Zondag 20 augustus 2017 – Hersteld Hervormde Kerk Putten – ds. G. de Greef – Psalm 56 vers 4
Voorzang: Psalm 98 vers 3 en 4
Votum, groet en zegen
Psalm 62 vers 1 en 5
Voorlezing van de wet van God (Exodus 20)
Psalm 119 vers 8
Gebed
Schriftlezing: 1 Samuël 21 vers 11 – 15 en Psalm 56
Psalm 84 vers 3 en 6
Preek
Tekst voor de preek is Psalm 56 vers 4: “Ten dage als ik zal vrezen, zal ik op U vertrouwen.”
De gouden kleinood van David. Zo begint Psalm 56 en de vier volgende en Psalm 16. Niet makkelijk te vertalen, kleinood. Inhoud bevat kostbaarheden. Psalm bevat een beetje goud. Zuinig op zijn zoals een sieraad. Ook Psalmen wel: apotheek voor Gods kinderen. Wat daar? Medicijnen halen. Zo uit de Psalmen. Luther: in de Psalmen zie je Gods kinderen in het hart. Nog belangrijker: je ziet de Heere in het hart. Een hart van ontferming bewogen.
Ook op andere plaatsen in de Bijbel. Bijvoorbeeld in Exodus 34. Noemt de Heere Zijn eigen Naam. Barmhartig, vergeeft. Rijke typering van de Heere. Komen we ook veel tegen in de Psalmen. Psalm 103 bijvoorbeeld.
Omdat Gods hart zo van ontferming bewogen is kunnen we zien wat er in de harten van Gods kinderen is. Verschillend geleid maar toch veel herkenning. Verootmoediging, verlangen naar God, hoop op Hem, ze weten zich met Hem in de diepten, ze weten zich een met de Psalmdichters als het gaat over de lofprijzing. Hoogten en diepten.
Achter deze Psalm licht de geschiedenis van 1 Samuël 21. David in Gad, staatsvijand nummer 1 van Saul. Komt hij bij de Filistijnen. Herkennen ze David. Ook daar in gevaar. David gaat een list toepassen. Alsof hij niet goed bij zijn verstand is, gek is. Zover dat Achis zich afvraagt: heb ik een razende?
Bedenkelijk list van David. We zien niet het vertrouwen op de Heere. Had het niet anders gekund, David? David niet altijd op zijn plaats. Ook al is hij een kind van God.
Gods kinderen kunnen voorbeelden zijn. Ook toe geroepen. Maar helaas weleens ver daar vandaan. Wijlen ds Bonen: volg niet blindelings Gods kinderen na, ze zetten weleens hun voet scheef, heel scheef.
Psalm 56 Godsvertrouwen wint het van de vrees. Gemeente, wie vreest er nooit? Weten we daar allemaal niet iets van? Ondanks alle maatregelen, beveiligingen, politieke afspraken. Maar is nu de vrees de wereld uit? Nee. Het mens lijdt dikwijls het meest het lijden dat hij vreest.
Kan zijn dat we ons van buiten toe voordoen alsof we niet vrezen? Is het bluf? Kunt wel met elkaar zingen: wij zijn niet bang. Maar als je alleen bent? Bij een onweer?
Vrees kan een grote rol spelen in ons leven. Ramp, ongeluk, de dood (de laatste vijand). In werk tobben, of geen werk en tobt daarmee. Het leven dat op je afkomt is eigenlijk te zwaar. Kinderen op school. Kinderen die op de brede weg lopen of zichzelf bedriegen.
Zie we in ons land niet de ongerechtigheden toenemen? Hard omgaan met het leven. Ook Verbondskinderen meer en meer wereldgelijkvormig. We vrezen. Glans eraf. Ook afgelopen week gezien met aanslagen. Wreedheden.
Alles bij de Heere te brengen. Werp al uw bekommernissen op Hem. Natuurlijk, waar dichter het over heeft, vanwege de zonden. Ook en in alle wegen! Vertrouw op Hem, dat zal niet tevergeefs zijn.
We weten wel. De oplossing krijgen we niet altijd meteen. Die voor ons gewenst. Wel: maar Hij zal geven wat nodig is. Het loopt Hem niet uit de hand. Ook al kunnen we de Heere niet altijd begrijpen.
Luther: ik begrijp U niet, Heere. Maar ik vertrouw U wel! U de leiding in mijn leven. U te volgen, waar U ook heengaat. Dat het Godsvertrouwen het wint van de vrees. Uw macht is groot Uw trouw zal nooit vergaan. Toevlucht ten alle tijden. In Hem is vastheid. In Zijn Woord. Dichter van Psalm 56 roemt in dat Woord.
Kun je dan altijd lofzangen zingen? We zien het ook bij David. Moeten zwerven. Tranen gehad. In oprechtheid! Ten dage ale ik zal vrezen, zal ik op U vertrouwen. Geldt in alles van het leven! Ziekenhuis. Misschien vreee over een ziekte. Op de Heere te vertroueen dan. Misschien uzelf erop betrapt: doktersgeloof. Grote verwachting en vertrouwen in medische middelen.
Het is beter tot de Heere de toevlucht te nemen dan op mensen te vertrouwen. Laten we onszelf niet op de been houden. Jongen knielde in het ziekenhuis voor de prik om te gaan slapen. Want als je gaat slapen, dan eerst bidden. Wat zegt Jezus? Als u niet wordt als een kind…
Ziende op onze zonden is er best wat te vrezen. Toen voelde ik wat eisen Gods wet mij deed. Rechtvaardig kunnen oordelen dat het verdiend is. Wij zijn schuldig. Echt iets te vrezen over de zonden. Maar ziende op Hem, de Vaste Rote van mijn behoud.
Gods kinderen hebben twee ogen. Eentje om naar binnen te zien tot veroortmoediging en eentje om op Hem te zien in geloof. Rutherford: een blik op Hem meer dan alle andere blikken.
Beseft dat we eens voor God moeten verschijnen. Niet op de been houden met allerlei goede gedachten van onszelf. Nette burger, goede vader. Menselijke redeneringen. Niet genoeg.
Sommigen zeggen: Goddelozen worden vernietigd (verdwijnen) en rechtvaardigen zullen leven. Maar is Onbijbels. Zie Mattheüs 25: eeuwige straf en eeuwig leven. Sommigen menen dat als je als Verbondskind er al bent. Is er ook het leven als Abraham. Vreemdeling op aarde.
We hebben de Heere nodig. Zijn werk, Zijn leven. Toen vluchte ik tot Jezus. Hij kan helpen en wil helpen. Uitkomsten tegen de dood.
De vrees is niet altijd even diep. Ook bij het ontdekkende werk van de Heilige Geest. Wel is waar: wie nooit gevreesd heeft, zijn zonden en de ernst ervan niet gezien heeft, moet zich ten rade gaan. Tot Hem te vluchten, buiten Hem niet kunnen. We hebben te maken met een grote en trouwe Heere.
Wat is de diepste oorzaak van vrees? Waar kom je vrees voor het eerst tegen. Genesis 3, zondeval. Adam verstopte zich. Vreesde. Ik hoorde Uw stem in de hof en ik vreesde.
Sommigen zeggen misschien wel: dat deed Adam en ik ben zelf verantwoordelijk voor mijn daden. Maar wie door Gods Geest ontdekt is zegt: wat Adam gedaan heb ik gedaan.
Er staat van Jezus dat toen Hij worstelde in Gethsemané: dat Hij vreesde en zeer beangst werd. Indien het mogelijk is, laat deze drinkbeker aan Mij voorbijgaan. Bad Hij. Kon niet: Hij nam de drinkbeker.
Geloven een gave. Wees er dankbaar voor want anders kon u er niet bij. Omdat het een gave is, kunt u het ontvangen. Houd uw hand maar op, doe uw ogen maar open.
En als we het geleerd hebben, is er dan geen vrees meer? Bij Paulus, wandelde op de smalle weg, zegt: van buiten strijd en van binnen vrees.
Staat van de gelovige vast maar stand verschilt. Kunstbloem staat steeds in dezelfde stand. Een levende bloem staat weleens anders. Prachtig naar de zon maar soms ool hangen. Gods kinderen blijven zwak in zichzelf. Verzoekingen, aanvallen. Je redt het niet in eigen kracht. Vertrouwen is nodig. Vertrouwen op Hem.
Vasthouden, steunen op iets of Iemand. Buiten jezelf. Want de Heere Heere is mijn sterkte, in Jesaja. Iemand die zwak kan lopen heeft steun nodig. Zonder die steun kom je weleens te vallen. Zonder God en Christus leven is zeker omkomen.
Vertrouw op Hem in de woestijn van dit leven. Hooglied 8. Bruidskerk. Wie liefelijk steunt? In de kracht van Hem. In Zijn kracht komt ze thuis! Uw rechterhand doet mij vol troost en vrolijk gaan.
Er zijn mensen die nauwelijks vrezen. Die soms dodelijk gerust zijn. Als het u geldt dat er onrust en vrees mag komen. Ik vrees dat ik alles mis. Denk aan Kerst. De Herders vrezen met grote vreze. En dan klinkt het: vrees niet want ik verkondig U de Zaligmaker. Met Pasen de vrouwen krijgen te horen niet te vrezen. Want u zoekt Jezus. Johannes op Patmos: toen ik Hem zag viel ik als dood aan Zijn voeten. Maar vrees niet.
Buiten Hem alles te vrezen. Maar val Hem te voet. Om je aan Hem geheel en al kwijt te raken. Hij kan redden en helpen. Met Hem kan ik voort. Ten dage als, iedere keer. Dit mee te nemen in onze huize. Vrees niet, zo’n 365 keer in de Bijbel met verschillende bewoordingen, voor elke dag. Zo reist u getroost naar het heiligend kruis hier boven, naar het Vaderhuis. Amen.
Psalm 56 vers 2
Gebed
Psalm 38 vers 15
Zegen
Geef een reactie