren om redding en verlossing te brengen voor een wereld verloren in schuld. Daar ligt onze hoop, daar ligt ons vertrouwen. Er stond een kribbe in Bethlehem waar de Zoon van God in werd gelegd. Er stond een kruis op Golgotha waar de Zoon des mensen aan gehangen is om het diepste lijden te ondergaan. En er was een geopend graf waar de boodschap mocht klinken: Hij is hier niet, Hij is opgestaan.

Kijk en dat is nu de grond, de diepste grond en het geheim dat de gelovigen, dat Gods kinderen, ondanks alles dat er in het leven aan de hand is met vertrouwen en vreugde die toekomst in mogen gaan. God regeert en Hij heeft Zijn heilsplan volvoert.

En vanuit dat geloof hè, vanuit dat vertrouwen mag Salomo ook die adviezen geven uit vers 12. Ik heb gemerkt, zegt hij, dat er niets beters is dan je te verblijden en goed te doen in je leven. In vers 13 voegt hij er nog aan toe dat we van het goede mogen genieten. Ik heb gemerkt, er is niets beter voor hen dan je te verblijden. Tegen al die somberheid die je kan overvallen in dat leven wat op en neergaat, in dat leven vol onzekerheid en twijfel, vol nood en pijn en verdriet, daar tegenover zet Salomo de vreugde. Er is niets beters voor hen dan zich te verblijden.

Er kunnen momenten in ons leven zijn dat de vreugde heel ver weg is. Dat je misschien wel ontzettend worstelt met de gang die de Heere in je leven gaat. Dat je de pijn, het verdriet en de gebrokenheid van het leven zo aan den lijve voelt. Wat is er veel pijn en verdriet. Als een geliefde wegvalt, als je komende week naar de begraafplaats moet om afscheid te nemen van iemand die je zo lief is. Als je mensen in je omgeving ziet worstelen met ziekte, met depressie, al die nood in ons leven, dat zijn tijden misschien wel om verre te zijn van verheugd zijn. Maar ook te midden daarvan, zonder iets af te doen aan de pijn en het verdriet mag de Heere toch zeggen: in Christus is er ook en tegelijkertijd reden om vreugde te zijn. Zoals Paulus dat uitspreekt in Romeinen 8, ‘wij weten dat degenen die God liefhebben alle dingen meewerken ten goede’.

Daar mag je aan vastklemmen. Als je de Heere Jezus mag kennen als Verlosser en Zaligmaker, dan hoef je ten diepste niet somber te zijn. Maar dan mag je weten dat het bloed van Christus reinigt van al jouw zonden. Dat Hij voor jou de dood is ingegaan en dat wat er ook gebeurt dat niets je kan scheiden van die liefde van Christus. Dat je in Hem meer dan overwinnaar bent. Is dat niet de rijkdom van het geloof? Maakt ons dat niet oneindig veel rijker dan al die mensen die dat moeten missen?

Kijk en dat is ook waar het Evangelie toe wil brengen. Evangelie is goede boodschap, betekent het heel letterlijk. De uitwerking die het Evangelie in onze harten wil hebben, is vreugde, is blijdschap. Daarom kom je in het Nieuwe Testament heel veel oproepen tegen om verblijd te zijn. Paulus in Filippenzen 4, ‘verblijdt u in de Heere te allen tijd, wederom zeg ik u verblijdt u’. Dat Paulus dat hier zegt dat betekent dat het niet altijd zo eenvoudig is. Dat er misschien wel heel veel redenen waren in die levens van de Filippenzen om niet verblijd te zijn. Maar gegrond op het Evangelie zegt hij, ondanks dat, zegt hij: verblijdt u in de Heere te allen tijd.

En als Johannes zijn brief schrijft, zijn eerste zendbrief, waarin hij de rijkdom van het Evangelie gaat uitstallen. Dan zegt hij aan het begin van zijn brief: Ik schrijf u deze dingen opdat uw blijdschap vervuld zij. Opdat u overloopt van blijdschap betekent dat letterlijk. Wat heerlijk als je deze Heere mag kennen, dan mag je ondanks alles wat er aan de hand is, met vertrouwen, met vreugde, met blijdschap de toekomst ingaan. Dan mag je weten: wat er ook gebeurt, het is goed, God regeert en het loopt Hem niet uit de hand.

Dan kan je levensscheepje heen en weer gaan. Dan kun je misschien wel nog bijna gedepresseerd zijn. Dan is er nog heel veel verdriet als je een geliefde moet misten, maar te midden daarvan die wetenschap: niets kan mij scheiden van die liefde van Christus. We zijn op weg naar de heerlijkheid met Hem. Dan zijn er heel veel dingen die ja buiten je controle omgaat, dingen die je boven het hoofd groeien, dan mag je weten dat je tijden in Gods handen zijn. Met vreugde de toekomst in.

Dat is het eerste advies van Salomo. Verblijdt u. En dan voegt hij er aan toe: doe het goede. Ik heb gemerkt dat er niets beter voor hen is dan zich te verblijden en het goede te doen in zijn leven. God regeert. God regeert in het leven. En daarom doe het goede. Dat laat zien dat de voorzienigheid, de leiding dat God alle dingen in het leven bestuurt, en onze eigen verantwoording om het goede te doen, niet met elkaar strijden. Integendeel. Er zijn mensen die wel denken als God nu alles in het leven bepaalt, heb ik dan nog wel wat te zeggen. Wat moet ik dan doen? Ben je dan niet slachtoffer van wat God besluit? Nee, het tegendeel.

Het is niet zo dat als God regeert het niet uitmaakt hoe wij leven. Nee, integendeel. Juist omdat God regeert, zegt Salomo, daarom doe het goede. Juist de wetenschap dat ons leven ligt in de handen van de Heere, juist die wetenschap dat we door genade zalig zijn geworden op grond van dat werk van Jezus Christus, dat het alles buiten ons is. Juist als je dat mag weten en daaruit mag leven, juist dan de oproep: doe het goede. Dat is de oproep die de Heere geeft ook te midden van deze crisis.

Daarmee bedoelt Hij de opdracht van een heilig leven in de navolging van de Heere Jezus Christus. De Bijbel roept ons op om het goede te doen. Heel eenvoudig op de plaats waar God je gesteld heeft. Of dat nu is op school, op je werk, thuis in het gezin, op welke andere plaats de Heere je dan ook stelt en roept, heel eenvoudig daar het goede doen. Het goede doen betekent dat doen wat de Heere van je vraagt. Hem gehoorzamen, Hem liefhebben, Hem dienen.

Dan voel je aan jongelui, dat dat een heel ander leven is dan de jongelui om je heen leiden. De wereld om je heen zegt het gaat in het leven om genieten, om doen waar je zin in hebt. Wil je gelukkig worden, dan moet je doen waar je zin in hebt, dan draait het om jouw genoegens, om jouw pleziertjes. De Bijbel leert het andersom: wil je werkelijk gelukkig worden, doe dan het goede. Dat is een leven waar niet jij zelf in het middelpunt staat, waar het niet draait om jezelf, maar waarin je de Heere mag dienen en volgen. Dat leven buiten de Heere dat belooft heel veel maar levert het om zo te zeggen maar al te vaak weinig op.

Dat leven met de Heere, achter de Heere aan, dat is het meest rijke en heerlijke leven dat je je kan voorstellen. Dat je mag weten dat je leven in de handen van de Heere ligt en dan het goede te doen. Dat is de oproep die hij vandaag de dag doet: doe het goede.

Ten slotte in vers 13, dan voegt hij er nog aan toe, ja ook dat ieder mens ete en drinke. Het goede genieten van al zijn arbeid. Dat is een gave van God. Verblijdt u, doe het goede en voegt hij er nog aan toe: geniet. De oproep die de Heere aan ons geeft om te genieten. Misschien dat jij wel denkt: is dat nu Bijbels genieten. Als ik ergens niet aan denk bij het dienen van de Heere, dan is het wel het genieten. Dan mag je juist niet meer genieten. Dat is een grootste vergissing. De Bijbel roept ons op om te genieten. Dan wordt er niet een werelds genieten bedoelt, opgaan in het genieten van het moment waar je de volgende dag ook vaak nog een kater aan overhoudt, maar het bedoelt een genieten van de dingen die je krijgt. Vanuit het besef dat het een gave van God is. Je mag eten en drinken, zegt hij, je mag genieten van het goede, dat is een gave van God. Bijbels genieten is dat je naar alle dingen om je heen kijkt en God er voor dankt. Matthew Henry schrijft bij deze tekst, hij zegt: proef de liefde van God in alle dingen die je krijgt. Dank Hem ervoor. Maak Hem het middelpunt van je blijdschap. Eet en drink tot Zijn eer, zegt hij, Dient Hem met vrolijkheid en goedheid vanwege het velen dat Hij geeft. Proef de liefde van God in alle dingen die je krijgt. Dat is Bijbels genieten. Dat is een afhankelijk leven. Waar je allereerst beseft: niets in dit leven heb ik verdiend, niets in dit leven is van mij, maar het is een gave van God.

Juist deze tijd, jongelui voor jullie en evenzeer voor alle ouderen, en voor mijzelf, zo makkelijk om op te tellen al de dingen die je niet hebt en de dingen die niet kunnen doorgaan. Alsof we recht hebben op al die dingen die we eerder hadden. Maar de Bijbel en Prediker wil ons leren om het andersom te zien. Te beseffen dat alles wat we hebben een genadegave van God is. Proef de liefde van God in al die dingen die je mag hebben, die de Heere je geeft.

Als je dan om je heen kijkt, wat ben je dan rijk gezegend. Jongens en meisjes kijk maar eens om je heen. Wat ben je rijk gezegend. Als je een huis mag hebben, een warm huis mag hebben en een bed om in te slapen. Als er elke dag genoeg te eten is. Als je een lieve vader en moeder hebt die voor je zorgt. Als je de Bijbel mag opendoen en mag horen over de Heere Jezus. Wat zijn er veel dingen waar je de Heere dankbaar voor mag zijn. Wat wil Prediker ons leren, ook in deze crisis, geniet van het goede wat God geeft. Proeft de liefde van God in al die dingen die je krijgt.

Als je vanmiddag jongens en meisjes of vanavond misschien een boterham eet, kijk dan eens extra goed ernaar. Misschien heel gewoon, elke dag heb je brood en misschien zeg je wel ik lust het niet eens. Maar besef dat je ook die boterham gekregen hebt. Een gave van God die Hij aan jou geeft. Geniet er dan van. Door God ervoor te danken. Proef de liefde van God in de dingen die je krijgt. Dan kunnen we ook met vertrouwen en vreugde die toekomst in. Als we de Heere in verwondering danken voor al Zijn rijke gaven.

En de allerrijkste gave die heeft Hij ook vanmorgen weer aan ons gegeven, als dat Woord open mag gaan, het Evangelie verkondigd mag worden, de Heere Jezus aan ons hart gelegd mag worden. Dat Hij ons nodigt om aan Zijn voeten genade te vinden. Er is vergeving in het bloed van Jezus Christus voor de grootste der zondaren. Dat Evangelie mag uitgaan ook vanmorgen hier. Wat hebben we dan geen reden te over de Heere te danken met vertrouwen en vreugde die toekomst in te gaan. Om te genieten van het goede dat God ons geeft. Proef de liefde van God in de dingen die je krijgt. Salomo leert het ons: verblijdt u, doe het goede en geniet van wat de Heere geeft. Dan kun je met vertrouwen en vreugde de toekomst in. Amen.

 

Zondag 31 januari 2021 – Hersteld Hervormde Gemeente Putten – ds. G.K. Terreehorst – Schriftlezing Prediker 3