Het smeekgebed van Daniël tot God

Het is de Heilige Geest die ons met Daniël het juiste voorbeeld geeft hoe wij op onze schuld en zonden moeten reageren. Brengt het ons bij de Heere? Belijden wij Hem onze schuld en vragen wij Hem, eerlijk gemaakt, om vergeving? Daniël bidt en smeekt dat de Heere Zijn aangezicht doet lichten over het heiligdom van God, de tempel en de kerk vandaag de dag zijn van én voor God. Op welke grond mogen we pleiten, wat is onze pleitgrond? De barmhartigheden en vergevingen van de Heere. Hij is genadig in Zijn Zoon de Heere Jezus Christus. Zondaar, sta op uit de dood en laat Christus over lichten. Wendt u naar Hem toe en wordt behouden. Hij heeft geen lust in onze ondergang maar daarin dat wij eeuwig leven.

Daniël 9 vers 17: ‘En nu, o onze God! hoor naar het gebed Uws knechts, en naar zijn smekingen; en doe Uw aangezicht lichten over Uw heiligdom, dat verwoest is; om des Heeren wil‘.

Het smeekgebed van Daniël tot God
1. Zijn schuldbelijdenis [‘wij hebben gezondigd’];
2. Zijn geloofsbelijdenis [vers 9];
3. Zijn pleitgrond [vers 17, ‘om des Heeren wil’].

1. Zijn schuldbelijdenis [‘wij hebben gezondigd’]

Gemeente van onze Heere Jezus Christus, jong en oud, mag ik u vanaf deze plaats van harte feliciteren? Waarmee? Afgelopen woensdag was het de dag dat deze gemeente vijftien jaar bestond. Mag ik u met dit feit feliciteren? Natuurlijk zullen er mensen zijn die zeggen: ja, dat mag. Terugkijken vanaf 1 mei 2004 mooie dingen gebeurd. Geen kerk toen, geen pastorie, geen geld. En nu een prachtig kerkgebouw. Dankbaarheid van de vervulling van de ambten. Als we dan verder kijken, landelijk, gaat het toch goed? Kerkelijk bureau met fantastische directeuren. HHJO voor jongeren. In Amsterdam een eigen opleiding. Te midden van die plurale kerk. In vijftien jaar hebben we dat toch maar opgebouwd. Maar ik denk dat er vanmorgen mensen zullen zijn die zeggen dit is geen felicitatie waard. We zijn voortgegaan op de puinhopen en bestaan veel langer dan vijftien. Het kan wel mooi lijken. Maar de afgelopen vijftien jaar te zien dat we ook een kerk buiten het paradijs zijn. Vijftien jaar geleden eensgezind. Schouder aan schouder. Mensen betrokken. Kerkzakken vol. Kerk gebouwd. Pastorie gekocht. We waren één van hart en één van zin. En als we dan 1 mei 2019 moeten bekijken, wat is er binnen onze landelijke kerk, en misschien ook wel in deze gemeente, veel gebeurd? Wat is er onderling veel pijn aangedaan? Amtsdragers die voortijdig het ambt hebben moeten leggen. Commissies, bezwaren. Afgelopen zorgen over de prediking. De één denkt zus en de ander zo. Zo zouden we door kunnen gaan. Anderhalf uur zou ik zo kunnen vullen. Maar binnen onze kerk is veel loos. Met Daniël: het heiligdom van de Hersteld Hervormde Kerk is verwoest. Dat met elkaar te moeten concluderen. Ook met andere kerken, de verdeeldheid is overal. Wat doet het met u en mij? We kunnen makkelijk zeggen dat is nu eenmaal zo, we leven buiten het paradijs. De Heilige Geest geeft met Daniël het juiste voorbeeld.

Bij het verwoesten van de tempel haalt Daniël niet de schouders op maar buigt hij zijn knieën en vouwt zijn handen. Wij hebben gezondigd. Vanaf vers 4. Dan bidt Daniël, hij smeekt. Wij hebben gezondigd, onrecht gedaan en gerebelleerd. Niet gehoord naar de dienstknechten en profeten. Bij U, Heere, is de gerechtigheid maar bij ons de beschaamdheid. Het staat er vier keer in die paar verzen ‘wij hebben tegen U gezondigd’. Is dat gemeente vandaag uw en jouw belijdenis? Als we kijken naar de puinhoop van kerkelijk Nederland? Eerlijk ingestemd. Ik erken mijn schuld. Uw doen is rein, Uw oordeel gans rechtvaardig. Dan zou er vandaag wel iemand denken: wat kunnen wij eraan doen? Wat kunnen die kinderen die nog geboren mogen worden eraan doen aan die puinhopen?

Daniël wordt voorgesteld als een vrome en Godvrezende man. Geen zonden van hem te vinden. Toch belijdt hij schuld. Hij deelt in de schuld van anderen. Hij is niet verantwoordelijk voor de zonden van anderen. Maar wel betrokken bij de gevolgen van de zonden van anderen. Voorbeeld voor de kinderen. Broer of zus die iets verkeerds. Papa of mama is boos. Daar moet jij naar kijken. Niet vanwege jou maar door jouw broer of zus. Dat is bij Daniël nu ook het geval. Niet de oorzaak van die ballingschap. Toch is hij betrokken bij de gevolgen van de zonden van anderen. Als dat zo is, dan hoeft Daniël toch niet te zeggen: wij hebben gezondigd? Dan toch: zij hebben gezondigd. Kind hoeft toch geen sorry te zeggen voor wat broer of zus deed. Een antwoord: Daniël is eerlijk gemaakt door de Heilige Geest. Geleerd, met de Catechismus, dat de mens geneigd is van nature om God en de naaste te haten. Als dat geleerd wordt, dan ga je niet boven een ander staan. Dan zeg je niet: zie hem, wat een schurk! Dan ga je je eigen schuld belijden. Ik ben ook in ongerechtigheid geboren. Zullen we vandaag doen met opsteken van de handen. Wie heeft zich vandaag al zo leren kennen? Die belijdenis? Ik heb gedaan. Niemand?! Helemaal niemand?! Gemeente, als de Geest je gaat leren dan heb je de mond niet meer vol van anderen maar je handen vol aan je zelf. Werk, ambtelijk of niet ambtelijk, zijn met zonden besmet. Als ze met recht beleden worden. Oprecht belijden schuld aan kerkelijke verdeeldheid. Ik heb gedaan wat onrecht was in Uw oog. Vandaag belijden. Waar brengt het je? Bij de koffie: het is allemaal wat. Of brengt het bij de Heere?

2. Zijn geloofsbelijdenis [vers 9]

Daniël gaat in gebed. Natuurlijk dominee, dat zijn we gebed. Ik hef mijn ogen op tot U die in de hemel zit. Is dat zo? Als ik dat vandaag zie. Dan denk ik van niet. Dan krijg je misschien wel straf als je je zonden opbiecht, kinderen. Pedagogische berisping. Weet je wat ik deed? Ging ik misschien wel vijf straatjes om. Daniël beleed bij de Heere. Bij papa en mama wordt eerlijkheid beloond. Minder straf dan. Dat is nu ook het geloofsleven wat Daniël in de Heere heeft. Hij weet de Heere is barmhartig. Jongeren, woord dat vaak wordt gebruikt op de kansel. Wat is het? Niet altijd even scherp wat het is? Het beste voorbeeld is de gelijkenis van de barmhartige Samaritaan. Man onderweg, bende rovers tegen, wordt in elkaar geslagen. Plotseling komen daar twee hulpverwachtingen. Volksgenoten helpen hem wel. Nee hoor, lopen aan hem voorbij. Samaritaan komt. Ziet zijn vijand liggen. Ziet hem aan, hopeloos en reddeloos. Hij helpt die man. Raapt hem op. Zorgt voor hem. Brengt hem naar de herberg. Bijbelse voorbeeld van helpen in grote nood. Zo is de Heere, zegt Daniël. Bij Hem zijn vergevingen. Iets niet langer toerekenen. Iemand boos gedaan, het is nu klaar. Niet langer iemands fouten kwalijk nemen. Dat belijdt Daniël van de Heere. Dat is een God die vergeeft en vergeven wil. Vers 9. Barmhartigheden en vergevingen staat er in het meervoud. Een veelheid ervan. Wat een grote God heeft deze Daniël. Paulus: God, die is rijk in barmhartigheid. God vergeeft menigvuldiglijk. Bij u is vergeving, altijd geweest. Dat weet Daniël. Hij heeft God zo leren kennen. En u, en jij? Heb jij die grote God die toornt over de zonden al leren kennen?

Dominee, hoe dan? Uit de Bijbel. Zoveel gedeelten waaruit Zijn barmhartigheid blijkt. Zoveel gedeelten over vergeving. Persoonlijk houden vandaag. Kijk eerlijk naar je eigen leven. Moet je dan ook niet zeggen: ik ben het voorwerp van Zijn barmhartigheid. Net als die in elkaar geslagen man. Anders voor eeuwig verloren. Maar God die barmhartig is. Hij zoekt u op in uw dodenstaat. In de verkondiging van Jezus Christus. Zie op Hem alle einden van aarde. Ieder die in Hem gelooft heeft het leven. Iedere keer klinkt hier die stem: Ik heb geen lust in je ondergaan maar in je eeuwig behoud. Bij Hem zijn de barmhartigheid. Hij schenkt mij hulp en redt mij keer op keer. Vergevingen. Als al onze zonden vergeven zijn. Heel wat kniewerk nodig ’s avonds. Ik bekende oprecht mijn zonden. Hij wil zo graag vergeven. Vragen van vergeving maar ook ontvangen van vergeving. Hoe dan? Door Zijn Zoon. Niet alleen zijn ellende maar ook de heerlijkheid van de Zoon. Omdat u anders de eeuwige dood moet sterven. Heb je het geleerd? Is die grote God al je heerlijkheid geworden? Bij de Heere zijn de barmhartigheid en vergevingen? Wat rijk als je Hem zo hebt leren kennen. Jesaja, zo te spreken tegen andere mensen in de weelde, zoek de Heere terwijl Hij nabij is. De goddeloze verlaten zijn weg. Hij bekere zich tot de Heere. Want Hij zal Zich ontfermen. Hij vergeeft menigvuldiglijk. Wat een voorrecht als je zo de Heere hebt leren kennen.

3. Zijn pleitgrond [vers 17, ‘om des Heeren wil’]

Daniël gaat tot de Heere zijn God. In vers 17 komt zijn eigenlijke vraag naar voren. Doe Uw aangezicht over Uw heiligdom lichten. Na de ballingschap van zeventig jaar zullen ze terugkeren. Kinderen kennen het wel, dat aangezicht lichten. Zegen Numeri 6. Ook in Psalm 4. Doe het licht van Uw aangezicht over ons verheffen. Wat betekent het over het heiligdom? Wilt u met vriendelijke, met genadige ogen het bekijken? Heere, kijk in genade en niet in wraak naar iets of iemand. Daniël vraagt het aan de Heere over de tempel die verwoest. De verwoestte tempel. Waarom ook weer? Vanwege onze eigen zonden. Zonden tegen die God die goed doet. Dat is toch tegenstrijdig. Stel je nou voor hè, auto buiten helemaal kapot gemaakt. En dan zeg ik: blijf vriendelijk tegen mij, wordt niet boos. Dat kun je toch niet verwachten van de eigenaar van de auto. Dat doet Daniël bij de Heere. Niet voor zichzelf maar voor de Heere. Kijk vriendelijk naar Uw tempel. Hoort u het goed, het is niet de tempel voor het volk, van het volk, maar de tempel van én voor de Heere. Daar is het Daniël om te doen.

Als Daniël terugkeert en het volk en dan herstel van de tempel niet om eigen eer. Het moet gaan om de Heere. Heere, Uw Naam moet de eeuwige eer ontvangen. Gemeente, daar moet het ons ook om te doen zijn. Ook al ligt het heiligdom van de Hersteld Hervormde Kerk er verwoest bij. Scherper zeggen: bedoeling hebben al van die individuele kerkleden de bedoeling hebben Zijn Naam moet de eeuwige eer ontvangen. Hem loven vroeg en spa. Hem groot te maken en de wereld zal volgen met Amen Amen na. Kennen we daar iets van? Wij hebben gezondigd. Daniël pleit alleen op de Heere zelf. Doe Uw aangezicht lichten over de kerk. Maar doe het niet vanwege ons maar doe het om Uzelf en voor Uzelf.

Dan ga ik eindigen met een citaat van dominee Westerink, dominee in de Christelijke Gereformeerde Kerk, in het boekje ‘De eer van Zijn Naam’. Wie zo bidt. […] Amen.

 

Zondag 5 mei 2019 – Hersteld Hervormde Kerk Putten – ds. G.J. Noordermeer [dienaar te Sint-Annaland] – Daniël 9 vers 17